Wegverlichtings- en homologatieset

Model No. 41628-Serial No. and Up

Inleiding

Deze set omvat de verlichtingsonderdelen die nodig zijn om de machine op de openbare weg te gebruiken. Het is een speciaal werktuig voor een gazonspuitvoertuig en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commercile toepassingen.

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Lees deze instructies zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

U kunt op www.Toro.com rechtstreeks contact met Toro opnemen om informatie over producten en accessoires te verkrijgen, een verkoper te vinden of uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. Figuur1 geeft de plaats van het modelnummer en het serienummer van het product aan.

g207494

Figure 1

  1. Plaatje met modelnummer en serienummer

Waarschuwing

CALIFORNIA

Proposition 65 Warning

Close section

Montage

De installatie van de set voorbereiden

Waarschuwing

Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.

  • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.

Waarschuwing

Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.

  • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.

  • Zorg ervoor dat de accuhouder altijd op zijn plaats zit om de accu te beschermen en vast te zetten.

  1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, duw het rempedaal volledig in en stel het parkeerrempedaal in werking; raadpleeg de Gebruikershandleiding.

  2. Draai het sleuteltje naar Uit en verwijder het sleuteltje; raadpleeg de Gebruikershandleiding.

  3. Verwijder het accudeksel en maak de negatieve (zwarte/massa) kabel los van de accupool (Figure 2).

    g207342

    Figure 2

    1. Accudeksel
    2. Band en klem
    3. Pluskabel van de accu
    4. Minkabel van de accu
    5. Pluspool van de accu
    6. Minpool van de accu

  4. Maak de pluskabel (rood) los van de accupool (Figure 2).

Close section

Verwijder het voorste hittescherm en scherm van het onderstel

Verwijder het voorste hittescherm

  1. Stel de parkeerrem in werking, schakel de spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.

  2. Krik de voor- en achterkant van de machine op en zet deze op assteunen; zie de Gebruikershandleiding.

  3. Verwijder de 6 zeskantbouten en 6 ringen waarmee het voorste hittescherm aan het chassis is bevestigd en verwijder het scherm (Figure 3).

    Note: Bewaar de bouten, de ringen en het hittescherm voor montage in Het voorste hittescherm monteren.

    g028168

    Figure 3

    1. Voorste hittescherm
    2. Zeskantbouten en ringen
    3. Voorkant van de machine
Close section

Het scherm van het onderstel verwijderen

g032041

Figure 4

  1. Verwijder de bevestigingsmiddelen waarmee het scherm van het onderstel is bevestigd aan het chassis van de machine (Figure 5):

    • 2016 machines – 7 flenskopbouten (5/16"x") en 7 onderlegringen (5/16")

    • 2017 en later machines – 5 flenskopbouten (5/16"x") en 5 onderlegringen (5/16")

    Note: Bewaar de flenskopbouten en ringen om deze te monteren in stap5 van Het scherm van het onderstel verwijderen.

    g208653

    Figure 5

    2017 machine getoond; 2016 machines zijn vergelijkbaar
    1. Scherm van onderstel
    2. Ringen (5/16")
    3. Flenskopbouten (5/16"x 7/8")
    4. Voorkant van machine

  2. Verwijder de 4 flensborgmoeren (5/16") van de bouten en de slotbouten waarmee de steunbanden van het scherm van het onderstel bevestigd zijn aan de bevestigingsbeugels van de motor van de machine (Figure 6).

    Note: De bouten niet van de machine verwijderen. Bewaar de flensborgmoeren voor montage in stap3 van Het scherm van het onderstel monteren.

    g032043

    Figure 6

    1. Motorbevestiging
    2. Bout – afgebeeld voor de duidelijkheid; niet verwijderen
    3. Scherm van onderstel
    4. Flensborgmoeren (5/16")
    5. Voorkant van machine

  3. Til de steunbanden over de bouten waarmee het scherm van het onderstel bevestigd is aan de bevestigingsbeugels van de motor.

  4. Verwijder het scherm van het onderstel van de machine (Figure 5 en Figure 6).

Close section
Close section

Monteren van de werklamp en de kabelboom

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom1
Doorvoer1
Werklamp-bevestiging2
Steunkanaal1
Flenskopbout (3/8"x 2")4
Afstandsstuk4
Flensborgmoer (")4
Werklamp2

Plaatsen van de doorvoer op de kabelboom

g207897

Figure 7

  1. 71 cm kabelboom-aftakking—
  2. 89 cm kabelboom-aftakking—
  3. 108 cm kabelboom-aftakking—claxonschakelaar, , richtingaanwijzer, noodknipperlicht, CE flasher module en
  4. 99 cm kabelboom-aftakking—
  5. Vooruit
  6. 112 cm kabelboom-aftakking—

  1. Duw de connector met 6 bussen van de van de kabelboom-aftakking van 112 cm door de doorvoer en duw de doorvoer verder naar de kabelboom-aftakking (Figure 9).

    g207895

    Figure 8

    1. Connector met 6 bussen ()
    2. Doorvoer
    3. Connector met 6 bussen ()

  2. Duw de connector met 6 bussen van de van de kabelboom-aftakking van 99 cm door de doorvoer (Figure 8).

  3. Plaats de doorvoer zoals getoond in Figure 9.

    g207891

    Figure 9

Close section

Monteren van de kabelboom op de bevestiging van de werklamp

  1. Monteer de 2 werklamp-bevestigingen op de 112 cm kabelboom-aftakking en de 99 cm kabelboom-aftakking zoals in Figure 10.

    g207890

    Figure 10

    1. Werklamp-bevestiging
    2. 112 cm kabelboom-aftakking—
    3. 99 cm kabelboom-aftakking—

  2. Lijn de gaten in ondersteuningsprofiel, afstandsstuk, en werklamp-bevestiging uit zoals in Figure 11.

    g207904g207896

    Figure 11

    1. Flensborgmoer (3/8")
    2. Werklamp-bevestiging
    3. Afstandsstuk
    4. Steunkanaal
    5. Flenskopbout (3/8"x 2)

  3. Monteer het ondersteuningsprofiel op de werklamp-bevestiging (Figure 11) met de 4 flenskopbouten (3/8"x 2"), 4 afstandsstukken, en 2 flensborgmoeren (3/8").

    Note: Monteer de borgmoer op de flenskopbout aan de buitenkant.

  4. Monteer het ondersteuningsprofiel op de werklamp-bevestiging (Figure 11) met de 4 flenskopbouten (3/8"x 2"), 4 afstandsstukken, en 2 flensborgmoeren (3/8").

    Note: Monteer de borgmoer op de flenskopbout aan de buitenkant.

  5. Trek de flenskopbout en flensborgmoer aan zodat de werklamp-bevestiging, afstandsstuk en ondersteuningsprofiel strak op elkaar aansluiten.

  6. Duw de bevestiging van de kabelboom in het gat aan het uiteinde van de werklamp-bevestiging zoals in Figure 12.

    g208157

    Figure 12

  7. Herhaal stap 2 tot 6 voor de werklamp-bevestiging aan het andere uiteinde van het ondersteuningsprofiel (Figure 11).

Close section

Monteren van de werklampen op de bevestiging

  1. Lijn de linker en rechter werklampen uit met de gele lenzen naar buiten zoals in Figure 13.

    g207936

    Figure 13

    1. Gele lenzen (werklampen)

  2. Monteer een gekartelde dop en kogelkop op het tapeind van een werklamp (Figure 14).

    g207892

    Figure 14

    1. Tapeind (werklamp)
    2. Gekartelde dop
    3. Kogelkop
    4. Borgmoer (10mm)
    5. Flens (werklamp-bevestiging)

  3. Monteer de werklamp in het gat in de flens van de werklamp-bevestiging (Figure 14), met een gekartelde dop, kogelkop en borgmoer (10mm), en draai de lamp handvast.

    Note: Draai de werklamp voldoende vast om een ingestelde positie te handhaven, maar zo dat de gebruiker de stand van de lamp nog kan instellen.

  4. Herhaal stap 2 en 3 voor de werklamp aan het andere uiteinde van de lamp-bevestiging.

  5. Steek de connector met 6 bussen gemerkt en de connector met 6 bussen gemerkt in de connectors met 6 pennen van de werklampen (Figure 15).

    g207894

    Figure 15

    1. Connector met 6 bussen ( of connector met 6 bussen ()
    2. Connector met 6 pennen (werklamp)
Close section

De werklamp op de machine monteren

  1. Monteer de werklamp-bevestiging en het ondersteuningsprofiel op het frame van de bodemplaat met de 2 flensborgmoeren zoals in Figure 14.

    g207893

    Figure 16

    1. Flensborgmoer (3/8")
    2. Frame (bodemplaat)
    3. Steunkanaal
    4. Flenskopbout (3/8"x 2")

  2. Draai de 4 flenskopbouten en 4 flensborgmoeren aan met 37 tot 45Nm.

Close section
Close section

Monteer de kabelboom voor de schakelaars

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Flenskopbout ("x ")1
Knipperlichtmodule (CE)1
Flensborgmoer (")1
Kabelbinder2
Claxonknop1
Contramoer (5/8")1
Kartelmoer (5/8")1
knop1
Wipschakelaar (aan-uit-aan)1
Wipschakelaar (verlicht)1
Richtingaanwijzerschakelaar1
Slangklem1

De kabelboom naar het dashboard leiden

g208167

Figure 17

  1. 108 cm kabelboom-aftakking—claxonschakelaar, , richtingaanwijzer, noodknipperlicht, CE flasher module en
  2. Vooruit

  1. Leid de 108 cm kabelboom-aftakking in de set langs de voorste kabelboom van de machine en door de doorvoer in de bodemplaat (Figure 18).

    g208202

    Figure 18

    1. Voorste kabelboom (machine)
    2. 108 cm kabelboom-aftakking
    3. Doorvoer (bodemplaat)
    4. Voorkant van de machine

  2. Leid de kabelboom-aftakking van de set verder naar boven en dan onder het dashboard van de machine (Figure 19).

    g208203

    Figure 19

    1. Dashboard
    2. Connector met 6 bussen - kabelboom in de set (CE knipperlichtmodule)
    3. Connector met 6 pinnen - kabelboom in de set ()
    4. 108 cm kabelboom-aftakking

  3. Vanuit de opbergruimte: steek een flenskopbout ("x") door het gat in de binnenwand van de opbergruimte (Figure 20).

    g208200

    Figure 20

    1. Gat - binnenwand van de opbergruimte
    2. Flenskopbout (" x ")

  4. Monteer de CE knipperlichtmodule op de flenskopbout met een flensborgmoer ("), en draai deze handvast(Figure 21).

    g208199

    Figure 21

    1. Flensborgmoer (")
    2. Flenskopbout ("x ")
    3. Knipperlichtmodule (CE)
    4. Opbergruimte

  5. Sluit de connector met 6 bussen van de kabelboom in de set aan op de CE knipperlichtmodule (Figure 22).

    g208201

    Figure 22

    1. Knipperlichtmodule (CE)
    2. Connector met 6 bussen - kabelboom in de set (CE knipperlichtmodule)
    3. Connector met 6 pennen - voorste kabelboom van de machine (verlichtingsset interface)
    4. Connector met 6 pennen - kabelboom in de set ()

  6. Steek de connector met 6 pennen van de machine-kabelboom in de connector met 6 pennen van de kabelboom in de set, gemerkt (Figure 22).

  7. Bevestig de 108 cm aftakking van de kabelboom in de set aan de voorste kabelboom van de machine met 2 kabelbinders zoals in Figure 23.

g208204

Figure 23

  1. Kabelbinder
Close section

De claxonschakelaar monteren

  1. Verwijder de ronde uitbreekpoort in het dashboard zoals in Figure 24.

    g208262

    Figure 24

  2. Pak de 3 connectors aan het uiteinde van 108 cm aftakking van de kabelboom in de set (Figure 25).

    g208263

    Figure 25

    1. Aansluiting ()
    2. Connector met 8 bussen (noodknipperlicht-schakelaar—schakelaarconnector)
    3. Connector met 8 bussen (richtingaanwijzer—kabelboomconnector)
    4. Connector met 2 bussen (claxonschakelaar)
    5. Claxonschakelaar
    6. Contramoer (5/8")

  3. Draai de contramoer (5/8") op de schroefdraad van de claxonschakelaar (Figure 25).

  4. Sluit de 2 kabelschoenen van de claxonschakelaar aan op de connector met 2 bussen van de 108 cm aftakking van de kabelboom in de set (Figure 25).

  5. Onder het dashboard: steek het huis van de claxonschakelaar door het gat (Figure 26) in het dashboard dat u in stap 1 heeft gemaakt.

    g208261

    Figure 26

    1. Claxonknop
    2. Opening (dashboardpaneel)

  6. Monteer de claxonschakelaar op het dashboard met de kartelmoer (5/8"), en draai de moer met de hand vast (Figure 27).

    g208260

    Figure 27

    1. Claxonschakelaar
    2. Kartelmoer (5/8")
    3. Knop

  7. Draai de knop op de schroefdraad van de claxonschakelaar (Figure 27).

Close section

De lichtschakelaar vervangen

  1. Verwijder de lichtschakelaar uit het dashboard (Figure 28).

    g208264

    Figure 28

    1. Connector met 8 bussen ()
    2. Lichtschakelaar

  2. Neem de connector met 8 bussen gemerkt van de koplampschakelaar (Figure 28).

    Note: Gooi de koplamp-schakelaar weg.

  3. Lijn de connector aan het uiteinde van de 108 cm aftakking van de kabelboom in de set gemerkt uit met de connector met 8 bussen van de koplamp-schakelaar (Figure 29).

    g208275

    Figure 29

    1. Aansluiting ()

  4. Steek de aansluiting in bus 1 van de connector met 8 bussen van de koplamp-schakelaar zoals in Figure 30.

    g208276

    Figure 30

    1. Aansluiting ()
    2. Connector met 8 bussen ()

  5. Steek de tuimelschakelaar uit de set in de connector met 8 bussen voor de koplamp-schakelaar (Figure 31).

    g208277

    Figure 31

    1. Connector met 8 bussen ()
    2. Wipschakelaar (aan-uit-aan)

  6. Duw de schakelaar in de opening in het dashboard totdat deze vastklikt (Figure 31).

Close section

De knipperlichtschakelaar monteren

  1. Verwijder de vierkante uitbreekpoort in het dashboard zoals in Figure 32.

    g208339

    Figure 32

  2. Steek de connector met 8 bussen van de noodknipperlicht-schakelaar door de opening in het dashboard (Figure 33) die u in stap 1 heeft gemaakt.

    g208338

    Figure 33

    1. Connector met 8 bussen (noodknipperlicht-schakelaar—schakelaarconnector)
    2. Wipschakelaar (verlicht - aan-uit-aan)

  3. Steek de tuimelschakelaar in de connector met 8 bussen voor de noodknipperlicht-schakelaar (Figure 33).

  4. Duw de schakelaar in de opening in het dashboard totdat deze vastklikt (Figure 33).

Close section

De schakelaar van de richtingaanwijzers monteren

  1. Monteer de richtingaanwijzer-schakelaar op het stuurventiel met de slangklem zoals in Figure 34 een draai de slangklem met de hand vast.

    g208383

    Figure 34

    1. Richtingaanwijzerschakelaar
    2. Stuurventiel
    3. Slangklem

  2. Steek de connector met 8 bussen van de 108 cm aftakking van de kabelboom in de set voor de richtingaanwijzer in de connector met 8 pennen van de kabelboom van de richtingaanwijzer-schakelaar (Figure 35).

    g208384

    Figure 35

    1. Connector met 8 bussen (108 cm aftakking van de kabelboom in de set—richtingaanwijzer
    2. Connector met 8 pennen (kabelboom—richting-aanwijzerschakelaar)
Close section
Close section

De claxon monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Claxon1
Flenskopbout (3/8" x 1")1
Flensborgmoer (")1

  1. Lijn het gat in de beugel van de claxon uit met het gat van 10 mm in de hoeklijn van de vloerplaat, naast de hydraulische slangen van het stuursysteem (Figure 36).

    g207491g207490

    Figure 36

    1. Flenskopbout (3/8" x 1")
    2. Flensborgmoer (3/8")
    3. Gat van 10 mm in de hoeklijn van de vloerplaat
    4. Claxon

  2. Monteer de beugel van de claxon op de hoeklijn van de vloerplaat (Figure 36) met een flenskopbout (3/8" x 1") en flensborgmoer (3/8 inch).

  3. Haal de bout en moer aan met 37 tot 45Nm.

Close section

Monteren van de kabelboom op het chassis

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelbinder5

Monteren van de kabelboom onder de bodemplaat

g208166

Figure 37

  1. 71 cm kabelboom-aftakking—
  2. 89 cm kabelboom-aftakking—
  3. 452 cm kabelboom
  4. Vooruit

  1. Leid de kabelboom-aftakkingen van 71 en 89 cm en de kabelboom van 452 cm door de R-klem van de stuurslangen onder de bodemplaat en voor de vooras (Figure 38).

    g208159

    Figure 38

    1. Achterste kabelboom (machine)
    2. Kabelschoenen
    3. R-klem (voor de vooras)
    4. Kabelboom (set)
    5. Voorkant van de machine

  2. Sluit de 2 aansluitingen van de kabelboom gemerkt aan op de 2 kabelschoenen van de claxon (Figure 39).

    g208158

    Figure 39

    1. Kabelschoenen
    2. Aansluitingen (kabelboom—)
    3. Claxon

  3. Leid de kabelboom-aftakkingen en kabelboom door de R-klep onder de bodemplaat en achter de vooras (Figure 40).

    g208160

    Figure 40

    1. Achterste kabelboom (machine)
    2. R-klem (achter de vooras)
    3. Kabelboom (set)
    4. Voorkant van de machine
Close section

Monteren van de kabelboom op het frame

  1. Leid de kabelboom en -aftakkingen naar boven en langs de achterste kabelboom van de machine en tussen het frame van de machine en de motor (Figure 41).

    g208161

    Figure 41

    1. Kabelboom (set)
    2. R-klem (achter de vooras)
    3. Kabelbinder
    4. Voorkant van machine

  2. Bevestig de kabelboom van de set aan de achterste kabelboom van de machine met een kabelbinder zoals in Figure 41.

  3. Leid de kabelboom en -aftakkingen verder naar achter, langs de achterste kabelboom van de machine zoals in Figure 42.

    g208162

    Figure 42

    1. Voorkant van de machine
    2. Kabelbinders
    3. Hydraulische pomp
    4. Kabelboom (set)
    5. Hydraulische motor (rechts)

  4. Bevestig de kabelboom van de set aan de achterste kabelboom van de machine met twee kabelbinders zoals in Figure 42.

Close section

Monteren van de kabelboom op de middelste spuitboom

  1. Leid kabelboom en -aftakkingen naar boven bij de middelste spuitboom zoals in Figure 43 en Figure 44.

    g208163

    Figure 43

    1. Kabelboom (set)
    2. Achterste kabelboom (machine)
    3. Hydraulisch filter
    4. Voorkant van machine
    g208165

    Figure 44

    1. Kabelbinder
    2. Achterste kabelboom (machine)
    3. Kabelboom (set)
    4. Hydraulisch filter

  2. Bevestig de kabelboom van de set aan de achterste kabelboom van de machine met een kabelbinder zoals in Figure 44.

  3. Leid de kabelboom in de set naar de middelste spuitboom (Figure 45):

    • De kabelboom langs de kabels naar het ventielenblok van de hefcilinder.

    • De 89 cm kabelboom-aftakking (met de elektrische connector gemerkt ) naar het linkereinde van de middelste spuitboom.

    • De 71 cm kabelboom-aftakking (met de elektrische connector gemerkt ) naar het rechtereinde van de middelste spuitboom.

    g208164

    Figure 45

    1. 89 cm kabelboom-aftakking ()
    2. Kabelboom
    3. 71 cm kabelboom-aftakking )
    4. Voorkant van de machine
Close section
Close section

De snelheidsplaten en nummerplaatdragers monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Snelheidssticker3
Snelheidsplaat1
Flenskopbouten (5/16"x ")2
Flensborgmoeren (5/16")2

Aanbrengen van de snelheidssticker op de sproeitank

g207686

Figure 46

  1. Plaats aan de linkerkant van de tank een stuk afplakband met een lengte van 56 cm langs de onderkant van de Toro Multi Pro 5800 sticker en naar achteren, zoals in Figure 47.

    g207684

    Figure 47

    Linkerkant van de tank
    1. Toro Multi Pro 5800 sticker
    2. Tussenruimte 11 cm
    3. Snelheidssticker
    4. Afplakband, 56 cm

  2. Meet 11 cm naar rechts van de Toro Multi Pro 5800 sticker en markeer de tank met een potloodstreep Figure 47.

  3. Verwijder het rugpapier van een snelheidssticker en lijn de sticker uit met de potloodstreep van stap 1 en de bovenkant van het afplakband (Figure 47).

  4. Plaats de sticker op de tank en verwijder het afplakband (Figure 47).

  5. Plaats aan de rechterkant van de tank een stuk afplakband met een lengte van 48 cm langs de bovenkant van de Toro Multi Pro 5800 sticker en naar voren, zoals in Figure 48.

    g207685

    Figure 48

    Rechterkant van de tank
    1. Tussenruimte 21mm
    2. Afplakband, 48 cm
    3. Tussenruimte 28 mm
    4. Snelheidssticker
    5. Toro Multi Pro 5800 sticker

  6. Meet 28mm van de onderkant van het afplakband en markeer de tank met een potloodstreep (Figure 48).

  7. Meet 21 mm vanaf de linkerkant van de Toro Multi Pro 5800 sticker en markeer de tank met een potloodstreep (Figure 48).

  8. Verwijder het rugpapier van een snelheidssticker en lijn de sticker uit met de potloodstrepen (Figure 48) uit stappen 6 en 7.

  9. Plaats de sticker op de tank en verwijder het afplakband (Figure 48).

Close section

Monteren van de snelheidsplaat op de middelste spuitboom

  1. Verwijder het rugpapier van een snelheidsplaat (Figure 49).

    g209224

    Figure 49

  2. Lijn de sticker met de snelheidsplaat uit zoals in Figure 49.

  3. Druk de sticker aan, werk van boven naar beneden en verwijder de luchtbellen bij het aanbrengen van de sticker.

  4. Verwijder de 2 flenskopbouten (5/16"x 1") en 2 flensborgmoeren (5/16") waarmee beugel van het ventielenblok van de hefcilinder is gemonteerd op de cilindervoet (Figure 51).

    Note: Gooi de bouten en moeren weg.

    g207640

    Figure 50

    1. Flensborgmoeren (5/16")
    2. Cilindervoet
    3. Beugel (verdeelstuk van de hefcilinder)
    4. Flenskopbout (5/16"x1")

  5. Lijn de gaten in de beugel van de snelheidsplaat, beugel van het ventielenblok van de hefcilinder, en de cilindervoet uit (Figure 51).

    g207639

    Figure 51

    1. Flensborgmoeren (5/16")
    2. Cilindervoet
    3. Beugel (verdeelstuk van de hefcilinder)
    4. Beugel (snelheidsplaat)
    5. Flenskopbout (5/16" x 1")

  6. Monteer de beugel van de snelheidsplaat op de beugel van het ventielenblok van de hefcilinder en de cilindervoet (Figure 51) met 2 flenskopbouten (5/16"x 1") en 2 flensborgmoeren (5/16")).

  7. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542Ncm.

Close section

De nummerplaatdragers monteren

  1. Monteer de nummerplaatdrager op de bevestigingsbeugel met de 2 flenskopbouten (5/16" x ") en 2 flensborgmoeren (5/16") zoals in Figure 52.

    g207637

    Figure 52

    1. Flensborgmoeren (5/16")
    2. Bevestigingsbeugel
    3. Nummerplaatdrager
    4. Flenskopbouten (5/16" x ")

  2. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542Ncm.

  3. Lijn de gaten in de bevestigingsbeugel uit met de gaten het frame van middelste spuitboom (Figure 53).

    g207638

    Figure 53

    1. Flenskopbout (5/16" x ")
    2. Bevestigingsbeugel
    3. Frame (middelste spuitboom)
    4. Flensborgmoer (5/16")

  4. Monteer de bevestigingsbeugel op de middelste spuitboom (Figure 53) met 2 flenskopbouten (5/16" x ") en 2 flensborgmoeren (5/16").

  5. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542Ncm.

Close section
Close section

De nummerplaatverlichting monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Nummerplaatverlichting1
Schroef (nr.10 x 5/8")1
Borgmoer (nr. 10)2

  1. Steek de stekkers met het label LICENSE LIGHT in de twee contrastekkers van de nummerplaatverlichting (Figure 54).

    g037014

    Figure 54

    1. Nummerplaatverlichting
    2. Contrastekker
    3. Stekker (met het label LICENSE LIGHT)

  2. Lijn de lens (voor het licht naar beneden) en de openingen in de verlichting uit met de gaten in de nummerplaatdrager (Figure 55).

    g037015

    Figure 55

    1. Nummerplaatverlichting
    2. Borgmoer (nr. 10)
    3. Schroef (nr.10 x 5/8")
    4. Nummerplaatdrager

  3. Monteer de verlichting op de beugel (Figure 55) met de 2 schroeven (#10 x 5/8") en 2 borgmoeren (#10).

    Note: Zorg ervoor dat de kabels niet worden afgeklemd tussen de verlichting en de nummerplaatdrager.

Close section

Monteren van de achterlichten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Achterlicht-beugel1
Flenskopbout (5/16" x 1")4
Flensborgmoer (5/16")4
Achterlicht2
Kabelbinder3

Monteren van de achterlicht-beugels

  1. Lijn de gaten in achterlicht-beugel met de 2 gaten van 8 mm in het frame van de middelste spuitboom (Figure 56).

    g207457

    Figure 56

    1. Flenskopbout (5/16"x 1")
    2. Flensborgmoer (5/16")
    3. Gat in frame (middelste spuitboom)
    4. Achterlicht-beugel (rechterbeugel getoond)

  2. Monteer de achterlicht-beugel op het frame (Figure 56) met 2 flenskopbouten (5/16" x 1") en 2 flensborgmoeren (5/16").

  3. Haal de flenskopbouten en flensborgmoeren aan met 1978 tot 2542Ncm.

  4. Herhaal stap 1 tot 3 voor de achterlicht-beugel aan het andere uiteinde van de middelste spuitboom.

Close section

Monteren van de achterlichten

  1. Verwijder de 2 moeren (5 mm) van elk achterlicht (Figure 57).

    Note: Verwijder de contramoeren niet.

    g207346

    Figure 57

    1. Achterlicht
    2. Contramoer (5 mm)
    3. Schroef (5x 16mm)
    4. Moer (5mm)

  2. Monteer het achterlicht op de achterlicht-beugel (Figure 58) met 2 borgringen en 2 moeren (5 mm).

    Note: Het gele deel van de lens moet naar buiten wijzen.

    g207345

    Figure 58

    1. Gele deel van de lens
    2. Naar buiten
    3. Moer (5mm)
    4. Borgring (5 mm)
    5. Achterlicht-beugel (rechterbeugel getoond)
    6. Schroef (5x 16mm achterlicht)

  3. Draai de moeren aan met 972 tot 1198Ncm.

  4. Sluit de connectors van de richtingaanwijzers (Figure 59) aan:

    • Sluit de connector met 4 bussen van de kabelboom in de set, gemerkt aan op de connector met 4 pennen van de kabel van het rechter achterlicht.

    • Sluit de connector met 4 bussen van de kabelboom in de set, gemerkt aan op de connector met 4 pennen van de kabel van het linker achterlicht.

    g024730

    Figure 59

    1. Achterlicht
    2. Connector met 4 bussen (kabelboom achterlichten)
    3. Connector met 4 pennen (kabelboom van de kit)

  5. Herhaal stap 1 tot 3 voor het achterlicht aan het andere uiteinde van de middelste spuitboom.

  6. Zet de kabelboom en kabelboom-aftakkingen van 89 cm en 71 cm vast met 3 kabelbinders zoals in Figure 60.

    g208462

    Figure 60

    1. Kabelbinders
Close section
Close section

Het serienummerplaatje monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Serienummerplaatje1
Popnagel4
g207793

Figure 61

  1. Plaats de linkerkant van het serienummerplaatje 150 mm van de linkerhoek van het profiel van de bodemplaat, zoals in Figure 62.

    g207760

    Figure 62

    1. Linkerhoek van het profiel van de bodemplaat tot de linkerkant van het serienummerplaatje 150 mm
    2. Bovenkant van de bodemplaat tot de bovenkant van het serienummerplaatje 10 mm
    3. Profiel van de bodemplaat
    4. Serienummerplaatje

  2. Plaats de linkerkant van het serienummerplaatje 150 mm van de linkerhoek van het profiel van de bodemplaat, zoals in Figure 62.

  3. Markeer de gaten in serienummerplaatje met potlood op het profiel van de bodemplaat (Figure 62).

  4. Sla met een centerpons op de markeringen die u in stap 3 heeft gemaakt.

  5. Boor 4 gaten van 3 mm op de gemarkeerde posities (Figure 62).

  6. Monteer het serienummerplaatje op het profiel van de bodemplaat met 4 popnagels (Figure 63).

    g207762

    Figure 63

    1. Profiel van de bodemplaat
    2. Popnagel
    3. Serienummerplaatje
Close section

Het scherm van het onderstel en het voorste hittescherm monteren

Het scherm van het onderstel monteren

g032041

Figure 64

  1. Lijn het scherm van het onderstel uit met het onderste chassis van de machine (Figure 65).

    g032043

    Figure 65

    1. Motorbevestiging
    2. Bout – getoond voor de duidelijkheid
    3. Scherm van onderstel
    4. Flensborgmoeren (5/16")
    5. Voorkant van machine

  2. Schuif de voorste montageflenzen van het scherm van het onderstel over de bouten en slotbouten in de bevestigingsbeugels van de motor van de machine (Figure 65).

  3. Monteer het scherm van het onderstel op de bevestigingsbeugels en -bouten van de motor (Figure 65); gebruik de 4 flensborgmoeren (5/16") die u verwijderd hebt in stap 2 van Het scherm van het onderstel verwijderen.

  4. Lijn de gaten in het achterste gedeelte van het scherm van het onderstel uit met de gaten in het chassis (Figure 66).

    g208653

    Figure 66

    2017 machine getoond; 2016 machines zijn vergelijkbaar
    1. Scherm van onderstel
    2. Ringen (5/16inch)
    3. Flenskopbouten (5/16"x 7/8")
    4. Voorkant van machine

  5. Monteer het achterste deel van het scherm van het onderstel op het chassis (Figure 66) met de bevestigingsmiddelen die u heeft verwijderd in stap1 van Het scherm van het onderstel verwijderen, als volgt:

    • 2016 machines – 7 flenskopbouten (5/16"x") en 7 onderlegringen (5/16")

    • 2017 en later machines – 5 flenskopbouten (5/16"x") en 5 onderlegringen (5/16")

  6. Draai de moeren en bouten vast met 1129 tot 1542Ncm.

Close section

Het voorste hittescherm monteren

  1. Lijn de achterste flens van het voorste hittescherm uit over de voorste flens van het achterste hittescherm (Figure 67).

    g028177

    Figure 67

    1. Voorkant van machine
    2. Zeskantbouten en ringen
    3. Achterste flens (voorste hittescherm)
    4. Voorste flens (achterste hittescherm)

  2. Lijn de gaten in het voorste hittescherm uit met de schroefdraadgaten in het chassis (Figure 67).

  3. Monteer het voorste hittescherm op de machine; gebruik hierbij de 6 zeskantbouten en 6 ringen (Figure 67) die u verwijderd hebt in stap3 van Verwijder het voorste hittescherm .

  4. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542 Ncm.

  5. Verwijder de assteunen en breng de machine omlaag.

Close section
Close section

De accu aansluiten

Waarschuwing

Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.

Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.

  • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.

  • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.

Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.

  • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.

  • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.

  • Zorg ervoor dat de accuhouder altijd op zijn plaats zit om de accu te beschermen en vast te zetten.

  1. Sluit de pluskabel aan op de pluspool van de accu (Figure 68).

    g207211

    Figure 68

    1. Accudeksel
    2. Pluskabel van de accu
    3. Pluspool van de accu
    4. Minpool van de accu
    5. Minkabel van de accu

  2. Sluit de minkabel aan op de minpool van de accu (Figure 68).

  3. Lijn het accudeksel uit met de accubak en bevestig het deksel met de band (Figure 68).

Close section
Close section

Gebruiksaanwijzing

De richtingaanwijzers gebruiken

g208463

Figure 69

  1. Bocht naar rechts
  2. Bocht naar links
  3. Richtingaanwijzerschakelaar

  • Duw de hendel van de richtingaanwijzer-schakelaar naar boven om een bocht naar rechts aan te geven.

  • Duw de hendel van de richtingaanwijzer-schakelaar naar beneden om een bocht naar links aan te geven.

  • Zet de hendel in de middenstand om de richtingaanwijzers uit te schakelen.

Close section

Gebruik van de werklampen en koplampen

g208460

Figure 70

  1. KOPLAMPEN AAN (schuine uiteinde van de schakelaar)
  2. UITGESCHAKELD
  3. WERKLICHTEN AAN (afgeronde uiteinde van de schakelaar)
  4. Lichtschakelaar

  • Zet de lichtschakelaar naar voren (naar het korte deel van de schakelaar) om de werklampen AAN te zetten (Figure 70).

  • Zet de lichtschakelaar in de middenstand om de werklampen UIT te zetten (Figure 70).

  • Zet de lichtschakelaar naar achteren (naar het schuine deel van de schakelaar) om de werklampen AAN te zetten (Figure 70).

Close section

De claxon gebruiken

Druk op de knop om te claxonneren (Figure 71).

g208459

Figure 71

  1. Claxonknop
Close section

Het gevarenknipperlicht bedienen

Beweeg de schakelaar van het gevarenknipperlicht naar de AAN stand (Figure 72).

g208456

Figure 72

  1. Gevarenknipperlicht
Close section
Close section

Onderhoud

Lampen vervangen

Vervangen van de lamp in een werklamp

  1. Zorg ervoor dat de lichtschakelaar op UIT staat.

  2. Verwijder de 6 schroeven waarmee de werklamp bevestigd is (Figure 73).

    g209233

    Figure 73

    1. Schroeven
    2. Deksel van de werklamp

  3. Verwijder het deksel van de werklamp (Figure 73).

  4. Verwijder de doorgebrande lamp.

    g208458

    Figure 74

    1. Lamp (21 W)
    2. Lamp (4 W)
    3. Halogeenlamp

  5. Monteer de nieuwe lamp.

  6. Bevestig het deksel van de werklamp met de 6 schroeven.

Close section

De lamp van een achterlicht vervangen

  1. Zorg ervoor dat de lichtschakelaar op UIT staat.

  2. Verwijder de 2 schroeven waarmee het deksel en de lens zijn gemonteerd op de voet.

  3. Verwijder het deksel van het achterlicht.

  4. Druk de pen van de lamp naar beneden en draai de lamp naar links om deze eruit te trekken (Figure 75).

    g024763

    Figure 75

    1. Pen
    2. Lamp

  5. Plaats de nieuwe lamp in de lamphouder waaruit u de oude lamp heeft verwijderd.

  6. Draai de nieuwe lamp naar rechts tot de pen van de lamp zich op n lijn bevindt met de opening in de behuizing van de lamp (Figure 75).

  7. Monteer het deksel van het achterlicht met de 2 schroeven.

Close section

Een lamp van de nummerplaatverlichting vervangen

  1. Verwijder de 2 schroeven waarmee het deksel van de nummerplaatverlichting is gemonteerd op de voet, en verwijder het deksel. (A in Figure 76).

    g037017

    Figure 76

    1. Schroef
    2. Deksel
    3. Voet
    4. Lens
    5. Lamp
    6. Lamphouder

  2. Druk de lamp voorzichtig naar beneden, draai deze naar links tot deze uit de lamphouder loskomt en verwijder de lamp (B in Figure 76).

  3. Plaats de nieuwe lamp in de lamphouder (B in Figure 76).

  4. Druk de lamp voorzichtig naar beneden, draai deze naar rechts tot deze in de lamphouder vastklikt (B in Figure 76).

  5. Lijn het deksel uit met de voet van de nummerplaatverlichting, met de lens naar beneden (A in Figure 76).

  6. Bevestig de lens op de voet met de 2 schroeven die u verwijderd hebt in stap 1.

Close section
Close section

Zekeringen vervangen

Vervangen van de zekering van het achterlicht

g208461

Figure 77

Note: Uw machine heeft afzonderlijke zekeringen voor het linker- en rechterachterlicht.

  1. Verwijder het deksel van de zekeringhouder (Figure 78).

    g037018

    Figure 78

    1. Deksel
    2. Zekering
    3. Zekeringhouder

  2. Verwijder de doorgebrande zekering (Figure 78).

  3. Duw de nieuwe zekering in de houder tot deze op zijn plaats zit (Figure 78).

    Note: Gebruik altijd een zekering met dezelfde capaciteit als de oorspronkelijke zekering.

  4. Plaats het deksel op de zekeringhouder (Figure 78).

Close section

Een zekering in de hoofdzekeringhouder vervangen

Het elektrische systeem is beveiligd met zekeringen en vereist geen onderhoud. Als er een zekering is doorgebrand, moet u het onderdeel of circuit controleren op defecten of kortsluiting.

  1. Verwijder de doorgebrande zekering.

  2. Vervang de doorgebrande zekering door een nieuwe zekering (Figure 79).

    Note: Zorg ervoor dat u een zekering van de juiste capaciteit monteert.

    g208457

    Figure 79

    1. Zekering
    2. Zekeringsleuf
Close section
Close section
Close section