Inleiding

Deze set vormt een zitmaaier met draaiende messen bedoeld voor gebruik in de zomer om tot een sneeuwruimer voor professionele bestuurders in commercile toepassingen.

Deze set is bedoeld voor gebruik met cabinemodel 30474. U kan hem echter met kleine aanpassingen ook gebruiken met cabine model 30371. Gelieve contact op te nemen met uw verdeler voor meer informatie.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Neem rechtstreeks contact op met Toro via www.toro.com voor trainingsmaterialen over productveiligheid en -bediening, informatie over accessoires, om een verdeler te zoeken of om uw product rechtstreeks te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figure 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g004975

Deze handleiding noemt een aantal mogelijke gevaren en bevat een aantal veiligheidsberichten met de volgende veiligheidssymbolen (Figure 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Waarschuwing

CALIFORNIA

Proposition 65 Warning

Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Veiligheid

Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

De volgende sticker met instructies wordt aangebracht op onderdelen die bij deze set worden geleverd en wordt gebruikt bij de conversie.

decal120-0250
decal125-9688
decal130-0457
decal132-3600
decal130-0611
decal130-5361
decal121-8378
decal125-9659

Montage

De machine voorbereiden

  1. Plaats de machine op een egaal oppervlak, laat het maaidek naar de laagste maaihoogtestand zakken, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.

  2. Maak de accukabel los die aan de minpool (-) van de accu gekoppeld is.

  3. Laat de motorkoelvloeistof afkoelen en tap vervolgens de koelvloeistof af; raadpleeg de Onderhoudshandleiding.

  4. Verwijder de motorkap van de machine en bewaar ze; raadpleeg de Gebruikershandleiding.

De hitteschermen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Scherm achterpaneel 1
Scherm onder stoel 1

Het scherm van het achterpaneel monteren

  1. Zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om toegang te krijgen tot het achterpaneel.

  2. Maak de 3 drukvergrendelingen los en verwijder het achterpaneel (Figure 3).

    g032347
  3. Maak de achterkant van het paneel schoon zodat het hittescherm goed bevestigd kan worden.

  4. Verwijder de rug en breng het scherm van het achterpaneel aan op de motorzijde van het achterpaneel (Figure 4).

    g032348

    Note: Breng het scherm van het achterpaneel aan in het midden van het paneel; laat langs beide zijden 29mm tot de rand (Figure 4).

  5. Bewaar het paneel voor later.

Het scherm van de stoelbasis monteren

  1. Trek de stoelvergrendeling los en kantel de stoel naar voren.

  2. Maak de stoelschakelaar onderaan de stoelbasis los van de draadboom (Figure 5).

    g032391
  3. Trek de draadklem uit de onderkant van de stoelbasis Figure 5.

  4. Maak de onderkant van de stoelbasis schoon zodat het scherm onder de stoel stevig op zijn plaats blijft zitten.

  5. Verwijder de rug en breng het scherm onder de stoel aan op de onderzijde van de stoelbasis (Figure 6).

    g032392

    Note: Gebruik de uitsparingen voor de bouten om het scherm van de stoelbasis uit te lijnen met de plaat.

  6. Monteer de draadklem onderaan de stoelplaat (Figure 7).

    g032393
  7. Sluit de stoelschakelaar aan op de kabelboom (Figure 7).

De verwarmingsslangen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Rechte fitting (NPTx 0,625geribd)1
Slangklem (" tot 1")4
Slangklem (" tot 1")1
T-fitting 1
Vrouwelijke stoffitting 1
Mannelijke stoffitting 1

De toevoerslang monteren

Note: Gebruik de slang van 86,3cm voor machines met Yanmar motor en de slang van 57,1cm voor machines met Kubota motor.

  1. Breng afdichtmiddel aan op de rechte fitting (NPTx 0,625geribd); sla de eerste schroefdraad over.

    g032343
  2. Schuif de stofplug over het schroefdraaduiteinde van de rechte fitting (Figure 8).

  3. Schroef de rechte fitting (NPTx 0,625 geribd) op de mannelijke koppeling (Figure 8).

  4. Schroef de rechte fitting (NPTx 0,625 geribd) handvast in de mannelijke koppeling en vervolgens 2 tot 3 slagen terug.

  5. Schuif een slangklem (" tot 1") over de slang.

  6. Steek het geribde uiteinde van de constructie in de slang en zet deze vast met de slangklem (" tot 1").

De retourslang monteren

Note: Gebruik de slang van 86,3cm voor machines met Yanmar motor en de slang van 132cm voor machines met Kubota motor.

  1. Breng afdichtmiddel aan op de rechte fitting (NPTx 0,625geribd); sla de eerste schroefdraad over.

    g030360
  2. Schuif de stofplug over het schroefdraaduiteinde van de rechte fitting (Figure 9).

  3. Draai de rechte fitting (NPTx 0,625geribd) op de vrouwelijke koppeling (Figure 9).

  4. Draai de rechte fitting (NPTx 0,625geribd) handvast op de vrouwelijke koppeling, en vervolgens 2 tot 3 slagen terug.

  5. Schuif 2 van de slangklemmen over de slang.

  6. Steek het geribde uiteinde van de constructie in de slang en zet deze vast met de slangklem (" tot 1"); zie Figure 9.

  7. Steek het geribde uiteinde van de T-fitting in de slang en zet deze vast met de slangklem (" tot 1"); zie Figure 9.

Aansluiten op de radiateurslang

Alleen Yanmar motor
  1. Zoek de radiateurslang (Figure 10).

    g032396
  2. Gebruik snijgereedschap om de radiateurslang door te snijden op de lijntjes (Figure 10).

  3. Schuif de afgesneden uiteinden over de T-fitting en zet vast met de slangklem (" tot 1"); zie Figure 11.

    g032398

Aansluiten op de radiateurslang

Alleen Kubota motor
  1. Zoek en verwijder de radiateurslang (Figure 12).

    g032421
  2. Gebruik snijgereedschap om de radiateurslang door te snijden op de lijntjes (Figure 12).

  3. Schuif de afgesneden uiteinden over de T-fitting en zet vast met de slangklem (" tot 1"); zie Figure 13.

    g032420

De tussenschotbeugel monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Pakkingring 1
Tussenschotbeugel 1
Bouten (5/16"x") 2
R-klem 2
Slotbout ("x") 2
Flensmoer (")2

De pakkingring monteren

Note: Als de pakkingringen niet gemonteerd zijn, voert u deze procedure uit.

  1. Verwijder de doppen uit de gaten in de steunbuis (Figure 9).

    g234097g032344
  2. Als er tussen de twee gaten een verwijderbaar vlakje zit, moet u dit verwijderen (Figure 15).

    g032345

    Note: Gebruik indien nodig metaalsnijgereedschap om het materiaal tussen de 2 gaten in de steunbuis te verwijderen.

  3. Monteer de pakkingring in de opening (Figure 16).

    g032346

De slangbeugel monteren

  1. Gebruik de 2 bouten (5/16"x") om de beugel te bevestigen aan het frame (Figure 17).

    g032394
  2. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542Ncm.

  3. Plaats een R-klem over elke slang (Figure 18).

    g032395
  4. Gebruik de 2 slotbouten ("x") en flensmoeren om de R-klem en slang aan de montagebeugel te bevestigen (Figure 18).

  5. Draai de bout vast met 1017 tot 1243Ncm.

De verwarmingsslangen leiden

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Slangklem (" tot 1")1
Rechte fitting (NPTx 0,625geribd)1
Temperatuursensor (alleen Yanmar motor)1
Adapter (alleen Yanmar motor)1

De toevoerslang leiden

Alleen Kubota motor
  1. Leid de toevoerslang zoals getoond in Figure 19.

    g032423
  2. Koppel de temperatuursensor los en verwijder deze (Figure 20).

    g032422
  3. Breng afdichtmiddel aan op de rechte fitting (NPTx 0,625geribd); sla de eerste schroefdraad over.

  4. Monteer de rechte adapterfitting losvast op de opening.

  5. Draai de rechte fitting nog eens 2 tot 3 slagen vast.

  6. Schuif de slangklem over het uiteinde van de slang (Figure 20).

  7. Schuif de slang over de rechte fitting en zet vast met de slangklem (" tot 1"); zie Figure 20.

De retourslang leiden

Alleen Kubota motor

Leid de retourslang zoals getoond in Figure 21.

g032423

De temperatuursensor verplaatsen

Alleen Yanmar motor
  1. Verwijder de vrouwelijke connector van de temperatuursensor van de koelvloeistof (Figure 22).

    g233716
  2. Verwijder de temperatuursensor en de pakking van de achterste poort van de waterpomp (Figure 23).

    Note: Bewaar de temperatuursensor voor montage in stap5.

    g233715
  3. Verwijder de plug en de pakking uit de voorste poort van de waterpomp (Figure 23).

    Note: U hebt de plug en de pakking niet meer nodig.

  4. Monteer het verloopstuk en de pakking (plug) in de voorste poort van de waterpomp (Figure 24).

    g233712
  5. Breng PTFE-schroefdraadafdichtmiddel aan op de schroefdraad van de temperatuursensor die u hebt verwijderd in stap2 en op de schroefdraad van de rechte geribde fitting.

  6. Monteer de nieuwe temperatuursensor in het verloopstuk (Figure 24).

  7. Monteer de geribde fitting in de achterste poort van de waterpompbehuizing (Figure 25) en draai de fitting 2 tot 3 slagen vaster dan handvast.

    g233713

De toevoerslang leiden

Alleen Yanmar motor
  1. Leid de toevoerslang zoals getoond in Figure 26.

    g032427
  2. Schuif de slangklem over het uiteinde van de slang (Figure 27).

    g233714
  3. Schuif de slang over de rechte fitting en zet vast met de slangklem (" tot 1"); zie Figure 27.

De retourslang leiden

Alleen Yanmar motor

Leid de toevoerslang zoals getoond in Figure 28.

g032427

De temperatuursensor monteren

Alleen Kubota motor
  1. Zoek de thermostaatbehuizing op het motorblok en verwijder de plug van de motoropening (Figure 29).

    g032524
  2. Breng afdichtmiddel aan op de temperatuursensor; sla de eerste schroefdraad over.

  3. Zet de temperatuursensor losvast in de opening.

  4. Draai de temperatuursensor nog eens 2 tot 3 slagen vast.

  5. Zoek de gele draad die u in stap2 in De toevoerslang leiden hebt losgekoppeld en verbind hem aan de aansluiting motoroververhitting van de temperatuursensor (Figure 29).

  6. Zoek de oranje draad die met een kabelbinder aan de gele draad is bevestigd, verwijder de kabelbinder en verbind de draad met de aansluiting motorverwarming van de temperatuursensor (Figure 29).

  7. Gebruik kabelbinders om de draden te bevestigen.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

Het sproeierreservoir monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Sproeierreservoir 1
Beugel 1
R-klem 1
Slotbout (5/16"x1") 3
Bout (5/16"x")2
Flensmoer (5/16") 5
Slotbout ("x") 1
Moer (") 1

Het sproeierreservoir monteren

Alleen Kubota motor
  1. Gebruik de 3 slotbouten (5/16"x1") en 3 flensmoeren om de beugel aan het frame te bevestigen (Figure 30).

    g032446
  2. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542Ncm.

  3. Gebruik de 2 slotbouten (5/16"x") en flensmoeren om het sproeierreservoir aan de beugel te bevestigen (Figure 31).

    g032447
  4. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542Ncm.

  5. Sluit de sproeierbuis aan op het sproeierreservoir en bevestig de buis met kabelbinders aan het frame (Figure 32).

    g032449

    Note: Bevestig de slangen niet aan hete of bewegende onderdelen.

Het sproeierreservoir monteren

Alleen Yanmar motor
  1. Gebruik de 3 slotbouten (5/16"x2") en 3 flensmoeren om de beugel aan het frame te bevestigen (Figure 33).

    g032448
  2. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542Ncm.

  3. Gebruik de 2 slotbouten (5/16"x") en flensmoeren om het sproeierreservoir aan de beugel te bevestigen (Figure 34).

    g032450
  4. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542Ncm.

  5. Sluit de sproeierbuis aan op het sproeierreservoir en bevestig de buis met kabelbinders aan het frame (Figure 35).

    g032515

    Note: Bevestig de slangen niet aan hete of bewegende onderdelen.

De sproeierslang bevestigen

  1. Breng de R-klem aan rond de slangconnector (Figure 36).

    g032523
  2. Gebruik de slotbout ("x") en de moer om de R-klem aan de slangbeugel te bevestigen (Figure 36).

  3. Draai de bout vast met 1017 tot 1243Ncm.

De kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom 1
Relais 1
Zekering (60A)1
Zekering (10A)2
Kabelklemband 3
Zekeringhouder voor kabelboom – onderdeelnummer 92-2641 (apart verkrijgbaar)1
Sleutelstartkabelboom – onderdeelnummer 107-0672 (apart verkrijgbaar)1

Kabelboom monteren

  1. Monteer de volgende onderdelen op de kabelboom (Figure 37).

    g032518
  2. Sluit het relais aan op de relaisaansluiting (Figure 37).

  3. Monteer de zekering (60A) op de zekeringhouder (Figure 37).

  4. Monteer de zekering (10A) op de zekeringbasis en bevestig met de zekeringafsluiter (Figure 37).

De kabelboom leiden

Alleen Kubota
  1. Leid de 3 cabineaansluitingen door de pakkingring (Figure 38).

    g032517
  2. Leid de draad van het hulpaggregaat over de framesteun, omlaag langs de rolbeugelstang en naar de bedieningsorganen (Figure 38).

  3. Gebruik de kabelbinders om de kabelboom te bevestigen aan het frame.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

De kabelboom leiden

Alleen Yanmar
  1. Leid de 3 cabineaansluitingen door de pakkingring (Figure 39).

    g032516
  2. Leid de draad van het hulpaggregaat over de framesteun, omlaag langs de rolbeugelstang en naar de bedieningsorganen (Figure 39).

  3. Leid de draad voor het sproeierreservoir over de framesteun, omlaag langs de rolbeugelstang en naar het sproeierreservoir (Figure 39).

  4. Gebruik de kabelbinders om de kabelboom te bevestigen aan het frame.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

De draad van het hulpaggregaat – zekeringhouder van de machine aansluiten

Note: Als u niet beschikt over een vrije sleuf in de zekeringhouder van de machine, ga dan naar De draad van het hulpaggregaat aansluiten – bijkomende zekeringhouder voor de kabelboom.

  1. Gebruik de 3 drukvergrendelingen om het bedieningscompartiment te openen (Figure 40).

    g032521
  2. Leid de draad van het hulpaggregaat (groene isolatie) van de kabelboom (set) in het bedieningscompartiment (Figure 41).

    g233782
  3. Bij de zekeringhouder (Figure 41) moet u de volgende draadparen aansluiten:

    OnderdeelKleur draadType connector
    Bijgeleverde kabelboom – draad van hulpaggregaatGroenGesoleerde connector met plat contact
    Zekeringhouder – machinekabelboom (optiesrelais)RozeGesoleerde vrouwelijke connector

    Note: Als de draad van het hulpaggregaat wordt gebruikt in een ander circuit, moet u een bijkomende zekeringhouder voor de kabelboom en sleutelstartkabelboom monteren; zie stappen 1 tot 3.

  4. Plaats de zekering (10A) in de sleuf in de zekeringhouder (Figure 41).

  5. Gebruik de kabelbinders om de draad te bevestigen.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

De draad van het hulpaggregaat aansluiten – bijkomende zekeringhouder voor de kabelboom

Note: Volg deze procedure als u niet beschikt over een vrije sleuf in de zekeringhouder van de machine.

  1. Monteer de bijkomende zekeringhouder voor de kabelboom (onderdeelnr. 90-2641) op de zekeringhouder van de machine (Figure 42).

    g234232
  2. Sluit de zekeringhouder voor de kabelboom (onderdeelnr. 92-2641) als volgt aan op de zekeringhouder (Figure 42) van de machine:

    OnderdeelKleur draadType connector
    Zekeringhouder voor kabelboom (onderdeelnummer 92-2641)Rood (10AWG)Connector met plat contact
    Zekeringhouder – kabelboom van de machineRood (10AWG – optionele zekeringhouder)Vrouwelijke connector
  3. Sluit de sleutelstartkabelboom (onderdeelnr. 107-0672) als volgt aan op de draad van de kabelboom voor de zekeringhouder (onderdeelnr. 92-2641) (Figure 42):

    OnderdeelKleur draadType connector
    Sleutelstartkabelboom (onderdeelnr. 107-0672)Blauw (18AWG)Niet-gesoleerde vrouwelijke connector
    Zekeringhouder voor kabelboom (onderdeelnummer 92-2641)Rood (12AWG)Gesoleerde connector met plat contact
  4. Sluit de sleutelstartkabelboom (onderdeelnr. 107-0672) als volgt aan op de draad van het hulpaggregaat van de kabelboom van de Polar trac set (Figure 42):

    OnderdeelKleur draadType connector
    Sleutelstartkabelboom (onderdeelnr. 107-0672)Blauw (18AWG)Gesoleerde vrouwelijke connector
    Kabelboom Polar Trac setGroen (18AWG – cabine stroom inschakelen)Niet-gesoleerde connector met plat contact
  5. Plaats de zekering (10A) in de sleuf in de zekeringhouder (Figure 42).

  6. Gebruik de kabelbinders om de draad te bevestigen.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

Het sproeierreservoir aansluiten

  1. Sluit de stekker aan op het sproeierreservoir (Figure 43).

    g032522
  2. Gebruik de kabelbinders om de kabelboom te bevestigen aan het frame.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

De accu aansluiten

  1. Leid de rode en zwarte draden van 10AWG langs de buis van de rolbeugel aan de linkerkant van het frame en naar de accu toe (Figure 38).

  2. Verwijder de klem van de minpool en vervolgens de klem van de pluspool van de accu (Figure 44).

    g032519
  3. Verwijder de moeren van de poolbouten (Figure 44).

  4. Monteer de aansluiting van de minpool (zwarte draad) op de bout van de minpool en breng de moer losjes aan (Figure 44).

  5. Monteer de aansluiting van de pluspool (rode draad) op de bout van de pluspool, en breng de moer losjes aan (Figure 44).

  6. Sluit de klem van de pluspool aan op de pluspool van de accu, en vervolgens de klem van de minpool op de minpool van de accu (Figure 44).

  7. Gebruik de kabelbinders om de kabelboom te bevestigen aan het frame.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

De bodemplaat monteren (alleen Kubota)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bodemplaat 1
Bout ("x1") 2
Bout ("x1") 2
Flensmoer (")4

Gebruik de bout ("x1") en moeren om de bodemplaat aan het frame te bevestigen (Figure 45).

g032568

De rolbeugel verwijderen

Note: Laat iemand u helpen om de rolbeugel van de machine te verwijderen.

  1. Laat iemand anders de rolbeugel ondersteunen.

  2. Verwijder de R-pennen en de borgpennen van het scharnier uit de rolbeugel en bewaar de R-pennen voor later (Figure 46).

    g032775
  3. Verwijder de ankerbout en de koordring.

  4. Verwijder de rolbeugel van de machine.

  5. Bewaar de rolbeugel.

Note: Bewaar het bevestigingsmateriaal dat u in deze procedure verwijderd hebt of monteer het losjes zodat u het bij de hand hebt voor seizoensgebonden conversie.

Het zomerframe verwijderen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Rol2
Linkerbeugel1
Rechterbeugel1
Bout ("x2")2
Bout ("x")2
Flensmoer (")4
Gaffelpen 2
Zelftappende schroef (")2
Slangpluggen 2

De conversierollen monteren

  1. Gebruik een krik om de achterwielen van de grond te brengen en ondersteun ze met een assteun.

  2. Op machines met een serienummer kleiner dan 312999999 bevestigt u de verticale buissteun aan de achterste hoeken van het maaidekframe; gebruik hierbij een gaffelpen en een zelftappende schroef (") (Figure 47).

    g024844
  3. Op tractie-eenheden met een serienummer groter dan 313000001 monteert u een conversiebeugel (rechts of links) op de onderzijde van de juiste achterhoek van het maaidekframe; gebruik hierbij een zelftappende schroef ("x") (Figure 48).

    Note: Richt de beugel naar het uiteinde van het achterframe.

    g024845
  4. Monteer de rol op de conversiebeugels; gebruik hierbij een bout ("x2") en een flensmoer (Figure 48).

Het bestuurdersplatform verwijderen

  1. Kantel het bestuurdersplatform in de vergrendlede stand (Figure 49).

    g032441
  2. Maak de draaiarm en de draaibeugel los door de R-pen te verwijderen waarmee de draaipen en de ring bevestigd zijn (Figure 50).

    g032774

    Note: Bewaar het bevestigingsmateriaal dat u in deze procedure verwijderd hebt of monteer het losjes zodat u het bij de hand hebt voor seizoensgebonden conversie.

  3. Verwijder de 2 R-pennen van de draaipennen waarmee het bestuurdersplatform met de draaibeugel is verbonden (Figure 51).

    g032443
  4. Verwijder met twee personen de draaipennen en het bestuurdersplatform (Figure 51).

    Note: Bewaar het deksel voor seizoensgebonden conversie.

  5. Plaats de draaipennen die u eerder verwijderd hebt door het stoelplatform en de draaibeugel, en bevestig met de R-pennen.

De aftakas afkoppelen

  1. Zet de bouten en moeren van de aandrijfas van de aftakas los.

  2. Verwijder de rolpen en trek de aandrijfas van de as van de tandwielkast (Figure 52).

    g004928

    Note: Bewaar het bevestigingsmateriaal dat u in deze procedure verwijderd hebt of monteer het losjes zodat u het bij de hand hebt voor seizoensgebonden conversie.

Het zomerframe loskoppelen

  1. Verwijder de bouten en 2 beschermplaten om bij de moeren en bouten te komen waarmee het zomerframe aan de machine is bevestigd (Figure 53).

    g032736
  2. Zet 2 assteunen onder het frame om de achterkant van de machine te ondersteunen (Figure 54).

    g032569
  3. Plaats een geschikte opvangbak onder de klep en koppel de hydraulische slangen van de regelklep (Figure 55).

    g032445
  4. Maak de 2 aansluitingen in de regelklep los en rol ze op; berg ze nadien op in de bedieningskast tot de volgende conversie.

  5. Monteer de doppen van de winterklepset op de fitting van de regelklep en sluit de slangen af met de meegeleverde doppen.

    Note: Neem gemorste hydraulische vloeistof op.

  6. Verwijder de borgring, de bout waarmee de draaipen is bevestigd en de draaipen zodat u de cilinder uit de weg kunt bewegen.

    g032735
  7. Verwijder de borgmoeren en bouten waarmee het zomerframe is bevestigd aan het frame van de machine (Figure 57 en Figure 58).

    g032444
    g032737
  8. Rol het zomerframe naar voren en stal het voor de volgende seizoensgebonden conversie (Figure 59).

    g032570

Note: Bewaar het bevestigingsmateriaal dat u in deze procedure verwijderd hebt of monteer het losjes zodat u het bij de hand hebt voor seizoensgebonden conversie.

De cabine monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Cabine 1
Afdichtingsrubber 2
Schuimrubber afdichting achteraan 1
Schuimrubber afdichting rechts achteraan 1
Schuimrubber afdichting links achteraan 1
Schuimrubber afdichting rechts midden 1
Schuimrubber afdichting links midden 1
Schuimrubber afdichting tank rechts 1
Schuimrubber afdichting vooraan aan de zijkant 2
Schuimrubber afdichting vooraan 1
Schuimrubber afdichting links aan de zijkant 1
Schuimrubber afdichting rechts aan de zijkant 1
Rubberen demper 4
Bout ("x3")4
Ring (")4
Grote ring 4
Moer (")4
Bout ("x3") 2
Borgmoer (")2

De veiligheidssticker aanbrengen

Volg deze procedure alleen indien dit vereist wordt door de lokale verkeerswetgeving.

Breng de veiligheidssticker aan op de achterruit zoals getoond in Figure 60.

g030478

De afdichtingen van de cabine monteren

Note: Zorg dat de montagelocatie schoon is voordat u de schuimrubber afdichtingen aanbrengt.

  1. Breng de schuimrubber afdichting achteraan aan op de gehoekte lip achteraan de cabine; zie Figure 61.

    g028726
  2. Monteer de achterste schuimrubber afdichtingen links en rechts aan de binnenhoeken van de onderrand achteraan het cabineframe; zie (Figure 61).

    Note: De binnenrand van de voorste poten van de schuimrubbers moet ongeveer 3mm van de binnenrand van de zijdelingse afdichtingspanelen van het cabineframe verwijderd zijn.

  3. Lijn de binnenste randen van de middelste schuimrubbers links en rechts uit met de achterste schuimrubbers links en rechts en borg de lipjes (Figure 61).

    Note: De binnenrand van de voorste poten van de schuimrubbers moet ongeveer 3mm van de binnenrand van de zijdelingse afdichtingspanelen van het cabineframe verwijderd zijn.

  4. Lijn de binnenste randen van de tankschuimrubbers links en rechts uit met de middelste schuimrubbers links en rechts, en vergrendel de lipjes (Figure 62).

    Note: De binnenrand van de voorste poten van de schuimrubbers moet ongeveer 3mm van de binnenrand van de zijdelingse afdichtingspanelen van het cabineframe verwijderd zijn.

  5. Druk de voorrand van de linkse en rechtse zijschuimrubbers tegen het kanaal en borg de schuine achterrand van de zijschuimrubbers met de tankschuimrubbers (Figure 62).

    Note: Er kan een beetje speling zijn tussen de tankschuimrubbers en de schuine rand van de zijschuimrubbers.

    g028740
  6. Centreer de schuimrubber afdichting vooraan op het voorpaneel (Figure 63).

    Note: Zorg dat de achterrand van de schuimrubber afdichting vooraan uitgelijnd is met de achterste rand van het voorpaneel van het cabineframe.

  7. Druk de voorrand van de schuimrubber afdichting vooraan aan de zijkant in de schuimrubber afdichting vooraan en lijn de binnenranden van de schuimrubber afdichting uit met de binnenranden van de afdichtingspanelen van het cabineframe (Figure 63).

    g028728

De cabine op het winterframe monteren

  1. Gebruik de 4 hijspunten om de cabine boven de machine te hijsen (Figure 64).

    g030873

    Note: Zorg ervoor dat het hijstoestel het cabinedak of de headliner niet raakt als het de cabine hijst.

  2. Laat de cabine op de machine zakken en zorg ervoor dat de 2 boutopeningen op de voorste steunen zijn uitgelijnd (Figure 65).

    g032780
  3. Breng een rubberen demper aan op de montagelocaties (Figure 65).

  4. Gebruik de bout ("x3"), de grote ring en de flensmoer om de cabine op de machine te monteren (Figure 65).

  5. Draai de bout (x3") aan tot de rubberen demper samengedrukt is tot een dikte van 22mm.

Het winterframe monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Winterframe1
Koppeling 2
Bout ("x4") 2
Ring (") 2
Plaat van toevoerslang 1
Plaat van retourslang 1

De cabine kantelen

  1. Verwijder de 2 bouten waarmee de afdekplaat aan weerszijden van de machine is bevestigd en bewaar ze (Figure 66).

    g032781
  2. Plaats de hefbalk over het cabineframe (Figure 67).

    g032782
  3. Draai afwisselend enkele slagen aan de hijsschroeven tot de cabine naar voren kantelt (Figure 67).

  4. Draai enkele slagen aan de ene hijsschroef en vervolgens aan de andere om de cabine naar voren te kantelen.

Het winterframe op de machine zetten

  1. Lijn het winterframe uit met de machine en rol het achteruit (Figure 68).

    g032779
  2. Beweeg de machine met een krik naar boven of naar beneden om de boutopeningen van de machine op gelijke hoogte te brengen met die van het winterframe.

  3. Plaats de machine op assteunen (Figure 68).

  4. Gebruik de koppeling, de bout ("x4") en de ring om het winterframe te bevestigen aan het machineframe (Figure 69).

    g032572
  5. Draai de bout vast met een torsie van 359 Nm.

De cabine op de machine bevestigen

  1. Draai afwisselend enkele slagen aan de hijsschroeven om de achterkant van de cabine op de machine te laten zakken (Figure 70).

    g032783
  2. Gebruik de bout ("x3") en ("x3") om de montagebeugel van de cabine losjes aan weerszijden van de rolbeugelbuis te bevestigen (Figure 71).

    g032662

    Note: Richt de montagebeugel van de cabine naar de voorzijde van de machine.

  3. Breng een rubberen demper aan op de montagelocaties van het cabineframe (Figure 72).

    g032784
  4. Gebruik de bout ("x3"), de grote ring en de flensmoer om de cabine op de machine te monteren (Figure 72).

  5. Draai de bout ("x3") aan tot de rubberen demper samengedrukt is tot een dikte van 22mm.

  6. Draai de bouten en moeren vast waarmee de steunen van de cabinebevestigingen vastzitten aan de rolbeugelstangen (Figure 71).

    • Haal de bouten (" x 3") aan met een torsie van 91 tot 113 Nm.

    • Haal de bouten ("x3") aan met een torsie van 322 tot 396Nm.

  7. Verwijder de hefbalk en monteer de afdekplaat die u eerder opzij hebt gezet (Figure 66).

De slangen leiden en aansluiten

  1. Leid de sproeierbuis, de toevoerslang van de verwarming en de retourslangen van de verwarming door de pakkingring (Figure 73).

    g032663
  2. Sluit de sproeierbuis, de toevoerslang van de verwarming en de retourslang van de verwarming aan op de daartoe voorziene plaatsen.

  3. Leid de aftapslang door de pakkingring en omlaag langs de onderste rolbeugelbuis (Figure 73).

  4. Gebruik kabelbinders om de aftapslang aan de rolbeugelbuis te bevestigen.

De kabelboom aansluiten

  1. Leid de kabelboom van de cabine naar de kabelboom van de machine (Figure 74).

    g032664
  2. Sluit de connectoren van de kabelboom van de cabine aan op de passende connectoren van de kabelboom van de machine.

  3. Gebruik kabelbinders om de draden te bevestigen.

    Note: Bevestig de kabelboom niet aan hete of bewegende onderdelen.

De achterplaat monteren

  1. Gebruik de 5 bouten ("x") om de achterplaat te bevestigen aan de machine (Figure 75).

    g234180g032665

    Note: Monteer eerst de middelste en vervolgens de overige bouten.

  2. Draai de bouten vast met een torsie van 37 tot 45Nm.

De achterwielen verwijderen

  1. Draai de wielmoeren van de achterwielen los.

  2. Gebruik een krik om de achterwielen van de grond te brengen en ondersteun het frame met assteunen (Figure 76).

    g032569
  3. Verwijder de achterwielen van de machine.

  4. Monteer de bout ("x4"); zie Figure 77.

    g032575
  5. Draai de bout vast met een torsie van 359Nm.

De aandrijving van de aftakas aansluiten

  1. Verwijder de 2 bouten waarmee het bestuurdersplatform aan de machine is bevestigd om toegang te krijgen tot het aansluitmechanisme van de aftakas (Figure 78).

    g032576
  2. Lijn de gaten van de rolpennen uit en schuif de gaffel van de aftakas over de aftakas van het winterframe (Figure 79).

    g032627
  3. Monteer de rolpen (Figure 79).

  4. Draai de bouten vast om de gaffel aan de as te bevestigen.

  5. Gebruik de 2 bouten (5/16"x") die u eerder verwijderd hebt om het bestuurdersplatform te bevestigen aan het winterframe (Figure 78).

De hydraulische slangen aansluiten

  1. Zet bij de tandwielpomp de fitting van de toevoerslang los en draai de fitting naar de voorzijde van de machine (Figure 80).

    g032631
  2. Zoek de 2 slangen die u verwijderd hebt van de maaidekhefcilinder en breng de juiste slangovertrek aan op de slangen.

  3. Gebruik kabelbinders om de uiteinden van de slangovertrek aan de slang te bevestigen.

  4. Leid de slangen naar de voorzijde van de machine (Figure 81)

    g032632
  5. Leid de toevoerslang door de pakkingring en koppel ze aan op de buisconnector (Figure 82).

    g032630
  6. Sluit de retourslang aan op de regelklep (Figure 82).

  7. Draai alle slangaansluitingen vast.

Note: Bevestig de slangen niet aan hete of bewegende onderdelen.

De wielen monteren

  1. Monteer het wiel op de naaf (Figure 83).

    g032628
  2. Draai de wielmoeren vast om de wielen aan het frame te bevestigen (Figure 83).

  3. Draai de wielmoeren vast met een torsie van 88 tot 115Nm; hou daarbij de onderstaande volgorde aan (Figure 84).

    g032629

De rupsbanden monteren

Voorzichtig

De rupsbandgeleiders hebben veel mogelijke knelpunten. Contact met n van deze knelpunten kan ernstige persoonlijke letsels veroorzaken.

Neem de rubberen rupsband voorzichtig vast aan de buitenranden – vr de stalen geleiders – wanneer u de rupsband probeert te bewegen.

  1. Zet 2 assteunen onder de achterzijde van het frame om de machine te ondersteunen wanneer u de voorzijde van de machine optilt (Figure 85).

    g032669
  2. Verwijder de borgmoer en de ring van de tapbout op de aanslag van het draaimechanisme; bewaar de moer en de ring (Figure 86).

    g032573
  3. Zoek het scharnierpunt voor de werktuigarm van het winterframe (Figure 87).

    g032732
  4. Krik het winterframe op (Figure 88).

    g032738
  5. Plaats het winterframe op assteunen (Figure 89).

    g032740
  6. Verwijder de voorwielen (Figure 89).

  7. Leg de rupsbanden om de middelste en de achterste wielen (Figure 90).

    g032739
  8. Monteer de voorste wielen op het winterframe; zie De wielen monteren.

  9. Haal de assteunen weg met een krik en laat de machine neer op de grond.

  10. Monteer de borgmoer en de ring op de tapbout van de aanslag van het draaimechanisme (Figure 91).

    g032573
  11. Draai de moer aan tot 91-113Nm.

De montage voltooien

  1. Breng de motorkap aan op de machine.

  2. Vul het sproeiervloeistofreservoir.

  3. Vul de radiateur. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor vloeistofspecificaties.

  4. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en vul indien nodig bij; raadpleeg de Gebruikershandleiding voor de specificaties van de hydraulische vloeistof.

  5. Sluit de minkabel (-) aan op de accu.

  6. Start de machine, beweeg de hefarm op en neer en controleer op hydraulische lekken.

  7. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en de koelvloeistof opnieuw en vul indien nodig hydraulische vloeistof en koelvloeistof bij.

  8. Stal het zomerframe, de componenten en het bevestigingsmateriaal voor de volgende seizoensgebonden conversie.

Algemeen overzicht van de machine

g004965

Cabineknoppen

g032785

Bedieningspaneel klimaatcontrole

Gebruik het bedieningspaneel voor de klimaatcontrole om de temperatuur in de cabine te regelen (Figure 94).

g032787

Temperatuurregeling

Draai aan de temperatuurregelingsknop om de temperatuur in de cabine te regelen (Figure 94).

Ventilatorregeling

Draai aan de ventilatorregelingsknop om de snelheid van de ventilator te regelen (Figure 94).

Luchtcirculatieregeling

Stelt de cabine in op luchtcirculatie, ofwel lucht aanzuigen van buiten de cabine (Figure 94).

Bedieningspaneel lichten

Gebruik het bedieningspaneel voor de lichten om de lichten van de machine te bedienen (Figure 95).

g032786

Schakelaar van koplampen

Met deze schakelaar kunt u de koplampen aan- en uitzetten (Figure 95).

Schakelaar van cabinelamp

Gebruik deze schakelaar om de cabinelamp in of uit te schakelen (Figure 95).

Gevarenlichtschakelaar

Gebruik deze schakelaar om de gevarenlichten in of uit te schakelen (Figure 95).

Richtingaanwijzerschakelaar

Gebruik deze schakelaar om de richtingaanwijzers in of uit te schakelen (Figure 95).

Ruitenwisserschakelaar

Gebruik deze schakelaar om de ruitenwissers in of uit te schakelen (Figure 93).

Schakelaar aansluitpunt

Met deze schakelaar kunt u bepalen welk aansluitpunt ingeschakeld wordt (Figure 93).

Achterruitvergrendeling

Achterruitvergrendeling

g032824

Til de vergrendelingen op om de ruit te openen (Figure 96). Druk op de vergrendeling om de ruit de geopende stand te vergrendelen. Druk de vergrendeling uit en omlaag om de achterruit te sluiten en vast te zetten.

Important: Sluit de achterruit voordat u de motorkap opent om schade te voorkomen.

Gebruik van het pedaal

Gebruik het pedaal om de werktuigarm te bedienen (Figure 97).

g032788

Linkerpedaal

Het linkerpedaal dient om het werktuig omhoog en omlaag te brengen (Figure 97).

Rechterpedaal

Het rechterpedaal dient om het werktuig te bedienen (Figure 97).

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Veiligheid staat voorop

Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen.

Gevaar

Bij maaien op nat gras, ijs of een gladde helling bestaat de kans dat de machine gaat glijden en u de controle over de machine verliest.

Als de rupsbanden over randen heen komen, kan dat tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel kan veroorzaken.

Lees de instructies voor de omkantelbeveiliging en de waarschuwingen door en neem deze in acht.

Om te voorkmen dat u de controle over de machine verliest en deze omslaat, moet u de volgende richtlijnen in acht nemen:

  • Maai niet in de buurt van steile hellingen of water.

  • Verminder uw snelheid en wees uiterst voorzichtig op hellingen.

  • Verander niet plotseling de rijrichting of de snelheid van de machine. Gebruik altijd veiligheidsgordels

Voorzichtig

Deze machine stelt de bestuurder bloot aan geluidsniveaus van meer dan 85dBA. Bij langdurige blootstelling kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.

Draag gehoorbescherming als u deze machine gebruikt.

g000504

De werktuigen gebruiken

  • Lees de Gebruikershandleiding van het werktuig voordat u de machine gebruikt.

  • Ga voor het aansluiten na of de hydraulische snelkoppelingen vrij zijn van verontreiniging.

  • Houd de uitgangsas gesmeerd om roestvorming te voorkomen.

  • Gebruik de vermogenaftakas nooit met het werktuig in de opgeheven stand. U zult lawaai horen van de aandrijflijn van de vermogenaftakas als het werktuig zich in de opgeheven stand bevindt.

Monteer het werktuig als volgt:

  1. Verwijder werktuigen van de machine.

  2. Rijd de machine achter de koppeling van het werktuig. Breng de koppeling van de machine omhoog in de koppeling van het werktuig.

  3. Bevestig de koppelingen met de koppelingspen en de R-pen zoals op Figure 99.

    g004972

De draden van de sneeuwfrees leiden

Leid de draden van de sneeuwfrees van de cabine door het oog naar de sneeuwfrees.

g032850

Het winterframe verwijderen

Note: Bewaar het bevestigingsmateriaal dat u in deze procedure verwijderd hebt of monteer het losjes zodat u het bij de hand hebt voor seizoensgebonden conversie.

De machine voorbereiden op seizoensgebonden conversie

  1. Start de machine en verwijder werktuigen.

    Note: Plaats de machine zodanig dat u het winterframe kunt wegrollen, het zomerframe kunt monteren en de achterkant van de machine kunt optillen met een krik. Bewaar het werktuig volgens de instructies in de Gebruikershandleiding van de fabrikant.

  2. Laat de hefarm van het A-frame neer.

  3. Maak de accukabel los die aan de minpool (-) van de accu gekoppeld is.

De aftakas afkoppelen

  1. Verwijder de 2 bouten waarmee het scherm van de bodemplaat is bevestigd en verwijder het deksel (Figure 101).

    g032576
  2. Verwijder de rolpen en draai de 2 bouten los waarmee de aandrijfas aan de as van de tandwielkast is bevestigd (Figure 102).

    g032627
  3. Bewaar de rolpen.

De rupsbanden verwijderen

  1. Zet 2 assteunen onder de achterkant van het machineframe (Figure 103).

    g032669
  2. Verwijder de borgmoer en de ring van de tapbout in de aanslag van het draaimechanisme (Figure 104).

    g032573
  3. Plaats een krik onder het scharnierpunt voor het werktuig en krik de voorkant van het frame op tot de middelste wielen naar achteren zwaaien en bijna de achterwielen raken (Figure 105).

    g032731
  4. Ondersteun de voorzijde van het winterframe met assteunen.

  5. Verwijder de voorwielen van het winterframe.

  6. Verwijder de rupsbanden van het winterframe.

  7. Monteer de voorste wielen op het winterframe; zie De wielen monteren.

  8. Laat het winterframe op de grond zakken met een krik.

  9. Monteer de platte ring (") en de borgmoer op de aanslag van het draaimechanisme en draai de ring en moer vast (Figure 104).

De hydraulische slangen afkoppelen

  1. Plaats een geschikte opvangbak onder de regelklep (Figure 106).

  2. Maak de toevoerslang los van de buisconnector en trek ze uit de doorlopende opening (Figure 106).

    g032630
  3. Maak de retourslang los van de regelklep (Figure 106).

  4. Plaats doppen op de fittings in het geval van langdurige stalling.

Note: Neem gemorste vloeistof op.

De kabelboom loskoppelen

  1. Verwijder de 5bouten waarmee de achterkap is bevestigd aan de cabine (Figure 107).

    g032665
  2. Verwijder eventuele kabelbinders waarmee de draad van het hulpaggregaat bevestigd is aan de cabine en trek de draad naar de machine.

  3. Koppel de kabelboom van de machine los van de kabelboom van de cabine (Figure 108).

    g032664
  4. Bevestig de kabelbomen in het geval van seizoensgebonden stalling.

De cabineslangen loskoppelen

  1. Koppel de sproeierbuis, de toevoerslang van de verwarming en de retourslang van de verwarming af (Figure 109).

    g032663
  2. Verwijder eventuele kabelbinders waarmee de aftapbuis aan de machine is bevestigd (Figure 109).

  3. Trek alle slangen en buizen uit de pakkingringen en bevestig ze in het geval van seizoensgebonden stalling.

  4. Sluit de slangen af met slangpluggen in het geval van seizoensgebonden stalling.

  5. Vervang de winterpakkingring door de zomerpakkingring (Figure 110).

    g032851
  6. Monteer de achterplaat; zie De achterplaat monteren.

Note: Neem gemorste vloeistof op.

De cabine loskoppelen

  1. Verwijder de bouten waarmee de montagebeugel van de cabine bevestigd is aan de rolbeugelbuis achteraan het cabineframe (Figure 111).

    g032662
  2. Verwijder de 2 bouten waarmee de afdekplaat aan weerszijden van de machine is bevestigd (Figure 112).

    g032733
  3. Plaats de hefbalk over het cabineframe (Figure 113).

    g032734
  4. Draai afwisselend enkele slagen aan de hijsschroeven tot de cabine naar voren kantelt (Figure 113).

Het winterframe van de machine koppelen

  1. Verwijder de afdekplaten en bewaar ze (Figure 114).

    g032736
  2. Krik de achterkant van de machine op zodat u de zomerwielen kunt monteren en ondersteun het frame met assteunen (Figure 115).

    g032669
  3. Verwijder de achterwielen.

  4. Verwijder de bouten en ringen die zich het dichtst bij de achterste naven bevinden (Figure 116).

    g032575
  5. Monteer de zomerwielen; zie De wielen monteren.

  6. Gebruik een krik om de zomerwielen op de grond te laten zakken en ondersteun de achterzijde van het frame met assteunen (Figure 115).

  7. Verwijder de bout, ring en koppeling van het machineframe (Figure 117).

    g032572
  8. Rol het winterframe bij het machineframe vandaan (Figure 118).

    g032768
  9. Monteer de achterplaat op de cabine; zie De achterplaat monteren.

Het zomerframe monteren

Het zomerframe aan de machine koppelen

  1. Lijn het zomerframe uit met het machineframe en rol het achteruit (Figure 119).

    g032769
  2. Lijn de boutopeningen uit zodat u aan de linkerkant van de machine losjes bouten en afstandsringen kunt monteren (Figure 121).

    g032855
  3. Lijn de boutopeningen uit zodat u aan de rechterkant van de machine losjes bouten en afstandsringen kunt monteren (Figure 122).

    g032856
  4. Draai de bouten aan met een torsie van 359Nm om het zomerframe aan het machineframe te bevestigen.

Het hydraulische systeem van het zomerframe aankoppelen

  1. Plaats een geschikte opvangbak onder de klep en koppel de hydraulische slangen van de regelklep.

  2. Zet de fitting van de toevoerslang die bevestigd is aan de tandwielpomp los en draai de toevoerslang naar de rechterkant van de machine (Figure 122).

    g032777
  3. Bevestig de hefcilinder van het maaidek aan de draaistang; gebruik hierbij de borgring, de draaipen en de bout (Figure 123).

    g032735
  4. Verbind de hydraulische retourslang met de opening die aangeduid is met 'T' op de regelklep (Figure 124).

    g032445
  5. Verbind de hydraulische toevoerslang met de opening die aangeduid is met 'P2' op de regelklep (Figure 124).

  6. Draai alle slangfittingen vast om lekkage te voorkomen.

De aftakas aansluiten

  1. Verbind de aandrijfas met de as van de tandwielkast; gebruik hiervoor de rolpen (Figure 125).

    g032627
  2. Draai de bouten op de gaffel van de aftakas vast met een torsie van 20 tot 25Nm.

De maaidek- en afdekplaten monteren

  1. Gebruik de draaipen en de R-pen om het bestuurdersplatform te bevestigen; zie Figure 126.

    g032773
  2. Gebruik de ring en de R-pen om de hefarm aan de bestuurdersplaat te bevestigen (Figure 127).

    g032774
  3. Gebruik de bouten ("x") om de afdekplaten te bevestigen aan de machine (Figure 128).

    g032736

De conversierollen verwijderen

  1. Verwijder de conversierollen aan beide zijden van het zomerframe (Figure 129).

    g032776
  2. Bewaar ze voor de volgende seizoensgebonden conversie.

De rolbeugel monteren

Note: Vraag iemand om u te helpen bij de montage van de rolbeugel.

  1. Breng de gaten in de rolbeugel op een lijn met de gaten in de onderste rolbeugelbuis (Figure 130).

    g032775
  2. Monteer de ankerbout en de koordring aan de bovenste openingen in de rolbeugel en de onderste rolbeugelbuis en draai de bout met de hand vast (Figure 130).

  3. Herhaal stap2 aan de andere kant van de machine.

  4. Plaats de borgpennen van het scharnier door de onderste openingen in de rolbeugel en de onderste rolbeugelbuis en bevestig de borgpennen met de R-pennen (Figure 130).

De montage van het zomerframe voltooien

Sluit de accu aan; zie De accu aansluiten.

Onderhoud

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
After the first 10 operating hours
  • Bevestigingsbouten van het frame aandraaien.
  • Wielmoeren aandraaien.
  • After the first 250 operating hours
  • De luchtfilters in de cabine reinigen(filters vervangen als ze beschadigd of heel erg vuil zijn).
  • Every 50 hours
  • Spuit vet in de smeernippels.Smeer de machine vaker als de machine in zeer stoffige of zanderige omstandigheden wordt gebruikt.
  • De bandenspanning controleren.
  • Every 200 hours
  • Wielmoeren aandraaien.
  • Waarschuwing

    Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.

    Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.

    Smering

    Machine smeren

    1. Zet de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.

    2. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje uit het contact en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.

    3. Reinig de smeernippels met een doek.

      Note: Verwijder indien nodig verf van de voorkant van de fitting.

    4. Sluit een smeerpistool aan op de smeernippel en spuit vet in de nippels totdat er vet bij de lagers naar buiten komt.

    5. Veeg overtollig vet weg.

    Onderhoud elektrisch systeem

    Important: Als u werkzaamheden aan het elektrische systeem verricht, moet u altijd de accukabels, de min (-) kabel eerst, loskoppelen om mogelijk beschadiging van de bedrading tengevolge van kortsluiting te voorkomen.

    Zekeringen controleren

    Raadpleeg de bij de cabine geleverde Gebruikershandleiding voor aanwijzingen in verband met zekeringen.

    Als er problemen zijn met het elektrische systeem van de machine, moet u de zekeringen controleren. Verwijder alle zekeringen n voor n uit de zekeringhouder en controleer de zekeringen om te bepalen of ze gesprongen (doorgebrand) zijn. Als u een zekering moet vervangen, dient u altijd een zekering van hetzelfde type en hetzelfde ampre te plaatsen als de oude zekering, omdat anders schade aan het elektrische systeem kan ontstaan.

    Note: Als er vaak een zekering doorbrandt, komt dit waarschijnlijk door een kortsluiting in het elektrische systeem en moet dit worden gerepareerd door een vakbekwame onderhoudstechnicus.

    Onderhoud aandrijfsysteem

    De bandenspanning controleren

    Important: Controleer de luchtdruk in banden voordat u de machine gebruikt.

    Controleer of de bandenspanning 2,41bar bedraagt; zie Figure 131.

    Note: Ongelijke bandenspanning kan leiden tot tractieverlies. Als de machine tractie verliest, moet u de bandenspanning verhogen tot 3,45bar om de rupsbanden strakker te spannen.

    g001055

    De cabine reinigen

    Important: Wees voorzichting in de buurt van de afdichtingen en verlichting van de cabine (Figure 132). Als u een hogedrukreiniger gebruikt, hou de spuitstok dan minstens 0,6m van de machine vandaan. Richt de hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de afdichtingen en verlichting van de cabine of onder de overhang aan de achterzijde.

    g034330

    De luchtfilters reinigen

    1. Verwijder de duimschroeven en de roosters van de luchtfilters in en achter de cabine (Figure 133 en Figure 134).

      g028378
      g028379
    2. Reinig de filters door er schone, olievrije perslucht door te blazen.

      Important: Als er in een filter een gat, scheur of andere beschadiging zit, moet deze worden vervangen.

    3. Installeer de filters en het rooster en zet ze vast met de duimschroeven.

    Stalling

    De machine stallen

    1. Reinig de machine en de cabine grondig en let daarbij speciaal op de volgende punten:

      • Aftakas

      • Alle smeernippels en draaipunten

      • Smeer de gleuf van de uitgangsas van de vermogenaftakking om roest te voorkomen.

    2. Controleer de bandenspanning en breng de bande op de juiste spanning; zie De bandenspanning controleren.

    3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze vast indien nodig. Controleer in het bijzonder de 5 bouten waarmee het winterframe is bevestigd aan de tractie-eenheid. Draai deze vast met een torsie van 359Nm.

    4. Smeer of olie alle smeernippels, draaipunten en veeg overtollig smeermiddel weg.

    5. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden. Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken.