Waarschuwing

CALIFORNIA

Proposition 65 Warning

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor meer informatie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Elektromagnetische compatibiliteit
Nationaal: Dit apparaat voldoet aan de FCC Rules Part15. Het gebruik is onderworpen aan de volgende voorwaarden: (1) De machine mag geen schadelijke interferentie en (2) deze machine moet elke interferentie accepteren die kan worden ontvangen, waaronder interferentie die ongewenste werking van de machine kan veroorzaken.
Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en als het niet op de juiste wijze wordt genstalleerd en gebruikt, precies volgens de instructies van de fabrikant, kan het interferentie veroorzaken voor de ontvangst van radio en televisie. Het is op type getest en geconstateerd is dat het binnen de grenzen ligt van een FCC klasseB computerapparaat in overeenstemming met de specificaties in SubpartJ van Part15 van de FCC Rules, zoals hierboven vermeld. Er is echter geen garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie op zal treden. Als dit apparaat interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie, hetgeen kan worden bepaald door het apparaat aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangemoedigd om de interferentie te corrigeren door het nemen van een van de volgende maatregelen:Richt de ontvangstantenne opnieuw, verplaats de afstandsbediening-ontvanger ten opzichte van de radio-/tv-antenne of sluit de controller aan op een ander stopcontact, zodat de controller en de radio/tv op verschillende vertakte circuits werken.Indien nodig moet de gebruiker de dealer of een ervaren radio-/televisiemonteur raadplegen voor aanvullende suggesties.De gebruiker vindt wellicht het volgende boekje, opgesteld door de Federal Communications Commission, nuttig: 'How to Identify and Resolve Radio-TV Interference Problems'. Dit boekje is verkrijgbaar bij de U.S. Government Printing Office, Washington, DC 20402. Voorraadnr. 004-000-00345-4.
FCC ID: OA3MRF24J40MC-Basis, OA3MRF24J40MA-Bedieningspaneel
IC: 7693A-24J40MC-Basis, 7693A-24J40MA-Bedieningspaneel
Het gebruik is onderworpen aan de volgende voorwaarden: (1)Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken en (2)dit apparaat moet interferentie accepteren, waaronder interferentie die ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Japan certificaat elektromagnetische compatibiliteit
Afstandsbediening:Graphic
RF2CAN:Graphic
Mexico certificaat elektromagnetische compatibiliteit
Afstandsbediening:Graphic
RF2CAN:Graphic
Korea certificaat elektromagnetische compatibiliteit(sticker geleverd in afzonderlijke set)
Afstandsbediening:Graphic
RF2CAN:Graphic
Singapore certificaat elektromagnetische compatibiliteit
Afstandsbediening:TWM240007_IDA_N4022-15
RF2CAN:TWM-240005_IDA_N4024–15

Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal131-6766
decal136-7585
Close section
Close section

Montage

De machine klaarmaken voor de montage

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Til de hopper omhoog en zet deze vast met de cilindervergrendeling.

  3. Koppel de stroomaansluiting los van de tractie-eenheid.

  4. Zorg dat de machine niet kan bewegen vooraleer u de montageprocedure aanvat.

Close section

De onderdelen verwijderen

Alleen bij upgrades
  1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee het deksel van het compartiment is bevestigd en bewaar dit (Figure 1).

    g035406
  2. Koppel de kabelboom af van alle onderdelen behalve het relais (Figure 2).

    g035407
  3. Verwijder al het bevestigingsmateriaal waarmee de onderdelen aan de binnenkant van het compartiment zijn bevestigd (Figure 2).

  4. Verwijder alle onderdelen uit het compartiment, behalve het audioalarmsysteem (Figure 2).

  5. Verwijder de bevestigingsmoeren en ringen van de voorzijde van de nabijheidssensoren aan de rechter sensorplaat en bewaar deze (Figure 3).

    g035408
  6. Verwijder de nabijheidssensoren van de rechter sensorplaat en leg ze opzij.

  7. Verwijder de slotbouten en flensmoeren waarmee de rechter sensorplaat aan het frame is bevestigd (Figure 3).

  8. Verwijder de slotbouten en flensmoeren waarmee de linker sensorplaat aan het frame is bevestigd (Figure 4).

    g035735
Close section

De openingen uitboren

  1. Bepaal de locatie van de volgende opening voor de plugkap en boor de opening uit (Figure 5).

    g035409
  2. Bepaal de locatie van de volgende openingen voor de zekeringhouder en het relais en boor de openingen uit (Figure 6).

    g035410
  3. Bepaal de locatie van de volgende openingen voor de zender en boor de openingen uit (Figure 7).

    Note: U kunt de zender gebruiken als sjabloon.

    g035411
  4. Bepaal de locatie van de volgende openingen voor de controller en boor de openingen uit (Figure 8).

    Note: U kunt de controller gebruiken als sjabloon.

    g035412
  5. Bepaal de locatie van de volgende opening voor de controller en boor de opening uit (Figure 9).

    g035660

    Note: Zorg ervoor dat u de opening niet te groot maakt.

Close section

De stickers aanbrengen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Zekeringensticker1
Sticker elektrische revisie1
  1. Zorg ervoor dat het vlak waarop u de sticker gaat aanbrengen schoon is.

  2. Breng de zekeringsticker aan op de plaats die wordt getoond (Figure 10).

    g035413
  3. Breng de sticker van de elektrische revisie aan naast het plaatje met het serienummer op de machine.

Close section

De onderdelen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Radiozender1
Radiocontroller1
Controlelampje1
Relais1
Bout ("x1")8
Bout ("x ")3
Bout (nr.10x")1
Flensmoer (")11
Borgmoer (nr.10)1
  1. Gebruik de 4 bouten ("x") en flensmoeren om de zendontvanger te bevestigen (Figure 11).

    g035414
  2. Gebruik de 4 bouten ("x") en flensmoeren om de controller te bevestigen (Figure 12).

    g035415
  3. Gebruik de bouten ("x") en flensmoer om het relais te bevestigen (Figure 13).

    g035448
  4. Verwijder de zekeringkap van de kabelboom.

  5. Gebruik de 2 bouten ("x") en flensmoeren om de zekeringkap te bevestigen (Figure 14).

    g035449
  6. Breng de connector door de montageopening in het deksel (Figure 15).

    g035450

    Note: Zorg ervoor dat de pakking gemonteerd is tussen het deksel en het controlelampje(Figure 15).

  7. Gebruik de bevestigingsmoer en de borgring om het controlelampje te bevestigen aan de montageopening in het deksel (Figure 15).

  8. Verwijder de plugkap van de kabelboom.

  9. Bevestig de plugkap met de bout (nr.10x") en de borgmoer aan de controllerkast (Figure 16).

    g035456
Close section

De nabijheidssensoren monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Rechter sensorplaat1
Linker sensorplaat1
Nabijheidssensor1
  1. Gebruik de 2 slotbouten ("x1") en flensmoeren om de rechter sensorplaat aan de machine te bevestigen (Figure 17).

    g035665
  2. Gebruik de bevestigingsmoeren en ringen om de nabijheidssensoren die u eerder hebt verwijderd te bevestigen aan de rechter sensorplaat (Figure 17).

    Important: Let erop dat u de voorkant van de sensor niet beschadigt als deze gemonteerd is.

  3. Gebruik de slotbout ("x1") en flensmoer om de linker sensorplaat aan de machine te bevestigen (Figure 18).

    g035451
  4. Gebruik de bevestigingsmoer en ring om de nabijheidssensor van de set te bevestigen aan de linker sensorplaat (Figure 18).

    Important: Let erop dat u de voorkant van de sensor niet beschadigt als deze gemonteerd is.

  5. Stel de afstand van elke sensor die u gemonteerd hebt in op 3,6mm (Figure 19).

    g035664

    Important: Let erop dat u de voorkant van de sensor niet beschadigt als u de sensorafstand instelt.

Close section

De kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom1
Kabelbinder10
Kabelbinderklem2
  1. Leid de kabelboom op het frame van het getrokken voertuig (Figure 20).

    g035676

    Note: Zorg ervoor dat u de kabelboom door de slangringen aan de voorkant van het getrokken voertuig leidt.

  2. Bevestig de kabelboom aan het frame met de kabelbinderklemmen.

  3. Volg de kleurcode en vorm van de connector om er zeker van te zijn dat u de juiste connector aansluit op de plug van een onderdeel (Figure 21).

    g035674
  4. Sluit de kabelboom aan op het hydraulische verdeelstuk (Figure 22).

    g035675
  5. Sluit de kabelboom aan op de passende nabijheidssensor (Figure 23 en Figure 24).

    g035677
    g035703
  6. Monteer de kabelbinderklemmen aan de linker en rechter sensorplaat (Figure 23 en Figure 24).

  7. Plaats de kabelbinders door de klem en rond de aansluitingen van de kabelboom om de kabelboom te bevestigen aan de sensorplaat (Figure 23 enFigure 24).

  8. Gebruik kabelbinders om de kabelboom aan de hydraulische slangen te bevestigen (Figure 25).

    g035901
Close section

Het deksel monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Deksel van compartiment1
  1. Sluit het controlelampje aan op de kabelboom (Figure 26).

    g035457
  2. Gebruik de bout ("x1") en moer die u eerder verwijderd hebt om het deksel te bevestigen aan het compartiment (Figure 26).

Close section

De afstandsbediening monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Afstandsbediening1
AA-batterij4
  1. Verwijder de elastiekjes waarmee beide helften van de afstandsbediening aan elkaar zijn bevestigd, en verwijder het achterdeksel.

  2. Let op de polariteit van de batterijen terwijl u deze plaatst (Figure 27).

    g035673

    Note: De controller kan niet werken als de batterijen niet goed geplaatst zijn.

  3. Plaats het deksel terug en bevestig het met de 6 schroeven die u eerder hebt verwijderd (Figure 27) en draai deze vast met een torsie van 1,5 tot 1,7Nm.

    Note: Draai de schroeven niet te vast aan.

Close section
Close section

Algemeen overzicht van de machine

Knop Hopper legen

Om de hopper te legen drukt u tweemaal op de knop Hopper legen (Figure 28).

Important: De pluggenruimer moet zich direct achter de tractie-eenheid en op transporthoogte bevinden voordat u kunt legen.

g030468
Close section

Knop Pluggenruimer omlaag

Om de hopper omlaag te brengen drukt u op de knop Pluggenruimer omlaag (Figure 28). U kunt de hopper omlaag brengen in de volgende standen:

  • Hoogte hopper legen

  • Transporthoogte

  • Draaihoogte

    Note: Bij het zakken van de hopper vanuit de legen-positie kunt u de beweging altijd stoppen door de knop Pluggenruimer omlaag los te laten.

    Note: Met de pluggenruimer in de transport- of draaipositie kan het zakken van de hopper altijd worden gestopt door de knop Pluggenruimer omhoog in te drukken.

Close section

Knop Pluggenruimer omhoog

Standaardmodus

Om de pluggenruimer in de standaardmodus naar boven te bewegen, drukt u op de knop Pluggenruimer omhoog. De hopper stopt dan op de vooringestelde hoogte (Figure 28).

  • De transporthoogte (beginstand) is op 33,6cm tot 38,7cm.

  • De draaihoogte (excentrische stand) is op 21,6 tot 26,7cm.

Close section

Knop Pluggenruimer omhoog

Optionele modus

In deze modus kan de gebruiker de pluggenruimer op elke gewenste hoogte instellen, deze stopt dan op de vooringestelde hoogtes.

Note: Zie Omschakelen van de modus van de pluggenruimer voor het kiezen van de optionele modus.

Om de hopper in de optionele modus omhoog te brengen, houdt u de knop Pluggenruimer omhoog ingedrukt tot de hopper de gewenste hoogte bereikt of stopt op de vooraf gedefinieerde hoogte (Figure 28).

  • De transporthoogte (beginstand) is op 33,6cm tot 38,7cm.

  • De draaihoogte (excentrische stand) is op 21,6 tot 26,7cm.

Close section

Knop Excentrische stand links

Om de pluggenruimer in de excentrische stand links te zetten, houdt u de knop Excentrische stand links ingedrukt (Figure 28). Zodra u de knop loslaat, stopt de beweging naar links.

Close section

Knop Excentrische stand rechts

Om de pluggenruimer in de excentrische stand rechts te zetten, houdt u de knop Excentrische stand rechts ingedrukt (Figure 28). Zodra u de knop loslaat, stopt de beweging naar rechts.

Close section

Stopknop

Als u op de stopknop drukt, worden actieve functies uitgeschakeld.

Note: Er is een vertraging van ongeveer 3 seconden.

Close section

Diagnoselampje

Het diagnoselampje (Figure 29) bevindt zich op het deksel van het compartiment en geeft de storingscodes van de machine aan. Nadat u het sleuteltje op de stand LOPEN hebt gedraaid, zal het diagnoselampje 5seconden branden, 5seconden uitgaan en dan 3 keer per seconde knipperen totdat u op een knop van de afstandsbediening drukt. Als het lampje 5seconden brandt en dan 10 keer per seconde knippert (met of zonder een pauze van 5seconden), is er een storing in de machine; zie Storingscodes controleren.

Note: Het diagnoselampje brandt als u een knop op de afstandsbediening indrukt.

Note: Als u de knop op de afstandsbediening indrukt als u de machine start, zal het lampje niet 3 keer per seconde knipperen nadat het gedurende 5seconden is uitgegaan.

g030471
Close section
Close section

Gebruiksaanwijzing

De afstandsbediening en basiseenheid verbinden

Important: Lees eerst de volledige procedure voordat u de verbindingsprocedure start.

Voordat u het systeem kunt gebruiken moet de afstandsbediening in communicatie staan met de basiseenheid. De fabrikant gebruikt de verbindingsprocedure om de afstandsbediening te verbinden met de basiseenheid. Als u de communicatie tussen de afstandsbediening en de basiseenheid moet herstellen (bv. als u een nieuwe of reserveafstandsbediening voor het eerst gebruikt met een bestaande basiseenheid), dient u de volgende stappen uit te voeren:

Note: Als u de afstandsbediening met een andere basiseenheid verbindt, wordt de verbinding van die afstandsbediening met de oorspronkelijke basiseenheid verbroken.

  1. Schakel de stroom van de basiseenheid uit.

  2. Ga met de afstandsbediening in de hand in de buurt van de basiseenheid staan.

  3. Druk tegelijkertijd op de knoppen EXCENTRISCHE STAND LINKS en EXCENTRISCHE STAND RECHTS en houd deze ingedrukt. Het ledlampje begint ongeveer n keer per seconde te knipperen.

  4. Hou de twee knoppen ingedrukt tot het ledlampje ongeveer twee keer per seconde knippert.

  5. Laat de knoppen los.

  6. Druk op de knop EXCENTRISCHE STAND LINKS en houd deze ingedrukt. Het ledlampje begint ongeveer twee keer per seconde te knipperen.

  7. Blijf de knop EXCENTRISCHE STAND LINKS ingedrukt houden en draai het sleuteltje naar de stand LOPEN. Het ledlampje blijft branden als de procedure gelukt is.

    Note: Dit kan tot 20seconden duren.

  8. Laat de knop EXCENTRISCHE STAND LINKS los.

    Het systeem kan nu worden gebruikt met die afstandsbediening.

    g030468
Close section

Omschakelen van de modus van de pluggenruimer

De knop Pluggenruimer omhoog heeft twee modussen: standaard en optioneel.

In de standaardmodus kan de bestuurder de pluggenruimer met n druk op de knop op vooringestelde hoogtes brengen. Zie Omschakelen van de modus van de pluggenruimer

In de optionele modus kan de gebruiker de pluggenruimer op elke gewenste hoogte instellen, deze stopt dan op de vooringestelde hoogtes. Zie Omschakelen van de modus van de pluggenruimer.

  1. Verwijder het deksel van de bedieningsmodule.

  2. Verwijder de twee draden uit de connector getoond in Figure 31.

  3. Steek de twee draden in de 'pigtail'-connector die aan de kabelboom is bevestigd.

  4. Plaats het deksel terug op de bedieningsmodule.

    g030597

    Note: Om terug te gaan naar de standaardmodus sluit u de draden weer aan op de oorspronkelijke 'pigtail'-connector.

Close section
Close section

Onderhoud

De accu's vervangen

  1. Verwijder de 6 schroeven van de achterkant van de afstandsbediening en verwijder het deksel (Figure 32).

    Note: Laat indien mogelijk de rubberen afdichting en de stalen pakking in de groef zitten als u het deksel en de batterijen verwijdert.

    g035673
  2. Verwijder de lege batterijen en voer ze af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.

  3. Let op de polariteit van de batterijen terwijl u de nieuwe plaatst.

    Note: De controller kan niet werken als de batterijen niet goed geplaatst zijn.

  4. Als u per ongeluk de rubberen afdichting en de stalen pakking hebt verwijderd, moet u ze zorgvuldig terug plaatsen in de groef in de afstandsbediening.

  5. Plaats het deksel en bevestig het met de 6 schroeven die u eerder hebt verwijderd (Figure 32) en draai deze vast met een torsie van 1,5 tot 1,7Nm.

    Note: Draai de schroeven niet te vast aan.

Close section
Close section

Problemen, oorzaak en remedie

ProbleemMogelijke oorzakenRemedie
Het diagnoselampje op de pluggenruimer licht niet op als er een knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt.

Er is radiostoring.

Verbind de afstandsbediening en de basiseenheid. Zie De afstandsbediening en basiseenheid verbinden

Storingscodes controleren

Als het diagnoselampje aangeeft dat er een fout is in het systeem, moet u de storingscodes controleren om te bepalen wat er fout is met de machine. Zie De diagnostische modus inschakelen.

Close section

De diagnostische modus inschakelen

  1. Draai het contactsleuteltje naar de stand LOPEN.

  2. Koppel de kabelboom van de tractie-eenheid los van de pluggenruimer zodat deze laatste niet meer van stroom wordt voorzien.

  3. Verwijder het deksel van het compartiment.

  4. Trek de bevestigde dop van de twee diagnostische parallelaansluitingen af (Figure 33, A).

  5. Sluit de diagnostische parellelaansluitingen op elkaar aan (Figure 33, B).

    g030474
  6. Sluit de kabelboom van de tractie-eenheid aan op de pluggenruimer zodat deze laatste van stroom wordt voorzien.

  7. Tel het aantal keren dat het lampje knippert om de storingscode te bepalen en raadpleeg dan de volgende tabel:

    Note: Als er meerdere storingen zijn, zullen beide storingen in knippersignalen worden aangegeven, gevolgd door een lange pauze. Daarna zullen de knippersequenties worden herhaald.

Close section

De storingscodes ontcijferen

CodeKnipperpatroon ledGedragDetails
Specifieke storingen van de machine
11Een keer knipperen, pauze, een keer knipperen, lange pauze, dan herhalingEr is geen communicatie meer met de basiseenheid.De connector is niet verbonden; zoek de loszittende of afgekoppelde connector van de kabelboom en sluit deze aan.
Er is iets mis met de draden, neem contact op met uw Toro-dealer.
De basiseenheid is niet goed; neem contact op met uw Toro-dealer.
12Een keer knipperen, pauze, twee keer knipperen, pauze, dan herhalingDe versie van de basiseenheid en/of de afstandsbediening is niet compatibel.Foute software (installeer de juiste software van TORODIAG), neem contact op met uw Toro-dealer.
13Een keer knipperen, pauze, drie keer knipperen, lange pauze, dan herhalingSlechte afstandsbediening (niet gemplementeerd op RevA).Verkeerde productassociatie (d.w.z. proberen de software op een MH-400 te updaten met een ProPass afstandsbediening)
Close section

De storingscodes resetten

Nadat het probleem opgelost is, moet u de diagnostische aansluitingen loskoppelen en opnieuw aansluiten. Het diagnoselampje knippert constant n keer per seconde.

Close section

De diagnostische modus verlaten

  1. Draai het contactsleuteltje naar de stand LOPEN.

  2. Koppel de kabelboom van de tractie-eenheid los van de pluggenruimer zodat deze laatste niet meer van stroom wordt voorzien.

  3. Koppel de diagnostische parallelaansluitingen los.

  4. Duw de bevestigde dop op de 2 diagnostische parallelaansluitingen.

  5. Sluit de kabelboom van de pluggenruimer aan op de tractie-eenheid aan zodat de pluggenruimer van stroom wordt voorzien.

  6. Monteer het deksel van het compartiment.

Close section
Close section