Inleiding

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over productveiligheid en accessoires, voor instructiematerialen aangaande de bediening, om een dealer te vinden of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figure 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g016942

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figure 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Waarschuwing

CALIFORNIA

Proposition 65 Warning

Close section

Veiligheid

Risicobeheersing en ongevallenpreventie zijn afhankelijk van de oplettendheid, zorgvuldigheid en een goede instructie van het personeel dat is belast met het gebruik, onderhoud en opslag van de machine. Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Om het risico van lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet u zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden.

  • Zorg ervoor dat u alle instructies in de gebruikershandleidingen van de tractie-eenheid en het maaidek hebt gelezen en begrijpt en volg deze instructies op voordat u het maaidek gebruikt.

  • Houd kinderen uit de buurt van het werkgebied. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Gebruik de maaidekken nooit als u vermoeid, ziek of onder de invloed van alcohol of drugs bent.

  • Gebruik de machine niet als er afschermingen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet werken.

  • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen juwelen.

  • Verwijder alle voorwerpen die door de maaimessen kunnen worden weggeslingerd. Houd omstanders uit het trimgebied.

  • Als de maaimessen op een vast voorwerp stoten of als de unit abnormaal trilt moet u stoppen en de motor uitschakelen. Controleer of het maaidek niet beschadigd is. Herstel eventuele schade vr u het maaidek start.

  • Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig kan worden gebruikt.

  • Haal het sleuteltje uit het contact om te voorkomen dat de motor per ongeluk start als u onderhouds- of afstelwerkzaamheden aan de machine verricht of de machine stalt.

  • Indien grote reparaties nodig zijn of ondersteuning vereist is moet u contact opnemen met een erkende Toro-dealer.

  • Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal104-7729
decal120-9570
decal131-1820
Close section
Close section

Montage

De voorrol monteren

Het maaidek wordt geleverd zonder voorrol. Bevestig de rol met behulp van de losse onderdelen die meegeleverd zijn met het maaidek en volg de montage-instructies die met de rol zijn meegeleverd.

Close section

De steun van het maaidek gebruiken

Als u het maaidek moet kantelen om bij het ondermes/messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figure 3).

g016943
Close section

Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen

Note: Voer deze stappen uit na het slepen, wetten of demonteren van de messenkooi. Dit is geen dagelijkse afstelprocedure.

Note: Bij eFlex maaidekken heeft het contact tussen messenkooi en ondermes een aanzienlijke invloed op het energieverbruik. Een heel licht contact is aanbevolen voor optimale maaiprestaties en minimaal accuverbruik.

  1. Plaats de maaieenheid op een vlak, horizontaal oppervlak.

  2. Kantel de maai-eenheid zodat u bij het ondermes en de messenkooi kunt.

    Note: Zorg ervoor dat de moeren of het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figure 3).

  3. Draai de messenkooi zodanig dat 1 van de messen de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop van het ondermes aan de rechterkant van de maaieenheid.

  4. Breng een markering aan waar het mes de rand van het ondermes kruist.

    Note: Dit maakt latere afstellingen eenvoudiger.

  5. Steek een afstandsring (0,05 mm) tussen het mes en de rand van het ondermes op de plaats waar u de markering hebt aangebracht in stap 4.

  6. Draai aan de rechter afstelschroef van de snijbalk (Figure 4) tot u een lichte druk voelt als u de afstandsring heen en weer schuift. Verwijder de afstandsring.

    g014595
  7. Voor de linkerzijde van het maaidek draait u de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop.

  8. Herhaal stap4 tot 6 voor de linkerkant van het maaidek en de linkerstelschroef van de snijbalk.

  9. Herhaal stappen 5 en 6 tot er lichte druk is op de contactpunten aan de linker- en rechterkant van het maaidek.

  10. Om een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi te verkrijgen, dient u elke stelschroef van de snijbalk 3 klikstanden rechtsom te draaien.

    Note: Elke klikstand van de stelschroef van de snijbalk beweegt het ondermes 0,018mm. Draai de stelschroeven niet te vast aan.Draai de stelschroef rechtsom om de rand van het ondermes dichter bij de messenkooi te brengen. Draai de stelschroef linksom om de afstand van de rand van het ondermes tot de messenkooi te vergroten.

  11. Test de maaiprestaties door een lange strook maaitestpapier tussen het ondermes en de messenkooi te steken, loodrecht op de messenkooi en het ondermes (Figure 5). Draai de messenkooi traag naar voren om het papier te snijden.

    g014411
Close section

Achterrol afstellen

Afhankelijk van het gewenste bereik van de maaihoogte dient u de beugels van de achterrol (Figure 6 of Figure 7) in de hoge of lage stand in te stellen:

  • Plaats het afstandsstuk boven de montageflens van de zijplaat (fabrieksinstelling) bij maaihoogte-instellingen van 1,5mm tot 6mm zoals getoond in Figure 6.

    g014404
  • Plaats het afstandsstuk onder de montageflens van de zijplaat bij maaihoogte-instellingen van 3mm tot 25mm zoals getoond in Figure 7.

    g014405
  1. Hef de achterkant van het maaidek op en plaats een blok onder het ondermes.

  2. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de montageflens van beide snijplaten.

  3. Verwijder de rol en de schroeven uit de montageflenzen van de zijplaat en de afstandsstukken.

  4. Plaats de afstandsstukken op de schroeven zoals gewenst, onder of boven de rolbeugels (Figure 6 of Figure 7).

  5. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken vast aan de onderkant van de montageflenzen met de schroeven die u eerder hebt verwijderd.

  6. Controleer of het contact tussen ondermes en messenkooi correct is. Kantel de machine zodat u bij de voor- en achterrol en het ondermes kunt komen.

    Note: De stand van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de geassembleerde onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig. U kunt de stand enigszins bijstellen door het maaidek op een vlakke plaats te plaatsen en de montagebouten van de zijplaat los te draaien (Figure 8). Stel de bouten in en draai deze vast als u klaar bent.

    g016944

    Important: Als het maaidek moet worden gekanteld om bij het ondermes/messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figure 3).

Close section

De maaihoogte instellen

Note: Dit maaidek is standaard uitgerust met het Edgemax Micro-cut ondermes en standaard snijbalk. De effectieve maaihoogte hangt af van de maaierconfiguratie en toestand van het gras (o.a. type rol, afstand tussen het ondermes en het centrum, harde of zachte greens, seizoen). Stel de aanvankelijk de maaihoogte 0,25 tot 0,38 mm hoger in dan de vorige instelling, optimaliseer de instelling dan naargelang de omstandigheden.

Note: Voor maaihoogten van meer dan 13mm moet de set voor een hoge maaistand worden gemonteerd.

Note: Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk ondermes het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.

Aanbevolen ondermes/maaihoogtetabel
OndermesOnderdeelnummerMaaihoogte
Edgemax Micro-cut (standaard)115-1880 (2100)117-1530 (1800)1,5–4,7mm
Edgemax Tournament (optioneel)115-1881 (2100)117-1532 (1800)3,1–12,7mm
Micro-cut (optioneel)93-4262 (2100)98-7261 (1800)1,5–4,7mm
Tournament (optioneel)93-4263 (2100)98-7260 (1800)3,1–12,7mm
Extended Micro-cut (optioneel)108-4303 (2100)110-2300 (1800)1,5–4,7mm
Extended Tournament (optioneel)108-4302 (2100)3,1–12,7mm
Low-cut (optioneel)93-4264 (2100)110-2301 (1800)4,7–25,4mm
  1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van het maaidek (Figure 9).

    g014407
  2. Draai de moer op de hoogtelat los en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte (Figure 10).

    Note: De afstand tussen de onderkant van de schroefkop en de lat is de maaihoogte.

    g000489
  3. Plaats de schroefkop op de snijrand van het ondermes en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten (Figure 11).

    g016945
  4. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorkant van de hoogtelat.

  5. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

    Important: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

  6. Draai de moeren aan om de instelling te borgen en de speling van de onderlegring op te heffen.

Close section

Stopbalk instellen

Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het maaisel goed wordt afgevoerd van de messenkooi.

  1. Draai de schroeven los waarmee de bovenbalk (Figure 12) is gemonteerd aan het maaidek.

    g014643
  2. Steek een voelermaat van 1,5mm tussen de bovenzijde van de messenkooi en de balk en draai de schroeven vast.

    Important: Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is.

    Note: U kunt de balk instellen als de toestand van het gras verandert. De afstand tussen de balk en de messenkooi moet worden verkleind als het gras uitzonderlijk droog is. Als het gras nat is, moet de afstand tussen de balk en de messenkooi echter vergroot worden. De balk moet evenwijdig aan de messenkooi staan om de beste prestaties te verkrijgen, en moet bijgesteld worden als u de messenkooi slijpt met een messenkooislijper.

Close section

Het maaidek klaarmaken voor gebruik op een eFlex machine

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Montageplaat1
Gewichtstang (bij uw tractie-eenheid geleverd)1
Flenskopbout (bij uw tractie-eenheid geleverd)1

De montageplaat monteren

  • Als u het maaidek gaat gebruiken op een eFlex tractie-eenheid, dient u de bijgeleverde montageplaat te monteren en vervolgens de machinesensoren af te stellen zoals beschreven in de Gebruikershandleiding van de eFlex tractie-eenheid.

  • Als u het maaidek gebruikt met een benzinemodel, hebt u de montageplaat niet nodig.

  • Als u de maaieenheid zowel op een benzinemodel als een eFlex-machine gebruikt, kunt u de doelplaat monteren en laten zitten, ongeacht met welke machine u de maaieenheid gebruikt.

  1. De maaieenheid monteren en voorbereiden zoals beschreven in de Gebruikershandleiding van de maaieenheid.

  2. Verwijder de middelste bout van het grasscherm (Figure 13).

  3. Monteer de montageplaat bovenop de maai-eenheid (onder de plastic kap). Gebruik daarvoor de bout die u eerder verwijderd hebt (Figure 13).

    g017294
Close section

De gewichtstang monteren

  1. Vergroot de onderste opening aan de rechterzijde van het maaidek met een boor van 9mm (Figure 14).

    g026123
  2. Smeer de O-ring op de gewichtstang.

  3. Plaats het uiteinde van de gewichtstang met de O-ring in de opening die u net heeft geboord.

  4. Bevestig het schroefdraaduiteinde van de gewichtstang met een flenskopbout aan het frame (Figure 15).

    g026124
Close section
Close section
Close section

Algemeen overzicht van de machine

TractorenDeze maaidekken zijn geschikt voor de Flex en eFlex tractie-eenheden.
Maaihoogte De maaihoogte wordt ingesteld op de voorrol met behulp van 2 verticale schroeven en geborgd met 2 inbusbouten.
MaaihoogtebereikHet standaard maaihoogtebereik varieert van 1,6 tot 12,7 mm. Het standaard maaihoogtebereik met de set voor een hoge maaistand is 7 tot 25mm. Het effectieve bereik hiervan is afhankelijk van de gazonomstandigheden, het type ondermes, de rollen en de gemonteerde werktuigen.
Lagers van messenkooiEr zijn 2 afgedichte diepgroefkogellagers van roestvrij staal.
RollenDe voorrol heeft een diameter van 6,3 cm, met een verscheidenheid aan door de gebruiker te kiezen configuraties. De achterrol is een volledige aluminium rol met een diameter van 5,1 cm.
OndermesHet vervangbare ondermes van staal met een hoog koolstofgehalte met een enkele snijrand is met 13 schroeven (2100) of met 11 schroeven (1800) bevestigd aan een machinaal bewerkte gietijzeren snijbalk.
Afstelling ondermesDe messenkooi wordt met twee schroeven ingesteld. De instelstappen komen overeen met een verplaatsing van het ondermes van 0,018 mm.
GrasschermDe vaste afscherming met instelbare stopbalk verbetert de afvoer van het gras uit de messenkooi als het gras nat is.
ContragewichtEen gietijzeren gewicht dat is geplaatst tegenover de aandrijflijn houdt het maaidek in evenwicht.
Nettogewicht, 2100 (zonder voorrol)11 messen - 32,2 kg; 14 messen - 33,5 kg
Nettogewicht, 1800 (zonder voorrol)11 messen - 30,8 kg; 14 messen - 32,2 kg

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Close section
Close section

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Dit maaidek is voorzien van een systeem waarbij u op twee punten het contact tussen ondermes en messenkooi kunt afstellen. Dit vereenvoudigt de afstellingsprocedure die is vereist om optimale maairesultaten te verkrijgen. Dankzij de nauwkeurige afstelling die mogelijk is met de twee stelpunten/snijbalk, zal de machine zichzelf voortdurend slijpen waardoor de snijranden scherp blijven. Dit zorgt voor een goede maaikwaliteit en vermindert aanzienlijk de noodzaak om de maaidekken routinematig te wetten.

Dagelijkse afstelling van het maaidek

Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het nodig is, moet u controleren of het contact tussen het ondermes en de messenkooi bij elk maaidek correct is afgesteld. U moet deze procedure ook uitvoeren als de maaikwaliteit acceptabel is.

  1. Laat de maaidekken neer op een stevig oppervlak, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  2. Schakel de machine als volgt uit:

    • Benzine modellen: Schakel de motor uit en maak de bougiekabel los:

    • Elektrische modellen: schakel de machine uit en koppel de accu af (T-handgreep).

  3. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken. Indien er geen contact is, moet u de stelknoppen van het ondermes telkens 1 klik naar rechts draaien, totdat u voelt en hoort dat er licht contact wordt gemaakt.

    Note: De stelknop heeft instelstappen waarmee elke aangegeven stand van het ondermes telkens met 0,018mm kan worden veranderd.

  4. Indien het contact te zwaar is, moet u de stelknoppen van het ondermes telkens 1 klik linksom draaien, totdat er geen contact meer is. Draai vervolgens de stelknoppen telkens 1 klik rechtsom, totdat u licht contact voelt.

    Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als er geen licht contact is, zullen de snijranden van het ondermes/messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen. Dit zal ertoe leiden dat de snijranden na verloop van tijd bot worden als gevolg van het gebruik. Als het contact te zwaar is, zullen het ondermes en de messenkooi sneller of ongelijkmatig slijten en kan de maaikwaliteit achteruitgaan.

    Note: Bij eFlex maaidekken heeft het contact tussen messenkooi en ondermes een aanzienlijke invloed op het energieverbruik. Een heel licht contact is aanbevolen voor optimale maaiprestaties en accuverbruik.

    Note: Als de messen van de messenkooi voortdurend tegen het ondermes aan lopen, zal er op het oppervlak van de voorste snijrand van het ondermes over de gehele lengte een lichte braam ontstaan. De maaiprestaties worden verbeterd door deze braam af en toe te verwijderen door een vijl over de voorste snijrand te halen.Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Voor een soepele werking moet u deze groeven afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes.

Close section

De triminstelling wijzigen

Het maaidek beschikt over 6 triminstellingen die u kunt wijzigen naargelang de gazonomstandigheden. Begin met een instelling die overeenkomt met de maaihoogte-instelling, en test vervolgens het maaidek en pas de triminstelling aan om de gewenste maaikwaliteit te verkrijgen.

  1. Schakel de machine als volgt uit:

    • Benzine modellen: Schakel de motor uit en maak de bougiekabel los:

    • Elektrische modellen: schakel de machine uit en koppel de accu af (T-handgreep).

  2. Zet de flensbout los waarmee de riemkap bevestigd is en verwijder de riemkap zodat de riem zichtbaar wordt (Figure 16).

    g016915
  3. Draai de moer van de lagerbehuizing los (Figure 17).

    g017116
  4. Gebruik een sleutel van 16mm om de lagerbehuizing te draaien zodat deze vrij kan bewegen.

  5. Verwijder de riem (Figure 17).

  6. Gebruik de tabel op de sticker in Figure 18 om de gewenste triminstelling te bepalen en na te gaan welke poelies u moet verwijderen.

    Note: Elke poelie heeft een nummer: 22, 24 of 25. Verplaats de poelies naar de standen die de tabel aangeeft voor uw triminstelling.

    decal131-1820
  7. Draai de 2 stelschroeven van elke poelie die u moet verplaatsen los. Gebruik een inbussleutel.

  8. Verwijder de poelies.

  9. Monteer alle poelies volgens de nieuwe configuratie op de sticker (Figure 18).

    Note: Zorg ervoor dat de stelschroeven van elke poelie uitgelijnd zijn met de spie en het platte oppervlak van de as.

  10. Draai de stelschroeven vast met een torsie van 8,3 tot 8,9Nm.

  11. Monteer de riem.

  12. Zorg ervoor dat de drukveer de riem onder spanning zet (Figure 17).

  13. Draai de moer van de lagerbehuizing vast.

  14. Plaats de riemkap terug.

Close section
Close section

Onderhoud

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Onderhoud van de snijbalk

De snijbalk verwijderen

  1. Draai de stelschroef van de snijbalk linksom om de snijbalk weg te trekken van de messenkooi (Figure 19).

    g014641
  2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de drukring niet meer tegen de snijbalk is geklemd (Figure 19).

  3. Draai de borgmoer van de snijbalkbout op beide zijden van de machine los (Figure 20).

    g014409
  4. Verwijder beide snijbalkbouten zodat de snijbalk omlaag kan worden getrokken en uit de machine worden verwijderd (Figure 20).

    Bewaar de 2 nylon ringen en 2 stalen ringen op beide uiteinden van de snijbalk (Figure 21).

    g016970
Close section

De snijbalk monteren

  1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de ring en de stelschroef van de snijbalk bevinden.

  2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 4 ringen (8 in totaal).

  3. Plaats een nylon ring op beide zijden van de verdikking op de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figure 21).

  4. Draai de bouten van de snijbalk vast met een torsie van 27 tot 36Nm. Draai de borgmoeren met de hand vast tot de buitenste stalen onderlegring niet meer draait en er geen eindspeling meer is. De ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

    Important: Draai de borgmoeren niet te vast of de zijplaten worden vervormd.

  5. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een 1/2 slag terug (Figure 22).

    g014642
Close section
Close section

De messenkooi wetten

Gevaar

‏Contact met de messenkooi of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.

Houd uw vingers, handen en kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen.

  • Blijf op een afstand van de messenkooi tijdens het wetten.

  • U wordt geadviseerd bij het wetten geen borstel met een korte steel te gebruiken. De betreffende stelen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toro-dealer.

U kunt de messen wetten zowel door het maaidek op de tractie-eenheid te laten of het maaidek volledig van de tractie-eenheid te halen. Als u het maaidek op de tractie-eenheid laat, moet de zeskantige koppeling tussen de hoofdaandrijving en de maaidekaandrijving ontkoppeld worden om overmatige slijtage van de messenkooirem te voorkomen.

  1. Plaats de machine op een schoon, horizontaal oppervlak.

  2. Schakel de machine als volgt uit:

    • Benzine modellen: schakel de motor uit en maak de bougiekabel los:

    • Elektrische modellen: schakel de machine uit en koppel de accu af (T-handgreep).

  3. Stel de parkeerrem in werking.

  4. Verbind de wetmachine op het maaidek door een " zeskant aan te brengen op de uitgangas van de messenkooipoelie aan de linkerkant van het maaidek.

    Note: Aanvullende instructies en procedures met betrekking tot het wetten kunt u vinden in de handleiding Slijpen van Toro-maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 80-300PT.

    Note: Voor een betere snijrand moet u de voorkant van het ondermes bijvijlen als u klaar bent met wetten. Hiermee verwijdert u bramen of ruwe randen die kunnen zijn ontstaan op de snijrand. Mogelijk moet u de bovenrand zeer licht vijlen om bramen volledig van de snijrand te breken.

    Note: Als het maaidek tijdens het wetten op de machine is gebleven moet u niet vergeten om de zeskantige as van de machine weer te koppelen aan het maaidek.

Close section
Close section