Onderhoud
Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 5 bedrijfsuren |
|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Om de 25 bedrijfsuren |
|
Om de 50 bedrijfsuren |
|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
Vóór de stalling |
|
Voorzichtig
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start, waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
De machine veilig onderhouden
-
Trek de bougiekabel los van de bougie voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
-
Draag handschoenen en oogbescherming wanneer u servicewerkzaamheden verricht.
-
Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Gebruik handschoenen als u het mes monteert.
-
Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen. Controleer regelmatig of deze goed werken.
-
Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Laat de motor drooglopen of pomp de brandstof met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel.
Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Om de 50 bedrijfsuren |
|
Note: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
Schuim- en papierelement verwijderen
-
Parkeer de machine op een gelijke ondergrond, zet de motor af, wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar voordat u de bestuurderspositie verlaat.
-
Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te voorkomen dat vuil in de motor komt en schade veroorzaakt.
-
Verwijder het luchtfilterdeksel door de 2 knoppen los te draaien (Figuur 16).
-
Verwijder de 2 moeren waarmee het filter aan de behuizing bevestigd is (Figuur 17).
-
Verwijder voorzichtig het schuimelement en het papierelement uit de behuizing van het luchtfilter.
-
Scheid het schuim- en papierelement.
Schuim- en papierelement reinigen
Schuimelement:
-
Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep.
-
Als het element schoon is, moet u het grondig uitspoelen.
-
Schuimfilter in een schone doek wikkelen en droogknijpen.
Note: Geen olie smeren op het element.
Important: Vervang het schuimelement als het gescheurd of versleten is.
-
Plaats het schuimelement op een schoon papierelement.
Papierelement:
-
Klop het papierelement voorzichtig tegen een stevig, vlak oppervlak en reinig het vanaf de binnenkant met perslucht om vuil en stof te verwijderen.
-
Controleer het filter op scheuren, een vettig oppervlak of beschadiging van de rubberen afdichting.
Important: Het papierfilter nooit reinigen met vloeistoffen, zoals oplosmiddelen, benzine of kerosine. Vervang het papierelement als het is beschadigd of niet grondig kan worden gereinigd.
-
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel en verwijder al het vuil en stof.
Schuimelement en papierelement installeren
Important: Laat de motor nooit lopen zonder dat het complete luchtfilter met schuim- en papierelement gemonteerd is, daar anders de motor kan worden beschadigd.
Motorolie verversen/oliepeil controleren
Aanbevolen motorolie
Type olie: reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SJ of hoger)
Carterinhoud: 1,4 liter met vervanging van het filter.
Viscositeit: Zie onderstaande tabel.
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Note: Controleer het oliepeil als de motor koud is.
Waarschuwing
Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken.
Important: Giet niet te veel olie in het carter; als de motor daarna gaat lopen, kan de motor schade oplopen.
-
Parkeer de machine op een gelijke ondergrond, zet de motor af, wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar voordat u de bestuurderspositie verlaat.
-
Het motoroliepeil controleren (Figuur 19).
Motorolie verversen en filter vervangen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 5 bedrijfsuren |
|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
Note: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
-
Parkeer de machine op een gelijke ondergrond, zet de motor af, wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar voordat u de bestuurderspositie verlaat.
-
Laat de olie uit de motor lopen (Figuur 20).
-
Verwijder het oliefilter van de motor (Figuur 21). Plaats een nieuw oliefilter wanneer alle olie is weggelopen.
Note: Controleer of de pakking van het nieuwe oliefilter contact maakt met de motor en draai het oliefilter nog ¾ slag extra vast.
-
Giet ongeveer 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis(Figuur 22).
-
Laat de olie 3 tot 5 minuten in de motor zakken en controleer dan het oliepeil (Figuur 22).
-
Giet olie in de machine totdat het oliepeil de volmarkering op de peilstok bereikt.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 50 bedrijfsuren |
|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode correct is voordat u de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougie en een voelermaat om de elektrodenafstand te meten en af te stellen. Monteer een nieuwe bougie indien dit nodig is.
Specificatie van de bougie
Type:Champion® RC12YC, Autolite® 3924, of NGK® BPR6ES
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
-
Plaats de machine op een gelijke ondergrond, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
-
Alvorens de bougie(s) te verwijderen, moet u de omgeving van de onderkant van de bougie schoonmaken om te voorkomen dat er vuil en rommel in de motor terechtkomt.
-
Verwijder de bougie (Figuur 23).
Bougie controleren
Important: Bougie(s) nooit schoonmaken. Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren vertoont.
Note: Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm.
Bougie monteren
Draai de bougie vast met een torsie van 20 N·m.
Onderhoud brandstofsysteem
Gevaar
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
-
Verricht onderhoudswerkzaamheden in verband met het brandstofsysteem als de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen.
-
Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de buurt van open vuur of als de kans bestaat dat benzinedampen door een vonk kunnen ontbranden.
Brandstoffilter van de slang vervangen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan de brandstofslang monteren.
-
Plaats de machine op een gelijke ondergrond, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
-
Sluit de brandstofklep.
-
Vervang het brandstoffilter van de slang (Figuur 26).
Onderhoud elektrisch systeem
Veiligheid van het elektrisch systeem
-
Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
-
Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt.
-
Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
Accu verwijderen
Waarschuwing
Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
-
Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
-
Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.
Waarschuwing
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen, waardoor lichamelijk letsel kan ontstaan.
-
Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
-
Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
-
Plaats de machine op een gelijke ondergrond, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
-
Maak de minkabel (zwart) van de accu los.
-
Koppel de pluskabel (rood) los van de accu.
-
Verwijder de moeren en aandrukstangen aan weerszijden van de accu en vervolgens het accudeksel en de accubak zelf.
De accu opladen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Vóór de stalling |
|
-
Verwijder de accu van het chassis; zie Accu verwijderen.
-
Laad de accu gedurende minstens een uur op bij 6-10 A.
Note: De accu niet te ver opladen.
-
Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 28).
Accu monteren
Onderhoud van een reserveaccu
De oorspronkelijke accu heeft geen onderhoud nodig. Raadpleeg voor het onderhoud van een reserveaccu de instructies van de fabrikant.
Onderhoud aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Om de 25 bedrijfsuren |
|
Zorg ervoor dat de bandenspanning volgens specificatie is. Controleer de bandenspanning bij het ventiel (Figuur 29). De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd.
Pomp de banden op tot 0,97 bar.
Onderhoud koelsysteem
Motorscherm reinigen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Met het oog op een goede koeling moet u het luchtinlaatrooster, de koelribben en andere buitenvlakken van de motor te allen tijde schoon houden.
Verwijder met een droge borstel aangekoekt vuil van het luchtinlaatrooster en de motor.
Important: Om verontreiniging van het brandstofsysteem te voorkomen, mag u de motor niet schoonmaken met water.
De koelribben en uitlaatringen reinigen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
-
Plaats de machine op een gelijke ondergrond, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
-
Verwijder het luchtinlaatrooster en de koelringen.
-
Verwijder vuil en gras van de onderdelen.
-
Monteer het luchtinlaatrooster en de koelringen.
Onderhoud riemen
Riemen controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 25 bedrijfsuren |
|
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde riemen.
Transmissieriem vervangen
-
Parkeer de maaimachine op een gelijke ondergrond, schakel het mes uit en stel de parkeerrem in werking.
-
Draai het contactsleuteltje naar UIT, verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabel los van de bougie.
-
Gebruik een hefwerktuig om de machine op te heffen en plaats ze op kriksteunen.
-
Neem de trekveer van de spanarm (Figuur 30).
-
Verwijder de transmissieriem van de poelies.
-
Leg de nieuwe transmissieriem rond de koppeling, de transmissie en de spanpoelies (Figuur 30).
-
Monteer de trekveer op de spanarm.
Drijfriem van maaidek vervangen
-
Parkeer de maaimachine op een gelijke ondergrond, schakel het mes uit en stel de parkeerrem in werking.
-
Draai het contactsleuteltje naar UIT, verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabel los van de bougie.
-
Gebruik een hefwerktuig om de machine op te heffen en plaats ze op kriksteunen.
-
Verwijder de transmissieriem; zie Transmissieriem vervangen.
-
Draai de bouten links en rechts enkele slagen los en draai de voorste bout los tot de kap los staat (Figuur 31).
Note: Verwijder de bouten niet.
-
Til het deksel op en verwijder het.
-
Maak de trekveer los (Figuur 32).
Voorzichtig
De veer is onder spanning gemonteerd en kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Zet een veiligheidsbril op en wees voorzichtig als u de veer verwijdert.
-
Verwijder de drijfriem van het maaidek van de koppelingspoelie.
-
Leg de nieuwe riem rond de koppelingspoelie, door de riemgeleider, langs de spanpoelie en rond de maaidekpoelie (Figuur 32 en Figuur 33).
Note: Zorg dat de riem juist op beide poelies ligt en niet gedraaid is. De riem moet zo lopen totdat u de trekveer monteert.
-
Monteer de trekveer (Figuur 32).
-
Laat de riemkap op het maaidek zakken en lijn de gaten in de kap uit met de zijbouten. Draai de voorste bout en vervolgens de beide zijbouten aan (Figuur 31).
-
Monteer de transmissieriem; zie Transmissieriem vervangen.
Onderhoud van de maaimachine
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u het maaimes scherp houden. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben.
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. Indien u een beschadigd mes probeert te repareren, kan de veiligheidscertificatie van het product vervallen.
-
Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.
-
Wees voorzichtig als u het mes controleert. Omwikkel het maaimes of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan het maaimes verricht. Het maaimes mag alleen worden vervangen, probeer het nooit recht te maken of het te lassen.
Vóór controle en onderhoud van het maaimes
-
Parkeer de maaimachine op een gelijke ondergrond, schakel het mes uit en stel de parkeerrem in werking.
-
Draai het contactsleuteltje naar UIT, verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels los van de bougies.
-
Kantel de machine zo dat het maaidek van de grond komt, en leg houten blokken onder het maaidek om het te ondersteunen.
Het mes controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
-
Controleer de snijranden (Figuur 34).
-
Als de randen niet scherp zijn of bramen vertonen, moet u het maaimes verwijderen en slijpen; zie Het maaimes slijpen.
-
Het maaimes controleren.
-
Als u scheuren of slijtage constateert, moet u direct een nieuw mes monteren (Figuur 34).
Controleren op kromme messen
Waarschuwing
Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen.
-
Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes.
-
Vijl de snijranden of het oppervlak van het mes niet en maak er geen scherpe inkepingen in.
-
Draai het mes totdat de uiteinden in de lengterichting liggen.
-
Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand bij positie A van het mes (Figuur 35).
-
Draai het mes 180°.
-
Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van het mes op dezelfde plaats als in stap 2.
Note: Het verschil tussen de afstanden die zijn gemeten bij stap 2 en stap 4 mag niet meer dan 3 mm zijn.
Note: Als dit verschil meer bedraagt dan 3 mm, is het mes krom en moet het worden vervangen.
Het maaimes verwijderen
Vervang het maaimes als het een vast voorwerp raakt en als het uit balans of krom is. Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro messen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
Note: Klepelmessen worden aan 2 zijden geslepen; als de ene rand versleten is, kunt u het mes dus verwijderen en omdraaien.
Enkel klepelmessen
-
Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een dikke handschoen.
-
Verwijder de mesbout, de klemring en het mes van de mesbevestiging onderaan de houder van de as (Figuur 36).
-
Om alleen de klepelmessen te verwijderen, dient u de klepels van het mes te nemen door de klepelbout en moer van de klepels te verwijderen.
Enkel rechte maaimessen
-
Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een dikke handschoen.
-
Verwijder de mesbout, de klemring en het mes van de houder van de as (Figuur 37).
Het maaimes slijpen
-
Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden van het mes te slijpen (Figuur 38).
Note: Houd daarbij de oorspronkelijke hoek in stand.
Note: Het mes blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid materiaal verwijdert.
-
Enkel voor rechte maaimessen: controleer de balans van het mes met een mesbalans (Figuur 39).
Als het mes niet in balans is, moet u wat materiaal van het mes afvijlen. Dit mag enkel aan de achterkant van het mes (tegenover de snijrand) (Figuur 36).
Herhaal dit indien nodig totdat het mes in balans is.
Note: Als het mes horizontaal blijft, is het in balans.
Het maaimes monteren
Enkel klepelmessen
-
Bevestig het mes op de houder van de as; gebruik hiervoor de mesbout en de klemring (Figuur 36).
Note: Richt de holle zijde van de ring naar het mes, en de bolle zijde van het mes naar de houder van de as.
-
Draai de bout vast met een torsie van 136 tot 149 N·m.
-
Om alleen de klepelmessen te monteren, dient u de klepels aan het uiteinde van het mes te bevestigen met een klepelbout en een nieuwe moer voor elke klepel (Figuur 36). Draai de moer vast tot 103 à 127 N·m.
Note: Vervang een verwijderde klepelmoer altijd door een nieuwe moer.
Note: Bevestig de klepels aan de onderkant van het mes, niet aan de bovenkant.
Reiniging
Vuil van de machine verwijderen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Regelmatig reinigen verlengt de levensduur van de machine. Reinig de machine onmiddellijk na gebruik.
Controleer vóór het reinigen of de dop van de brandstoftank stevig op zijn plaats zit zodat er geen water in de tank kan.
Wees voorzichtig als u een hogedrukspuit gebruikt: deze kan stickers met waarschuwingen en aanwijzingen of zelfs de motor beschadigen.