Inleiding

Deze machine is een hydraulisch aangedreven grondboor die compatibel is met compacte werktuigdragers. Deze machine kan verticale gaten in de grond boren voor de plaatsing van palen, planten en andere constructie- en landschapselementen. De machine dient niet om gaten te boren in verharde oppervlakken, beton en ijs.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u dit product op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

U kunt op www.Toro.com rechtstreeks contact met Toro opnemen om trainingsmaterialen en informatie over productveiligheid en accessoires te verkrijgen, een verkoper te vinden of uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g244284

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figuur 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor meer informatie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Gevaar

Mogelijk lopen er in uw werkgebied onder grond leidingen van nutsbedrijven. Als u deze beschadigt, kan dat elektrische schokken of een explosie veroorzaken.

Zorg dat de ondergrondse kabels en leidingen gemarkeerd worden op de locatie of in het werkgebied en ontwijk de gemarkeerde gebieden. Neem contact op met de plaatselijke markeringsdienst of het betreffende nutsbedrijf om de locatie te laten markeren (bel bijvoorbeeld in de Verenigde Staten 811 of in Australië 1100 voor de nationale markeringsdienst).

Algemene veiligheid

Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen.

  • Draag het werktuig altijd dicht bij de grond; zie Transportstand.

  • Zorg dat de ondergrondse kabels, leidingen en andere objecten gemarkeerd worden op de locatie of in het werkgebied en ga op deze plaatsen niet graven.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine nooit gebruiken.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen en werktuigen.

  • Gebruik de machine enkel als de schermen en andere beveiligingsmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken.

  • Houd omstanders en dieren op een veilige afstand van de machine.

  • Schakel de machine uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, bijtankt of verstoppingen uit de machine verwijdert.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent: Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Waar nodig vindt u bijkomende veiligheidsinformatie in deze Gebruikershandleiding.

Veiligheid op hellingen

  • Rij de machine heuvelopwaarts en heuvelafwaarts met het zware uiteinde naar de top van de heuvel gericht. De gewichtsverdeling verandert in functie van de werktuigen. Dit werktuig maakt de voorzijde van de machine tot het zware uiteinde.

  • Laat het werktuig neer als u op hellingen rijdt. Als u het werktuig omhoogbrengt op een helling, heeft dit invloed op de stabiliteit van de machine.

  • Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de bestuurder de controle over de machine verliest en deze omkantelt. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijke letsel. Gebruik van de machine op hellingen of oneffen terrein vereist altijd extra voorzichtigheid.

  • Stel uw eigen procedures en voorschriften op voor werken op hellingen. Als onderdeel van deze procedures moet u zeker het terrein onderzoeken om na te gaan op welke hellingen u de machine veilig kunt gebruiken. Gebruik altijd uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert.

  • Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op hellingen. De toestand van de grond kan van invloed zijn op de stabiliteit van de machine.

  • Niet starten of stoppen op een helling. Als de machine grip verliest, rijd de helling dan langzaam in een rechte lijn af.

  • Maak geen bochten op een helling. Als u een bocht moet maken, moet u dit langzaam doen en de zware kant van de machine heuvelopwaarts gericht houden.

  • Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine.

  • Als u zich ongemakkelijk voelt wanneer u de machine op een helling gebruikt, maai die helling dan niet.

  • Let op kuilen, voren of bulten, omdat de kans bestaat dat de machine omslaat op ongelijk terrein. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.

  • Wees voorzichtig als u op een natte ondergrond werkt. Als de machine grip verliest, kan deze gaan glijden.

  • Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers of water. De machine kan plotseling omslaan als een wiel of rupsband over de rand komt, of als de rand instort. Houd een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone aan.

  • U mag geen werktuigen verwijderen of aankoppelen op een helling.

  • Parkeer de machine niet op een helling.

Veiligheid grondboor

  • Voor machines met wielen moet u het contragewicht monteren op de tractie-eenheid wanneer u de aandrijfkop van de grondboor gebruikt met een grondboor van 30 tot 76 cm.

  • Voor machines met wielen mag u geen tegengewicht gebruiken wanneer u de aandrijfkop van de grondboor zonder grondboor gebruikt, of met een grondboor kleiner dan 30 cm.

  • Houd uw handen, voeten en alle andere lichaamsdelen of kledingstukken uit de buurt van bewegende (grondboor)onderdelen.

Veiligheid tijdens onderhoud en opslag

  • Controleer regelmatig of alle bevestigingen vastzitten en het veilig is om de installatie te gebruiken.

  • Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor belangrijke details als u de machine gedurende lange tijd gaat opslaan.

  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal105-0326

Algemeen overzicht van de machine

g004514

Note: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Model 22805
Breedte62 cm
Lengte40 cm
Hoogte59 cm
Gewicht83 kg
Model 22806
Breedte62 cm
Lengte42 cm
Hoogte59 cm
Gewicht89 kg

Gebruiksaanwijzing

Het werktuig monteren en verwijderen

Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor montage- en verwijderprocedure.

Important: Voordat u het werktuig monteert, moet u de machine op een horizontaal oppervlak plaatsen, ervoor zorgen dat de bevestigingsplaten vrij van vuil zijn en controleren of de pennen onbelemmerd ronddraaien. Als de pennen niet vrij ronddraaien, moeten ze gesmeerd worden.

Note: Gebruik altijd de tractie-eenheid om het werktuig op te tillen en te verplaatsen. Om een grondboor te verplaatsen zonder aandrijfkop, legt u een band over de beide uiteinden van de grondboor en takelt u deze naar de gewenste locatie.

Waarschuwing

Als de snelkoppelingspennen niet volledig in de bevestigingsplaten zitten, bestaat de kans dat het werktuig van de machine valt, waardoor u of omstanders bekneld kunnen raken.

Zorg ervoor dat de snelkoppelingspennen volledig in de bevestigingsplaten zitten.

Waarschuwing

Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Vloeistof die in de huid is geïnjecteerd, dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat er anders gangreen kan ontstaan.

  • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.

  • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.

  • U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier; doe dit nooit met uw handen.

Voorzichtig

Hydraulische koppelingen, hydraulische leidingen/kleppen en hydraulische vloeistof kunnen heet zijn. U kunt zich verbranden als u hete onderdelen aanraakt.

  • Draag handschoenen als u werkt aan de hydraulische koppelingen.

  • Laat de machine afkoelen voordat u de hydraulische onderdelen aanraakt.

  • Zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met gemorste hydraulische vloeistof.

Een grondboor monteren

Waarschuwing

De grondboor kan vrij zwaaien in de steunarmen. Uw handen en vingers kunnen gekneld en ernstig verwond of afgesneden worden als ze tussen de steunarmen en de zwaaiende aandrijfkop terechtkomen.

Houd uw handen en vingers uit de buurt van de steunarmen.

  1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de laderarmen zakken en stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing).

  2. Als u een grondboor monteert op de aandrijfkop met modelnummer 22806, schakel de motor dan uit en verwijder het contactsleuteltje. Plaats de aandrijfkop verticaal, schuif een bout (½" x 2½") in de gaten vooraan in de steunarmen en zet losjes vast met een flensmoer (½") zoals in Figuur 4.

    g004515
  3. Start de motor en til de laderarmen op zodat de aandrijfkop van de grond komt.

  4. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  5. Draai de aandrijfkop van de grondboor handmatig naar boven tot u een bout (½" x 2½") in de opening in de steunarm kunt schuiven om de aandrijfkop te borgen. Zet de bout losjes vast met een moer (½"); zie Figuur 5.

    g004516
  6. Als u een verlengstuk gebruikt met de grondboor, steek het uiteinde van het verlengstuk dan in het uiteinde van de grondboor en bevestig de grondboor aan het verlengstuk met een bout (7/8" x 4½") en moer (7/8"); zie Figuur 6.

    g004517
  7. Start de motor.

  8. Manoeuvreer de aandrijfas in het uiteinde van de grondbooras of het verlengstuk (indien aanwezig); zie Figuur 7.

    g004518
  9. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  10. Bevestig de grondboor aan de aandrijfkop; gebruik hierbij een bout (7/8" x 4½") en moer (7/8") zoals afgebeeld in Figuur 8.

    g004519
  11. Verwijder de bouten en moeren uit de steunarmen die u gemonteerd hebt in stap 2 (indien van toepassing) en 5.

  12. Start de motor.

  13. Til de grondboor van de grond (Figuur 9).

    g004520
  14. Met de grondboor verticaal kantelt u de werktuigplaat naar achteren tot de aandrijfkop de werktuigplaat raakt. Zo stabiliseert u de grondboor en verhindert u dat deze vrij kan zwaaien (Figuur 9).

Een put graven

Important: Controleer voor graafwerkzaamheden of de grond vrij is van afval en vuil.

  1. Laat de grondboor op de grond zakken op de plaats waar u een put wilt graven.

  2. Zet de gashendel op SNEL.

  3. Als uw tractie-eenheid een toerentalhendel heeft, zet deze dan op TRAAG.

  4. Als uw tractie-eenheid een stroomverdeelregelaar heeft, zet deze dan in de 10-uurstand.

  5. Trek de hulphydrauliekhendel naar de bestuurdershendel of de referentiebalk om te beginnen boren.

  6. Laat de grondboor langzaam zakken naarmate grond wordt losgewerkt. Naarmate u dieper boort, rijdt u de tractie-eenheid naar voren of naar achteren om de grondboor verticaal te houden (Figuur 10).

    g004521
  7. Wanneer de grondboor vol is met grond, maakt u de aandrijfkop van de grondboor los en tilt u de grondboor uit de put. Schakel de aandrijving van de grondboor in om de grond eraf te draaien, en ga door met boren.

    Important: De hulphydrauliekhendel snel van voren naar achteren schakelen helpt om de grond eraf te schudden.

Gevaar

Als u model 22806 gebruikt, kan overmatige neerwaartse kracht ervoor zorgen dat de boorbit ongecontroleerd gaat trillen, waardoor de tractie-eenheid kan kantelen. Daarbij kan u of omstanders gekneld en ernstig gewond raken.

Vermijd overmatige neerwaartse druk op de boorbit. Laat de boorbit zichzelf in de grond trekken.

Een grondboor verwijderen

  1. Schakel de hulphydrauliek uit.

  2. Til de laadarmen op zodat de grondboor uit de put komt.

    Note: Als u een verlengstuk van 61 cm gemonteerd hebt tussen de aandrijfkop en de grondboor, kan het nodig zijn om de grondboor zo hoog mogelijk te tillen en vervolgens de tractie-eenheid naar achteren te verplaatsen om de grondboor verder uit de put te trekken.

  3. Rij de machine naar de stallingsruimte van de grondboor.

  4. Terwijl u de armen laat zakken, rijdt u langzaam naar achteren tot de grondboor horizontaal is.

  5. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  6. Verwijder de bout en moer waarmee de aandrijfkop bevestigd is aan de grondboor of het verlengstuk.

  7. Start de motor en rij de tractie-eenheid achteruit, weg van de grondboor.

  8. Als u een verlengstuk gebruikt hebt, verwijder dan de bout en moer waarmee het vastzit en trek het van de grondboor.

Transportstand

  • Als u een grondboor van gelijk welke omvang over een korte afstand transporteert, of een grondboor met een diameter van meer dan 51 cm over een grote afstand, ga dan als volgt te werk:

    1. Til de grondboor van de grond zodat ze verticaal is (Figuur 9).

      g004520
    2. Kantel de werktuigplaat naar achteren tot de aandrijfkop de werktuigplaat raakt. Zo stabiliseert u de grondboor en verhindert u dat deze vrij kan zwaaien.

  • Als u een grondboor met een diameter van minder dan 51 cm over een grote afstand of een helling transporteert, ga dan als volgt te werk:

    1. Terwijl u de armen laat zakken, rijdt u langzaam naar achteren tot de grondboor horizontaal is. Schakel dan de parkeerrem in (indien van toepassing).

    2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

    3. Draai de aandrijfkop van de grondboor handmatig naar boven tot u een bout (½" x 2½") in de opening in de steunarm kunt schuiven om de aandrijfkop te borgen. Zet de bout losjes vast met een moer (½"); zie Figuur 5.

    4. Hou de grondboor tijdens het transport zo laag mogelijk bij de grond, niet meer dan 15 cm boven de onderste stand.

      g244918

Onderhoud

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 50 bedrijfsuren
  • De olie van de planeettandwielkast vervangen.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • De draaipunten van de steunarm smeren.(Smeer alle nippels onmiddellijk na elke wasbeurt).
  • Controleer de tanden van de grondboor en vervang beschadigde of versleten tanden.
  • Om de 1000 bedrijfsuren
  • De olie van de planeettandwielkast vervangen.
  • Vóór de stalling
  • Controleer de tanden van de grondboor en vervang beschadigde of versleten tanden.
  • Beschadigde oppervlakken bijwerken.
  • Voorzichtig

    Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.

    Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.

    De draaipunten van de steunarm smeren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • De draaipunten van de steunarm smeren.(Smeer alle nippels onmiddellijk na elke wasbeurt).
  • Type smeermiddel: Universeel smeervet

    1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien van toepassing) en laat de laderarmen neer.

    2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

    3. Reinig de smeernippels met een doek.

    4. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel.

    5. Spuit vet in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten komt.

    6. Overtollig vet wegvegen.

    De olie van de planeettandwielkast vervangen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 50 bedrijfsuren
  • De olie van de planeettandwielkast vervangen.
  • Om de 1000 bedrijfsuren
  • De olie van de planeettandwielkast vervangen.
  • Type: Mild EP smeermiddel met een classificatie API-GL-5, nummer 80 of 90

    Capaciteit: 0,4 liter

    1. Ondersteun de aandrijfkop boven een oliebak (Figuur 13).

      g004522
    2. Verwijder de 4 bouten waarmee de motor bevestigd is en verwijder de motor. Laat alle olie in de bak lopen.

    3. Als alle olie is weggelopen, draait u de aandrijfkop zo dat de opening naar boven is gericht.

    4. De tandwielkast bijvullen met olie.

    5. Plaats de motor terug en zet deze vast met de 4 bouten die u eerder hebt verwijderd. Draai de bouten aan tot 142 N·m.

    Stalling

    1. Voordat u het werktuig voor een lange periode opbergt, moet u het wassen met een mild reinigingsmiddel en water om vuil en roet te verwijderen.

    2. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Repareer of vervang beschadigde of versleten onderdelen.

    3. Controleer of alle hydraulische koppelingen goed bevestigd zijn teneinde contaminatie van het hydraulische systeem te voorkomen.

    4. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer.

    5. Berg het werktuig op in een schone, droge garage of opslagruimte. Dek het werktuig af om het te beschermen en schoon te houden.

    Problemen, oorzaak en remedie

    ProblemPossible CauseCorrective Action
    De aandrijfkop werkt niet.
    1. De hydraulische koppeling is niet volledig vastgemaakt.
    2. Een hydraulische koppeling moet worden vervangen.
    3. Er is een obstructie in een hydraulische slang.
    4. Er is een hydraulische slang geknikt.
    5. De tandwielkast is verontreinigd.
    1. Controleer alle koppelingen en draai deze vast.
    2. Controleer de koppelingen en vervang versleten en defecte koppelingen.
    3. Zoek de obstructie en verwijder deze.
    4. Vervang de geknikte slang.
    5. Neem contact op met een erkende servicedealer.