Onderhoud
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Veiligheid bij onderhoud
-
Parkeer de machine op een egale ondergrond, schakel de hulphydrauliek uit, breng het werktuig omlaag, stel de parkeerrem (indien aanwezig) in werking, zet de motor uit en verwijder het sleuteltje. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of repareert.
-
Veeg gemorste olie en brandstof op.
-
Laat personeel dat niet bekend is met de instructies nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren.
-
Plaats de onderdelen op kriksteunen indien dit nodig is.
-
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
-
Maak de accukabels los voordat u reparatiewerkzaamheden uitvoert; zie Onderhoud van de accu .
-
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt.
-
Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en al het bevestigingsmateriaal stevig vastzit. Vervang versleten of beschadigde stickers.
-
Knoei niet met de veiligheidsvoorzieningen.
-
Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. Werktuigen kunnen invloed hebben op de stabiliteit en de bediening van de machine. De garantie kan komen te vervallen als u de machine gebruikt met werktuigen die niet zijn goedgekeurd.
-
Gebruik alleen originele reserveonderdelen van Toro.
-
Als het voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden nodig is dat de laadarmen omhoog staan, kunt u de armen in de opgeheven stand vergrendelen met de hydraulische cilindervergrendeling(en).
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 8 bedrijfsuren |
|
Na de eerste 50 bedrijfsuren |
|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Om de 25 bedrijfsuren |
|
Om de 75 bedrijfsuren |
|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
Om de 200 bedrijfsuren |
|
Om de 400 bedrijfsuren |
|
Om de 1500 bedrijfsuren |
|
Jaarlijks |
|
Jaarlijks of vóór stalling |
|
Important: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Voorzichtig
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Procedures voorafgaande aan onderhoud
De cilindervergrendelingen gebruiken
Waarschuwing
Als de armen van de lader in de opgeheven stand staan, kunnen deze omlaag komen waardoor iemand die eronder staat bekneld kan raken.
Plaats de cilindervergrendeling(en) voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert waarbij de armen van de lader omhoog moeten staan.
Cilindervergrendelingen aanbrengen
-
Verwijder het werktuig.
-
Breng de armen van de lader volledig omhoog.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Plaats een cilindervergrendeling over elke hefcilinderstang (Figuur 20).
-
Bevestig elke cilindervergrendeling met een gaffelpen en een R-pen (Figuur 20).
-
Breng langzaam de armen van de lader omlaag totdat de cilindervergrendelingen contact maken met de cilinderbehuizingen en de uiteinden van de stang.
De cilindervergrendelingen verwijderen en opslaan
Important: Verwijder de cilindervergrendelingen van de stangen en vergrendel ze volledig in de opslagstand voordat u de machine bedient.
-
Start de motor.
-
Breng de armen van de lader volledig omhoog.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Verwijder de gaffelpen en de R-pen waarmee de cilindervergrendelingen bevestigd zijn.
-
Verwijder de cilindervergrendelingen.
-
Breng de armen van de lader omlaag.
-
Breng de cilindervergrendelingen aan over de hydraulische slangen en bevestig ze met de gaffelpennen en R-pennen (Figuur 21).
Toegang krijgen tot inwendige onderdelen
Waarschuwing
Als u deksels, kappen of schermen openmaakt terwijl de motor draait, kunt u in contact komen met bewegende onderdelen en daarbij ernstig letsel oplopen.
Voordat u een deksel, kap of scherm opent: zet de motor af, verwijder het sleuteltje uit het contact en laat de motor afkoelen.
Het inspectieluik aan de voorzijde verwijderen
-
Parkeer de machine op een horizontaal vlak en stel de parkeerrem in werking.
-
Breng de laadarmen omhoog en breng de cilindervergrendelingen aan.
Note: Als u het voorste inspectieluik moet verwijderen zonder de laadarmen omhoog te brengen, wees dan uiterst voorzichtig om het deksel of de hydraulische slangen niet te beschadigen terwijl u het deksel van onder de armen haalt.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Zet de twee borglippen los (Figuur 22, bovenste lip links getoond).
-
Trek het deksel van de machine.
-
Als u klaar bent, plaatst u het voorste inspectieluik terug en bevestigt u het met de twee borglippen.
Inspectieluik aan de achterzijde openen.
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Zet de twee borglippen bovenaan het achterste inspectieluik los (Figuur 23).
-
Verwijder de bout naast de rechterborglip (Figuur 23).
-
Gebruik de handgreep om het deksel omhoog en achteruit te trekken en het te openen (Figuur 23).
-
Als u klaar bent, sluit u het achterste inspectieluik door het naar boven te zwaaien en het op zijn plaats te brengen.
-
Bevestig het met de twee borglippen en een bout.
Smering
De machine smeren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Type vet: vet voor algemene doeleinden
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig op de machine) en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Reinig de smeernippels met een doek.
-
Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel (Figuur 24 en Figuur 25).
-
Pomp vet in de nippels totdat er wat vet bij de lagers naar buiten komt (ongeveer 3 maal pompen).
-
Overtollig vet wegvegen.
Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
-
U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie.
-
Verander nooit de stand van de toerenregelaar van de motor en laat de motor niet te snel draaien.
-
Houd uw handen, voeten, gezicht, kleding en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken.
Onderhoud van het luchtfilter
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 200 bedrijfsuren |
|
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig op de machine) en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing (Figuur 26).
-
Knijp in de zijkanten van de stofkap om deze te openen en sla het stof eruit.
-
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel met perslucht onder een druk van 2,07 bar.
Important: Reinig de luchtfilterbehuizing niet met perslucht.
-
Schuif het filter voorzichtig uit de luchtfilterbehuizing (Figuur 26).
Note: Zorg ervoor dat u niet met het filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing stoot.
Important: Probeer het filter niet te reinigen.
-
Controleer het nieuwe filter op scheuren, een vettig oppervlak of beschadiging van de rubberen afdichting. Richt een felle lichtbron op de buitenkant van het filter en kijk in het filter; als er gaten in het filter zijn, ziet u heldere vlekken.
Als het filter beschadigd is, mag u het niet gebruiken.
-
Monteer het filter voorzichtig (Figuur 26).
Note: Zorg ervoor dat het filter volledig vastzit door de buitenring van het filter tijdens de montage aan te drukken.
Important: Druk niet op het zachte midden van het filter.
-
Monteer het luchtfilterdeksel met de stofkap naar beneden gericht en maak de sluitingen vast (Figuur 26).
Motorolie verversen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 50 bedrijfsuren |
|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Om de 75 bedrijfsuren |
|
Motorolietype
Type olie:detergent voor dieselmotoren (API onderhoudsklasse CH-4, CI-4 of hoger)
Carterinhoud: met filter, 3,2 liter
Viscositeit: Zie onderstaande tabel.
Het motoroliepeil controleren
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen.
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Reinig het gebied rond de oliepeilstok (Figuur 28).
-
Trek de peilstok uit en veeg het metalen deel met een doek schoon (Figuur 28).
-
Schuif de peilstok helemaal in de buis (Figuur 28).
-
Trek de peilstok uit en controleer het oliepeil op het metalen deel.
Note: Het oliepeil moet binnen het gebied met kruisarcering op de peilstok staan.
-
Als het oliepeil laag is, reinigt u de omgeving van de olievulbuisdop en verwijdert u de dop (Figuur 28).
-
Giet langzaam olie in het klepdeksel. Controleer het oliepeil opnieuw en zorg ervoor dat het peil aan de bovenkant van het gebied met kruisarcering op de peilstok staat.
Note: Gebruik olie voor dieselmotoren, API onderhoudsklasse CH-4, CI-4 of hoger; zie Motorolietype.
Important: Giet niet te veel olie in het carter omdat dit de motor kan beschadigen.
-
Plaats de olievulbuisdop en de peilstok terug.
-
Sluit het inspectieluik aan de achterzijde.
Motorolie verversen en filter vervangen
-
Start de motor en laat deze 5 minuten lopen.
Note: Warme olie kan beter worden afgetapt.
-
Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
-
Breng de armen van de lader omlaag, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
-
Plaats een opvangbak onder de olieaftapbuis (Figuur 29).
-
Zet de klem los en verwijder de plug (Figuur 29).
-
Als alle olie is afgetapt, kunt u de aftapplug weer terugplaatsen en de klem vastzetten.
Note: Geef de afgewerkte olie af bij een erkend recyclingcentrum.
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Verwijder het oude filter en veeg de pakking van het filtertussenstuk (Figuur 30) schoon.
-
Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen pakking van het nieuwe filter (Figuur 30).
-
Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk. Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens ½ slag (Figuur 30).
-
Verwijder de vuldop (Figuur 28) en giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde hoeveelheid olie in het klepdeksel.
-
Controleer het oliepeil.
-
Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de bovenste markering op de peilstok bereikt.
-
Plaats de vuldop terug.
-
Start de motor en laat deze 15 Seconden lopen zodat het filter zich kan vullen met olie.
-
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
-
Het motoroliepeil controleren. Indien nodig olie bijvullen.
-
Sluit het inspectieluik aan de achterzijde.
Onderhoud brandstofsysteem
Gevaar
In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
-
Tap de brandstof af uit de brandstoftanks wanneer de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein. Eventueel gemorste brandstof opnemen.
-
Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de buurt van open vuur of als de kans bestaat dat benzinedampen door een vonk kunnen ontbranden.
-
Raadpleeg Brandstofveiligheid voor een volledige lijst van brandstofgerelateerde voorzorgen.
Water aftappen uit het brandstoffilter
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Draai het aftapventiel tot het water uit het filter loopt (Figuur 31).
Note: Het brandstoffilter bevindt zich bij de onderkant van de brandstoftank.
-
Sluit de klep.
-
Sluit het inspectieluik aan de achterzijde.
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Jaarlijks |
|
Important: Monteer nooit een vuil filter.
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Sluit de brandstofklep onderaan de brandstoftank (Figuur 34).
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Open het aftapventiel (Figuur 32) en laat de brandstof uit het brandstoffilter in een geschikte houder lopen. Gooi op de juiste manier weg.
-
Verwijder het brandstoffilter met een filtersleutel (Figuur 32).
-
Maak het montageoppervlak schoon.
-
Smeer schone motorolie op de pakking van het nieuwe filter.
-
Schroef het nieuwe filter erop met de hand tot de pakking de behuizing raakt, draai het filter vervolgens nog eens 1/2 slag.
-
Open de brandstofklep onderaan de brandstoftank (Figuur 34).
-
Laat het brandstofsysteem uitlekken; raadpleeg Het brandstofsysteem ontluchten.
-
Start de motor en controleer op olielekkages.
Het brandstofsysteem ontluchten
Laat de lucht uit het brandstofsysteem in de volgende gevallen:
-
Een nieuwe machine of een opgeslagen machine voor de eerste keer (terug) starten
-
Nadat de motor is gestopt omdat de brandstof op was
-
Nadat er onderhoud is uitgevoerd aan componenten van het brandstofsysteem
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Plaats een opvangbak onder het brandstoffilter om gelekte brandstof op te vangen.
-
Open de ontluchtschroef bovenaan het brandstoffilter om de houder met brandstof te vullen (Figuur 33).
-
Sluit de ontluchtschroef als de brandstof bestendig loopt.
-
Zoek aan de linkerkant van de motor de ontluchtingsplug bovenaan de brandstofinjectiepomp en sluit een slang aan die naar een opvangbak leidt.
-
Open de ontluchtingsplug en probeer de motor te starten totdat de brandstof in een regelmatige stroom lekt.
-
Sluit de ontluchtingsplug.
-
Sluit het inspectieluik aan de achterzijde.
Brandstof aftappen uit de brandstoftank
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Sluit de brandstofklep in de slang onderaan de brandstoftank (Figuur 34).
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Maak de slangklem op het brandstoffilter los en schuif deze over de brandstofslang weg van het filter.
-
Trek de brandstofleiding van het brandstoffilter, open de brandstofklep en laat de brandstof in een brandstofvat of een opvangbak lopen.
-
Sluit de brandstofklep.
-
Plaats de brandstofslang op het filter.
-
Schuif de slangklem dicht op het filter om de brandstofslang vast te zetten.
-
Sluit het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Open de brandstofklep in de slang onderaan de brandstoftank, zoals getoond in Figuur 34.
Note: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen.
Onderhoud elektrisch systeem
Veiligheid van het elektrisch systeem
-
Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool.
-
Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
-
Accuzuur is giftig en kan brandwonden veroorzaken. Voorkom contact met de huid, ogen en kleding. Bescherm uw gezicht, ogen en kleding als u werkzaamheden verricht aan de accu.
-
Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
Onderhoud van de accu
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 75 bedrijfsuren |
|
Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de accubehuizing schoon met een tissue. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout. Breng een laagje vet op de accupolen aan om corrosie te verminderen.
Specificaties: 12 V, 450 A (koude start)
Accu verwijderen
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Verwijder het deksel (Figuur 35)
-
Verwijder de moeren en stangen waarmee de accu wordt bevestigd (Figuur 35).
-
Maak de minkabel (zwart) die naar de negatieve (–) accupool leidt los (Figuur 35).
-
Maak de pluskabel (rood) die naar de positieve (+) accupool leidt los (Figuur 35).
-
Verwijder de accu van het platform.
Accu opladen
Important: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,265). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen onder 0 °C.
-
Verwijder de accu van de machine; raadpleeg Accu verwijderen.
-
Laad de accu 10 tot 15 minuten op bij 25 tot 30 A of 30 minuten bij 4 tot 6 A (Figuur 36). De accu niet te ver opladen.
-
Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 36).
De accu reinigen
Note: Zorg ervoor dat de accuklemmen en de gehele accubehuizing schoon zijn; dit helpt de levensduur van de accu te verlengen.
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig op de machine) en laat de laderarmen neer.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Haal de accu uit de machine; Accu verwijderen.
-
Was de hele accubak met een oplossing van natriumbicarbonaat en water.
-
Spoel de accu met schoon water.
-
Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro onderdeelnr. 505-47) of vaseline op de accupolen en de kabelklemmen om corrosie te voorkomen.
-
Monteer de accu; zie Accu monteren.
Accu monteren
-
Plaats de accu op het platform (Figuur 35).
-
Bevestig de accu in het chassis met de stangen en moeren die u eerder verwijderd hebt (Figuur 35).
-
Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen om de pluskabel (rood) op de pluspool (+) van de accu aan te sluiten (Figuur 35).
-
Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de pluspool van de accu.
-
Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen om de minkabel (zwart) op de minpool (–) van de accu aan te sluiten (Figuur 35).
-
Plaats het accudeksel (Figuur 35).
Important: Zorg ervoor dat de accukabels geen contact maken met elkaar of met scherpe randen.
Onderhoud van een reserveaccu
De oorspronkelijke accu heeft geen onderhoud nodig. Raadpleeg voor het onderhoud van een reserveaccu de instructies van de fabrikant.
Onderhoud aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Zorg ervoor dat de bandenspanning volgens specificatie is. De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd.
Druk: 1,03 tot 1,38 bar
Note: Gebruik een lagere bandenspanning (1,03 bar) op mulle ondergrond voor betere tractie in de losse grond.
De wielmoeren controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 8 bedrijfsuren |
|
Om de 100 bedrijfsuren |
|
Controleer de wielmoeren en draai ze vast met een torsie van 68 Nm.
Onderhoud koelsysteem
Veiligheid van het koelsysteem
-
Motorkoelvloeistof inslikken kan vergiftiging veroorzaken; buiten bereik van kinderen en huisdieren houden.
-
Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking komt met een hete radiateur of omliggende delen, kunt u ernstige brandwonden oplopen.
-
Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen voordat u de radiateurdop verwijdert.
-
Gebruik een doek als u de radiateurdop verwijdert en draai de dop langzaam open om de stoom te laten ontsnappen.
-
Radiateurscherm reinigen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Verwijder aangekoekt gras of ander vuil met perslucht van het radiateurscherm.
Het koelvloeistofpeil controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Het koelsysteem bevat een mengsel met een 50/50 verhouding van water en permanente ethyleenglycol-antivries. Controleer het koelvloeistofpeil elke dag vóór het starten van de motor.
Gevaar
De draaiende as en ventilator kunnen letsel veroorzaken.
-
Gebruik de machine nooit zonder dat de kappen zijn geplaatst.
-
Houd uw vingers, handen en kleding uit de buurt van een draaiende ventilator en aandrijfas.
-
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, laat de laderarmen zakken, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
-
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de laderarmen zakken, stel de parkeerrem in werking en zet de motor af.
-
Verwijder het sleuteltje uit het contact en laat de motor afkoelen.
-
Verwijder de radiateurdop en controleer het koelvloeistofpeil (Figuur 38).
De koelvloeistof dient tot de vulbuis te reiken.
-
Als het peil te laag is, giet dan koelvloeistof bij tot de onderkant van de vulbuis.
Important: Vul de radiateur niet te vol.
-
Plaats de radiateurdop terug en zorg dat hij goed vastzit.
Motorkoelvloeistof verversen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Jaarlijks |
|
Laat de motorkoelvloeistof eenmaal per jaar verversen door een erkende servicedealer.
Als er motorkoelvloeistof moet worden bijgevuld, raadpleeg Het koelvloeistofpeil controleren.
Onderhouden remmen
De parkeerrem testen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
-
Schakel de parkeerrem in; zie Parkeerremhendel.
-
Start de motor.
-
Probeer de machine langzaam vooruit of achteruit te rijden.
-
Als de machine beweegt, neem dan contact op met uw erkende servicedealer voor onderhoud.
Onderhoud hydraulisch systeem
Veiligheid van het hydraulische systeem
-
Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts.
-
Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.
-
Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.
-
U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier.
-
Hef alle druk in het hydraulische systeem op veilige wijze op, voordat u werkzaamheden gaat verrichten aan het hydraulische systeem.
Specificaties hydraulische vloeistof
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 25 bedrijfsuren |
|
Om de 1500 bedrijfsuren |
|
Capaciteit hydraulische tank: 56 liter
Gebruik slechts 1 van de volgende vloeistoffen in het hydraulische systeem:
-
Toro Premium transmissie-/hydraulische tractorvloeistof (vraag uw erkende servicedealer om meer informatie)
-
Toro Premium All Season hydraulische vloeistof (vraag uw erkende servicedealer om meer informatie)
-
Als geen van de bovenstaande Toro vloeistoffen verkrijgbaar is, kunt u een andere Universal Tractor Hydraulic Fluid (UTHF) gebruiken, maar het mag uitsluitend gaan om een conventioneel, petroleumgebaseerd product. De specificaties moeten binnen het vermelde bereik vallen voor alle onderstaande materiaaleigenschappen en de vloeistof moet voldoen aan de vermelde industriestandaarden. Vraag uw leverancier van hydraulische vloeistof of de vloeistof voldoet aan deze specificaties.
Note: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.
Materiaaleigenschappen Viscositeit, ASTM D445 cSt bij 40 °C: 55 tot 62 cSt bij 100 °C: 9,1 tot 9,8 Viscositeitsindex ASTM D2270 140 tot 152 Stolpunt, ASTM D97 -43 tot -37° C Industriestandaarden API GL-4, AGCO Powerfluid 821 XL, Ford New Holland FNHA-2-C-201,00, Kubota UDT, John Deere J20C, Vickers 35VQ25 en Volvo WB-101/BM Note: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de vloeistof in het hydraulisch systeem verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Eén flesje is voldoende voor 15 tot 22 l hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro dealer met onderdeelnr. 44-2500.
Het peil van de hydraulische vloeistof controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 25 bedrijfsuren |
|
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat de motor voor het eerst gestart wordt en vervolgens om de 25 bedrijfsuren.
Zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
Important: Gebruik altijd de juiste hydraulische vloeistof. Vloeistoffen voor algemeen gebruik brengen schade toe aan het hydraulische systeem.
-
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, verwijder de werktuigen, stel de parkeerrem (indien aanwezig) in werking, breng de armen van de lader omhoog en breng de cilindervergrendelingen aan.
-
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen.
-
Verwijder de motorkap / het voorste inspectieluik.
-
Reinig de omgeving van de vulbuis van de hydraulische tank (Figuur 39).
-
Verwijder de dop van de vulbuis en controleer het vloeistofpeil op de peilstok (Figuur 39).
Het vloeistofpeil moet tussen de markeringen op de peilstok staan.
-
Als het peil te laag staat, vult u vloeistof bij tot het correcte peil.
-
Breng de dop van de vulbuis aan.
-
Plaats de motorkap / het voorste inspectieluik.
-
Verwijder de cilindervergrendelingen en bewaar ze. Breng de armen van de lader naar beneden.
Hydraulisch filter vervangen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 8 bedrijfsuren |
|
Om de 400 bedrijfsuren |
|
Important: Gebruik ter vervanging geen filter voor motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische systeem kan veroorzaken.
-
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, verwijder de werktuigen, stel de parkeerrem (indien aanwezig) in werking, breng de armen van de lader omhoog en breng de cilindervergrendelingen aan.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Verwijder de motorkap / het voorste inspectieluik.
-
Plaats een opvangbak onder het filter.
-
Verwijder het oude filter (Figuur 40) en veeg het oppervlak van het filtertussenstuk schoon.
-
Smeer een dun laagje hydraulische vloeistof op de rubberen pakking van het nieuwe filter (Figuur 40).
-
Monteer het nieuwe hydraulische filter op het filtertussenstuk (Figuur 40). Draai het filter rechtsom totdat de rubberen pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog eens ½ slag.
-
Neem gemorste vloeistof op.
-
Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen om lucht uit het systeem te verwijderen.
-
Zet de motor af en controleer op lekkages.
-
Controleer het vloeistofpeil in de hydraulische tank; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. Voeg vloeistof toe tot het peil op de markering op de peilstok staat. Vul de brandstoftank niet te vol.
-
Plaats de motorkap / het voorste inspectieluik.
-
Verwijder de cilindervergrendelingen en bewaar ze. Breng de armen van de lader naar beneden.
Hydraulische vloeistof verversen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Jaarlijks |
|
-
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, verwijder de werktuigen, stel de parkeerrem (indien aanwezig) in werking, breng de armen van de lader omhoog en breng de cilindervergrendelingen aan.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Verwijder de motorkap / het voorste inspectieluik.
-
Plaats een grote opvangbak onder de machine met een inhoud van minstens 61 liter.
-
Verwijder de aftapplug uit de onderkant van de hydraulische tank en laat alle vloeistof weglekken.
-
Plaats de aftapplug.
-
Vul de hydraulische tank met hydraulische vloeistof; zie Specificaties hydraulische vloeistof.
Note: Geef de oude olie af bij een erkend inzamelcentrum.
-
Plaats de motorkap / het voorste inspectieluik.
-
Verwijder de cilindervergrendelingen en bewaar ze. Breng de armen van de lader naar beneden.
Reiniging
Vuil verwijderen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Important: Als de motor wordt gebruikt terwijl de schermen verstopt zijn en/of de uitlaatringen zijn verwijderd, kan dit leiden tot schade aan de motor door oververhitting.
-
Parkeer de machine op een horizontaal vlak, breng de armen van de lader omhoog en breng de cilindervergrendelingen aan.
-
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
-
Verwijder het inspectieluik aan de voorzijde.
-
Verwijder vuil van het rooster.
-
Open het inspectieluik aan de achterzijde.
-
Veeg het vuil van het luchtfilter.
-
Gebruik een borstel of een blazer om opgehoopt vuil op de motor te verwijderen.
Important: Het is beter om het vuil eruit te blazen dan het eruit te wassen. Als u toch water gebruikt, zorg er dan voor dat er geen water in de buurt van het elektrische en het hydraulische systeem komt. Gebruik geen hogedrukreiniger. Hogedrukreiniging kan het elektrische en hydraulische systeem beschadigen of de smering aantasten.
-
Plaats het voorste en achterste inspectieluik terug en bevestig ze.
-
Verwijder de cilindervergrendelingen en bewaar ze. Breng de armen van de lader naar beneden.