Voormengset voor chemicaliën

1. Verwijder de bevestigingen waarmee de achterste banden van de tank bovenaan de tank vast zitten.

   Note: Bewaar alle onderdelen.

2. Monteer 2 slotbouten (⅜ x 1½") aan de binnenste openingen aan de linkerkant van de achterste band van de tank.

3. Plaats de sluitingen van de band van de tank die u eerder verwijderd hebt om de banden vast te maken aan de tank.

   Note: Zorg ervoor dat de band goed aan de tank is bevestigd. Zet de band niet te vast.

4. Monteer 1 dik vierkant afstandsstuk en 1 dun vierkant afstandsstuk over de 2 eerder gemonteerde slotbouten (Figuur 3).

   

   Figuur 3

   1. Hoofddraagframe
   2. Geleiderplaat
   3. Dik vierkant afstandsstuk en dun vierkant afstandsstuk

5. Verwijder en bewaar de 4 bouten en moeren waarmee de geleiderplaat bevestigd is aan het hoofddraagframe (Figuur 3).

6. Monteer het hoofddraagframe over de vierkante afstandsstukken en slotbouten; zie Figuur 3.

7. Kijk of het hoofddraagframe op de tank past.

   Met de juiste opvulstukken komen de voeten van het hoofddraagframe gelijk met het oppervlak van de tank.

   Important: Als het hoofddraagframe niet gelijk komt, moet u gemonteerde dikke en dunne vierkante afstandsstukken toevoegen of wegnemen tot de voeten van het hoofddraagframe gelijk komen met het oppervlak van de tank.

8. Bevestig het hoofddraagframe (Figuur 4) met 2 flensborgmoeren (⅜") aan de band van de tank.

   

   Figuur 4

   1. Hoofddraagframe
   2. Uitstekende bout
   3. Uitstekende bout
   4. Flensborgmoer (⅜")

9. Monteer de geleiderplaat die u eerder verwijderd hebt met de 4 bouten en moeren die u bewaard hebt in stap 5.

1. Plaats de draaipen door de bovenste opening in de steunarm (Figuur 5).

   

   Figuur 5

   1. Steunarm (links)
   2. Bout (⅜" x 1¼")
   3. Bovenste opening (steunarm - links)
   4. Draaipen
   5. Contramoer (⅜")
   6. Handgreep
   7. Onderste opening (steunarm - links)

2. Breng normaal schroefdraadborgmiddel aan op de schroefdraden van de bout (⅜ x 1¼").

3. Monteer de bout (⅜" x 1¼") door de onderste opening in de steunarm en de houder van de draaipen (Figuur 5); gebruik de contramoer (⅜") en draai de contramoer vast met een torsie van 15 tot 17 N·m.

4. Draai de handgreep op de bout (⅜" x 1¼") en draai de handgreep handmatig vast tegen de contramoer (Figuur 5).

5. Herhaal stap 1 tot en met4 voor de andere steunarm (Figuur 5).

1. Steek de as van de rechtersteunarm door de scharnieras (Figuur 6).

   

   Figuur 6

   1. Steunplaat
   2. Haarspeldveer
   3. Platte ring
   4. Draaibus
   5. Draaipen
   6. Contramoer (⅜")
   7. Handgreep
   8. Bout (⅜" x 1¼")
   9. Rechtersteunarm
   10. Hoofddraagframe
   11. As van steunarm
   12. Asbehuizing

2. Verbind de linkerarm los met het zichtbare stuk as aan de andere kant van het frame. (Figuur 6).

3. Monteer de 2 kleine lagerbussen in de draaipunten van de steunplaat (Figuur 6).

4. Zet de steunplaat op zijn plaats tussen de bovenste gaten in de armen. (Figuur 6).

5. Steek een draaipen door het bovenste gat in de arm en de steunplaat. (Figuur 6).

6. Bevestig de handgreep aan de steunplaat; gebruik een platte ring en een haarspeldveer; zie Figuur 6.

7. Bevestig de handgrepen aan de onderste gaten van de armen (Figuur 6). Gebruik hiervoor een bout (⅜" x 1¼") en een contramoer (⅜").

8. Bevestig de bovenste draaipen van de linker steunarm met een ring (½") en R-pen aan de steunplaat (Figuur 6).

9. Draai 2 stelschroeven in de linkerarm bij het onderste scharnierpunt (Figuur 7).

   Note: Draai de stelschroeven niet vast. U draait de stelschroeven aan in De straalpomp aan de spuitmachine monteren.

   

   Figuur 7

   1. Steunarm (links)
   2. Draaibuis
   3. Stelschroef
   4. Gaten in steunarm

1. Plaats de veer in het gat in de onderkant van het gebogen klepje aan de zijkant van het frame (Figuur 8).

   

   Figuur 8

   1. Gebogen klepje
   2. Gat in klepje
   3. Veer
   4. Steun
   5. Gleuf

2. Haak 1 uiteinde van de veer in het gat en het andere uiteinde op de veerstang (Figuur 8).

3. Zorg ervoor dat het uiteinde van de veer goed in de gleuf van de steun zit (Figuur 8).

4. Herhaal stappen 1 tot en met 3 voor de andere kant.

Breng de steun in de opstaande stand (transportstand) om de tong aan te passen.

1. Hef de steun op aan de handgrepen om het geheel omhoog te brengen en kantel het lichtjes naar de tank.

2. Leid de tong onder de dwarsstang met het gelaste klepje in het bovenste deel van het frame.

3. Laat het geheel omlaag kantelen in de richting van de tank.

4. Zorg ervoor dat de plastic stops contact maken met de veerklepjes en oefen voldoende druk uit tegen de steunplaat van de steun om de veerklepjes tot halverwege in te drukken (Figuur 9).

   

   Figuur 9

   1. Veerklepje, onder druk
   2. Steunplaat
   3. Veerklepje

5. Houd de steunplaat onder druk en schuif de tong naar u toe tot de rand van de tongplaat de dwarsstang raakt (Figuur 10).

   

   Figuur 10

   1. Rand van de tongplaat
   2. Bevestigingen
   3. Groef in plaat
   4. Gelaste klepje

6. Draai de bevestigingen vast in de tong om het in de positie te bevestigen. Laat vervolgens de steunplaat los.

   Note: Ga na of er speling op de steun is. Hij zou vast aan het frame moeten zitten. U kunt deze procedure herhalen wanneer de straalpomp geplaatst is om de vergrendelde positie aan te passen.

Note: U kunt de vergrendelhandgreep en de vergrendelstang op zowel de linker- als de rechterzijde van de handgreep van de straalpomp monteren.

1. Maak de handgreep met 2 flenskopbouten en 2 flensmoeren vast aan de straalpomp (Figuur 11).

   

   Figuur 11

   1. Flensmoer (5/16")
   2. Handgreep
   3. Flenskopbout (5/16")
   4. Straalpomp

2. Laat de steun zakken naar de onderste stand.

1. Lijn de openingen in de bevestigingplaat van de straalpomp uit met de openingen in het draagframe van de steun (Figuur 12).

   Note: De bevestigingen moeten los genoeg zijn opdat ze kunnen bewegen in de spleet als de straalpomp in eerste instantie omhoog staat in de transportstand. Hierdoor kunt u de beweging en uitlijning van de straalpomp aanpassen.

   

   Figuur 12

   1. Bout (⅜" x 1")
   2. Steunplaat
   3. Gekartelde flensmoer (⅜")
   4. Montagegat straalpomp
   5. Montagebeugel straalpomp

2. Bevestig de straalpomp aan de steunplaat (Figuur 12) met de 4 bouten (⅜" x 1") en borgmoeren (⅜").

   Note: Draai de bouten en borgmoeren niet aan.

3. Breng de straalpomp in de steun voorzichtig omhoog naar de transportstand. Ga als volgt te werk:

   1. Hef de onderste handgreep om de straalpomp omhoog te brengen en kantel lichtjes naar de tank.

   2. Leid de tong onder de dwarsstang met het gelaste klepje in het bovenste deel van het frame.

   3. Kantel vervolgens het geheel in de richting van de tank. Zorg er hierbij voor dat de veerklem uitgelijnd is met de grote draaibuis onderaan het frame.

   4. Druk tot de veerklem over de draaibuis klikt, zoals afgebeeld in Figuur 13.

      

      Figuur 13

      1. Veerklem
      2. Draaibuis

4. Controleer de hoogte van de straalpomp op de steunplaat en verstel de straalpomp indien nodig.

5. Draai de bouten en borgmoeren waarmee de straalpomp aan de steunplaat is bevestigd aan met 36 tot 45 Nm.

6. Draai de 2 stelschroeven vast in de linker draaiarm, zie Figuur 7 in De steunarmen monteren aan het draagframe.

7. Controleer de positie van de straalpomp op de band van de spuittank.

   Note: In de juiste stand zal de straalpomp rechtop staan in de transportstand. Draai de onderste borgmoer van het frame los waarmee het aan de tank bevestigd is. Verwijder de borgmoer niet. Pas de positie aan zoals vereist en draai de borgmoer vast. Zorg ervoor dat de band van de tank goed aan de tank is bevestigd.

1. Open het deksel van de spuittank en verwijder de filterkorf (Figuur 14).

   

   Figuur 14

2. U gaat een gat boren bovenaan in de voorkant van de tank, zoals afgebeeld in Figuur 15.

   Note: Kies voor het boren het middelpunt van de daartoe bestemde cirkel.

   

   Figuur 15

3. Gebruik een gatenzaag van 9 cm om een gaatje te boren op het daartoe bestemde punt (Figuur 15).

   Note: De diameter van het gat moet een beetje vergroten om plaats te bieden aan het schot.

4. Verwijder na het boren eventuele braam en verwijder zaagsel dat bij het boren in de hoofdtank is beland.

1. Monteer de tussenschotfitting en de afdichting door het gat dat u gemaakt hebt in Een gat in de tank boren, vanaf de binnenkant van de tank (Figuur 16).

   

   Figuur 16

   1. Borgring
   2. O-ring
   3. Schot

2. Bevestig het schot met de borgring aan de tank (Figuur 16).

3. Monteer de filterkorf en sluit het deksel van de spuittank.

1. Gebruik een bevestigingspen om het slanguiteinde met de 90°-fitting aan te koppelen op het eerder gemonteerde tussenschot (Figuur 17).

   

   Figuur 17

   1. Straalpompslang
   2. Bevestigingspen

2. Koppel het andere uiteinde van de slang aan op de naar voren gerichte opening van de straalpomp. Gebruik een pakking en een slangklem (Figuur 18).

   

   Figuur 18

   1. Slangklem
   2. Slang
   3. Pakking
   4. Straalpomp

3. Beweeg de straalpomp omhoog en omlaag en ga na of deze andere onderdelen kan raken.

   

   Figuur 19

   1. Straalpompslang
   2. Tank
   3. Boog in de slang

4. Bevestig het uiteinde van de toevoerslang zonder een tussenschot aan de achterste opening van de straalpompklep. Gebruik hiervoor een pakking en een slangklem (Figuur 20).

   

   Figuur 20

   1. Straalpomp
   2. Pakking
   3. Slang
   4. Slangklem

1. Verwijder het elleboogaansluitstuk, de flensklem, de pakking en de inlaatslang van de drukfilterkop (Vak A van Figuur 21).

   Note: Bewaar de pakking, de flensklem en de bevestigingspen om deze later opnieuw te monteren.

   

   Figuur 21

   1. Elleboogaansluitstuk
   2. Flensklem
   3. Pakking
   4. Klepbeugel
   5. Straalpompklep
   6. Moer
   7. Bout

2. Plaats de klepbeugel aan de bovenkant van de straalpompklep zoals getoond in vak B van Figuur 21.

3. Monteer de straalpompklep met de pakking en de flensklem die u hebt verwijderd in stap1; zie vak B vanFiguur 21.

4. Bevestig de beugel aan de spuitboomkleppen met de bouten en moeren die momenteel zijn gemonteerd op het drukfilter; zie vak C van Figuur 21.

5. Leid en bevestig de drukslang zoals getoond in Figuur 22.

   

   Figuur 22

   1. Slangklem
   2. Bevestigingspen
   3. Drukslang
   4. Slangklem
   5. Bevestigingspen (bestaande)

6. Bevestig de toevoerslang met een bevestigingspen aan de klep.

   

   Figuur 23

   1. Toevoerslang
   2. Straalpompklep
   3. Bevestigingspen

Important: In sommige omstandigheden kan de hitte van de motor, de radiateur en de geluiddemper schade toebrengen aan het gras als de spuitmachine wordt gebruikt in een stationaire stand. De machine loopt stationair als u de spuitvloeistof in de tank mengt, roert, handmatig spuit of een loopspuitboom gebruikt.

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:

• Spuit nooit in een stationaire stand bij zeer hete en/of droge omstandigheden. Tijdens deze perioden kan het gazon immers meer te lijden hebben.

• Parkeer de machine nooit op het gazon als u spuit in de stationaire stand. Parkeer de machine op een pad als dit mogelijk is.

• Beperk zoveel mogelijk de tijd dat u de machine in de stationaire stand op een bepaald stuk van het gazon laat staan. Zowel de tijd als de temperatuur is van invloed op de mate waarin het gras wordt beschadigd.

• Stel het motortoerental zo laag mogelijk af om de gewenste druk en stroom te verkrijgen. Dit beperkt de hitte die wordt ontwikkeld en de snelheid van de lucht die koelventilator voortbrengt.

Note: Leg een hittewerende deken onder de machine tijdens gebruik in de stationaire stand als extra bescherming tegen de hitte is gewenst. Neem contact op met een erkende Toro distributeur voor een Toro hittewerende deken voor gazonspuitmachines.

De volgende procedure gaat uit van de volgende bedrijfstoestand van de standaard tankmenger: de sproeier is gestart en loopt, de pomp staat aan en is ingesteld op de gewenste druk, en de regelklep staat in de middelste stand.

Als u moeilijkheden ondervindt bij het mengen van de chemicaliën in poedervorm of in korrels door de spuittank, ga dan als volgt te werk:

1. Meng een dosis van de chemische stof in de spuittank.

2. Sluit de straalpompklep en schakel de mengfunctie van de spuittank in.

3. Open de straalpompklep en meng nog een dosis van de chemische stof in de spuittank.

4. Herhaal stap 2 en 3 tot al de chemicaliën in de spuittank zijn gemengd.

Important: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken.

1. Maak het spuitsysteem klaar voor reiniging; zie het hoofdstuk Het spuitsysteem reinigen in de Gebruikershandleiding van uw machine.

2. Laat de straalpomp zakken en zorg dat het deksel gesloten en geborgd is; zie De straalpomp omlaag brengen.

3. Open de straalpompklep, de hopperklep en de spoelklep.

4. Maak het spuitsysteem schoon; zie het hoofdstuk Het spuitsysteem reinigen in de Gebruikershandleiding van uw machine.

5. Sluit de spoelklep, de hopperklep en de straalpompklep.

6. Zet een bak met een inhoud van 19 liter onder de aftapklep, open de aftapklep, laat de straalpomp volledig leeglopen en sluit de klep.

7. Sluit en vergrendel de hopper door de kap rechtsom te draaien.

8. Reinig indien nodig de buitenkant van de straalpomp met alleen water of een mild reinigingsmiddel.

9. Zet de straalpomp omhoog in de transportstand en vergrendel met de transportband; zie De straalpomp omhoog brengen.