Verlichtingsset

1. Rijd de machine op een egaal oppervlak en stel de parkeerrem in werking.

2. Laat het maaidek neer op de grond.

3. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

4. Maak de motorkap los en til ze op. Bevestig ze in deze stand met de steun.

5. Koppel de minkabel (-) los van de accu.

1. Boor de opening zoals wordt getoond in Figure 1.

   

   Figure 1

   Voorzijde van de machine

   1. 29,2 cm
   2. 8,9 cm
   3. Gat (3,2 cm)

2. Boor de openingen zoals wordt getoond in Figure 2.

   

   Figure 2

   Voorzijde van de machine

   1. 40,6cm
   2. 18,6 cm
   3. 25mm
   4. 1cm diameter

3. Boor de openingen voor de claxon zoals wordt getoond in Figure 3.

   

   Figure 3

   1. 1 cm diameter
   2. 6,4cm
   3. 25mm

4. Boor de openingen zoals wordt getoond in Figure 4.

   

   Figure 4

   Vooraanzicht van de voetsteun

   1. 26 cm
   2. 3,2 cm
   3. 11,4 cm

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Maak het zijdeksel van het bedieningspaneel los (Figure 5) en bewaar het.

   

   Figure 5

   1. Zijdeksel van het bedieningspaneel
   2. Vergrendelingen

2. Zoek en verwijder de plug bij de voorkant van het bedieningspaneel onder de sticker (Figure 6).

   

   Figure 6

   1. Bovenkant bedieningspaneel
   2. Lichtschakelaar
   3. Plug

   Note: Richt de lens van de schakelaar van de gevarenverlichting weg van de bestuurder.

3. Plaats de lichtschakelaar zoals wordt getoond in Figure 6.

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Plaats het linker en rechter achterlicht met 4 U-bouten en 4 flensmoeren (") (Figure 7). Voorkom dat u de sticker bedekt.

   

   Figure 7

   1. Rechter achterlicht
   2. U-bout
   3. Linker achterlicht
   4. Flensmoeren (")

2. Monteer de verlichtingsplaat en het middelste achterlicht (Figure 8).

   Note: Mogelijk moet u iemand anders vragen om de verlichtingsplaat vast te houden terwijl u deze bevestigt aan de machine.

   

   Figure 8

   1. Verlichtingsplaat
   2. Middelste achterlicht
   3. Bout (nr. 10x 7/8")
   4. Flensmoer (")
   5. Bout (x")
   6. Flensmoer (nr. 10)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Monteer de koplamphouder aan de voorzijde van de machine met 2 bouten ( x 1") en 2 flensmoeren ("); zie Figure 9.

Figure 9

1. Bout ( x 1")
2. Koplamphouder
3. Flensmoer (")

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Verwijder de schermen van de koplampen (Figure 11).

   Note: De optionele koplampverlengingen zijn enkel bedoeld voor maaidekken van 183 cm en 254 cm (Figure 10).

2. Monteer indien nodig de koplampverlenging met 4 bouten (" x ") en 4 borgmoeren ("); zie Figure 10.

3. Monteer de koplamp op de verlenging of de koplampbeugel; gebruik 4 bouten (" x ") en 4 borgmoeren (") zoals afgebeeld op Figure 10.

   

   Figure 10

   Rechterkant getoond

   1. Borgmoer (")
   2. Koplamp
   3. Bout (x")
   4. Optionele koplampverlengingen enkel voor maaidekken van 183 cm en 254 cm.
   5. Verlichtingskabelboom

4. Maak de elektrische verbindingen voor het voorlicht (Figure 11).

   

   Figure 11

   Rechterkant getoond

   1. Kabelschoen
   2. Bout (" x ")
   3. Koplampscherm
   4. Stekker

5. Plaats de schermen op de koplampen (Figure 11).

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Important: Deze procedure is alleen van toepassing op maaidekken van 254cm.

Maak de grendel van de zwenkwielvork vast zoals afgebeeld in Figure 12.

Figure 12

1. Flensbout ( x 1")
2. Flensmoer (")

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Verwijder de aanwezige linkerhandgreep en bewaar de ringen en bouten.

2. Monteer de nieuwe handgreep met de oude ringen en bouten (Figure 13).

   

   Figure 13

   1. Hendel
   2. Ring (bestaand)
   3. Bout (bestaand)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Plaats de claxon zoals wordt getoond in Figure 14.

Figure 14

1. Slotbout (5/16 x 5/8")
2. Claxon
3. Flensmoer (5/16")

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Note: Sluit de zwarte kabel (minkabel) pas aan wanneer de set volledig is gemonteerd.

1. Draai de tak van de kabelboom met het knipperrelais in de zijplaat, waar de hoofdkabelboom in het paneel gaat (Figure 14).

   

   Figure 15

   1. Schakelaar
   2. 10A zekering
   3. Kabelschoenen
   4. Knipperlichtmodule
   5. Knipperrelais
   6. Rechter achterlicht
   7. Nummerplaatlamp
   8. Linker achterlicht
   9. Sluit de rode pluskabels op de accu aan.
   10. Aansluitingen bedieningshendel
   11. Koplampstekker
   12. Claxonstekker

2. Gebruik de kabelschoenen onder het bedieningspaneel als volgt:

   Note: Gebruik slechts 1 van de kabelschoenen zoals wordt getoond in Figure 15.

   • Als het hulpaggregaat (model 30382) gemonteerd is, moet u de juiste kabelschoen aansluiten op het vrije contact van de hulpaggregaateenheid.

   • Als het hulpaggregaat (model 30382) niet gemonteerd is, moet u de juiste kabelschoen aansluiten die past op de aanwezige roze draad.

3. Gebruik Figure 15 om de kabelboom in de machine te leiden.

4. Gebruik de magneethouders afgebeeld in Figure 16 om de kabelboom te bevestigen.

   

   Figure 16

   1. Magneethouders van kabelboom
   2. Kabelboom

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Breng de stickers "20 km/u" aan zoals afgebeeld op Figure 17.

2. Monteer het plaatje met serienummer zoals afgebeeld in Figure 17.

3. Stempel de datum in de zijkant van het metalen frame op de plaats getoond in Figure 17.

   

   Figure 17

   1. Sticker 20 km/u
   2. 3,8 cm
   3. 6mm
   4. Plaatje met serienummer
   5. Klanten in Duitsland: stempel de vereiste informatie op deze locatie in de zijkant van het frame.
   6. 7,6cm
   7. 12,7 cm

1. Bevestig de negatieve accukabel en de zwarte minkabel op de accu.

2. Vergrendel de motorkap.

3. Test de werking van de set.

• De schakelaar gevarenverlichting activeert de gevarenverlichting en werkt zowel met het contactsleuteltje op AAN als UIT (Figure 18).

  

  Figure 18

  1. Lichtschakelaar

  • Druk op de zijkant van de tuimelschakelaar met het gevarensymbool om de gevarenverlichting te activeren.

  • Druk op de andere kant van de tuimelschakelaar om de gevarenverlichting uit te schakelen.

• De schakelaar van de richtingaanwijzers activeert de richtingaanwijzers wanneer het contactsleuteltje op AAN staat (Figure 19).

  

  Figure 19

  1. Schakelaar koplamp en dimlicht
  2. Schakelaar richtingaanwijzer
  3. Claxonknop

  • Druk op de linkerkant van de schakelaar van de richtingaanwijzers om de linker richtingaanwijzers in te schakelen.

  • Druk de rechterkant van de schakelaar van de richtingaanwijzers naar de middelste stand om de linker richtingaanwijzers uit te schakelen.

  • Druk op de rechterkant van de schakelaar van de richtingaanwijzers om de rechter richtingaanwijzers in te schakelen.

  • Druk de linkerkant van de schakelaar van de richtingaanwijzers naar de middelste stand om de rechter richtingaanwijzers uit te schakelen.

• De schakelaar van de koplampen en dimlichten activeert de koplampen alleen als het contactsleuteltje op aan staat (Figure 19).

  • Duw de schakelaar naar voren om de koplamp aan te zetten.

  • Duw de schakelaar naar achteren om het dimlicht aan te zetten.

• Druk op de claxonknop om te claxonneren.

• Houd de lenzen schoon door ze af te vegen met een vochtige doek. Gebruik geen oplosmiddelenhoudende reinigingsmiddelen.

• Vervang lampen wanneer dat nodig is. Gebruik vervanglampen met de juiste nominale spanning en wattverbruik; kijk voor meer informatie op de oude lampen.