Inleiding

Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van struikgewas of voor gebruik in de landbouw.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.

g032013

U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder:

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.

Nettokoppel: Het bruto- en nettokoppel van deze motor is door de motorfabrikant in laboratoriumomstandigheden gemeten volgens standaard J1940 van de Society of Automotive Engineers (SAE). Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheids- en gebruiksvoorschriften, zal dit type maaiers in de praktijk een veel lager motorkoppel hebben. Ga naar www.Toro.com om de specificaties van uw model te zien.

Veiligheid

Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013.

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.

Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.

  • Lees de Gebruikershandleiding en verzeker dat u deze begrijpt voordat u de motor start.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet werken.

  • Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen. Houd omstanders op een veilige afstand van de machine.

  • Houd kinderen uit de buurt van het werkgebied. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Stop de machine en zet de motor uit voordat u servicewerkzaamheden uitvoert, brandstof bijvult of verstoppingen verwijdert.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Bijkomende veiligheidsinformatie over een aantal onderwerpen vindt u in de respectieve hoofdstukken van deze handleiding.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decaloemmarkt
decal104-7953
decal112-8760
decal117-4143

Montage

Important: Verwijder het plastic waarmee de motor is afgedekt en eventueel ander plastic of verpakkingsmateriaal op de machine.

Important: Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, mag u de sleutel pas in het elektrische contact plaatsen als u klaar bent om de motor te starten (uitsluitend model met elektrische start).

De handgreep uitklappen

Waarschuwing

Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt.

  • Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep in- of uitklapt.

  • Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

  1. Verwijder de handgreepknoppen en bouten van de machinebehuizing (Figuur 3).

  2. Bevestig de handgreep aan de machinebehuizing (Figuur 3).

    g032765
  3. Zet de handgreep in de werkstand (Figuur 4).

    g032014

    Important: Leid de kabels naar de buitenzijde van de handgreep terwijl u de handgreep uitklapt (Figuur 5).

    g025928
  4. Monteer de handgreepknoppen en draai ze met de hand stevig vast.

De startkoord aanbrengen in de koordgeleider

Important: Om de motor veilig en snel te kunnen starten voor elk gebruik dient u de startkoord aan te brengen in de koordgeleider.

Houd de bedieningsstang tegen de bovenste handgreep en trek de startkoord door de koordgeleider aan de handgreep (Figuur 6).

g003251

Carter met olie bijvullen

Important: Uw machine wordt geleverd zonder olie in het carter. Vul het carter met olie voordat u de motor start.

Hoeveelheid motorolie: 0,53 liter

Viscositeit olie: SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie

API-classificatie: SJ of hoger

  1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken (Figuur 7).

    g197452
  3. Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van het oliecarter in de vulbuis.

  4. Wacht ongeveer 3 minuten tot de olie in de motor gezakt is.

  5. Veeg de peilstok met een schone doek schoon.

  6. Steek de peilstok volledig in de vulbuis en verwijder de peilstok.

  7. Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 7).

    • Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal de stap 3 tot en met 6 totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt.

    • Als de olie tot boven de Vol-markering op de peilstok reikt, laat dan de overtollige olie weglopen tot het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt Motorolie verversen.

    Important: Als het oliepeil in het motor te hoog of te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen.

  8. Plaats de peilstok goed in de vulbuis.

De accu opladen (uitsluitend modellen met elektrisch startsysteem)

De grasvanger monteren

  1. Schuif de grasvanger over het frame; zie Figuur 8.

    g027543

    Note: Schuif de grasvanger niet over de handgreep (Figuur 8).

  2. Haak het onderste kanaal van de grasvanger over de onderzijde van het frame (Figuur 9).

    g027544
  3. Haak het bovenste en de zijkanalen van de grasvanger achtereenvolgens over de bovenzijde en de zijkanten van het frame (Figuur 9).

Algemeen overzicht van de machine

g197495
g197496
TypeGewichtLengteBreedteHoogte
2973234 kg140 cm56 cm102 cm
2973439 kg140 cm56 cm102 cm

Gebruiksaanwijzing

Voor gebruik

Veiligheid vóór gebruik

Algemene veiligheid

  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.

  • Controleer of de beschermplaten en veiligheidsvoorzieningen zoals afdekkleppen en/of de grasvanger op hun plaats zitten en naar behoren werken.

  • Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op slijtage of beschadiging.

  • Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.

  • Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.

    • Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (alleen op model met elektrisch startsysteem) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

    • Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de maaihoogte instelt.

Veilig omgaan met brandstof

Gevaar

Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.

  • Om te voorkomen dat een statische lading de brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u het brandstofreservoir en/of de machine op de grond plaatsen voordat u de tank vult, niet op een voertuig of een ander object.

  • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem eventueel gemorste benzine op.

  • Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd brandstof uit de buurt van open vuur of vonken.

  • Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat of blik en buiten bereik van kinderen.

Waarschuwing

Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte.

  • Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.

  • Houd uw handen en gezicht uit de buurt van de vulpijp en de opening van de brandstoftank.

  • Houd brandstof uit de buurt van uw ogen en huid.

Brandstoftank vullen

  • Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone, verse (minder dan 30 dagen oud), loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2).

  • Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste 10% ethanol of 15% MTBE is geschikt.

  • Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol (gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether) per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE zijn niet hetzelfde. Benzine met 15% ethanol (E15) per volume is niet geschikt voor gebruik. Gebruik nooit benzine die meer dan 10% ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat 15% ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85 (bevat tot 85% ethanol). Ongeschikte benzine gebruiken kan leiden tot verminderde prestaties en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt door de garantie.

  • Geen benzine gebruiken die methanol bevat.

  • Tijdens de winter geen brandstof bewaren in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een brandstofstabilisator gebruikt.

  • Meng nooit olie door benzine.

Important: Om startproblemen te vermijden moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit benzine die ouder is dan 30 dagen.

g032017

Het motoroliepeil controleren

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het motoroliepeil controleren.
  • Inhoud motorolie: 0,53 liter

    Viscositeit olie: SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie

    API-classificatie: SJ of hoger

    1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken (Figuur 13).

      g197452
    3. Veeg de peilstok met een schone doek schoon.

    4. Steek de peilstok volledig in de vulbuis en verwijder de peilstok.

    5. Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 13).

      • Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal de stappen 3 tot en met 5 totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt.

      • Als de olie tot boven de Vol-markering op de peilstok reikt, laat dan de overtollige olie weglopen tot het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. Voor het aftappen van overtollige olie, zie Motorolie verversen.

      Important: Als het oliepeil in het carter te hoog of te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen.

    6. Plaats de peilstok goed in de vulbuis.

    De maaihoogte instellen

    Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Stel de voorwielen en de achterwielen in op dezelfde hoogte.

    Note: Om de machine omhoog of omlaag te brengen, moet u de maaihoogtehendels bewegen zoals wordt getoond in Figuur 14.

    g032019

    Important: De maaihoogte-instellingen zijn 32 mm, 44 mm, 57 mm, 70 mm, 83 mm en 95 mm.

    Tijdens gebruik

    Veiligheid tijdens gebruik

    Algemene veiligheid

    • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Bind lang haar vast, steek losse kledingstukken goed vast en draag geen juwelen.

    • Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of onder de invloed van alcohol of drugs bent.

    • Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (alleen modellen met elektrisch startsysteem) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.

    • Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet het geval is, mag u de machine niet meer gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.

    • Gebruik de machine enkel bij een goede zichtbaarheid en in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.

    • Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden.

    • Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.

    • Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen objecten. Oneffen terrein kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.

    • Stop de machine en controleer de maaimessen als u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

    • Voordat u de bedieningspositie verlaat, moet u de motor afzetten, het contactsleuteltje verwijderen (alleen modellen met elektrisch startsysteem) en wachten tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

    • Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.

    • Controleer de onderdelen van de grasvanger en de afvoergeleider regelmatig en vervang ze indien nodig door onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen.

    • Gebruik alleen accessoires en werktuigen die door The Toro® Company zijn goedgekeurd.

    De machine veilig gebruiken op hellingen

    • Maai met de helling mee, nooit helling op en af. Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting verandert op een helling.

    • Maai niet op al te steile hellingen. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.

    • Maai voorzichtig in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken.

    Motor starten

    1. Houd de bedieningsstang van het maaimes (Figuur 15) tegen de handgreep.

      g014712
    2. Steek het contactsleuteltje in het contactslot en draai eraan (uitsluitend modellen met elektrisch startsysteem, zie Figuur 16) of trek aan de handgreep van het startkoord (Figuur 17).

      g014717
      g014718

      Note: Als de motor na enkele pogingen niet wil starten, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

    De zelfaandrijving gebruiken (uitsluitend model met zelfaandrijving)

    Om de zelfaandrijving te bedienen moet u de aandrijfstang van de zelfaandrijving (Figuur 18) inknijpen in de richting van de hendel en vasthouden.

    g009642

    Om de zelfaandrijving uit te schakelen laat u de stang los.

    Note: De zelfaandrijving heeft een vaste maximumsnelheid. Om de snelheid te verminderen, moet u de ruimte tussen de stang voor de zelfaandrijving en de handgreep vergroten.

    De motor afzetten

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten.
  • Om de motor af te zetten, laat u de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 19).

    Note: Verwijder het contactsleuteltje als u de machine achterlaat (uitsluitend modellen met elektrisch startsysteem).

    Important: Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.

    g009643

    Het maaisel uitstrooien

    Uw machine wordt in de fabriek klaargemaakt om maaisel en bladafval te mulchen en terug in het gazon te drijven.

    Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen alvorens het maaisel te recyclen. Zie De grasvanger verwijderen.

    Het maaisel opvangen

    Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen.

    Montage van de grasvanger

    1. Tilt de achterklep omhoog en houd deze in deze stand (Figuur 20).

      g032023
    2. Plaats de stanguiteinden van de grasvanger in de inkepingen van de handgreepbeugels (Figuur 20).

    3. Laat de achterdeur zakken zodat deze komt te rusten op de grasvanger.

    De grasvanger verwijderen

    1. Tilt de achterklep omhoog en houd deze in deze stand (Figuur 20).

    2. Til de grasvanger uit de inkepingen in de beugels van de handgreep en verwijder de grasvanger van de machine.

    3. Sluit de achterdeur.

    Het maaisel zijwaarts afvoeren

    Zijuitwerpkanaal monteren

    1. Tilt de achterklep omhoog en houd deze in deze stand (Figuur 21).

      g032024

      Note: Verwijder de grasvanger als deze aan de machine is bevestigd; zie De grasvanger verwijderen.

    2. Plaats de stanguiteinden van het zijuitwerpkanaal in de inkepingen in de beugels van de handgreep (Figuur 21).

    3. Laat de achterdeur zakken zodat deze komt te rusten op het kanaal.

    Het zijuitwerpkanaal verwijderen

    1. Tilt de achterklep omhoog en houd deze in deze stand (Figuur 21).

    2. Til het zijuitwerpkanaal uit de inkepingen in de beugels van de handgreep en verwijder het zijuitwerpkanaal van de machine.

    3. Sluit de achterdeur.

    Tips voor bediening en gebruik

    Algemene maaitips

    • Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.

    • Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.

    • Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten, de contactsleutel verwijderen (alleen modellen met elektrisch startsysteem) de bougiekabel losmaken en de maaimachine op beschadiging controleren.

    • De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint.

    • Vervang indien nodig het maaimes door een Toro mes.

    Gras maaien

    • U moet telkens niet meer dan ongeveer één derde van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien.

    • Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, moet u maaien op de maximale maaihoogte en met een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken en de motor afslaan.

    • Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de maaimachine verstopt kan raken of de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden.

    • Wees bedacht op het risico van brand in zeer droge omstandigheden; neem alle plaatselijke brandwaarschuwingen in acht en houd de machine vrij van droog gras en bladafval.

    • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.

    • Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen:

      • Vervang het maaimes of laat het slijpen.

      • Loop langzamer tijdens het maaien.

      • Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte.

      • Maai het gras vaker.

      • Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien.

    Na gebruik

    Veiligheid na gebruik

    Algemene veiligheid

    • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.

    • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte opslaat.

    • Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij een open vlam, vonk of waakvlam bij bijv. een geiser of andere apparaten.

    De machine veilig vervoeren

    • Verwijder het contactsleuteltje voordat u de machine voor transport inlaadt (alleen modellen met elektrisch startsysteem).

    • Wees voorzichtig bij het in- of uitladen van de machine.

    • Zet de machine vast zodat ze niet kan gaan rollen.

    Handgreep inklappen

    1. Verwijder het contactsleuteltje (uitsluitend modellen met elektrisch startsysteem).

    2. Draai de knoppen van de handgreep los totdat u het bovenste deel van de handgreep vrij kunt bewegen (Figuur 22).

      g032022
    3. Beweeg de handgreep naar voren zoals word getoond in Figuur 22.

    De onderkant van de machine reinigen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na elk gebruik
  • Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de machine.
    1. Plaats de machine op een vlak, verhard oppervlak, laat de motor lopen en spuit een straal water voor het rechter achterwiel (Figuur 23).

      Het opspattende water komt dan in de baan van het maaimes en spoelt het maaisel weg.

      g002600
    2. Als er geen maaisel meer onder vandaan komt, draait u de kraan dicht en brengt u de machine naar een droge plaats.

    3. Laat de motor een paar minuten lopen om de onderzijde van de machine te drogen zodat deze niet gaat roesten.

    Onderhoud

    Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

    Aanbevolen onderhoudsschema

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het motoroliepeil controleren.
  • Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten.
  • Na elk gebruik
  • Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de machine.
  • Om de 25 bedrijfsuren
  • Het luchtfilter vervangen (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden).
  • Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model met elektrisch startsysteem).
  • Om de 100 bedrijfsuren
  • Reinig het koelsysteem (zie de gebruikershandleiding van de motor).
  • Bougie vervangen.
  • Vóór de stalling
  • Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of de machine stalt.
  • Jaarlijks
  • Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt).
  • Important: Raadpleeg de handleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.

    De machine veilig onderhouden

    • Trek de bougiekabel los van de bougie en verwijder het contactsleuteltje (alleen modellen met elektrisch startsysteem) voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

    • Draag handschoenen en oogbescherming wanneer u servicewerkzaamheden verricht.

    • Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Gebruik handschoenen als u het mes monteert.

    • Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen. Controleer regelmatig of deze goed werken.

    • Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Laat de motor drooglopen of pomp de brandstof met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel.

    Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden

    1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (alleen op model met elektrisch startsysteem) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

    2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Figuur 24).

      g032025
    3. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de bougie.

    Het luchtfilter vervangen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 25 bedrijfsuren
  • Het luchtfilter vervangen (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden).
    1. Trek aan de lip om het luchtfilterdeksel te openen (Figuur 25).

      g032020
    2. Vervang het luchtfilter.

    3. Sluit het luchtfilterdeksel.

    Motorolie verversen

    Het is niet verplicht om de motorolie te vervangen, maar als u dit wilt doen, volg dan de onderstaande procedure.

    Note: Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme olie stroomt beter en voert verontreinigingen beter mee.

    Hoeveelheid motorolie: 0,53 liter

    Viscositeit olie: SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie

    API-classificatie: SJ of hoger

    1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    3. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken (Figuur 26).

      g197452
    4. Kantel de machine op de zijkant (met het luchtfilter naar boven) om de oude olie uit de vulbuis te laten lopen (Figuur 27).

      g032764
    5. Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug in de werkstand.

    6. Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van het oliecarter in de vulbuis.

    7. Wacht ongeveer 3 minuten tot de olie in de motor gezakt is.

    8. Veeg de peilstok met een schone doek schoon.

    9. Steek de peilstok volledig in de vulbuis en verwijder de peilstok.

    10. Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 26).

      • Als het peil onder de Bijvullen-markering op de peilstok staat, giet dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal de stap 8 tot en met 10 totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt.

      • Als de olie tot boven de Vol-markering op de peilstok reikt, laat dan de overtollige olie weglopen tot het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt.

      Important: Als het oliepeil in het motor te hoog of te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen.

    11. Plaats de peilstok goed in de vulbuis.

    12. Recycleer de gebruikte olie op de juiste wijze.

    De accu opladen

    Uitsluitend model met elektrisch startsysteem
    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 25 bedrijfsuren
  • Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model met elektrisch startsysteem).
  • Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur op, doe dit vervolgens elke maand (steeds na 25 keer starten) of wanneer dit nodig is. Gebruik de acculader altijd op een beschutte plaats en laad de accu op bij kamertemperatuur (22 °C) indien dit mogelijk is.

    1. Sluit de acculader aan op de kabelboom van de machine die zich onder het contactsleuteltje bevindt (Figuur 28).

      g002889
    2. Sluit de acculader aan op een stopcontact.

      Note: Als de accu niet meer kan worden opgeladen, moet u deze afvoeren of verwerken volgens de plaatselijk geldende voorschriften.

    Note: De lader is mogelijk voorzien van een LED-display met twee kleuren waarmee de volgende laadstatus kan worden weergeven:

    • Een rood lampje geeft aan dat de lader de accu laadt.

    • Een groen lampje geeft aan dat de accu volledig is opgeladen of dat de lader is losgekoppeld van de accu.

    • Een knipperend licht dat wisselt tussen rood en groen geeft aan dat de accu bijna volledig is opgeladen. Het duurt hierna nog maar enkele minuten tot de accu volledig is opgeladen.

    De zekering vervangen

    Uitsluitend model met elektrisch startsysteem

    Als de accu niet oplaadt of de motor niet gaat lopen met behulp van de elektrische starter, is de zekering waarschijnlijk doorgebrand. Vervang door een nieuwe 40 A insteekzekering.

    1. Maak het accudeksel los en verwijder het (Figuur 29).

      g032021
    2. Plaats de zekering in de zekeringhouder zoals wordt getoond (Figuur 30).

      g002878
    3. Plaats het accudeksel.

    Het maaimes vervangen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt).
  • Important: U hebt een momentsleutel nodig om het mes op correcte wijze te monteren. Als u geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer.

    Controleer het mes wanneer de benzinetank leeg is. Een beschadigd of gescheurd mes moet direct worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen vertoont, moet u het mes laten slijpen of vervangen.

    1. Maak de bougiekabel los van de bougie. Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Kantel de maaimachine op zijn zij met het luchtfilter naar boven.

    3. Gebruik een blok hout om het mes stil te houden.

    4. Verwijder het mes (draai de mesbout linksom) en bewaar alle bevestigingsmaterialen.

    5. Plaats het nieuwe mes (draai de mesbout rechtsom) en alle bevestigingsmaterialen (Figuur 31).

      g002599

      Important: De gebogen uiteinden van het mes moeten naar de machine wijzen.

    6. Gebruik een momentsleutel om de mesbout vast te draaien met 82 N·m.

      Important: Een bout die is aangetrokken tot 82 N·m zit erg vast. Zet het mes vast met een stuk hout en plaats uw volle gewicht achter de (dop)sleutel om de bout goed vast te draaien. Het is erg moeilijk om deze bout te vast te draaien.

    Kabel van zelfaandrijving afstellen

    Wanneer u een nieuwe kabel voor de zelfaandrijving monteert of de zelfaandrijving ontsteld is, moet u de kabel afstellen.

    1. Draai de moer van de kabelbeugel los (Figuur 32).

      g009692
    2. Houd de stang van de zelfaandrijving 25 tot 38 mm van de handgreep verwijderd (Figuur 32).

    3. Trek de kabelmantel omlaag (naar de maaimachine toe) om alle speling uit de kabel te halen (Figuur 32).

    4. Draai de moer op de kabelbeugel vast.

    5. Laat de stang van de zelfaandrijving los en controleer of de kabel los is.

      Note: De kabel moet los zijn als de stang van de zelfaandrijving is vrijgegeven, anders kan de machine gaan kruipen als de stang is ontgrendeld.

    Stalling

    Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats.

    Voorbereidingen voor stalling

    1. Voeg de laatste keer in het seizoen dat u brandstof toevoegt ook een stabilizer (zoals Toro Premium Fuel Treatment) toe.

    2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan brandstof.

    3. Gebruik de hulpstarter en start de motor nogmaals.

    4. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de brandstof voldoende verbruikt.

    5. Trek de kabel los van de bougie en verwijder de contactsleutel (alleen modellen met elektrisch startsysteem).

    6. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in de bougie-opening en trek verschillende keren langzaam aan het startkoord om de olie over de cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode te voorkomen.

    7. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een momentsleutel vast met een torsie van 20 N·m.

    8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.

    9. Alleen modellen met elektrisch startsysteem: Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur op, haal vervolgens de acculader uit het stopcontact en stal de machine in een onverwarmde ruimte. Als u de machine in een verwarmde ruimte stalt, moet u de accu om de 90 dagen opladen (uitsluitend modellen met elektrisch startsysteem).

    De maaimachine uit de stalling halen

    1. Verwijder de bougies en laat de motor snel draaien door aan de handgreep van het startkoord te trekken om de overmatige olie uit de cilinder te verwijderen.

    2. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een momentsleutel vast met een torsie van 20 N·m.

    3. Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model met elektrisch startsysteem).

    4. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.