Inleiding

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g241111

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Installatie

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje of de bougie; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

De maai-eenheid voorbereiden

  1. Maak de maai-eenheid los van de tractie-eenheid. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.

  2. Draai op de maai-eenheid de montageschroeven los waarmee de uiteinden van de voorrol aan de maaihoogtearmen zijn bevestigd (Figuur 2).

    g016936
  3. Verwijder de ploegbouten, de ringen en de borgmoeren waarmee de maaihoogtearmen aan de uiteinden van het maaidek zijn bevestigd (Figuur 2). Verwijder de maaihoogtearmen en de rolconstructie.

    Note: Bewaar het verwijderde bevestigingsmateriaal om de nieuwe maaihoogtearmen te monteren.

  4. Verwijder de stelschroeven voor de maaihoogte en de montageschroeven van de rol uit de maaihoogtearmen (Figuur 2).

    Note: Bewaar de montageschroeven voor de rol en de rol voor latere montage.

  5. Als u de set monteert op de maai-eenheid van een TriFlex hybride machine, moet u de 2 tapbouten verwijderen waarmee het elektrische contragewicht aan de messenkooi is bevestigd en het contragewicht verwijderen (Figuur 3).

    Note: Bewaar het elektrisch contragewicht en de 2 tapbouten zodat u deze kunt monteren in Het contragewicht voorbereiden.

    g037842
  6. Verwijder de 2 bouten (5/16" x 2¼") van de 2 moeren (onverliesbaar door de zijplaat) waarmee het contragewicht bevestigd is aan de zijplaat van de maai-eenheid. Verwijder het contragewicht (Figuur 4).

    Note: U mag het contragewicht van de maai-eenheid en de bevestigingsbouten weggooien.

    g037843
  7. Houd de messenkooi tegen zodat u de lagermoer kunt verwijderen; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen.

  8. Verwijder de lagermoer van de kooias (Figuur 4).

    Important: Veeg vuil en vet van de schroefdraad aan het uiteinde van de messenkooias voordat u het meegeleverde gegleufde inzetstuk en de groomerkast monteert.

  9. Als u de set monteert op een TriFlex machine, moet u de 2 bouten verwijderen waarmee de motorophanging aan de maai-eenheid is bevestigd. Verwijder de motorophanging (Figuur 5).

    Note: Bewaar de bouten en moeren voor latere montage.

    g016226

De riemaandrijving verwijderen

Greensmower loopmaaiers

Note: Bewaar alle onderdelen die in dit hoofdstuk genoemd worden, behalve waar anders aangegeven.

  1. Draai de onverliesbare bout waarmee de aandrijfriemkap aan het maaidek is bevestigd los tot u de kap kunt verwijderen (Figuur 6).

    g017662
  2. Draai de spanmoer van de riem los en verwijder de aandrijfriem (Figuur 6).

  3. Zet de 2 stelschroeven waarmee de onderste poelie bevestigd is los en verwijder de poelie van de kooias (Figuur 7).

    g017633
  4. Verwijder de 3 bouten waarmee de eenheid van de aandrijfriem aan het maaidek is bevestigd, indien aanwezig, en verwijder de eenheid (Figuur 8).

    g037772

Het contragewicht en de aandrijfkast van de groomer monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Gewicht1
Torxschroef2
Borgmoer2
Rechter messenkooiadapter (zilverkleurig)1
Linker messenkooiadapter (zwart)1
Opvulring1
Aandrijfkast van de groomer1

Het contragewicht voorbereiden

TriFlex machines met een elektrische messenkooi
  1. Monteer het elektrische contragewicht en de 2 tapbouten (5/16" x 2¾") die u verwijderd hebt in stap 5 van De maai-eenheid voorbereiden op het nieuwe gewicht (Figuur 9).

    g035689
  2. Draai de bouten vast met een torsie van 198 tot 254 N·m.

Het contragewicht monteren

  1. Bevestig het nieuwe gewicht met 2 bouten (5/16") en 2 moeren (5/16") aan de zijkant van de maai-eenheid zoals afgebeeld op Figuur 10.

    Note: Bevestig het gewicht aan de zijkant van de maai-eenheid waaraan u de groomeraandrijfkast wilt gaan monteren.

    g244756
  2. Draai de schroeven en de borgmoeren vast met een torsie van 20 tot 26 N·m.

De aandrijfkast van de groomer monteren

  1. Breng schroefdraadborgmiddel met gemiddelde sterkte (zoals Blue Loctite® 243) aan op de binnenschroefdraad van de as van de aandrijfkast en draai de messenkooiadapter en de as van de groomeraandrijfkast aan met een torsie van 150 tot 163 N·m.

    Note: Gebruik de zilverkleurige adapter als u het contragewicht aan de rechterkant van de maai-eenheid gemonteerd hebt. Gebruik de zwarte messenkooiadapter als u het contragewicht aan de linkerkant van de maai-eenheid gemonteerd hebt.

    Important: Veeg vuil en vet van de schroefdraad aan het uiteinde van de messenkooias voordat u het meegeleverde gegleufde inzetstuk monteert.

    g037773

    Important: Laat het schroefdraadborgmiddel 15 minuten uitharden voordat u verdergaat met de procedure.

    Note: Wanneer u de messenkooiadapter en de as van de aandrijfkast gaat vastdraaien, zet dan de as van de aandrijfkast vast met een momentsleutel. Gebruik hiervoor de afgeplatte kanten aan de binnenste zijde van de groomeraandrijfkast (Figuur 12).

    g032791
  2. Voor een groomeraandrijfkast die gemonteerd is aan de linkerkant van de maai-eenheid moet u de opvulring aanbrengen over de schroefdraad van de zwarte messenkooiadapter (Figuur 13).

    Note: Als de groomeraandrijfkast aan de rechterkant van de maai-eenheid gemonteerd is, wordt er geen opvulring aangebracht.

    g232600
  3. Breng schroefdraadborgmiddel met gemiddelde sterkte (zoals Blue Loctite® 243) aan op de binnenschroefdraad van de messenkooias.

  4. Bevestig de groomeraandrijfkast aan de messenkooias (Figuur 13).

    Important: Het spie-as insteekstuk aan linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het spie-as insteekstuk aan rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

  5. Houd de messenkooi tegen zodat u het insteekstuk kunt monteren; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren.

  6. Terwijl de messenkooi wordt tegengehouden, draait u de zeskant van de as van de aandrijfkast vast met een torsie van 135 tot 150 N·m; zie Figuur 13.

    Important: U moet de zeskant van de as van de aandrijfkast vastdraaien met een torsie van 135 tot 150 N·m.

    Important: Gebruik hierbij een zware zeskant-dop.

    Important: Gebruik voor deze stap geen slagmoersleutel.

    Important: Laat het schroefdraadborgmiddel 15 minuten uitharden voordat u verdergaat met de procedure.

    Note: Zorg dat u de afdichting onder de beschermingskap niet beschadigt.

    Note: De koppelingsknop wordt standaard geleverd voor montage aan de rechterkant.

  7. Als u de groomer aan de linkerkant van de machine gaat plaatsen, doe dan het volgende (Figuur 14):

    1. Verwijder de O-ring van de koppelingsknop.

    2. Verwijder de veiligheidspen waarmee de koppelingsknop aan de as van de actuator is bevestigd.

    3. Verwijder de koppelingsknop en keer deze om.

    4. Monteer de koppelingsknop met de veiligheidspen op de as van de actuator.

    5. Monteer de O-ring in de groef van de koppelingsknop.

      g246113

De dop van de groomeraandrijving monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Dop1

Enkel voor universele groomers zonder achterrolborstel:

  1. Breng middelmatig sterk borgmiddel voor cilindrische bevestigingen (zoals Green Loctite 609®) aan rond de gleuf van de borgring en op het buitenoppervlak (Figuur 15).

  2. Plaats de dop zoals wordt getoond in Figuur 15.

    g242099

De spanpoelie monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Asstomp1
Lagerkap2
Spanpoelie1
Instelhuls1
Flensmoer 1
  1. Monteer de losse onderdelen op de spanpoelie; zie Figuur 16.

    Note: Monteer onderdeel 1 tot en met 5 in de omgekeerde volgorde als u de spanpoelie aan de andere kant gaat monteren als op Figuur 16.

    Important: Monteer de lagerkappen met de stoffen zijde naar de lagers.

    g031454
  2. Verwijder de motorophanging.

  3. Plaats de spanpoelie op messenkooi, aan de kant tegenover de aandrijfkast van de groomer.

  4. Als u de set monteert op een maai-eenheid van een TriFlex machine, ga dan door met stap 5. Als u de set monteert op een maai-eenheid van een loopmaaier voor greens, voer dan de volgende stappen uit:

    1. Monteer de riemaandrijving op de maai-eenheid; gebruik de 3 bouten die u eerder verwijderd hebt (Figuur 8).

    2. Monteer de poelie op de messenkooias; gebruik de 2 stelschroeven die u eerder verwijderd hebt (Figuur 7) en draai de stelschroeven vast met een torsie van 8,4 tot 8,9 N·m.

    3. Monteer de bout en draai de spanmoer van de riem vast (Figuur 6).

    4. Monteer de riemkap en draai de onverliesbare bout vast (Figuur 6).

  5. Als u de set monteert op een maai-eenheid van een TriFlex machine, monteer dan de motorophanging aan de linkerkant van de maai-eenheid; gebruik de 2 bouten die u eerder hebt verwijderd (Figuur 5).

  6. Draai de bouten vast met een torsie van 20 tot 26 N·m.

De groomerpennen monteren

Uitsluitend Greensmaster 3120, 3150 en 3250-D machines

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Groomerpen2
  1. Breng, indien dit nog niet aanwezig is, verwijderbaar schroefdraadborgmiddel aan in de opening voor de groomerpen.

  2. Bevestig de groomerpen aan de maaihoogtearm (Figuur 17).

    g038779
  3. Voer deze procedure uit aan de andere kant.

De maaihoogtebeugels en de voorrol monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maaihoogtebeugel links1
Maaihoogtebeugel rechts1
Stelpen2
Borgpen2
  1. Draai de stelschroeven voor de maaihoogte die u eerder hebt verwijderd in de bovenzijde van de maaihoogte-eenheden (Figuur 18).

    g231782
  2. Bevestig de maaihoogte-eenheden met de eerder verwijderde ploegbout, moer en speciale ring op de zijplaten van de maai-eenheid (Figuur 18).

  3. Schuif de stang van de stelarm bij de aandrijfkast van de groomer in de tussenruimte op de aandrijfkast en zet deze vast met een stelpen en borgpen (Figuur 19).

    Note: Zorg dat u de beentjes van de borgpen zo buigt dat de pen niet uit de stelpen kan vallen.

    g033273
  4. Lijn de stang van de stelarm bij de spanpoelie uit met de instelhuls op de spanpoelie en zet deze vast met een stelpen en een borgpen (Figuur 20).

    Note: Zorg dat u de beentjes van de borgpen zo buigt dat de pen niet uit de stelpen kan vallen.

    g031457
  5. Steek de as van de voorrol tussen de maaihoogtebeugels, centreer de as en bevestig deze met de 2 montageschroeven die u uit de oude maaihoogtebeugels hebt verwijderd (Figuur 21).

    g231793
  6. Bevestig de groomerkappen aan weerszijden van de voorste rolas (Figuur 21).

  7. Draai de groomerkappen vast met een torsie van 22 tot 24 N·m.

    Note: Voor instellingen waarbij extra veerkracht nodig is, monteert u de optionele flensmoer (onderdeelnr. 3290-357) aan de oogbout om de groomhoogteveren in te drukken bij een lage groomhoogte. Wanneer u dit optioneel onderdeel gebruikt, stelt u de veerlengte in op 19 mm wanneer de groomer ingeschakeld is (Figuur 22).

    g280237

De groomer monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bout (¼" tot 1½")4
Contramoer4
Asklem4
  1. Koop een groomermessenkooi die voldoet aan uw behoeften en geschikt is voor uw maai-eenheid; de onderstaande groomermessenkooien zijn leverbaar:

    • Groomermes van 46 cm met dubbele punt (modelnummer 04801)

    • Hardmetalen groomermes van 46 cm (modelnummer 04281)

    • Zachte groomerborstel van 46 cm (modelnummer 04268)

    • Harde groomerborstel van 46 cm (modelnummer 04269)

    • Groomermes van 53 cm met dubbele punt (modelnummer 04802)

    • Zachte groomerborstel van 53 cm (modelnummer 04270)

    • Harde groomerborstel van 53 cm (modelnummer 04271)

  2. Lijn de groomer uit met de aandrijfkast van de groomer en de spanpoelie (Figuur 23).

    g240752
  3. Bevestig de groomer aan de machine zoals in Figuur 23 en zet de bouten vast.

  4. Om te voorkomen dat de onderdelen vastlopen, stelt u eerst de maaihoogte en de groomhoogte in, waarna u de bouten losmaakt.

    Note: Stel de maaihoogte in volgens de instructies in de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid; raadpleeg De hoogte van de groomer instellen om de groomhoogte af te stellen.

  5. Draai de bouten vast met een torsie van 5 tot 7 N·m.

  6. Controleer de maaihoogte en de groomhoogte en pas deze aan indien nodig.

De voorrol van de ophanging monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Trekkoppeling en verlengkoppeling voor Greensmaster 3120, 3150, en 3250 machines (afzonderlijk verkrijgbaar)

Op sommige machines zijn een trekkoppeling en verlengkoppelingen (Figuur 24) nodig voor de montage van deze universele groomerset; raadpleeg de volgende lijst en de montage-instructies.

  • Greensmaster 3120 of 3150 tractie-eenheden gebouwd voor 2018 zijn voorzien van rolassen met fijne schroefdraad en vereisen de trekkoppeling met onderdeelnr. 106-2643 en 2 verlengkoppelingen (onderdeelnr. 99-4191, afzonderlijk verkrijgbaar).

  • Greensmaster 3120 of 3150 tractie-eenheden gebouwd in 2018 en later zijn voorzien van rolassen met grove schroefdraad en vereisen de trekkoppeling met onderdeelnr. 138-4976 en 2 verlengkoppelingen (onderdeelnr. 99-4191, afzonderlijk verkrijgbaar).

  • Greensmaster 3250 tractie-eenheden vereisen 1 trekkoppeling met onderdeelnr. 112-9248 per maai-eenheid.

    Note: Deze set wordt geleverd inclusief de verlengkoppelingen (onderdeelnr. 99-4191).

    g280536

Gebruiksaanwijzing

Inleiding

Groomen wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag. Het groomen bespoedigt de verticale groei van het gras, onderdrukt ongewenste groei en snijdt uitlopers af, voor een dichtere grasmat. Groomen zorgt voor een uniformere en dichter begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en nauwkeuriger beweegt.

Groomen mag niet als vervanging voor verticuteren worden beschouwd. Verticuteren is normaal gesproken een rigoreuzere en periodieke behandeling die het speeloppervlak tijdelijk kan beschadigen, terwijl groomen een routinematige en zachtaardigere behandeling is die is ontworpen voor het verzorgen van de grasmat.

g006671

Groomerborstels zijn, wanneer ze zijn ingesteld om de graslaag licht te raken, minder schadelijk dan traditionele messen. Het gebruik van borstels kan beter zijn bij ultradwerg cultivars omdat die recht naar boven groeien en minder uitvullen door horizontale groei. Borstels kunnen het bladweefsel beschadigen als ze zo zijn ingesteld dat ze te diep door de graslaag dringen.

Groomermessen mogen nooit in de grond dringen. Ze zijn geschikt om uitlopers door te snijden en gazonvilt te verwijderen.

Aangezien grooming het bladweefsel beschadigt moet het worden vermeden in periodes wanneer het gras onder druk staat. Grassoorten voor het koele seizoen zoals fioringras en straatgras moeten niet gegroomd worden bij warm (en vochtig) weer in het midden van de zomer.

Tal van factoren zijn van invloed op de groomingprestaties, o.a.:

  • De tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en het weerpatroon

  • De algemene conditie van elke green

  • De frequentie van het groomen/maaien – zowel het aantal maaibeurten per week en het aantal werkgangen per maaibeurt

  • De maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi

  • De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de groomer

  • Hoe lang de messenkooi van de groomer in gebruik is geweest op de green

  • Het soort gras op de green

  • Het algemene onderhoudsprogramma van de greens (d.w.z. beregening, bemesting, spuiten, beluchting, overzaaien, etc.)

  • betreding;

  • stressvolle periodes (d.w.z. hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, ongebruikelijk intensieve betreding van de grasmat).

Deze factoren kunnen per green verschillen. Inspecteer de greens regelmatig en stem het groomen af op de behoeften.

Er zijn verschillende groomerassen verkrijgbaar Met de tussenafstand van 13 mm kunt u iets dieper groomen om uitlopers door te snijden zonder de grasmat overmatig uit te dunnen. Door afstandsstukken te verwijderen en messen toe te voegen of door afstandsstukken toe te voegen en messen te verwijderen kunt u de afstand tussen de groomer en het mes aanpassen van 6 mm tot 19 mm.

Note: Groom met een mesafstand van 6 mm voor periodes met snelle groei (van de lente tot de vroege zomer) om de toplaag uit te dunnen. Groom met een mesafstand van 19 mm voor periodes met langzame groei (van de late zomer tot de herfst en winter). Gebruik van de groomermessenkooi tijdens erg belastende periodes kan de grasmat beschadigen.

Note: De groomermessenkooi op een onjuiste of te agressieve manier gebruiken (te diep of te frequent groomen) kan het gras onnodig belasten en zwaar beschadigen. Gebruik de groomer voorzichtig.

Note: Verander de maairichting telkens als u de groomer gebruikt. Hierdoor zal het effect van het groomen worden verbeterd.

Note: Laat de groomer zoveel mogelijk in een rechte lijn werken. Wees voorzichtig als u de groomer tijdens het gebruik draait.

De hoogte van de groomer instellen

Bepaal met behulp van de onderstaande tabel, waarden en procedure de hoogte/diepte van de groomer.

Aantal vereiste afstandsstukken voor de achterrolMaaihoogteHoogtebereik groomer
01,5 mm3,0 mm4,8 mm6,4 mm 0,8 tot 1,5 mm1,5 tot 3,0 mm2,3 tot 4,8 mm3,0 tot 6,4 mm
17,9 mm9,7 mm3,8 tot 7,9 mm4,6 tot 9,7 mm
211,2 mm12,7 mm5,3 tot 11,2 mm6,4 tot 12,7 mm
315,9 mm9,4 tot 15,9 mm
419,1 mm12,7 tot 19,1 mm

Note: Als u de groomer gebruikt met een eFlex tractie-eenheid, hou er dan rekening mee dat de accu van de tractie-eenheid sneller leegloopt met de groomer dan zonder. Hoe dieper in het gras u de groomer instelt, hoe meer vermogen nodig is en hoe sneller de accu van de machine leegloopt.

  1. Zorg ervoor dat de rollen schoon zijn. Plaats de machine op een vlak, horizontaal oppervlak.

  2. Bepaal met behulp van bovenstaande tabel het aantal benodigde afstandsstukken voor de achterrol om de gewenste hoogte/diepte van de groomer in te stellen.

    Note: Als u 3 of 4 afstandsstukken plaatst aan elke kant van de achterrol, gebruik dan de langere schroeven – bij de optionele groomerset voor hoge hoogte geleverd (boven de 9,5 mm) – in plaats van de standaard schroeven.

  3. Stel de maaihoogte van de hoofdmessenkooi in.

  4. Bepaal met behulp van de tabel de benodigde stand om de gewenste hoogte/diepte van de groomer in te stellen. Breng de messenkooi van de groomer als volgt omhoog of omlaag:

    Important: Stel de groomer nooit lager in dan ½ van de maaihoogte – tot 13 mm; daarna kunt u een instelling kiezen die 0 tot 6 mm kleiner is dan de maaihoogte.

    Important: Als u de groomer hoger instelt dan de maaihoogte, kan de groomer de grasmand per ongeluk raken in de SNELHEFSTAND. Stel de groomer nooit hoger in dan de maaihoogte in de BEDRIJFSSTAND.

    1. Draai de snelhefhendels (Figuur 26) naar de BEDRIJFSSTAND (de hendel wijst naar de voorkant van de maai-eenheid).

      g031469
    2. Meet aan het uiteinde van de messenkooi van de groomer de afstand tussen het laagste uiteinde van het groomermes en het werkoppervlak (Figuur 26). Draai aan de instelknop voor de hoogte (Figuur 26) om het uiteinde van het groomermes hoger of lager op de gewenste hoogte te zetten.

    3. Herhaal stap 2 aan de andere kant van de groomer, controleer dan nogmaals de instelling aan de eerste kant van de groomer. U moet aan beide kanten van de groomermessenkooi dezelfde hoogte meten. Als de hoogte aan de uiteinden van de groomermessenkooi verschilt, moet u de stelknop(pen) draaien tot u gelijke hoogtes verkrijgt.

De richting van de groomer veranderen

De groomer heeft 3 standen: VRIJSTAND, VOORUIT en ACHTERUIT. Wijzigen van de richting van de groomer: draai aan de knop aan het uiteinde van de aandrijfkast van de groomer en zet deze in de gewenste inklikstand.

g246144

De werking van de groomer testen

Important: Onjuist of te agressief gebruik van de messenkooi van de groomer (d.w.z. te diep of te vaak groomen) kan de grasmat onnodig belasten, waardoor de green ernstige schade kan oplopen. Gebruik de groomer voorzichtig.

Gevaar

Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Vóór het afstellen van de maai-eenheden moet u de messenkooien uitschakelen, de parkeerrem in werking stellen, de motor uitzetten en het sleuteltje verwijderen.

  • Houd uw handen en kleding uit de buurt van de messenkooien en andere bewegende onderdelen.

Om vast te stellen wat de juiste hoogte/diepte-instelling is, doet u het volgende:

  1. Stel de maaikooi in op de maaihoogte die normaal zonder de messenkooi van de groomer zou worden gebruikt.

  2. Stel de messenkooi van de groomer één stand hoger in dan het rolniveau.

  3. Stel de groomerborstel in op dezelfde stand als de maaihoogte (één stand hoger dan het rolniveau).

    Note: Stel de groomerborstel (omhoog of omlaag) af in stappen van 0,25 mm om onbedoelde grasbeschadiging te voorkomen.

  4. Rijd over de testgreen heen en breng vervolgens de groomer 1/2 van het rolniveau omlaag en rijd nogmaals over de testgreen heen.

    Note: Bijvoorbeeld: om een maaihoogte van 3,2 mm in te stellen, stelt u de messenkooi van de groomer 1,6 mm boven de rol in.

  5. Vergelijk het resultaat.

    Note: Met de eerste instelling (toen de groomer op de maaihoogte-instelling boven het rolniveau werd afgesteld) zou er aanzienlijk minder gras en vilt verwijderd moeten zijn dan met de tweede instelling.

  6. Controleer 2 of 3 dagen nadat u de groomer voor de eerste keer hebt gebruikt hoe de algemene conditie van de testgreen is en of hij is beschadigd. Als het gegroomde gebied geel/bruin wordt terwijl het niet gegroomde gebied groen is, hebt u de groomer te agressief gebruikt.

    Note: De kleur van het gras verandert als u de messenkooi van de groomer gebruikt. Een ervaren greenkeeper kan aan de kleur van de grasmat (en door nauwkeurige inspectie) beoordelen of het huidige groomingregime geschikt is voor de betreffende green. Omdat de messenkooi van de groomer meer gras overeind zet en vilt verwijdert, is de maaikwaliteit niet hetzelfde als zonder de groomer. Dit effect is de eerste keren dat u een groomer gebruikt op een green het beste zichtbaar.

    Note: Als u hetzelfde gebied meerdere malen behandelt (bijvoorbeeld tweemaal of driemaal maait), zal de groomer bij elke werkgang dieper doordringen. Het wordt niet aanbevolen om kort op elkaar meerdere malen hetzelfde gebied te behandelen.

    Als u de prestaties van de groomer hebt getest op een testgreen en tevreden bent met de resultaten, kunt u de speelgreens behandelen met de groomer. Elke green kan echter anders reageren op het groomen. Daarbij veranderen de groeiomstandigheden constant. Inspecteer de gegroomde greens regelmatig en pas de procedure voor het groomen zo vaak als nodig is aan.

De machine transporteren

Als u wil maaien zonder de groomer of de machine moet transporteren, dient u de messenkooi van de groomer omhoog te brengen naar de transportstand.

Onderhoud

Smeerolie van tandwielkast verversen

Onderhoudsinterval
Na de eerste 100 bedrijfsuren
Elke 500 bedrijfsuren of jaarlijks (hou de kortste periode aan)
  1. Maak de buitenoppervlakken van de groomer schoon.

    Important: Zorg dat er geen vuil of maaisel op de buitenkant van de groomerbehuizing zit; als er vuil in de groomer komt, kan dit de tandwielkast beschadigen.

  2. Verwijder de aftapplug onderaan de behuizing (Figuur 30).

  3. Verwijder de vulplug aan de zijkant van de behuizing en zet de ontluchtingsplug bovenaan open zodat er lucht kan ontsnappen (Figuur 30).

  4. Zet een geschikte opvangbak onder de olieaftapplug om de afgevoerde olie op te vangen.

  5. Kantel de maai-eenheid verticaal zodat de aftapopening onderaan is en de olie volledig afgetapt wordt (Figuur 28).

    g242121
  6. Schommel de maai-eenheid naar voren en naar achteren zodat de olie volledig afgetapt wordt. Als de olie volledig afgetapt is plaats de maai-eenheid dan op een vlakke ondergrond.

  7. Plaats de aftapplug terug.

  8. Gebruik een oliespuit (onderdeelnr. 137-0872) om de aandrijfkast te vullen met 50 cc 80-90W olie.

    g242120
  9. Plaats de vulplug en zet de ontluchtingsplug vast.

  10. Draai alle pluggen vast met een torsie van 3,62 tot 4,75 N·m.

g240921

De messenkooi van de groomer schoonmaken

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na elk gebruik
  • Reinig de messenkooi van de groomer na gebruik door deze met water af te spoelen. Richt de waterstraal niet rechtstreeks op de lagerafdichtingen van de groomer. Laat de messenkooi van de groomer niet in water staan om te voorkomen dat de onderdelen gaan roesten.

    De maaimessen controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Controleer de messen van de groomermessenkooi regelmatig op beschadigingen en slijtage. Recht gebogen messen met een buigtang. Vervang messen die versleten zijn en draai de borgmoeren vast met een torsie van 42 tot 49 N·m. Als u de maaimessen controleert, moet u ook controleren of de moeren op het rechter en linker uiteinde van de messen goed vastzitten.

    Note: Als u stalen messen gebruikt en u merkt dat de ene zijde van het mes versleten raakt, verwijder dan de groomermessenkooi, draai ze 180 graden en monteer ze opnieuw zodat de nieuwe zijde in de draairichting wijst.

    Note: Omdat door de groomer mogelijk meer materiaal (aarde en zand) in de maai-eenheid komt dan waar de messenkooi normaal aan wordt blootgesteld moet u het ondermes en de kooi vaker op slijtage inspecteren. Dit is met name van belang bij een zanderige ondergrond en/of wanneer de groomer is ingesteld op een grote werkdiepte.

    g010613

    De messenkooi tegenhouden

    Waarschuwing

    De messen van de messenkooi zijn scherp en kunnen handen of voeten afsnijden.

    • Houd uw handen en voeten uit de messenkooi.

    • Zorg ervoor dat de messenkooi wordt tegengehouden voordat u er servicewerkzaamheden aan verricht.

    De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen

    1. Kantel de maai-eenheid omhoog zodat u bij de onderkant van de messenkooi kunt.

    2. Steek een rolkoevoet met lange steel (3/8" x 12" met schroevendraaierhandgreep wordt aanbevolen) door de onderkant van de messenkooi, het dichtst bij de zijde van de maai-eenheid die u gaat vastdraaien (Figuur 32).

    3. Plaats de rolkoevoet tegen de gelaste zijde van de steunplaat van de messenkooi (Figuur 32).

      Note: Steek de rolkoevoet tussen de bovenkant van de as van de messenkooi en de achterkant van de messenkooimessen zodat de messenkooi niet kan bewegen.

      Important: Raak de snijrand van de messen niet aan met de rolkoevoet; dit kan de snijrand beschadigen en/of ervoor zorgen dat het mes te hoog komt te zitten.

      Important: Het inzetstuk aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het inzetstuk aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

      g280339
    4. Laat de handgreep van de rolkoevoet rusten tegen de rol.

    5. Voltooi de verwijdering van het inzetstuk met schroefdraad terwijl u ervoor zorgt dat de rolkoevoet op zijn plaats blijft zitten. Verwijder daarna de rolkoevoet.

    6. Laat de maai-eenheid op de rollen zakken.

    De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren

    1. Steek een rolkoevoet met lange steel (3/8"x 12" met schroevendraaierhandgreep wordt aanbevolen) door de voorkant van de messenkooi, het dichtst bij de zijde van de maai-eenheid die u gaat vastdraaien (Figuur 33).

    2. Plaats de rolkoevoet tegen de gelaste zijde van de steunplaat van de messenkooi (Figuur 33).

      Note: Steek de rolkoevoet tussen de bovenkant van de as van de messenkooi en de achterkant van de messenkooimessen zodat de messenkooi niet kan bewegen.

      Important: Raak de snijrand van de messen niet aan met de rolkoevoet; dit kan de snijrand beschadigen of ervoor zorgen dat het mes te hoog komt te zitten.

      Important: Het inzetstuk aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het inzetstuk aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

      g280287
    3. Laat de handgreep van de rolkoevoet rusten tegen de rol.

    4. Voltooi de montage van het inzetstuk met schroefdraad volgens de montage-instructies van het inzetstuk en de vereiste torsie. Zorg er hierbij voor dat de rolkoevoet op zijn plaats blijft zitten. Verwijder daarna de rolkoevoet.