Inleiding

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Neem rechtstreeks contact op met Toro via www.toro.com voor trainingsmaterialen over productveiligheid en -bediening, informatie over accessoires, om een verdeler te zoeken of om uw product rechtstreeks te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figure 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g003317

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figure 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Waarschuwing

CALIFORNIA

Proposition 65 Warning

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Close section

Veiligheid

Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO5395:2013.

Om risico's te verkleinen en ongelukken te voorkomen is het van essentieel belang dat personen die de machine gebruiken, transporteren, onderhouden en opslaan de nodige opleiding hebben gekregen, oplettend zijn en zich bewust zijn van de mogelijke gevaren. Onjuist gebruik van deze machine kan letsels of een dodelijk ongeluk tot gevolg hebben. Om het risico op lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet u zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden.

  • Voordat u met het maaidek gaat werken, moet u ervoor zorgen dat u alle instructies in de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid en het maaidek hebt gelezen, begrepen en uitgevoerd.

  • Laat nooit kinderen de tractie-eenheden of maaidekken gebruiken. Laat volwassenen nooit de tractie-eenheid of maaidekken bedienen zonder dat ze een grondige instructie hebben gekregen. De tractie-eenheid of de maaidekken mogen uitsluitend worden gebruikt door getrainde personen die deze handleiding hebben gelezen.

  • Gebruik de maaidekken nooit als u onder invloed van drugs of alcohol bent.

  • Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen en veiligheidsvoorzieningen op hun plaats zitten. Als veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen of stickers onleesbaar of beschadigd zijn, moet u deze herstellen of vervangen voordat u het maaidek gaat gebruiken. Draai ook losse moeren, bouten of schroeven vast zodat veilig met het maaidek kan worden gewerkt.

  • Draag altijd stevige schoenen met een gripvaste zool. Draag geen sandalen, tennisschoenen of gymschoenen als u de maaidekken gebruikt. Draag ook geen loszittende kleding die kan worden gegrepen door bewegende onderdelen. Draag altijd een lange broek, een veiligheidsbril en veiligheidsschoenen.

  • Haal alle puin of andere voorwerpen weg die opgeraapt kunnen worden en door de messen van het maaidek kunnen worden weggeslingerd. Houd omstanders uit het trimgebied.

  • Als de maaimessen een vast voorwerp raken of als het maaidek abnormaal trilt, moet u de maaidekken uitschakelen, op een horizontaal oppervlak parkeren, de parkeerrem in werking stellen, de motor uitschakelen en het sleuteltje verwijderen. Controleer of het maaidek niet beschadigd is. Herstel eventuele schade vr u het maaidek start en gaat gebruiken.

  • Laat de maaidekken neer op de grond en haal het sleuteltje uit het contact als u de machine onbeheerd achterlaat.

  • Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid zodat u veilig met de maaidekken kunt werken.

  • Haal de sleutel uit het contactslot om te voorkomen dat de motor per ongeluk gestart wordt tijdens service, afstellen of stalling.

  • Verricht onderhoudswerkzaamheden uitsluitend volgens de instructies in deze handleiding. Neem voor grote reparatiewerkzaamheden of hulp contact op met een erkende Toro dealer.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

Revisieset voor rol, onderdeelnr. 114-5430

decal93-6688
Close section
Close section

Montage

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Het maaidek controleren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maaidek1
  1. Controleer of er aan beide kanten van de messenkooi smeervet zit.

    Note: Er moet duidelijk vet te zien zijn op de lagers van de messenkooi en de inwendige gleuven van de as van de messenkooi.

  2. Controleer of alle moeren en bouten stevig zijn vastgezet.

  3. Zorg ervoor dat de ophanging van het draagframe vrij kan bewegen en niet vastloopt als deze vooruit en achteruit wordt bewogen.

Close section

De kick-standaard van het maaidek gebruiken

Als u het maaidek moet kantelen om bij het ondermes/de messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen met de kickstandaard (meegeleverd met de tractie-eenheid) zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de ondermesbalk niet op het werkvlak rusten (Figure 3).

g003318
Close section

Het achterscherm verstellen

In de meeste gevallen wordt het maaisel het beste verspreid als u het achterscherm sluit (vooruitworp). Bij zware of natte omstandigheden kunt u het achterscherm openen.

Om het achterscherm te openen (Figure 4), maakt u de inbusbout los waarmee het scherm is bevestigd aan de linkerkant van de zijplaat. Daarna draai het scherm open en zet u de inbusbout weer vast.

g003316
Close section

De contragewichten monteren

Alle maaidekken worden geleverd met het contragewicht gemonteerd aan het linker uiteinde van het maaidek. Bepaal aan de hand van de volgende schets de plaats van de contragewichten en messenkooimotoren.

g003319
  1. Op de maaidekken 2 en 4 verwijdert u de 2 inbusbouten en zet u het contragewicht vast aan het linker uiteinde van het maaidek.

  2. Verwijder het contragewicht (Figure 6).

    g003320
  3. Verwijder de kunststofplug op het rechter uiteinde van het maaidek uit de lagerbehuizing (Figure 7).

  4. Verwijder de 2 inbusbouten van de rechter zijplaat (Figure 7).

    g003321
  5. Monteer het contragewicht op het rechter uiteinde van het maaidek met de 2 schroeven die u eerder hebt verwijderd.

  6. Plaats de 2 inbusbouten voor de bevestiging van de motor van de messenkooi losjes op linker zijplaat van het maaidek (Figure 7).

Close section
Close section

Algemeen overzicht van de machine

MaaidekGewicht
8 messen67kg
11 messen69kg

Maaidekaccessoires en -sets

Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Note: Raadpleeg de Onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers.

Note: Per maaidek is er telkens n accessoire of set tenzij anders aangegeven.Grasmandset: Een serie manden voor het opvangen van maaisel, de manden worden aan de voorkant van de maaidekken bevestigdAchterhefcilinderset: Kragen die aan de hefarmcilinders van het achterste maaidek worden bevestigd om de hoogte van de maaidekken te begrenzen. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor de achterste grasmanden. Borstelset voor achterrol: Een zeer snel en met veel contact draaiende borstel die de achterrol vrij houdt van gras en vuil, waardoor de maaihoogte constant blijft en wordt voorkomen dat het gras kluiten gaat vormen. Dit zorgt voor een mooier maairesultaat.Groomerset: Er zijn draaiende messen gemonteerd achter de voorrol. Dit is de beste methode om korrelvorming en sponzig gras te verminderen doordat de grassprieten vr het maaien rechtop worden gezet. De groomer slaat ook dauw van de halmen af zodat het gras minder plakt en geen kluiten vormt, hij opent de huif voor een betere integratie van het maaisel en tilt het gras op zodat het recht en strak kan worden gemaaid. Het totale ontwerp verbetert de maaikwaliteit voor een gezonder gazon en zorgt voor een fraaier maairesultaat.Bezemset: Een aantal borstelstrips die in de spiraalvormige groomermessen zijn verwerkt, zorgen voor een betere werking van de groomer. De groomer werkt beter doordat deze het gras over de hele breedte 'borstelt', terwijl het openen van de huif voor een betere integratie van het maaisel zorgt. De combinatie van groomer en borstelsystemen leidt tot een optimale maaikwaliteit en een uitstekend maairesultaat, wat weer zorgt voor consistente speelomstandigheden.Kam/schraperset: Een vaste kam achter de voorrol helpt korrelvorming en sponzig gras te verminderen doordat de grassprieten vr het maaien rechtop worden gezet. Een schraper voor de Wiehle-voorrol zit ook in de set.Set voor hoge maaistand: Nieuwe voorrolbeugels en extra afstandsstukken voor de achterrol zorgen ervoor dat het maaidek op een hoogte van meer dan 25mm kan worden gezet. De nieuwe voorrolbeugels bewegen de voorrol ook verder naar buiten waardoor het maairesultaat fraaier wordt.Rol met kraag: Helpt overlappingssporen op grassoorten voor het warme seizoen (bermuda-, zoysia-, paspalumgras) te verminderenKraagset (6 nodig per rol): Helpt overlappingssporen op grassoorten voor het warme seizoen (bermuda-, zoysia-, paspalumgras) te verminderen. Monteer deze set op de bestaande Wiehle-rol. Hij is niet zo agressief als de rol met kraagKorte achterrol: Helpt dubbele rolsporen op grassoorten voor het koude seizoen (struisgras, beemdgras, raaigras) te verminderenVolledige voorrol: Zorgt voor een meer geprononceerd streeppatroon (herhaald maaien in dezelfde richting/baan). De effectieve maaihoogte wordt echter hoger en de maaikwaliteit gaat achteruit.Schrapers (Wiehle, rol met kraag, achterrol, volledige voorrol): Er zijn vaste schrapers verkrijgbaar voor alle optionele rollen, die ervoor zorgen dat er minder gras op de rollen komt te zitten. Dit kan echter de maaihoogte-instelling benvloeden.Revisieset voor de rol: Omvat alle lagers, lagermoeren en binnen- en buitenpakkingen die nodig zijn om een rol te reviserenGereedschapsset voor revisie van de rol: Omvat alle werktuigen en montage-instructies die nodig zijn om een rol te reviseren met de revisieset

Close section
Close section

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker– en rechterzijde van de machine.

Afstelling

Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen

Voer deze stappen uit om het contact tussen ondermes en messenkooi af te stellen en de toestand en onderlinge werking van het ondermes en messenkooi te controleren. Test na deze procedure altijd de prestaties van de maaimachine en doe dit onder omstandigheden die normaal zijn voor uw werkgebied. Mogelijk moet u de machine nog verder afstellen om deze optimaal te laten maaien.

Important: Maak het contact tussen het ondermes en de messenkooi niet te groot; u zult het ondermes beschadigen.

  • Na het wetten van het maaidek of het slijpen van de messen kan het zijn dat u er enkele minuten mee moet maaien en vervolgens deze procedure uitvoeren om het contact tussen het ondermes en de messenkooi af te stellen; het ondermes en de messenkooi zetten zich namelijk naar elkaar.

  • Mogelijk is er nog verdere afstelling nodig als het om zeer dichte gazonbegroeiing gaat of als u een erg lage maaihoogte gebruikt.

U hebt het volgende gereedschap nodig om deze procedure uit te voeren:

  • Afstandsplaat 0,05mm – Toro onderdeelnummer 125-5611

  • Maaitestpapier – Toro onderdeelnummer 125-5610

  1. Plaats de maai-eenheid op een vlak, horizontaal oppervlak. Draai de stelschroeven van de ondermesbalk linksom zodat de ondermesbalk de messenkooi niet raakt (Figure 8).

    g019940
  2. Kantel het maaidek zodat u bij het ondermes en de messenkooi kunt komen.

    Important: Zorg ervoor dat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de ondermesbalk niet op het werkvlak rusten (Figure 9).

    g020158
  3. Draai de messenkooi zodanig dat een mes het ondermes kruist op ongeveer 25mm van het uiteinde van het ondermes, aan de rechterzijde van het maaidek.

    Steek de afstandsring van 0,05mm tussen het gemarkeerde mes van de messenkooi en het ondermes op de plaats waar het mes het ondermes kruist.

    Note: Breng een teken aan op dit mes om daaropvolgende afstellingen eenvoudiger te maken.

  4. Draai de stelschroef aan de rechterkant van de ondermesbalk rechtsom tot u lichte weerstand van de vulplaat voelt. Draai de stelschroef van de ondermesbalk vervolgens twee klikstanden terug en verwijder de afstandsplaat.

    Note: De stelschroef twee klikstanden terugdraaien is nodig omdat de afstelling van de ene zijde van het maaidek invloed heeft op de andere zijde, en omdat dit u ruimte geeft om de andere zijde af te stellen.

    Note: Als er een grote tussenruimte is, moet u de beide zijden eerst dichter bij elkaar brengen door beurtelings de linker- en rechterzijde vaster te draaien.

  5. Draai traag aan de messenkooi tot het mes dat u gecontroleerd hebt aan de rechterzijde het ondermes kruist op ongeveer 25mm van het uiteinde van het ondermes aan de linkerkant van het maaidek.

  6. Draai de stelschroef aan de linkerkant van de ondermesbalk rechtsom tot u de afstandsring met enige weerstand tussen de messenkooi en het ondermes kunt schuiven.

  7. Ga terug naar de rechterkant en stel zo nodig af om een lichte weerstand te verkrijgen op de afstandsring tussen hetzelfde mes en het ondermes.

  8. Herhaal stap6 en 7 tot u de afstandsring met enige weerstand door de beide tussenruimten kunt schuiven. De tussenruimte met n klikstand verkleinen moet aan beide kanten voorkomen dat de afstandsring ertussen past. Het ondermes is nu evenwijdig met de messenkooi.

    Note: Deze procedure is niet dagelijks nodig, maar wel na slijpen of demontage.

  9. Draai de beide stelschroeven van de ondermesbalk 1 klikstand rechtsom vanuit deze afstelling (d.w.z. terwijl de stelschroeven 1 klikstand vaster staan en de afstandsplaat niet past).

    Note: Elke klikstand beweegt het ondermes 0,022mm. Draai de stelschroeven niet te vast aan.

  10. Test de maaiprestaties door een lange strook maaitestpapier (Toro onderdeelnummer 125-5610) tussen het ondermes en de messenkooi te steken, loodrecht op het ondermes (Figure 10).

    Note: Draai de messenkooi langzaam naar voren. Het papier moet gesneden worden.

    g019941

    Note: Als de messenkooi overmatig sleept, moet u de maai-eenheid wetten of slijpen om de scherpe randen te verkrijgen die nodig zijn om precies te maaien.

Close section

Achterrol afstellen

  1. Zet de beugels van de achterrol (Figure 11) op de gewenste maaihoogte door de vereiste hoeveelheid afstandsstukken onder de montageflens op de zijplaat te plaatsen (Figure 11) volgens de maaihoogtetabel; zie Maaihoogteschema.

    g003324
  2. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en plaats een blok onder het ondermes.

  3. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de montageflens van beide snijplaten.

  4. Laat de rol en de schroeven uit de montageflenzen van de zijplaat en de afstandsstukken zakken.

  5. Plaats de afstandsstukken op de schroeven op de beugels van de rollen.

  6. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken vast aan de onderkant van de montageflenzen van de zijplaat met de moeren die u eerder hebt verwijderd.

  7. Controleer of het contact tussen ondermes en messenkooi correct is. Kantel de maai-eenheid zodat u bij de voor- en achterrol en het ondermes kunt komen.

    Note: De stand van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de gemonteerde onderdelen; evenwijdig stellen is dus niet nodig. U kunt de stand enigszins bijstellen door het maaidek op een vlakke plaat te plaatsen en de inbusbouten van de zijplaat los te draaien (Figure 12). Stel de inbusbouten af en draai ze vast. Draai de inbusbouten vast met 27 tot 36Nm.

    g020552
Close section

Afstandsstukken achter afstellen

Het aantal afstandsstukken achter bepaalt de agressiviteit van de maaistand van het maaidek. Bij een bepaalde maaihoogte verhoogt de plaatsing van extra afstandsstukken onder de montageflens op de zijplaat de agressiviteit van het maaidek. U dient de maaistand van alle maaidekken op een bepaalde machine dezelfde agressiviteit te geven (aantal afstandsstukken achter, onderdeelnr. 106-3925), want als dit niet het geval is, kan dit een negatief effect op het maairesultaat hebben (Figure 17).

Close section

De kettingverbinding plaatsen

De plaats waar de hefarmketting vastzit, bepaalt de steekhoek van de achterrol (Figure 13).

g006503
Close section
Close section

Gazoncompensatie-instellingen

De gazoncompensatieveer zorgt ervoor dat het gewicht van de voorste naar de achterste roller wordt verplaatst. (Dit voorkomt dat er een golfpatroon in de grasmat ontstaat, ook wel bekend als 'bobbing'.)

Important: Stel de veer af als het maaidek is gemonteerd aan de tractie-eenheid, recht naar voren wijst en is neergelaten op de vloer van de werkplaats.

g220344
  1. Laat de maaidekken neer op de grond.

  2. Zorg ervoor dat de haarspeldveer in de achterste opening in de veerstang is aangebracht (Figure 15).

    g220201
  3. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 15,9cm bedraagt; zie Figure 16.

    Note: Als u de machine gebruikt op oneffen terrein, moet de veer 12,7mm korter zijn.

    Note: Wijzig de gazoncompensatie-instelling als de maaihoogte-instelling of de agressiviteit van de maai-instelling wordt gewijzigd.

    g220200
Close section

Maaihoogte

Maaihoogte-instelling

De gewenste maaihoogte.

Close section

Basisinstelling van maaihoogte

De basisinstelling van de maaihoogte is de hoogte waarop de bovenrand van het ondermes is ingesteld boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van zowel de voor- als de achterrol raakt.

Close section

Effectieve maaihoogte

Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid. Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte zal de effectieve maaihoogte variren afhankelijk van het type gras, het seizoen en de toestand van de grond en het gazon. De instelling van de maai-eenheid (agressiviteit van maaien, rollen, ondermessen, gemonteerde werktuigen, gazoncompensatie-instellingen enz.) heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte. Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met de Turf Evaluator, model 04399, om de gewenste basisinstelling van de maaihoogte te bepalen.

Close section

Agressiviteit van maaistand

De agressiviteit van de maaistand van het maaidek heeft een duidelijke invloed op de prestaties van het maaidek. De agressiviteit van de maaistand slaat op de hoek van het ondermes ten opzichte van de grond (Figure 17).

De beste instelling van het maaidek hangt af van de gazonomstandigheden en de gewenste resultaten. Ervaring met het maaien van uw gazon bepaalt de beste instellingen. U kunt de agressiviteit van de maaistand aanpassen gedurende het gehele maaiseizoen afhankelijk van hoe het gras erbij ligt.

In het algemeen is een laag tot normaal agressieve instelling beter geschikt voor grassoorten voor het warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras), terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen (struisgras, beemdgras, raaigras) een normaal tot hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog agressieve instelling wordt meer gras gemaaid doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras in het ondermes trekt.

g006502
Close section

Maaihoogteschema

Dit is de aanbevolen maaihoogte als een groomer op het maaidek is gemonteerd.

Schema voor maaihoogte-instelling
MaaihoogteAggressiviteit van het maaienAantal afstandsstukken achterAantal kettingschakelsMet groomer gemonteerd
0,64cmLaag05J
Normaal05J
Meer15-
0,95cmLaag05J
Normaal15J
Meer25-
1,27cmLaag05J
Normaal15J
Meer25J
1,56cmLaag15J
Normaal25J
Meer35-
1,91cmLaag25J
Normaal35J
Meer45-
2,22cmLaag25J
Normaal35J
Meer45-
2,54cmLaag35J
Normaal45J
Meer54+-
2,86cmLaag45-
Normaal55-
Meer65-
3,18cmLaag45-
Normaal55-
Meer65-
3,49cmLaag45-
Normaal55-
Meer65-
3,81cmLaag55-
Normaal65-
Meer75-
4,13cmLaag64-
Normaal74-
Meer84-
4,44cmLaag64-
Normaal74-
Meer85-
4,76cmLaag74-
Normaal85-
Meer95-
5,08cmLaag75-
Normaal85-
Meer05-
+ Geeft aan dat de U-beugel op de hefarm in het onderste gat zit (Figure 13).* De set voor een grote maaihoogte (onderdeelnummer 110-9600) moet worden gemonteerd. Plaats de maaihoogtebeugel in het bovenste gat in de zijplaat.

Note: Door n ketting te veranderen, wordt de steek van de achterrol met 4,5° gewijzigd.

Note: Door de U-beugel op de hefarm in de richting van het onderste gat te bewegen, wordt de steekhoek van de achterrol met 2,3° vergroot.

Close section

De maaihoogte instellen

Note: Voor maaihoogten van meer dan 2,54cm moet de set voor een hoge maaistand worden gemonteerd.

  1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van het maaidek (Figure 18).

    g003326
  2. Draai de moer op de hoogtelat los (Figure 19) en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte.

    Note: De afstand tussen de onderkant van de schroefkop en het oppervlak van de hoogtelat is de maaihoogte.

    g003327
  3. Plaats de schroefkop op de snijrand van het ondermes en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten (Figure 20).

  4. Draai aan de stelschroef totdat de voorrol contact maakt met de hoogtelat (Figure 20). Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

    Important: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

    g003328
  5. Draai de moeren vast om de afstelling te borgen. Draai de moeren niet te vast. Draai net zolang totdat de ring geen speling meer heeft.

    Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk ondermes het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.

    Ondermes/maaihoogtetabel
    OndermesOnderdeelnr.Hoogte ondermeslip*Maaihoogte
    Lage maaihoogte (optioneel)110-40845,6mm6,4-12,7mm
      
    Uitgebreide lage maaihoogte (optioneel)120-16405,6mm6,4-12,7mm
      
    EdgeMax® lage maaihoogte (productie voor model 03693)127-71325,6mm6,4-12,7mm
      
    Uitgebreide lage maaihoogte EdgeMax® (optioneel)119-42805,6mm6,4-12,7mm
      
    EdgeMax® (productie voor modellen 03696 en 03697)108-90956,9mm9,5-38,1mm
      
    Standaard (optioneel)108-90966,9mm9,5-50,8mm
      
    Heavy-duty (optioneel)110-40749,3mm6,4-50,8mm
      
    * Bij grassoorten voor het warme seizoen is mogelijk het ondermes met lage maaihoogte nodig voor 12,7mm en minder.
    g006510
Close section

Het maaidek controleren en afstellen

Dit maaidek is voorzien van een systeem waarbij u met twee knoppen het contact tussen ondermes en messenkooi kunt afstellen. Dit vereenvoudigt de afstellingsprocedure. Dankzij de nauwkeurige afstelling die mogelijk is met de twee stelknoppen/ondermesbalk zal de machine zichzelf voortdurend slijpen waardoor de snijranden scherp blijven. Dit zorgt voor een goede maaikwaliteit en vermindert de noodzaak om de maaidekken routinematig te wetten in aanzienlijke mate.

Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het nodig is, moet u controleren of het contact tussen het ondermes en de messenkooi bij elk maaidek correct is afgesteld. Voer deze procedure uit, ook al is de maaikwaliteit aanvaardbaar.

  1. Laat de maaidekken neer op een stevig oppervlak, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  2. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken. Indien er geen contact is, moet u de stelknoppen van het ondermes telkens n klik naar rechts draaien, totdat u voelt en hoort dat er licht contact wordt gemaakt.

    Note: De messenkooi dient een blad papier te snijden als dit in een rechte hoek ten opzichte van het ondermes wordt ingebracht, aan de beide uiteinden en in het midden van de messenkooi.

    Note: De stelknoppen hebben pallen waarmee elke aangegeven stand van het ondermes telkens met 0,022mm kan worden veranderd.

  3. Als het contact tussen het ondermes en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie de handleiding Slijpen van Toro maaimachine met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

    Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als er geen licht contact is, zullen de snijranden van het ondermes/de messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen. Dit zal ertoe leiden dat de snijranden na verloop van tijd bot worden als gevolg van het gebruik. Als het contact te zwaar is, zullen het ondermes en de messenkooi sneller of ongelijkmatig slijten en kan de maaikwaliteit achteruitgaan.

    Note: Als de messen van de messenkooi voortdurend tegen het ondermes aan lopen, zal er op het oppervlak van de voorste snijrand van het ondermes over de gehele lengte een lichte braam ontstaan. U kunt braam verwijderen en de maaiprestaties verbeteren door de voorrand af en toe te vijlen.Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes ten behoeve van een soepele werking.

    Note: Na verloop van tijd moet de schuinte (Figure 22) worden bijgevijld, omdat deze slechts gedurende 40% van de levensduur van het ondermes meegaat.

    g006504

    Note: Maak de invoerschuinte niet te groot omdat hierdoor het gras kluitjes kan gaan vormen.

Close section
Close section

Onderhoud van het ondermes

Tabel ondermes

De onderhoudslimieten en slijphoeken voor het ondermes staan in de volgende tabel.

Important: Als het maaidek wordt gebruikt met het ondermes na de onderhoudslimiet, kan dit leiden tot een slecht maairesultaat en het ondermes minder bestand tegen stoten maken.

Tabel met afmetingen ondermes en slijphoek
OndermesOnderdeelnr.Hoogte ondermeslip *Onderhoudslimiet*Slijphoeken
Boven-/Voorhoeken
Lage maaihoogte (optioneel)110-40845,6mm4,8mm5°/5°
  
Uitgebreide lage maaihoogte (optioneel)120-16405,6mm4,8mm7°/10°
  
Uitgebreide lage maaihoogte EdgeMax® (optioneel)119-42805,6mm4,8mm7°/10°
  
EdgeMax® lage maaihoogte127-71325,6mm4,8mm10°/5°
(productie voor model 03693)  
EdgeMax®108-90956,9mm4,8mm5°/5°
(productie voor modellen 03696 en 03697)  
Standaard (optioneel)108-90966,9mm4,8mm5°/5°
  
Heavy-duty (optioneel)110-40749,3mm 4,8mm5°/5°
  
* Bij grassoorten voor het warme seizoen is mogelijk het ondermes met lage maaihoogte nodig voor 12,7mm en minder.
Close section

Aanbevolen slijphoeken voor bovenkant en voorzijde ondermes

Zie Figure 23 en de afmetingen en hoeken vermeld in de Tabel ondermes.

g025579
Close section

Onderhoudslimiet voor ondermes meten

Note: Alle metingen voor de onderhoudslimiet van het ondermes hebben betrekking op de onderkant van het ondermes, zie Figure 24 en de afmetingen vermeld in de Tabel ondermes.

g007165
Close section
Close section
Close section

Onderhoud

Het maaidek smeren

Elk maaidek heeft 6 smeernippels (Figure 25) die regelmatig gesmeerd moeten worden met lithiumvet nr.2.

g017023

Note: Smeer de maaidekken onmiddellijk nadat u deze hebt gewassen. Hierdoor wordt het water afgevoerd uit de lagers en wordt hun levensduur verlengd.

  1. Veeg alle smeernippels af met een schone doek.

  2. Spuit net zo lang vet in de nippels totdat er schoon vet uit de afdichtingen van de rol en de ontlastklep van het lager komt.

  3. Neem overtollig vet op.

Close section

De lagers van de messenkooi afstellen

Controleer regelmatig of er nog eindspeling op de messenkooi zit, zodat de lagers van de messenkooi lang meegaan.

  1. Draai de messenkooi en het ondermes van elkaar af door de stelknoppen van het ondermes (Figure 26) naar links te draaien totdat er geen contact meer is.

    g003322
  2. Houd met een doek of dik gevoerde handschoen het mesblad vast en probeer de messen zijdelings te bewegen (Figure 27).

    g020697
  3. Ga als volgt te werk, als er speling is:

    1. Draai de externe stelschroef los waarmee de stelmoer van het lager vastzit aan de lagerbehuizing aan de linkerkant van het maaidek (Figure 28).

      g003332
    2. Draai de stelmoer van het lager van de messenkooi met een dopsleutel van 1" langzaam vast totdat de messenkooi geen eindspeling meer heeft. Als de speling niet is verholpen na het afstellen van de stelmoer, moet u de lagers van de messenkooi vervangen.

      Note: De lagers van de messenkooi hoeven niet voorbelast te worden. Als u de stelmoer van het lager van de messenkooi te strak vastdraait, kunnen de lagers beschadigd raken.

  4. Draai de stelschroef vast waarmee de stelmoer aan de lagerbehuizing is bevestigd. Draai de stelschroef vast met een torsie van 1,4 tot 1,7Nm.

Close section

Onderhoud van de ondermesbalk

De ondermesbalk verwijderen

  1. Draai de stelschroeven van de ondermesbalk linksom om het ondermes weg te trekken van de messenkooi (Figure 29).

    g006498
  2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de ring niet meer tegen de ondermesbalk is geklemd (Figure 29).

  3. Draai de borgmoer van de ondermesbalkbout op beide zijden van de machine los (Figure 30).

    g003334
  4. Verwijder beide ondermesbalkbouten zodat de ondermesbalk omlaag kan worden getrokken en van de bout van de machine kan worden verwijderd (Figure 30).

    Note: Bewaar de 2 nylon ringen en de stalen ring op beide uiteinden van de ondermesbalk (Figure 31).

    g003335
Close section

De ondermesbalk monteren

  1. Plaats de ondermesbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de drukring en de stelschroef van de ondermesbalk bevinden.

  2. Zet de ondermesbalk vast aan beide zijplaten met de ondermesbalkbouten (moeren op de bouten) en 6 ringen.

    Note: Plaats een nylon ring aan elke zijde van naaf van de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figure 31).

  3. Draai de bouten van de ondermesbalk vast met een koppel van 27 tot 36Nm.

    Note: Draai de borgmoeren vast tot de buitenste stalen ring stopt met draaien en er geen eindspeling meer is, maar draai de moeren niet te vast en zorg ervoor dat de zijplaten niet vervormen. Ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

  4. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een slag terug (Figure 32).

    g006505
Close section
Close section

Onderhoud uitvoeren aan de zwaar uitgevoerde tweepuntsafstelling (DPA)

  1. Verwijder alle onderdelen (zie Aanwijzingen voor montage van DPA-set modelnr. 120-7230 en Figure 33).

  2. Breng anti-seizepasta aan op de binnenkant van de plaats van de lager op het middelste frame van het maaidek (Figure 33).

  3. Lijn de pinnen van de flenslagers uit met de openingen in het frame en monteer de lagers (Figure 33).

  4. Monteer een golfring op de afstelas en schuif de afstelas in de flenslagers in het frame van het maaidek (Figure 33).

  5. Bevestig de afstelas met een platte ring en een borgmoer (Figure 33). Haal de borgmoer aan met 20 tot 27Nm.

    Note: De afstelas van de ondermesbalk heeft linksdraaiende schroefdraad.

    g016926
  6. Breng anti-seize pasta aan op de schroefdraad van de ondermesbalkstelschroef die in de afstelas gaat.

  7. Schroef de stelschroef van de ondermesbalk in de afstelas.

  8. Monteer de geharde ring, veer en veerspanningsmoer losjes op de stelschroef.

  9. Plaats de ondermesbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de ring en de stelschroef van de ondermesbalk bevinden.

  10. Zet de ondermesbalk vast aan beide zijplaten met de ondermesbalkbouten (moeren op de bouten) en 6 ringen.

    Note: Plaats een nylon ring op beide zijden van de verdikking op de zijplaat.

  11. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figure 33).

    Note: Draai de bouten van de ondermesbalk vast met een koppel van 27 tot 36Nm.

  12. Draai de borgmoeren vast tot de buitenste stalen ring stopt met draaien en er geen eindspeling meer is, maar draai de moeren niet te vast en zorg ervoor dat de zijplaten niet vervormen.

    Note: De ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben (Figure 33).

  13. Draai de moer van elke ondermesbalkafsteller vast tot de drukveer volledig ingedrukt is. Draai vervolgens de moer een halve slag los (Figure 33).

  14. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de eenheid.

  15. Stel het contact tussen ondermes en messenkooi af.

Close section

Onderhoud van de rol

Er zijn een revisieset voor de rol (onderdeelnr. 114-5430) en een gereedschapsset voor revisie van de rol (onderdeelnr. 115-0803) (Figure 34) verkrijgbaar om de rol een onderhoudsbeurt te geven. De revisieset bevat alle lagers, lagermoeren en binnen- en buitenpakkingen die nodig zijn om een rol te reviseren. De gereedschapsset bevat alle werktuigen en montage-instructies die nodig zijn om een rol te reviseren met de revisieset. Zie de Onderdelencatalogus of neem contact op met uw erkende Toro dealer als u hulp nodig heeft.

g007790
Close section
Close section