Inleiding

Important: Om de veiligheid en de prestaties van deze machine te optimaliseren en een juist gebruik ervan te garanderen, moet u de inhoud van deze Gebruikershandleiding zorgvuldig lezen en volledig begrijpen. Als u nalaat deze bedieningsinstructies op te volgen of geen goede training krijgt, kan dit leiden tot letsel. Ga naar www.Toro.com voor meer informatie over veilige bediening, inclusief veiligheidstips en trainingsmaterialen.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Neem rechtstreeks contact op met Toro via www.toro.com voor trainingsmaterialen over productveiligheid en -bediening, informatie over accessoires, om een verdeler te zoeken of om uw product rechtstreeks te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Toro verdeler of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figure 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g027159

Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figure 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Waarschuwing

CALIFORNIA

Proposition 65 Warning

Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Veiligheid

Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO5395:2013.

Onjuist gebruik of onderhoud van de machine kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Om het risico op lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet u zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden.

  • Voordat u met het maaidek gaat werken, moet u ervoor zorgen dat u alle instructies in de Gebruikershandleiding hebt gelezen, begrepen en uitgevoerd.

  • Laat de maaidekken neer op de grond, zet de parkeerrem in werking, zet de motor uit en haal het sleuteltje uit het contact als u de machine onbeheerd achterlaat.

  • Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid zodat u veilig met de maaidekken kunt werken.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal93-6688

Montage

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Het maaidek controleren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maaidek1

Nadat het maaidek is uitgepakt, controleert u het volgende:

  1. Controleer of er aan beide kanten van de messenkooi smeervet zit.

    Note: Er moet duidelijk vet te zien zijn op de inwendige gleuven van de as van de messenkooi.

  2. Controleer of alle moeren en bouten stevig zijn vastgezet.

  3. Zorg ervoor dat de ophanging van het draagframe vrij kan bewegen en niet vastloopt als deze vooruit en achteruit wordt bewogen.

De kickstandaard gebruiken

Als het maaidek moet worden gekanteld om bij het ondermes/messen te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek met de kick-standaard (meegeleverd met de tractie-eenheid) ondersteunen zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figure 3).

g027160

Het achterscherm verstellen

In de meeste gevallen wordt het maaisel het beste verspreid als het achterscherm dicht zit (vooruitworp). Bij zware of natte omstandigheden kan het achterscherm worden geopend.

Om het achterscherm te openen (Figure 4), maakt u de inbusbout los waarmee het scherm is bevestigd aan de linkerkant van de zijplaat. Daarna draait u het scherm open en zet u de inbusbout weer vast.

g027161

De losse onderdelen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Rechte smeernippel1
O-ring1

De smeernippel moet op de zijkant van het maaidek worden gemonteerd, aan de zijde van de messenkooimotor. Bepaal de stand van de messenkooimotoren aan de hand van Figure 5.

g031275
  1. Verwijder de stelschroef op de zijplaat van de messenkooimotor en gooi ze weg (Figure 6).

    g028640
  2. Monteer de rechte smeernippel (Figure 6).

  3. Als er zich geen inbusbouten op de zijplaat van de messenkooimotor bevinden, moet u deze monteren (Figure 6).

  4. Monteer de O-ring op de messenkooimotor (Figure 7).

    g033964
  5. Monteer de messenkooimotor en smeer de zijplaat totdat het overtollige smeervet uit de smeeropening komt (Figure 6).

Algemeen overzicht van de machine

MaaidekGewicht
0363854kg
0363954kg
0364155kg

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires

Originele onderdelen van Toro zijn de beste waarborg van uw investering en het optimale prestatievermogen van uw Toro maaimachine. Om de betrouwbaarheid te verzekeren levert Toro reserve-onderdelen die volledig voldoen aan de technische specificaties van onze machines. Kies voor zekerheid originele Toro onderdelen.

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

De machine afstellen

Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen

Voer deze stappen uit om het contact tussen ondermes en messenkooi af te stellen en de toestand en onderlinge werking van het ondermes en messenkooi te controleren. Test na deze procedure altijd de prestaties van de maaimachine en doe dit onder omstandigheden die normaal zijn voor uw werkgebied. Mogelijk moet u de machine nog verder afstellen om deze optimaal te laten maaien.

Important: Maak het contact tussen het ondermes en de messenkooi niet te groot; u zult het ondermes beschadigen.

  • Na het wetten van het maaidek of het slijpen van de messen kan het zijn dat u er enkele minuten mee moet maaien en vervolgens deze procedure uitvoeren om het contact tussen het ondermes en de messenkooi af te stellen; het ondermes en de messenkooi zetten zich namelijk naar elkaar.

  • Mogelijk is er nog verdere afstelling nodig als het om zeer dichte gazonbegroeiing gaat of als u een erg lage maaihoogte gebruikt.

U hebt het volgende gereedschap nodig om deze procedure uit te voeren:

  • Afstandsring (0,05mm)

  • Maaitestpapier

  1. Plaats het maaidek op een vlak, horizontaal oppervlak.

  2. Draai de stelschroeven van de ondermesbalk linksom zodat de ondermesbalk de messenkooi niet raakt (Figure 8).

    g019940
  3. Kantel het maaidek zodat u bij de snijplaat en de messenkooi kunt komen.

    Important: Zorg ervoor dat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijplaat niet op het werkvlak rusten (Figure 9).

    g027160
  4. Draai de messenkooi zodanig dat een mes het ondermes kruist op ongeveer 25mm van het uiteinde van het ondermes, aan de rechterzijde van het maaidek.

    Note: Breng een teken aan op dit mes om daaropvolgende afstellingen eenvoudiger te maken.

  5. Steek de afstandsring van 0,05mm tussen het gemarkeerde mes van de messenkooi en het ondermes op de plaats waar het mes het ondermes kruist.

  6. Draai de stelschroef aan de rechterkant van het ondermes rechtsom tot u lichte weerstand van de afstandsring voelt. Draai de stelschroef van het ondermes vervolgens twee klikstanden terug en verwijder de afstandsring.

    Note: Twee klikstanden terugdraaien is nodig omdat de afstelling van de ene zijde van de maaieenheid invloed heeft op de andere zijde, en omdat dit u ruimte geeft om de andere zijde af te stellen.

    Note: Als er een grote tussenruimte is, moet u de beide zijden eerst dichter bij elkaar brengen door beurtelings de linker- en rechterzijde vaster te draaien.

  7. Draai traag aan de messenkooi tot het mes dat u gecontroleerd hebt aan de rechterzijde het ondermes kruist op ongeveer 25mm van het uiteinde van het ondermes aan de linkerkant van het maaidek.

  8. Draai de stelschroef aan de linkerkant van de ondermesbalk rechtsom tot u de afstandsring met enige weerstand tussen de messenkooi en het ondermes kunt schuiven.

  9. Ga terug naar de rechterkant en stel zo nodig af om een lichte weerstand te verkrijgen op de afstandsring tussen hetzelfde mes en het ondermes.

  10. Herhaal stap 8 en 9 tot de afstandsring met enige weerstand door de beide tussenruimten kan worden geschoven. De tussenruimte met n klikstand verkleinen moet aan beide kanten voorkomen dat de afstandsring ertussen past.

    Note: Het ondermes is nu evenwijdig met de messenkooi.

    Note: Deze procedure is niet dagelijks nodig, maar wel na slijpen of demontage.

  11. Draai de beide stelschroeven van de ondermesbalk 1 klikstand rechtsom vanuit deze afstelling (d.w.z. terwijl de stelschroeven 1 klikstand vaster staan en de afstandsplaat niet past).

    Note: Elke klikstand beweegt het ondermes 0,022mm. Draai de stelschroeven niet te vast aan.

  12. Test de maaiprestaties door een lange strook Toro maaitestpapier tussen het ondermes en de messenkooi te steken, loodrecht op het ondermes (Figure 10).

    Note: Draai de messenkooi langzaam naar voren. Het papier moet gesneden worden.

    g027166

    Note: Als de messenkooi overmatig sleept, moet u het maaidek wetten of slijpen om de scherpe randen te verkrijgen die nodig zijn om precies te maaien.

Achterrol afstellen

  1. Zet de beugels van de achterrol (Figure 11) op de gewenste maaihoogte door de vereiste hoeveelheid afstandsstukken onder de montageflens op de zijplaat te plaatsen (Figure 11) volgens de maaihoogtetabel.

    g003324
  2. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en plaats een blok onder het ondermes.

  3. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van de rol en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de montageflenzen van de zijplaat.

  4. Laat de rol en de schroeven uit de montageflenzen van de zijplaat en de afstandsstukken zakken.

  5. Plaats de afstandsstukken op de schroeven op de beugels van de rollen.

  6. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken weer vast aan de onderkant van de montageflenzen met de schroeven die u eerder hebt verwijderd.

  7. Controleer of het contact tussen snijplaat en messenkooi correct is. Kantel de machine zodat u bij de voor- en achterrol en het ondermes kunt komen.

    Note: De stand van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de gemonteerde onderdelen; evenwijdig stellen is dus niet nodig. Er is een beperkte instelling mogelijk door het maaidek op een vlakke plaat te zetten en de inbusbouten van de zijplaat los te draaien (Figure 12).

    g027167
  8. Stel de inbusbouten af en draai ze vast tot 37 tot 45Nm.

Termen gebruikt in maaihoogtetabel

Maaihoogte-instelling

Dit komt overeen met de gewenste maaihoogte.

Basisinstelling van maaihoogte

De basisinstelling van de maaihoogte is de hoogte waarop de bovenrand van de snijbalk is ingesteld boven een gelijk oppervlak dat de onderkant van zowel de voorrol als de achterrol raakt.

Effectieve maaihoogte

Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid. Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte zal de effectieve maaihoogte variren afhankelijk van het type gras, het seizoen en de toestand van de grond. De instelling van de maai-eenheid (agressiviteit van maaien, rollen, ondermessen, gemonteerde werktuigen, gazoncompensatie-instellingen enz.) heeft ook een invloed op de effectieve maaihoogte. Controleer regelmatig de effectieve maaihoogte met de Turf Evaluator, model 04399, om de gewenste basisinstelling van de maaihoogte te bepalen.

Agressiviteit van maaistand

De agressiviteit van de maaistand van het maaidek heeft een duidelijke invloed op de prestaties van het maaidek. De agressiviteit van de maaistand slaat op de hoek van het ondermes ten opzichte van de grond (Figure 13).

De beste instelling van het maaidek hangt af van de gazonomstandigheden en de gewenste resultaten. Ervaring met het maaien van uw gazon bepaalt de beste instellingen. De agressiviteit van de maaistand kan tijdens het maaiseizoen aangepast worden aan de conditie van het gras.

In het algemeen is een laag tot normaal agressieve instelling beter geschikt voor grassoorten voor het warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras), terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen (bentgras, blue grass, ryegras) een normaal tot hoog agressieve instelling vereist is. Bij een hoog agressieve instelling wordt meer gras gemaaid doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras in het ondermes trekt.

g033976

Afstandsstukken, achter

Het aantal afstandsstukken achter bepaalt de agressiviteit van de maaistand van het maaidek. Bij een bepaalde maaihoogte verhoogt de plaatsing van extra afstandsstukken onder de montageflens van de zijplaat de agressiviteit van het maaidek. U dient de maaistand van alle maaidekken op een bepaalde machine dezelfde agressiviteit te geven (aantal afstandsstukken achter, Toro onderdeelnr. 106-3925), want als dit niet het geval is, kan dit een negatief effect op het maairesultaat hebben (Figure 13).

Kettingschakels

De plaats waar de hefarmketting vastzit, bepaalt de steekhoek van de achterrol (Figure 14).

g027170

Groomer

Dit is de aanbevolen maaihoogte als een groomer op het maaidek is gemonteerd.

Maaihoogteschema

Dit is de aanbevolen maaihoogte als een groomer op het maaidek is gemonteerd.

MaaihoogteAggressiviteit van het maaienAantal afstandsstukken achterAantal kettingschakelsMet groomer gemonteerd**
0,64cmLaagNormaalHoog001555JJ-
0,95cmLaagNormaalHoog012555JJ-
1,27cmLaagNormaalHoog012555JJJ
1,56cmLaagNormaalHoog123555JJ-
1,91cmLaagNormaalHoog234555JJ-
2,22cmLaagNormaalHoog234555JJ-
2,54cmLaagNormaalHoog345554+JJ-
2,86cmLaagNormaalHoog456555---
3,18cm* +LaagNormaalHoog456555---
3,49cm* +LaagNormaalHoog456555---
3,81cm* +LaagNormaalHoog567555---
4,13cm* +LaagNormaalHoog678444---
4,44cm* +LaagNormaalHoog678445---
4,76cm* +LaagNormaalHoog789455---
5,08cm* +LaagNormaalHoog789555---
+ Geeft aan dat de U-beugel op de hefarm in het onderste gat zit (Figure 14). * De set voor een grote maaihoogte (onderdeelnummer 137-0890) moet worden gemonteerd. Plaats de maaihoogtebeugel in het bovenste gat in de zijplaat. ** J geeft aan dat deze combinatie van maaihoogte-instelling en afstandsstukken met groomers kan worden gebruikt.

Note: Door n ketting te veranderen, wordt de steek van de achterrol met 4.5graden gewijzigd.

Note: Door de U-beugel op de hefarm in de richting van de onderste opening te bewegen, wordt de steekhoek van de achterrol met 2.3graden vergroot.

De maaihoogte (HOC) instellen

Note: Voor maaihoogten van meer dan 2,54cm moet de set voor een hoge maaistand worden gemonteerd.

  1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van het maaidek (Figure 15).

    g027171
  2. Draai de moer op de hoogtelat los (Figure 16) en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte.

    g003327
  3. Meet de afstand tussen de onderkant van de schroefkop en de lat om de maaihoogte te weten te komen.

  4. Plaats de schroefkop op de snijrand van het ondermes en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten (Figure 17).

    Note: Als u de maaihoogte van maaidekken met een rol met kraag controleert, plaats dan de hoogtelat op de kragen met de grote diameter aan de uiteinden van de rol met kraag.

  5. Draai aan de stelschroef totdat de voorrol contact maakt met de hoogtelat (Figure 17).

    g027172
  6. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

    Important: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

  7. Draai de moeren vast om de afstelling te borgen.

    Note: Draai de moeren niet te vast. Draai net zolang aan de moer totdat de ring geen speling meer heeft.

    Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welk ondermes het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.
    Ondermes/maaihoogtetabel
    OndermesOnderdeelnr.Hoogte snijplaatlip Maaihoogte
    Lage maaihoogte (optioneel)110-40845,6mm6,4 tot 12,7mm
    EdgeMax® lage maaihoogte (model 03641)137-08325,6mm6,4 tot -12,7mm
    Uitgebreide lage maaihoogte (optioneel) 120-16405,6mm6,4 tot 12,7mm
    Uitgebreide EdgeMax® lage maaihoogte (optioneel)119-42805,6mm6,4 tot 12,7mm
    EdgeMax® (modellen 03638 en 03639)137-08336,9mm9,5 tot 38,1mm*
    Standaard (optioneel)108-90966,9mm9,5 tot 38,1mm*
    Heavy-duty (optioneel)110-40749,3mm12,7 tot 38,1mm
    * Bij grassoorten voor het warme seizoen is mogelijk het ondermes met lage maaihoogte nodig voor 12,7mm en minder.
    g006510

De gazoncompensatie-instellingen afstellen

De gazoncompensatieveer zorgt ervoor dat het gewicht van de voorste naar de achterste rol wordt verplaatst. Dit voorkomt dat er een golfpatroon in de grasmat ontstaat, ook wel bekend als 'bobbing'.

Important: Stel de veer af als het maaidek is gemonteerd aan de tractie-eenheid, recht naar voren wijst en is neergelaten op de vloer van de werkplaats.

  1. Monteer de borgpen in de achterste opening in de veerstang (Figure 19).

    g027169
  2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde van de veerstang vast totdat de lengte van de samengedrukte veer 15,9cm bedraagt (Figure 19).

    Note: Als u de machine gebruikt op oneffen terrein, moet de veer 12,7mm korter zijn.

    Note: De gazoncompensatie-instelling dient opnieuw te worden ingesteld als de maaihoogte of de agressiviteit van de maaistand gewijzigd wordt.

Het maaidek controleren en afstellen

Dit maaidek is voorzien van een systeem waarbij u met twee knoppen het contact tussen snijplaat en messenkooi kunt afstellen. Dit vereenvoudigt de afstellingsprocedure die is vereist om optimale maairesultaten te verkrijgen. Dankzij de nauwkeurige afstelling die mogelijk is met de twee stelknoppen/snijplaat, zal de machine zichzelf voortdurend slijpen waardoor de snijranden scherp blijven. Dit zorgt voor een goede maaikwaliteit en vermindert de noodzaak om de maaidekken routinematig te wetten in aanzienlijke mate.

Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het nodig is, moet u controleren of het contact tussen het ondermes en de messenkooi bij elk maaidek correct is afgesteld. U moet dit controleren, ook al is de maaikwaliteit aanvaardbaar.

  1. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken.

    Note: De stelknop heeft pallen waarmee elke aangegeven stand van het ondermes telkens met 0,018mm kan worden veranderd. Zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen.

  2. Test de maaiprestaties door een lange strook maaitestpapier (Toro onderdeelnummer 125-5610) tussen het ondermes en de messenkooi te steken, loodrecht op het ondermes (Figure 20). Draai de messenkooi traag naar voren. Het papier moet gesneden worden.

    g027166

    Note: Als het contact tussen de snijplaat en messenkooi te zwaar wordt, moet u de messen van het maaidek wetten, de voorrand van de snijplaat vernieuwen of de maaieenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie de handleiding Slijpen van Toro-maaimachine met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

    Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als u niet voor een licht contact zorgt, zullen de randen van het ondermes en de messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen en na enig gebruik bot worden. Als u het contact te zwaar afstelt, zullen het ondermes en de messenkooi sneller of ongelijkmatig slijten, wat de maaikwaliteit ongunstig benvloedt.

    Note: Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes ten behoeve van een soepele werking.

    Note: Na verloop van tijd moet de schuinte (Figure 21) worden geslepen, omdat deze slechts gedurende 40% van de levensduur van het ondermes meegaat.

    g031270

    Note: Maak de invoerschuinte niet te groot omdat hierdoor het gras kluitjes kan gaan vormen.

Onderhoud

De maaidekken smeren

Elk maaidek heeft 5 smeernippels (Figure 22) die regelmatig gesmeerd moeten worden met lithiumvet nr.2.

Er zijn 2 smeerpunten op de voorrol en de achterrol en 1 aan de sleuf van de motor van de messenkooi.

Note: Smeer de maaidekken onmiddellijk nadat u deze hebt schoongemaakt. Hierdoor wordt het water afgevoerd uit de lagers en wordt hun levensduur verlengd.

  1. Veeg alle smeernippels af met een schone doek.

  2. Breng smeervet aan totdat er schoon vet uit de afdichtingen van de rol en de ontlastklep van het lager komt.

  3. Veeg eventueel overtollig vet weg.

    g027174

Hoekslijpen van de messenkooi

De nieuwe messenkooi heeft een platte zijkant van 1,3 tot 1,5mm en een hoek van 30graden.

Wanneer de platte zijkant groter dan 3mm wordt, doe dan het volgende:

  1. Slijp alle messen onder een hoek van 30graden tot de platte zijkant 1,3mm breed is (Figure 23 en Figure 24).

    g028800
    g028838
  2. Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatigheid van de messen niet meer dan 0,025mm bedraagt.

    Note: Hierdoor wordt de platte zijkant een beetje groter.

Note: Om de messenkooi en het ondermes langer scherp te houden – na het slijpen van de messenkooi en/of het ondermes – controleert u het contact tussen de messenkooi en het ondermes opnieuw nadat u 2 fairways gemaaid hebt; bramen zullen immers worden verwijderd, wat onjuiste speling tussen de messenkooi en het ondermes tot gevolg kan hebben en de slijtage kan versnellen.

Onderhoud van het ondermes

De servicelimieten voor het ondermes staan in de volgende tabel.

Important: Als het maaidek wordt gebruikt met het ondermes na de onderhoudslimiet, kan dit leiden tot een slecht maairesultaat en het ondermes minder bestand tegen stoten maken.

Tabel met onderhoudslimiet voor snijplaat
SnijplaatOnderdeelHoogte snijplaatlip*Onderhoudslimiet*SlijphoekenBoven-/Voorhoeken
EdgeMax® lage maaihoogte (model 03641)137-08325,6mm6,4 - 12,7mm10/5graden
Lage maaihoogte (optioneel)110-40845,6mm4,8mm10/5graden
Uitgebreide EdgeMax® lage maaihoogte (optioneel)119-42805,6mm4,8mm10/10graden
Uitgebreide lage maaihoogte (optioneel)120-16405,6mm4,8mm10/10graden
EdgeMax® (modellen 03638 en 03639)137-08336,9mm4,8mm10/5graden
Standaard (optioneel)108-90966,9mm4,8mm10/5graden
Heavy-duty (optioneel)110-40749,3mm4,8mm10/5graden

Aanbevolen slijphoeken voor bovenkant en voorzijhet ondermes (Figure 25)

g027268

Note: Alle metingen voor de onderhoudslimiet van het ondermes hebben betrekking op de onderkant van het ondermes (Figure 26)

g007165

De slijphoek aan de bovenkant controleren

De slijphoek voor de ondermessen is zeer belangrijk.

Gebruik de hoekindicator (Toro onderdeelnummer. 131-6828) en de steun van de hoekindicator (Toro onderdeelnummer. 131-6829) om de hoek die uw slijpmachine produceert te controleren en corrigeer vervolgens de onnauwkeurigheid van de slijpmachine.

  1. Plaats de hoekindicator op de onderkant van het ondermes, zoals getoond in Figure 27.

    g034113
  2. Druk op de Alt Zero knop op de hoekindicator.

  3. Plaats de steun van de hoekindicator op de rand van het ondermes zodat de rand van de magneet past op de rand van het ondermes (Figure 28).

    Note: Gedurende deze stap moet de digitale uitlezing zichtbaar zijn van dezelfde kant als in stap1.

    g034114
  4. Plaats de hoekindicator op de steun zoals getoond in Figure 28.

    Note: Dit is de hoek die uw slijpmachine produceert en deze moet binnen twee graden van de aanbevolen slijphoek aan de bovenkant zijn.

Onderhoud van het ondermes

Het ondermes verwijderen

  1. Draai de stelschroeven van het ondermes linksom om het ondermes weg te trekken van de messenkooi (Figure 29).

    g006498
  2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de ring niet meer tegen de snijplaat is geklemd (Figure 29).

  3. Draai de borgmoer van de ondermesbalkbout op beide zijden van de machine los (Figure 30).

    g003334
  4. Verwijder beide snijbalkbouten zodat de snijbalk omlaag kan worden getrokken en uit de machine worden verwijderd (Figure 30).

    Note: Bewaar 2 nylon ringen en 1 stalen ring op beide uiteinden van de snijplaat (Figure 31).

    g027176

De ondermesbalk monteren

  1. Plaats de ondermesbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de drukring en de stelschroef van de ondermesbalk bevinden.

  2. Zet de ondermesbalk vast aan beide zijplaten met de ondermesbalkbouten (moeren op de bouten) en 6 ringen.

    Note: Plaats een nylon ring aan elke zijde van de naaf van de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figure 31).

  3. Draai de bouten van het ondermes vast met een koppel van 37 tot 45Nm.

    Note: Draai de borgmoeren vast tot de buitenste stalen ring stopt met draaien en er geen eindspeling meer is, maar draai de moeren niet te vast en zorg ervoor dat de zijplaten niet vervormen. Ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

  4. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een slag terug (Figure 32).

    g006505

Onderhoud uitvoeren aan de zwaar uitgevoerde tweepuntsafstelling (DPA)

  1. Verwijder alle onderdelen (raadpleeg Aanwijzingen voor montage van de HD DPA-set en Figure 33).

  2. Breng anti-seizepasta aan op de binnenkant van de plaats van de lager op het middelste frame van het maaidek (Figure 33).

  3. Lijn de pinnen van de flenslagers uit met de openingen in het frame en monteer de lagers (Figure 33).

  4. Monteer een golfring op de afstelas en schuif de afstelas in de flensbussen in het frame van het maaidek (Figure 33).

  5. Bevestig de afstelas met een platte ring en een borgmoer (Figure 33).

  6. Haal de borgmoer aan met 20 tot 27Nm.

    Note: De afstelas van de ondermesbalk heeft linksdraaiende schroefdraad.

    g016926
  7. Breng anti-seize pasta aan op de schroefdraad van de ondermesbalkstelschroef die in de afstelas gaat.

  8. Schroef de stelschroef van de ondermesbalk in de afstelas.

  9. Monteer de geharde ring, veer en veerspanningsmoer losjes op de stelschroef.

  10. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de ring en de stelschroef van de snijbalk bevinden.

  11. Zet de ondermesbalk vast aan beide zijplaten met de ondermesbalkbouten (moeren op de bouten) en 6 ringen.

    Note: Plaats een nylon ring aan elke zijde van de naaf van de zijplaat.

  12. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figure 33).

  13. Draai de bouten van het ondermes vast met een koppel van 37 tot 45Nm.

  14. Draai de borgmoeren vast tot de buitenste stalen ring stopt met draaien en er geen eindspeling meer is, maar draai de moeren niet te vast en zorg ervoor dat de zijplaten niet vervormen.

    Note: Ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben (Figure 33).

  15. Draai de moer van elke snijbalkafsteller vast tot de drukveer volledig ingedrukt is. Draai vervolgens de moer een halve slag los (Figure 33).

  16. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de eenheid.

  17. Stel het contact tussen snijplaat en messenkooi af; zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen.

Onderhoud van de rol

Er zijn een revisieset voor de rol en een gereedschapsset voor revisie van de rol (Figure 34) verkrijgbaar om de rol een onderhoudsbeurt te geven. De revisieset bevat alle lagers, lagermoeren en binnen- en buitenpakkingen die nodig zijn om een rol te reviseren. De gereedschapsset omvat alle werktuigen en montage-instructies die nodig zijn om een rol aan te reviseren met de revisiekit. Raadpleeg de Onderdelencatalogus of neem contact op met uw erkende Toro-dealer als u hulp nodig heeft.

g007790