Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Breng de maaidekken omlaag.
Stel de parkeerrem in werking.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Koppel de accu los; raadpleeg de Gebruikershandleiding die bij uw machine hoort.
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.
Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Rechter koplamphouder | 1 |
Linker koplamphouder | 1 |
Rechter achterlichthouder | 1 |
Linker achterlichthouder | 1 |
Koplamp rechts | 1 |
Koplamp links | 1 |
Achterlicht | 2 |
Verlengbeugel van achterlicht | 2 |
Flensmoer (") | 10 |
Zeskantbout ("x1") | 1 |
Zeskantbout (5/16"x1") | 4 |
Zeskantbout (5/16"x") | 4 |
Zeskantbout ("x") | 8 |
Flensmoer (5/16") | 4 |
Note: De linker en rechter koplamp en de houders zijn verschillend. Zorg ervoor dat elke lamp en houder gemonteerd is aan de juiste kant.
Ontkoppel de aansluitingen van de koplampen van het scherm en verwijder de bevestigingen waarmee het platformscherm is bevestigd aan het machineframe (Figure 1).
Bewaar de bevestigingen om het scherm aan de machine vast te maken.
Verwijder het scherm van het frame.
Gebruik 5 zeskantbouten ("x") en 5 flensmoeren (") om de linker koplamphouder aan de linker vloerbeugel te bevestigen (Figure 2).
Gebruik 4 zeskantbouten ("x") en 4 flensmoeren (") om de rechter koplamphouder aan de rechter vloerbeugel te bevestigen (Figure 2).
Bevestig de linker en rechter koplamp aan de koplamphouders (Figure 3) met de meegeleverde bevestigingen.
Note: Zorg ervoor dat de lens van de richtingaanwijzer van de koplamp naar de buitenkant van de tractie-eenheid is gericht.
Draai de borgmoer vast om de koplamp stevig vast te zetten tegen de koplampbeugel.
Note: Draai de borgmoer niet te vast.
Note: De linker en rechter achterlichthouder zijn verschillend. Zorg ervoor dat elke houder gemonteerd is aan de juiste kant.
Til de motorkap op; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Monteer de lichthouders; raadpleeg de volgende stappen naargelang uw machine:
Voor machines met modelnr. 03674 (Reelmaster 5010-H), 03675 (Reelmaster 5410), en 03676 (Reelmaster 5510):
Verwijder de bouten van de framerail aan elke kant van de machine (Figure 4).
Gebruik de bouten die u eerder hebt verwijderd om de verlengbeugels van het achterlicht aan de framerail te bevestigen (Figure 5).
Gebruik 4 bouten (5/16"x") en 4 moeren (5/16") om de achterlichtsteunen aan de verlengbeugels te bevestigen (Figure 5).
Voor alle andere machines:
Note: Oudere machines kunnen een chassispoot hebben die uitsteekt voor het bevestigingsmateriaal van het radiateurframe. Verwijder de chassispoot, vijl het nieuwe chassisuiteinde en lak het (Figure 6).
Monteer de achterlichten op de lichtsteunen met de bouten en moeren die bij elk licht zijn geleverd.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Claxon | 1 |
Claxonbeugel | 1 |
Zeskantbout ("x1") | 1 |
Flensmoer (") | 1 |
Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal op de claxon om de claxon aan de claxonbeugel te bevestigen.
Gebruik een zeskantbout ("x1") en een flensmoer (") om de claxon en de claxonbeugel aan de rechter vloerbeugel te bevestigen (Figure 9).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Bevestiging voor licht | 1 |
Verlichtingsplaat | 1 |
Flensmoer (") | 2 |
Borgmoer (nr.10) | 2 |
Flensbout (") | 2 |
Schroef (nr.10) | 2 |
Open het achterscherm; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Lijn de bevestiging voor het licht uit met de onderkant van het machineframe.
Markeer de locatie van de openingen in de bevestiging voor het licht op het frame, verwijder de verlichtingsplaat en boor 2 gaten (") in het frame.
Gebruik 2 flensbouten (") en 2 flensmoeren (") om de bevestiging voor het licht vast te maken aan het machineframe.
Gebruik 2 schroeven (nr.10) en 2 borgmoeren (nr.10) om de verlichtingsplaat aan de bevestiging voor het licht vast te maken.
Sluit het achterscherm.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Houder voor kolombeugel | 1 |
Knipperlichtmodule | 1 |
Aan-uit-aan tuimelschakelaar | 1 |
Zwaailichtschakelaar | 1 |
Peddelschakelaar | 1 |
Claxonschakelaar | 1 |
Claxonknop | 1 |
Inbusschroef met bolkop | 1 |
Plaatmoer | 2 |
Stuurkolombeugel | 1 |
Slotbout (x1") | 2 |
Flensmoer (") | 2 |
Plaats de onderdelen zoals wordt getoond in Figure 12.
Monteer de houder voor de kolombeugel op de stuurkolom; gebruik de montagebeugel, 2 slotbouten en 2 flensmoeren (Figure 13).
Important: Zorg dat de bovenkant van de stuurkolombeugel 21mm onder de bovenkant van de stuurkolom komt.
Important: Draai de bevestigingen vast met 19 tot 24Nm. Draai de slotbouten niet te vast; anders kan de stuurkolombeugel vervormd raken.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Kabelboom | 1 |
Kabelboomadapter (lang) | 1 |
Bindklem | 1 |
Kabelboomadapter (kort) | 2 |
Bevestiging van zekeringhouder | 1 |
Flensmoer (5/16") | 2 |
Borgmoer (M6) | 2 |
Flensbout (M6) | 2 |
Flensbout (5/16"x1") | 2 |
Gebruik de volgende instructies en illustraties om de kabelboom te leiden en aan te sluiten. Raadpleeg Figure 14 voor een overzicht van de kabelboom.
Til de motorkap op; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Gebruik 2 flensbouten (5/16"x1") en 2 flensmoeren (5/16") om de bevestiging voor de zekeringhouder vast te maken aan het bevestigingsframe van de motor aan de rechterkant van de machine (Figure 15).
Gebruik 2 flensbouten (M6) en 2 borgmoeren (M6) om de zekeringhouder aan de bevestiging voor de zekeringhouder te vast te maken (Figure 16).
Leid de kabelboom naar de linkerzijde van de machine; zie Figure 17.
Verbind het kabelboomgedeelte voor de aarding van de motor met het aardingsblok (Figure 17).
Sluit de kabelboom aan op het linker en rechter achterlicht (Figure 17).
Plaats een bindklem in de achterste opening van het rechter achterlicht (Figure 18).
Gebruik de lange kabelboomadapter om de kabelboom aan te sluiten op de kentekenplaatverlichting. (Figure 17 en Figure 19).
Raadpleeg Figure 19 voor de geschikte bevestigingslocatie van de magneet op de machine. Plaats 1 magneet aan de binnenkant van de kentekenplaathouder. Leid de kabelboomadapter door de bindklem die u hebt gemonteerd in de vorige stap.
Blijf de kabelboom leiden langs de rechter framerail (Figure 17).
Verbind het ringcontact met de starter (Figure 17).
Sluit de kabelboom aan op het zwaailicht (Figure 17).
Sluit de kabelboom aan op de neutraalstand-schakelaar (Figure 17).
Leid het voorste uiteinde van de kabelboom onder het bestuurdersplatform naar de voorkant van de machine (Figure 20).
Draai de kabelboomaansluitingen door de overeenkomende koplampbeugel en sluit deze aan op de koplamp (Figure 20).
Niet-hybride machines: Gebruik de korte kabelboomadapter om de kabelboom aan te sluiten op elke koplamp.
Koppel het kabelboomuiteinde met de 2 aansluitingen aan op de claxon (Figure 20).
Plaats het platformdeksel bovenop het frame.
Steek de kabelboomaansluitingen van de verlichtingsset in de koplampen op het scherm (Figure 20).
Snijd een U-vormige inkeping in het scherm (Figure 21).
Note: Dankzij de U-vormige inkeping kunt u de kabelboom naar boven leiden naar de schakelaars op de stuurkolom.
Bevestig het scherm aan het frame met de bevestigingen die u eerder verwijderd hebt.
Leid de kabelboom naar de kolombeugel op de stuurkolom (Figure 20).
Koppel de aansluitingen aan op de schakelaars van de knipperlichtmodule, claxon, richtingaanwijzers en gevarenlichten (Figure 22).
Breng de kap aan op de kolombeugel; gebruik hierbij 2 inbusschroeven met bolkop zoals afgebeeld in Figure 23
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Plaat | 3 |
Plaatje met serienummer | 1 |
Snelheidsplaat | 1 |
U-bout | 1 |
Flensmoer (") | 2 |
Breng een plaat aan aan beide zijden van de machine (Figure 24).
Gebruik een U-bout en 2 flensmoeren (") om de snelheidsplaat aan de linkerzijde van de rolbeugel te bevestigen (Figure 24).
Breng een plaat aan aan beide zijden van de snelheidsplaat (Figure 24).
Hou het serienummerplaatje aan de rechterkant van de machine, 6mm boven de onderrand (Figure 25). Gebruik het serienummerplaatje als sjabloon en boor 4 gaten (3mm).
Bevestig het serienummerplaatje met 4 popnagels.
Breng het serienummer aan op het frame, vlak bij het serienummerplaatje (Figure 25).
Note: Gebruik een lettergrootte van 7mm of groter.
Sluit de accu aan; raadpleeg de Gebruikershandleiding die bij uw machine hoort.
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.
Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Druk de gevarenlichtschakelaar (Figure 26) op Aan om de voorste en achterste waarschuwingsknipperlichten in te schakelen.
Druk de linkerkant van de richtingaanwijzerschakelaar naar beneden (Figure 26) om de linker richtingaanwijzer te activeren. De middelste positie is de Uit-stand.
Druk de rechterkant van de richtingaanwijzerschakelaar naar beneden (Figure 26) om de rechter richtingaanwijzer te activeren. De middelste positie is de Uit-stand.
Druk de zwaailichtschakelaar in (Figure 26) om het zwaailicht in te schakelen.
Druk op de claxonknop (Figure 26) om de claxon te activeren.
Draai de montagemoeren los en plaats elke koplamp zo, dat deze recht vooruit wijst.
Draai alle montagemoeren precies vast genoeg om de koplamp in positie te houden.
Plaats een plat stuk metaal over de kop van de koplamp.
Monteer een magnetische protractor op de plaat.
Terwijl u de installatie op zijn plaats houdt, kantelt u voorzichtig de koplamp 3graden en draait dan de moer weer vast.
Doe hetzelfde met de andere koplamp.