Inleiding

Neem contact op met een erkende servicedealer als u een vonkenvanger nodig hebt. De vonkenvangers van Toro zijn goedgekeurd door de Amerikaanse USDA Forest Service.

Important: Deze montage-instructies bevatten onderhoudsinformatie en informatie over de werking van de motor die de informatie over de werking van de motor en onderhoudsprocedures in de Gebruikershandleiding van uw machine vervangt.Voordat u de machine of de motor gebruikt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht, moet u altijd de gebruiks- en veiligheidsinstructies in uw Gebruikershandleiding raadplegen.Bewaar deze instructies.

Important: Deze motorgarantie wordt aangeboden door de motorfabrikant. Raadpleeg de bij de documentatie geleverde garantie van de motorfabrikant en van het emissiesysteem. Die garantie is enkel van toepassing op de motor. Het is geen uitbreiding of wijziging van een uitdrukkelijke of impliciete garantiebepaling of -periode die van toepassing kan zijn op het product waarin de motor is gemonteerd.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken.

Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal133-8062

Installatie

Voor modellen 04052 en 04060 geproduceerd in 2008 of later.

Note: Als de machine uitgerust is met een gloeilampset, dient u een nieuwe set aan te schaffen; neem voor meer informatie contact op met uw erkende servicedealer.

De bestaande motor verwijderen

Important: Bewaar alle verwijderde onderdelen tenzij wordt aangegeven dat u ze mag weggooien.

  1. Verwijder de kabelboom en gooi deze weg.

  2. Verwijder de kap van de riemzwengel en bewaar de kwartslagsluiting, 2 ringen, montagebeugel, en de schroeven en ringen van de montagebeugel.

    Note: Gooi de kap van de riemzwengel weg.

  3. Verwijder de V-riemen van de aandrijfpoelie.

  4. Verwijder de torsieveer, ring, bout en kabelverbinding van de koppelingshendel (Figuur 2).

  5. Maak de tractiekabel los van de koppeling van de motor.

  6. Koppel de kabel van de gashendel af van de tractiehendel.

  7. Maak de remkabel los van de rem.

  8. Verwijder de bout, ring, draaipen van de handgreep, en flenskopmoer waarmee de handgreep vastgemaakt is aan de machine (Figuur 1).

    Note: U mag de handgreep weggooien.

    g025977
  9. Verwijder de bestaande motor, de bevestigingsbouten van de motor en de moeren.

  10. Verwijder de bestaande montagebeugel van de motor en gooi deze weg.

    Important: Bewaar de bestaande bouten van de montagebeugel van de motor.

De nieuwe motor monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Motor1
Montagebeugel motorconversie1

Note: Raadpleeg Figuur 7 om de nieuwe motor te monteren.

  1. Maak het frame schoon en controleer het op beschadigingen en slijtage.

  2. Monteer de bestaande torsieveer, ring en bout op de nieuwe koppelingshendel (Figuur 2).

    g025179
  3. Bevestig het gebogen uiteinde van de torsieveer aan de koppelingshendel; gebruik hiervoor een ring en borgpen.

  4. Verwijder de tractiehendel en de nodige onderdelen van de bestaande koppelingsbeugel en monteer ze op de nieuwe koppelingsbeugel (Figuur 3).

    g025180
  5. Bevestig de bestaande kabelverbinding aan de tractiehendel en de koppelingshendel; gebruik hiervoor 2 moeren van de bestaande inrichting (Figuur 3).

  6. Bevestig de montagebeugel van de motorconversie op de machine met de eerder verwijderde bouten.

    Note: Om de montage van de motor op het frame gemakkelijker te maken, moet u de bouten handmatig vastdraaien.

  7. Bevestig de motor aan de montagebeugel voor de motorconversie. Gebruik 3 van de bestaande bouten en moeren en laat het bevestigingsgat rechts vooraan open.

    Note: Om de montage van de motor op het frame gemakkelijker te maken, moet u de bouten handmatig vastdraaien.

De kabels monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Handgreep1
Maaihoogte2
  1. Monteer de nieuwe handgreep op de machine met de eerder verwijderde bout, ring, draaipen van de handgreep, en flenskopmoer (Figuur 4).

    g025977
  2. Sluit de gaskabel aan op de motor.

  3. Koppel de remkabel aan op de rem.

  4. Gebruik de bestaande klem van de gaskabel om de nieuwe gaskabel te bevestigen aan de achterzijde van de differentieelbehuizing (Figuur 5).

    g021514
  5. Maak de nieuwe klem vast aan de gaskabel en gebruik de bout rechts vooraan om de klem aan de montagebeugel van de motorconversie te bevestigen (Figuur 6).

    g021515
  6. Koppel de tractiekabel aan op de tractiehendel.

De montage voltooien

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Deksel van riemzwengel1
Kabelbinder 4
  1. Monteer de V-riemen.

  2. Lijn de poelies uit en stel de spanning van de tractiekabel en de V-riem af; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

    Note: Als u de tractiekabel niet goed kunt afstellen, moet u onderdeelnr. 94-5870 bestellen.

  3. Draai alle bouten van de motor en de montagebeugel van de motorconversie vast.

  4. Leid de kabelboom naar boven aan de linkerzijde van de handgreep.

  5. Klik de kabelboom op zijn plaats onder het deksel van het bedieningspaneel.

  6. Koppel de kabelboom aan op de urenteller en de schakelaar van de motor.

  7. Monteer de kwartslagsluiting en 2 ringen op het deksel van de riemzwengel en monteer het deksel, de montagebeugel en de schroeven en ringen van de montagebeugel.

  8. Maak de kabels en de draadboom vast aan de handgrepen; gebruik hierbij de 4 nieuwe kabelbinders.

  9. Smeer de machine; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

  10. Vul het motorcarter met olie; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

  11. Stel het motortoerental als volgt af:

    Hoog stationair (nulbelasting)3375 ± 100 tpm
    Laag stationair (nulbelasting)1565 ± 150 tpm
    g025938

Algemeen overzicht van de machine

g264589

Chokeknop

De chokehendel bevindt zich links van het bedieningspaneel en dient om een koude motor gemakkelijker te starten (Figuur 8).

Note: U mag een motor die warmgedraaid is niet starten of laten draaien met de choke in de AAN-stand.

  • Trek de chokehendel omhoog om de choke in de AAN-stand te zetten.

  • Duw de chokehendel naar beneden om de choke in de UIT-stand te zetten.

Brandstofafsluitklep

De brandstofafsluitklep bevindt zich vooraan aan de rechterkant van de motor, onder de brandstoftank (Figuur 8).

Note: Sluit de brandstofafsluitklep als u de machine enkele dagen niet gaat gebruiken, voor het transport naar en van het werkterrein, en wanneer u de machine binnen gaat parkeren; zie De brandstofafsluitklep openen en sluiten.

Gebruiksaanwijzing

Brandstofspecificatie

PetroleumGebruik loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2)).
Met ethanol vermengde brandstofGebruik van een loodvrij benzinemengsel met maximaal 10% ethanol (gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether) per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE zijn niet hetzelfde.
Benzine met 15% ethanol (E15) per volume is niet geschikt voor gebruik. Gebruik nooit benzine die meer dan 10% ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat 15% ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85 (bevat tot 85% ethanol). Ongeschikte benzine gebruiken kan leiden tot verminderde prestaties en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt door de garantie.

Important: Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone, verse brandstof (minder dan 30 dagen oud).

  • Geen benzine gebruiken die methanol bevat.

  • Tijdens de winter geen brandstof bewaren de brandstoftank of in vaten, tenzij u een brandstofstabilisator gebruikt.

  • Meng nooit olie door benzine.

Gebruik van stabilisator/conditioner

Gebruik van stabilisator/conditioner in de machine biedt de volgende voordelen:

Important: Gebruik nooit brandstofadditieven die methanol of ethanol bevatten.

Voeg de juiste hoeveelheid stabilisator/conditioner aan de benzine toe.

Note: Stabilisator/conditioner werkt het best als deze met verse benzine wordt gemengd. Gebruik altijd een stabilizer om het risico van harsachtige afzettingen in het brandstofsysteem zo klein mogelijk te houden.

De brandstoftank vullen

Inhoud van de brandstoftank: 2,7l

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit.

  2. Laat de motor afkoelen.

  3. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder deze (Figuur 8).

    g264553
  4. Vul de tank met brandstof (Figuur 8) tot op 6 tot 13 mm van de bovenrand van de tank. Vul de tank niet bij tot in de vulbuis.

    Important: Vul de tank tot maximaal van 6 mm de bovenrand van de tank omdat de brandstof ruimte nodig heeft om te kunnen uitzetten.

  5. Draai de tankdop stevig vast.

  6. Neem eventueel gemorste brandstof op.

De brandstofafsluitklep openen en sluiten

Gebruik de brandstofafsluitklep als volgt om de brandstofstroom naar de motor te regelen:

  • Draai de hendel van de brandstofafsluitklep 90 graden rechtsom om de klep te openen.

  • Draai de hendel van de brandstofafsluitklep 90 graden linksom om de klep te sluiten.

g027146

Onderhoud

Important: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 20 bedrijfsuren
  • Motorolie verversen.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het motoroliepeil controleren.
  • Om de 50 bedrijfsuren
  • Reinig het schuimelement van het luchtfilter (doe dit vaker in zware omstandigheden).
  • Om de 100 bedrijfsuren
  • Motorolie verversen
  • De elektrodenafstand controleren en regelen.
  • Om de 200 bedrijfsuren
  • Vervang het luchtfilter met twee elementen.
  • De machine klaarmaken voor onderhoud

    Waarschuwing

    Tijdens het onderhoud of het afstellen van de machine kan iemand de motor starten. Als de motor per ongeluk gestart wordt, kan dat u en andere omstanders ernstig verwonden.

    Haal het sleuteltje uit het contact, schakel de parkeerrem in en maak de bougiekabel(s) los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Druk ook de kabel(s) opzij, zodat deze niet per ongeluk contact kan/kunnen maken met de bougie(s).

    Doe het volgende voordat u de machine reinigt of er onderhoud of afstellingen aan uitvoert.

    1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Zet de motor af en haal het sleuteltje van de machine (indien aanwezig).

    3. Stel de parkeerrem in werking.

    4. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt of er onderhoud of reparaties aan uitvoert.

    5. Maak de bougiekabel los (Figuur 11).

      g259487

    Onderhoud van het luchtfilter

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 200 bedrijfsuren
  • Vervang het luchtfilter met twee elementen.
  • Important: Geen olie op het schuim- en het papierelement smeren.

    Schuim- en papierelement verwijderen

    1. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie De machine klaarmaken voor onderhoud.

    2. Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te voorkomen dat vuil in de motor komt en schade veroorzaakt (Figuur 12).

      g033510
    3. Draai de vleugelmoer waarmee het luchtfilterdeksel vastzit linksom en verwijder het deksel (Figuur 12).

    4. Draai de vleugelmoer waarmee het papierfilterelement en het schuimfilterelement vastzitten linksom en verwijder de filterelementen van de houderstang (Figuur 12).

    5. Trek het schuimelement voorzichtig van het papierelement af (Figuur 12).

      Note: Controleer het papierfilterelement en het schuimfilterelement op schade en overmatige vuilopstapeling. Vervang beschadigde filters. Reinig het schuimfilterelement als het vuil is. Vervang het papierfilterelement als het vuil is.

    Het schuimfilterelement een onderhoudsbeurt geven

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 50 bedrijfsuren
  • Reinig het schuimelement van het luchtfilter (doe dit vaker in zware omstandigheden).
    1. Controleer het element op scheuren, een vettig oppervlak of beschadiging (Figuur 12).

      Important: Vervang het schuimelement als het versleten of beschadigd is.

    2. Was het schuimelement in warm water met vloeibare zeep. Als het element schoon is, moet u het grondig uitspoelen.

    3. Wikkel het element in een schone doek om het droog te knijpen.

    4. Laat het schuimfilterelement aan de lucht drogen.

    Schuimfilterelement en papierfilterelement installeren

    Important: Laat de motor nooit lopen zonder dat het complete luchtfilter met schuim- en papierelement gemonteerd is, daar anders de motor kan worden beschadigd.

    1. Schuif het schuimfilterelement voorzichtig op het papierfilterelement (Figuur 12).

    2. Zorg dat de opening in de bovenplaat van het papierfilterelement overeenkomt met de houderstang van de carburateur (Figuur 12).

    3. Bevestig de filterelementen aan de carburateur; gebruik hierbij de vleugelmoer (Figuur 12) u verwijderd hebt in stap 4 van Schuim- en papierelement verwijderen.

    4. Zorg dat de opening in het luchtfilterdeksel overeenkomt met de houderstang (Figuur 12) en bevestig het deksel aan de stang met de vleugelmoer die u verwijderd hebt in stap 3 van Schuim- en papierelement verwijderen.

    Aanbevolen motorolie

    Type olie: reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SJ of hoger)

    Olieviscositeit: zie onderstaande tabel.

    g027233

    Het motoroliepeil controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het motoroliepeil controleren.
  • Important: Laat de motor niet lopen als het oliepeil onder de bijvulmarkering 'Low’ (of 'Add’) of boven de markering ‘Full’ op de peilstok komt.

    1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie De machine klaarmaken voor onderhoud.

    3. Laat de motor afkoelen.

    4. Verwijder de peilstok uit de motor en veeg deze af met een schone doek (Figuur 14).

      g027234
    5. Steek de peilstok in de motor; zie Figuur 14.

      Note: Draai de peilstok niet in de vulbuis wanneer u het peil van de motorolie controleert.

    6. Haal de peilstok uit de vulbuis en controleer het oliepeil op de peilstok (Figuur 14).

      Note: Het peil van de motorolie moet tussen de arceringen op de peilstok komen (Figuur 14).

    7. Als de olie te laag staat, veeg dan de omgeving van de vulbuis schoon en voeg de aanbevolen olie toe tot het oliepeil tussen de arceringen op de peilstok staat.

      Important: Giet niet te veel olie in de motor.

    8. Draai de peilstok handmatig in de vulbuis (Figuur 14).

    Motorolie verversen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 20 bedrijfsuren
  • Motorolie verversen.
  • Om de 100 bedrijfsuren
  • Motorolie verversen
  • De motorolie afvoeren

    Important: Laat de motor niet lopen als het oliepeil onder de bijvulmarkering 'Low’ (of 'Add’) of boven de markering ‘Full’ op de peilstok komt.

    1. Start de motor en laat deze enkele minuten lopen zodat de motorolie warm wordt.

    2. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie De machine klaarmaken voor onderhoud.

    3. Plaats een opvangbak onder de aftapplug aan de achterzijde van de machine.

      g264566
    4. Verwijder de aftapplug uit de motor en laat alle olie weglopen.

    5. Duw de handgreep omlaag om de maaimachine en de motor naar achteren te kantelen, zodat alle olie in de opvangbak kan lopen.

      Important: Kantel de machine niet met een hoek die groter is dan 25°. Als u de machine kantelt met een hoek die groter is dan 25°, lekt er olie in de verbrandingskamer en/of uit de dop van de brandstoftank.

    6. Plaats de aftapplug terug en vul het carter weer met de aanbevolen olie; zie Olie in de motor gieten.

    7. Draai de aftapplug vast met een torsie van 20 tot 23 N·m.

    8. Neem gemorste olie op en voer de gebruikte olie op de juiste wijze af.

    Olie in de motor gieten

    Hoeveelheid motorolie: 0,6 liter

    Important: Laat de motor niet lopen als het oliepeil onder de bijvulmarkering 'Low’ (of 'Add’) of boven de markering ‘Full’ op de peilstok komt.

    1. Neem de peilstok uit de vulbuis van de motor en veeg de peilstok schoon met een doek (Figuur 16).

      g264565
    2. Giet langzaam 0,6 liter van de aanbevolen olie langs de vulbuis in het carter van de motor (Figuur 16).

    3. Steek de peilstok in de motor; zie Figuur 17.

      Note: Draai de peilstok niet in de vulbuis wanneer u het peil van de motorolie controleert.

      g027234
    4. Haal de peilstok uit de vulbuis en controleer het oliepeil op de peilstok (Figuur 15).

      Note: Het peil van de motorolie moet tussen de arceringen op de peilstok komen (Figuur 16).

    5. Als het oliepeil te laag is, voegt u de voorgeschreven olie toe aan de motor tot de olie tussen de arceringen op de peilstok staat.

      Note: Giet niet te veel olie in de motor.

    6. Draai de peilstok handmatig in de vulbuis (Figuur 17).

    Onderhoud van de bougie

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 100 bedrijfsuren
  • De elektrodenafstand controleren en regelen.
  • Specificatie van de bougie

    Type bougie: NGK BR6HS, Champion RTL86C, of gelijkwaardig

    Bougie verwijderen

    1. Maak de machine klaar voor onderhoud; zie De machine klaarmaken voor onderhoud.

    2. Verwijder de bougie zoals wordt getoond in Figuur 18.

      g008791

    Bougie controleren

    Elektrodenafstand: 0,6 tot 0,7 mm

    Important: Bougie(s) nooit schoonmaken. Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren vertoont.

    Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.

    Gebruik een voelermaat om de elektrodenafstand te controleren en af te stellen op 0,6 tot 0,7 mm.

    g008794

    Bougie monteren

    Draai de bougie als volgt aan:

    • Nieuwe bougie – 12 tot 15 N·m

    • Gebruikte bougie – 23 tot 27 N·m

    g008795