Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Stel de parkeerrem in werking.
Breng de maai-eenheden omlaag.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de , waardoor vonken kunnen ontstaan.
Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.
Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.
Zorg ervoor dat de accuhouder altijd op zijn plaats zit om de accu te beschermen en vast te zetten.
Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Voedingskabelboom | 1 |
| Zekering (10A) | 1 |
| Maxifuse (60A) | 1 |
| Solenode | 1 |
Plaats de Maxifuse (60 A) in de grote zekeringhouder van de voedingskabelboom, met 2 sleuven (Figure 5).

Verwijder de kap van de kleine zekeringhouder (Figure 5).
Plaats de zekering (10 A) in de kleine zekeringhouder en monteer de kap (Figure 5).
Plaats de solenode in de connector met 4 sleuven (Figure 5).

Aan de linkerkant van de machine: leid de aftakking van de voedingskabelboom met de lipconnector naar de voorkant van de machine en de onderste buis van de roll bar (Figure 7).

Leid de aftakking van de voedingskabelboom met de lipconnector langs het dwarsprofiel en naar het toegangspaneel in de afdekking van het bedieningspaneel (Figure 8).

Leid de aftakking van de voedingskabelboom met de connector met 2 pennen, connector met 1 pen, aftakking met 8 pennen langs de onderste buis van de roll bar en naar boven, naar de steunbuis (Figure 7).
Leid de 2 ringconnectors naar de accuklemmen (Figure 9).

Leid de aftakking van de voedingskabelboom met een zwarte draad, blauwe draad en connector met 2 bussen naar de pomp van de ruitensproeier tank (Figure 10 of Figure 11).


Sluit de aftakking van de voedingskabelboom met de lipconnector (groene draad) aan op de gesoleerde connector met 1 bus van de machinekabelboom (roze draad - van het zekeringblok) zoals in Figure 13.

Verwijder bij de min- en pluskabel de moeren van de accuklemmen van de korte zijde van de bouten van de accuklemmen (Figure 15).

Monteer de ringconnector van de voedingskabelboom met de zwarte draad op de bout van de accuklem van de min-kabel van de accu, met moer van de accuklem (Figure 15).
Monteer de ringconnector van de voedingskabelboom met de rode draad op de bout van de accuklem van de plus-kabel van de accu, met moer van de accuklem (Figure 15).
Note: Monteer de accukabels niet aan de machine. U gaat de accu in een latere stap aansluiten.
Sluit de connector met 2 pennen van het zonnescherm aan op de connector met 2 bussen van de voedingskabelboom (Figure 16).

Sluit de voedingskabelboom aan op de pomp van de ruitensproeier tank en bevestig de voedingskabelboom op de machine; zie de Gebruikershandleiding van de Polar Trac cabine.
Sluit de voedingskabelboom aan op de cabinekabelboom; zie de Gebruikershandleiding van de Polar Trac cabine.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Kabelbinder | 6 |
Bij het bedieningspaneel deksel: bevestig de voedingskabelboom op de kabelboom van de machine met een kabelbinder zoals in Figure 17.

Onder het dwarsprofiel: bevestig de voedingskabelboom op de kabelboom van de machine met 2 kabelbinders zoals in Figure 18.

Boven de motor: bevestig van de voedingskabelboom op de steunbuis van de radiateur zoals in Figure 19.

Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Sluit de minkabel aan op de negatieve pool van de accu (Figure 21).

Trek de moer van de accuklem aan met 20 tot 25 N∙m.
Sluit de pluskabel aan op de positieve pool van de accu (Figure 21).
Trek de moer van de accuklem aan met 20 tot 25 N∙m.
Plaats de isolatie over de positieve pool van de accu (Figure 21).