Inleiding

Dit maaidek is ontworpen voor het maaien van de grasmat op greens en kleine fairways van golfbanen.

U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g016942

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Raadpleeg de inbouwverklaring achteraan dit document voor meer informatie.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute).

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.

Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.

  • Lees de Gebruikershandleiding en verzeker dat u deze begrijpt voordat u de motor start.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet werken.

  • Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen. Houd omstanders en dieren op een veilige afstand van de machine.

  • Houd kinderen uit de buurt van het werkgebied. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, schakel de aandrijving uit, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig), zet de motor af en neem het sleuteltje uit het contact voordat u de bestuurderspositie om welke reden ook verlaat.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool (Figuur 2) te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

U vindt bijkomende veiligheidsinformatie waar nodig in deze Gebruikershandleiding.

Veilige bediening

  • Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid en het overige instructiemateriaal zorgvuldig. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen en weet hoe u de machine moet gebruiken. Als de bestuurder of de monteur de taal waarin de handleiding is geschreven, niet machtig is, moet de eigenaar ervoor zorgen dat deze de inhoud van het materiaal begrijpt.

  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.

  • De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen voorkomen.

  • Draag geschikte kleding, waaronder oogbescherming, stevige schoenen met een gripvaste zool, een lange broek en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen loshangende juwelen.

  • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken en verwijder eventuele voorwerpen zoals stenen, speelgoed en draad die door de machine kunnen worden uitgeworpen.

  • Controleer of de dodemansknop, de veiligheidsschakelaars en de veiligheidsschermen zijn bevestigd en naar behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werken.

  • Stop de machine, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de maai-eenheden.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers.

  • Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.

  • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.

  • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel het maaimes of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of gewet, probeer ze nooit recht te maken of te lassen.

  • Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u één mes draait.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal104-7729
decal120-9570
decal131-1820

Montage

De rol monteren

Het maaidek wordt geleverd zonder voorrol. Schaf een rol aan via uw dealer en monteer deze als volgt op het maaidek:

  1. Verwijder de ploegbout, ring en moer waarmee de maaihoogtearmen aan de zijplaat van het maaidek zijn bevestigd (Figuur 3).

    g016936
  2. Draai de montageschroeven van de rol in de maaihoogtearmen los.

  3. Schuif de rolas in de maaihoogtearm, aan het uiteinde tegenover het maaidek.

  4. Schuif de maaihoogte-arm op de rolas.

  5. Monteer de rol losjes op het maaidek met de maaihoogtearm en het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal.

  6. Centreer de rol tussen de maaihoogtearmen.

  7. Draai de montageschroeven van de rol vast.

  8. Stel af op de gewenste maaihoogte en draai het bevestigingsmateriaal van de maaihoogtearmen vast.

Het maaidek klaarmaken voor gebruik op een eFlex machine

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Montageplaat1
Gewichtstang (bij uw tractie-eenheid geleverd)1
Flenskopbout (bij uw tractie-eenheid geleverd)1

De montageplaat monteren

Als u het maaidek gaat gebruiken op een eFlex tractie-eenheid, dient u de bijgeleverde montageplaat te monteren en vervolgens de machinesensoren af te stellen zoals beschreven in de Gebruikershandleiding van de eFlex tractie-eenheid. Als u het maaidek gebruikt met een benzinemodel, hebt u de montageplaat niet nodig. Als u het maaidek zowel op een benzinemodel als een eFlex machine gebruikt, kunt u de montageplaat monteren en laten zitten, ongeacht met welke machine u het maaidek gebruikt.

  1. Verwijder de middelste bout van het grasscherm (Figuur 4).

  2. Monteer de doelplaat bovenop de maaieenheid. Gebruik daarvoor de bout die u eerder verwijderd hebt (Figuur 4).

    g017294

De gewichtstang monteren

  1. Vergroot de onderste opening aan de rechterzijde van het maaidek met een boor van 9 mm (Figuur 5).

    g026123
  2. Smeer de O-ring op de gewichtstang.

  3. Plaats het uiteinde van de gewichtstang met de O-ring in de opening die u net heeft geboord.

  4. Bevestig het schroefdraaduiteinde van de gewichtstang met een flenskopbout aan het frame (Figuur 6).

    g026124

De drukmoer monteren (alleen voor machines die in Europa worden gebruikt)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Drukmoer1
  1. Zet de flensbout los waarmee de riemkap bevestigd is en verwijder de riemkap.

  2. Schuif de drukmoer over de plug van de riemkap (Figuur 7).

    g027722
  3. Plaats de riemkap terug.

Maaidek afstellen

  1. Ondersteun het maaidek, zie Maaidek ondersteunen.

  2. Stel het contact tussen het ondermes en de messenkooi af, zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen.

  3. Stel de hoogte van de achterrol af, zie De hoogte van de achterrol afstellen.

  4. Stel de maaihoogte in, zie De maaihoogte instellen.

  5. Stel de stopbalk af, zie Stopbalk instellen.

  6. Monteer het maaidek en maak het gereed zoals beschreven in de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.

Algemeen overzicht van de machine

TractorenDeze maaidekken zijn geschikt voor de Flex en eFlex tractie-eenheden.
MaaibreedteFlex/eFlex 1820—46  m, Flex/eFlex 2120—53 cm
Maaihoogte Stel de voorrol die bevestigd is met 2 schroeven en moeren af met de 2 verticale schroeven.
MaaihoogtebereikHet standaard maaihoogtebereik (op de werkbank) is 1,6 tot 12,7 mm. Het standaard maaihoogtebereik met de set voor een hoge maaistand is 7 tot 25 mm. De werkelijke maaihoogte is afhankelijk van de toestand van het gras, het type ondermes, de rollen en de gemonteerde werktuigen.
Lagers van messenkooiEr zijn 2 afgedichte diepgroefkogellagers van roestvrij staal.
RollenDe voorrol heeft een diameter van 6,3 cm, met een verscheidenheid aan door de gebruiker te kiezen configuraties. De achterrol is een volledige aluminium rol met een diameter van 5,1 cm.
OndermesDeze machine is standaard uitgerust met een Edgemax Microcut ondermes. Er zijn optionele ondermessen met een waaier van configuraties leverbaar. Het ondermes is met 13 schroeven (2120) of met 11 schroeven (1820) bevestigd aan een machinaal bewerkte gietijzeren snijbalk.
Afstelling ondermesEr zijn twee schroeven om het contact tussen de messenkooi en het ondermes af te stellen in stappen van 0,018 mm.
GrasschermDe vaste afscherming met instelbare stopbalk verbetert de afvoer van het gras uit de messenkooi als het gras nat is.
ContragewichtEen gietijzeren gewicht dat is geplaatst tegenover de aandrijflijn houdt het maaidek in evenwicht.
Nettogewicht, 2120 (zonder voorrol)11 messen - 32,2 kg; 14 messen - 33,5  kg
Nettogewicht, 1820 (zonder voorrol)11 messen - 30,8 kg); 14 messen - 32,2 kg)

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

Gebruiksaanwijzing

Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid voor gedetailleerde instructies over het gebruik van de machine. Voordat u het maaidek dagelijks gaat gebruiken, moet u het ondermes afstellen, zie Dagelijkse afstelling van het ondermes. Test de maaikwaliteit door een testbaan te maaien voordat u het maaidek op een green gebruikt om te controleren of het maairesultaat correct is.

Onderhoud

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Maaidek ondersteunen

Als u het maaidek moet kantelen om bij het ondermes/messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen om te controleren of de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 8).

g016943

Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen

Dagelijkse afstelling van het ondermes

Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het nodig is, moet u controleren of het contact tussen het ondermes en de messenkooi correct is afgesteld. Voer deze procedure uit, ook al is de maaikwaliteit aanvaardbaar.

  1. Laat de maaidekken neer op een stevig oppervlak, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  2. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken.

    • Indien er geen contact is, moet u het ondermes als volgt afstellen:

      1. Draai de stelknoppen van de snijbalk (Figuur 9) telkens 1 klik naar rechts, totdat u voelt en hoort dat er licht contact wordt gemaakt.

        Note: De stelschroeven van de snijbalk hebben pallen waarmee elke aangegeven stand van het ondermes telkens met 0,018 mm kan worden veranderd.

        g014595
      2. Steek een lange strip maaiprestatiepapier (Toro onderdeelnr. 125-5610) tussen de messenkooi en het ondermes, loodrecht op het ondermes (Figuur 10) en draai vervolgens langzaam de messenkooi naar voren. De messenkooi moet in het papier snijden. Als de messenkooi niet in het papier snijdt, moet u stap 1 en 2 herhalen totdat dit wel zo is.

    • Als het contact tussen het ondermes en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of het maaidek slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie de handleiding Slijpen van Toro-maaimachine met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

    Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als er geen licht contact is, zullen de snijranden van het ondermes/messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen. Dit zal ertoe leiden dat de snijranden na verloop van tijd bot worden als gevolg van het gebruik. Als het contact te zwaar is, zullen het ondermes en de messenkooi sneller of ongelijkmatig slijten en kan de maaikwaliteit achteruitgaan.

    Note: Als de messen van de messenkooi voortdurend tegen het ondermes aan lopen, zal er op het oppervlak van de voorste snijrand van het ondermes over de gehele lengte een lichte braam ontstaan. Vijl de voorste snijrand af en toe bij om de braam te verwijderen en de maairesultaten te verbeteren.Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Voor een soepele werking moet u deze groeven afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes.

Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen

Gebruik deze procedure tijdens het afstellen van het maaidek en na het slijpen, wetten of demonteren van de messenkooi. Dit is geen dagelijks onderhoud.

  1. Plaats het maaidek op een vlak, horizontaal oppervlak.

  2. Kantel het maaidek zodat u bij het ondermes en de messenkooi kunt.

    Note: Zorg ervoor dat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 8).

  3. Draai de messenkooi zodanig dat 1 van de messen de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop van het ondermes aan de rechterkant van het maaidek.

  4. Breng een markering aan waar het mes de rand van het ondermes kruist.

    Note: Dit maakt latere afstellingen eenvoudiger.

  5. Steek een afstandsring (0,05 mm) tussen het mes en de rand van het ondermes op de plaats waar u de markering hebt aangebracht in stap 4.

  6. Draai aan de rechter afstelschroef van de snijbalk (Figuur 9) tot u een lichte druk voelt als u de afstandsring heen en weer schuift. Verwijder de afstandsring.

  7. Voor de linkerzijde van het maaidek draait u de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop.

  8. Herhaal stap 4 tot 6 voor de linkerkant van het maaidek en de linkerstelschroef van de snijbalk.

  9. Herhaal stappen 5 en 6 tot er lichte druk is op de contactpunten aan de linker- en rechterkant van het maaidek.

  10. Om een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi te verkrijgen dient u elke stelschroef van de snijbalk 3 klikstanden rechtsom te draaien.

    Note: Elke klikstand van de stelschroef van de snijbalk beweegt het ondermes 0,018 mm. Draai de stelschroeven niet te vast.Draai de stelschroef rechtsom om de rand van het ondermes dichter bij de messenkooi te brengen. Draai de stelschroef linksom om de afstand van de rand van het ondermes tot de messenkooi te vergroten.

  11. Steek een lange strip maaiprestatiepapier (Toro onderdeelnr. 125-5610) tussen de messenkooi en het ondermes, loodrecht op het ondermes (Figuur 10) en draai vervolgens langzaam de messenkooi naar voren. De messenkooi moet in het papier snijden. Als de messenkooi niet in het papier snijdt, moet u alle stelschroeven van de snijbalk 1 slag rechtsom draaien en deze stap herhalen totdat de messenkooi wel in het papier snijdt.

    g014411

Note: Als het contact tussen het ondermes en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of het maaidek slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie de handleiding Slijpen van Toro-maaimachine met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

De hoogte van de achterrol afstellen

Afhankelijk van het gewenste maaihoogtebereik moet u de beugels van de achterrol (Figuur 11 of Figuur 12) in de hoge of lage stand zetten:

  • Plaats het afstandsstuk boven de montageflens van de zijplaat (fabrieksinstelling) bij maaihoogte-instellingen van 1,5 mm tot 6 mm zoals getoond in Figuur 11.

    g014404
  • Plaats het afstandsstuk onder de montageflens van de zijplaat bij maaihoogte-instellingen van 3 mm tot 25 mm zoals getoond in Figuur 12.

    g014405
  1. Hef de achterkant van het maaidek op en plaats een blok onder het ondermes.

  2. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de montageflens van beide snijplaten.

  3. Verwijder de rol en de schroeven uit de montageflenzen van de zijplaat en de afstandsstukken.

  4. Plaats de afstandsstukken op de schroeven zoals gewenst, onder of boven de rolbeugels (Figuur 11 of Figuur 12).

  5. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken vast aan de onderkant van de montageflenzen met de schroeven die u eerder hebt verwijderd.

Note: De stand van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de geassembleerde onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig.

De maaihoogte instellen

Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welke snijplaat het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.

SnijplaatOnderdeelnr.Maaihoogte
Edgemax Micro-cut (standaard)115-18801,5 tot 4,7 mm
Edgemax Tournament (optioneel)115-18813,1 tot 12,7 mm
Micro-cut (optioneel)93-42621,5 tot 4,7 mm
Tournament (optioneel)93-42633,1 tot 12,7 mm
Extended Micro-cut (optioneel)108-43031,5 tot 4,7 mm
Extended Tournament (optioneel)108-43023,1 tot 12,7 mm
Low-cut (optioneel)93-42644,7 tot 25,4 mm
High-cut (optioneel)94-63927,9 tot 25,4 mm
Fairway (optioneel)63-86009,5 tot 25,4 mm
Fairway EdgeMax (optioneel)112–74759,5 tot 25,4 mm

Note: Voor maaihoogten van meer dan 9,5 mm moet de set voor een hoge maaistand worden gemonteerd.

De maaihoogtelat afstellen

Voordat u de maaihoogte gaat instellen, moet u als volgt de maaihoogtelat afstellen:

  1. Draai de moer op de hoogtelat los en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte (Figuur 13).

    Note: De afstand tussen de onderkant van de schroefkop en de lat is de maaihoogte.

    g000489
  2. Draai de moer vast.

De maaihoogte instellen

  1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van het maaidek (Figuur 14).

    g014407
  2. Haak de schroefkop van de maaihoogtelat aan de rechterkant van de zijrand van het ondermes en laat de achterzijde van de lat op de achterrol rusten (Figuur 15).

    g016945
  3. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorkant van de hoogtelat.

  4. Herhaal stap 2 en 3 voor de linkerkant.

  5. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

    Important: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

  6. Draai de moeren vast om ervoor te zorgen dat de afstelling geborgd is en de ring geen speling meer heeft.

  7. Controleer of de maaihoogte-instelling correct is en herhaal indien nodig deze procedure.

De triminstelling wijzigen

Het maaidek beschikt over 6 triminstellingen die u kunt wijzigen naargelang de gazonomstandigheden. Begin met een instelling die overeenkomt met de maaihoogte-instelling, en test vervolgens het maaidek en pas de triminstelling aan om de gewenste maaikwaliteit te verkrijgen.

  1. Schakel de machine als volgt uit:

    • Benzinemodellen: zet de motor af en maak de bougiekabel los.

    • Elektrische modellen: schakel de machine uit en koppel de accu af (T-handgreep).

  2. Zet de flensbout los waarmee de riemkap bevestigd is en verwijder de riemkap zodat de riem zichtbaar wordt (Figuur 16).

    g016915
  3. Draai de moer van de lagerbehuizing los (Figuur 17).

    g017116
  4. Gebruik een sleutel van 16 mm om de lagerbehuizing te draaien zodat deze vrij kan bewegen.

  5. Verwijder de riem (Figuur 17).

  6. Gebruik de tabel op de sticker in Figuur 18 om de gewenste triminstelling te bepalen en na te gaan welke poelies u moet verwijderen.

    Note: Elke poelie heeft een nummer: 22, 24 of 25. Verplaats de poelies naar de standen die de tabel aangeeft voor uw triminstelling.

    decal131-1820
  7. Draai de 2 stelschroeven van elke poelie die u moet verplaatsen los. Gebruik een inbussleutel.

  8. Verwijder de poelies.

  9. Monteer alle poelies volgens de nieuwe configuratie op de sticker (Figuur 18).

    Note: Zorg ervoor dat de stelschroeven van elke poelie uitgelijnd zijn met de spie en het platte oppervlak van de as.

  10. Draai de stelschroeven vast met een torsie van 8,3 tot 8,9 N·m.

  11. Monteer de riem.

  12. Zorg ervoor dat de drukveer de riem onder spanning zet (Figuur 17).

  13. Draai de moer van de lagerbehuizing vast.

  14. Plaats de riemkap terug.

Stopbalk instellen

Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de omgeving van de messenkooi. Ga als volgt te werk:

Note: De balk kan worden aangepast om veranderingen in de gazonomstandigheden te compenseren. De afstand tussen de balk en de messenkooi moet worden verkleind als het gazon uitzonderlijk droog is. Als het gazon vochtig is, moet de afstand tussen de balk en de messenkooi echter vergroot worden. De balk moet evenwijdig aan de messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen. De balk moet altijd worden ingesteld als de messenkooi is geslepen.

  1. Draai de schroeven los waarmee de bovenbalk (Figuur 19) is gemonteerd aan het maaidek.

    g014643
  2. Steek een voelermaat van 1,5 mm tussen de bovenzijde van de messenkooi en de balk en draai vervolgens de schroeven vast.

    Important: Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is.

    Note: Stel de opening af indien dit nodig is voor de gazonomstandigheden.

Onderhoud van de snijbalk

Het onderhoud aan de snijbalk en snijplaat mag uitsluitend worden uitgevoerd door een goed opgeleide monteur om schade aan de messenkooi, snijbalk en snijplaat te voorkomen. In het ideale geval laat u het maaidek onderhouden door een erkende Toro-dealer. Zie de Onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid voor volledige instructies, speciaal gereedschap en schema's voor het onderhouden van het ondermes. Als u ooit zelf de snijbalk moet verwijderen of monteren, vindt u de instructies daarvoor hieronder en ook de specificaties voor het onderhoud van het ondermes.

Important: Volg bij onderhoudswerkzaamheden aan het ondermes altijd de procedures in de Onderhoudshandleiding. Als het ondermes niet correct wordt gemonteerd of geslepen, kan dit leiden tot schade aan de messenkooi, snijbalk en snijplaat.

De snijbalk verwijderen

  1. Draai de stelschroef van de snijbalk linksom om de snijbalk weg te trekken van de messenkooi (Figuur 20).

    g014641
  2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de drukring niet meer tegen de snijbalk is geklemd (Figuur 20).

  3. Draai de borgmoer van de snijbalkbout op beide zijden van de machine los (Figuur 21).

    g014409
  4. Verwijder beide snijbalkbouten zodat de snijbalk omlaag kan worden getrokken en uit het maaidek kan worden verwijderd (Figuur 21).

    Bewaar de 2 nylon ringen en 1 stalen ring op beide uiteinden van de snijbalk (Figuur 22).

    g257517

De snijbalk monteren

  1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de ringen en de stelschroef van de snijbalk bevinden (Figuur 20).

  2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 3 ringen (6 in totaal).

  3. Plaats een nylon ring aan beide zijden van de naaf van de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figuur 22).

  4. Draai de bouten van de snijbalk vast met een torsie van 27 tot 36 N·m.

  5. Draai de borgmoeren vast tot de buitenste stalen ringen net kunnen worden gedraaid met de hand, maar er geen eindspeling is. De ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

    Important: Draai de borgmoeren niet te vast of de zijplaten worden vervormd.

  6. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een 1/2 slag terug (Figuur 23).

    g006505
  7. Stel het contact tussen het ondermes en de messenkooi af, zie Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen.

Specificaties ondermes

Montage van het ondermes

  1. Verwijder roest, aanslag , en corrosie met een schraper van het oppervlak van de snijbalk.

  2. Smeer een dun laagje olie op het oppervlak van de snijbalk voordat u het ondermes monteert.

  3. Zorg ervoor dat de schroefdraad van de schroeven van de snijbalk schoon is.

  4. Monteer de nieuwe schroeven (5/16–18UNC–2A) om het ondermes aan de snijbalk te bevestigen. Draai ze nog niet vast. Breng anti-seize smeermiddel aan op de schroefdraad van de schroeven.

    Important: Breng geen anti-seize smeermiddel aan op de versmalling van de schroefkoppen.

  5. Gebruik een momentsleutel en het schroefgereedschap voor het ondermes (TOR510880) om de 2 buitenste schroeven vast te draaien tot 1 Nm.

  6. Volg de volgorde in Figuur 24 en draai de schroeven vast met een torsie van 25,4 Nm.

    g254874
  7. Slijp het ondermes na montage.

De messenkooi voorbereiden om te slijpen

  1. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de maai-eenheid in goede staat zijn en herstel problemen voordat u gaat slijpen.

  2. Volg de instructies van de fabrikant van de messenkooislijper om de messenkooi te slijpen volgens de volgende specificaties.

    Specificaties voor het slijpen van de messenkooi
    Nieuwe diameter messenkooi128,5 mm
    Onderhoudslimiet diameter messenkooi114,3 mm
    Vrijloophoek van mes30° ± 5°
    Breedte mesvlak1,0 mm
    Bereik van breedte mesvlak0,8 tot 1,2 mm
    Onderhoudslimiet versmalling diameter messenkooi0,25 mm

Hoekslijpen van de messenkooi

De nieuwe messenkooi heeft een platte zijkant van 1,3 tot 1,5 mm en een hoek van 30 graden.

Wanneer de platte zijkant groter dan 3 mm wordt, doe dan het volgende:

  1. Slijp alle messen onder een hoek van 30 graden tot de platte zijkant 1,3 mm breed is (Figuur 25).

    g028800
  2. Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatigheid van de messen niet meer dan 0,025 mm bedraagt.

    Note: Hierdoor wordt de platte zijkant een beetje groter.

  3. Stel de maai-eenheid in; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

Note: Om de messenkooi en de snijplaat langer scherp te houden - na het slijpen van de messenkooi en/of de snijplaat - controleert u het contact tussen de messenkooi en de snijplaat opnieuw nadat u 2 fairways gemaaid hebt; bramen zullen immers worden verwijderd, wat onjuiste speling tussen de messenkooi en de snijplaat tot gevolg kan hebben en de slijtage kan versnellen.

Specificaties voor het slijpen van het ondermes

g032182
Vrijloophoek standaard ondermes3° minimaal
Vrijloophoek verlengd ondermes7° minimaal
Bereik hoek voorzijde13° tot 17°

De bovenste slijphoek controleren

De hoek die u gebruikt om uw ondermessen te slijpen is erg belangrijk.

Gebruik de hoekindicator (Toro onderdeelnr. 131-6828) en de steun van de hoekindicator (Toro onderdeelnr. 131-6829) om de hoek die uw slijpmachine produceert te controleren en corrigeer vervolgens de onnauwkeurigheid van de slijpmachine.

  1. Plaats de hoekindicator op de onderkant van het ondermes zoals getoond in Figuur 27.

    g034113
  2. Druk op de knop alt zero op de hoekindicator.

  3. Plaats de steun van de hoekindicator op de rand van het ondermes zodat de rand van de magneet aansluit op de rand van het ondermes (Figuur 28).

    Note: De digitale display dient tijdens deze stap zichtbaar te zijn van dezelfde zijde als in stap 1.

    g034114
  4. Plaats de hoekindicator op de steun zoals getoond in Figuur 28.

    Note: Dit is de hoek die uw slijpmachine produceert, en deze dient niet meer dan 2 graden te verschillen van de aanbevolen bovenste slijphoek.

Het maaidek wetten

Gevaar

‏Contact met de messenkooi of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.

Houd vingers, handen of kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen.

  • Blijf op een afstand van de messenkooi tijdens het wetten.

  • U wordt geadviseerd bij het wetten geen borstel met een korte steel te gebruiken. Een complete set stelen (onderdeelnr. 29-9100 ) of losse stelen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toro-dealer.

  1. Plaats de machine op een schoon, horizontaal oppervlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.

  2. Verwijder de messenkooimotoren van de maaidekken, koppel de maaidekken los en verwijder deze van de hefarmen.

  3. Sluit de wetmachine aan op het maaidek door een vierkant stuk van 3/8" in de gesleufde koppeling aan het uiteinde van het maaidek te steken.

    Note: Aanvullende instructies en procedures met betrekking tot wetten kunt u vinden in de Gebruikershandleiding en de Handleiding Slijpen van Toro-maaimachine met messenkooien en roterende messen, documentnr. 80-300PT.

    Note: Voor een betere snijrand moet u de voorkant van het ondermes en de messenkooi bijvijlen als u klaar bent met wetten. Hiermee verwijdert u bramen of ruwe randen die kunnen zijn ontstaan op de snijrand.