Inleiding

Deze machine is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. Ze is hoofdzakelijk bedoeld voor het transporteren, doseren en aanbrengen van topdressingmaterialen. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u dit product op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code (indien aanwezig) op het plaatje met het serienummer scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g269187

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figuur 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en de gebruikershandleiding van het Workman voertuig en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine in gebruik neemt. Zorg dat alle gebruikers van dit product weten hoe ze deze machine en het Workman voertuig dienen te gebruiken en dat ze de waarschuwingen begrijpen.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken.

  • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor van de tractie-eenheid af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u onderhoud uitvoert aan de machine of materiaal verwijdert dat vast is komen te zitten. Laat de machine afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal58-6520
decal100-7679
decal105-0708
decal99-0016
decal117-4979
decal132-1316
decal133-8061
decal138-5940
decal138-5941
decal138-5949

Montage

De koppeling monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Koppelinrichting1
Borgpen4
Gaffelpen2
  1. Breng de koppeling aan door de voorste houderbuis, het frame van de machine en de achterste houderbuis (Figuur 3).

    g269253
  2. Breng de openingen in de koppeling op een lijn met de openingen van de houderbuizen en bevestig de koppeling aan de buizen met de 2 gaffelpennen en 4 borgpennen (Figuur 4).

    g269254

De trekhaak monteren op de trekstang van de tractie-eenheid

  1. Stel de trekhaak zo af ten opzichte van de koppeling dat de koppeling horizontaal is met de trekstang van de tractie-eenheid (Figuur 5).

    g269296
  2. Monteer de trekhaak aan de koppeling; gebruik hierbij de 2 inbusbouten, 4 ringen en 2 borgmoeren (Figuur 5).

  3. Draai de inbusbouten en borgmoeren vast met een torsie van 183 tot 223 Nm.

  4. Gebruik de koppelpen en de haarspeldveer om de trekhaak aan de trekstang te bevestigen (Figuur 5).

De optionele steunpoot van de koppeling monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Steunpoot (optioneel)1

De optionele steunpoot op de koppeling monteren

  1. Schuif de steunpoot op de daarvoor bedoelde bevestigingsbuis op de koppeling (Figuur 6).

    g280872
  2. Breng de openingen in de steunpoot op een lijn met de openingen in de bevestigingsbuis, en bevestig de steunpoot met de gaffelpen (Figuur 6).

De kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboominrichting (kabelbomen van topdresser, regeleenheid en trekvoertuig)1
  1. Koppel de aansluiting van de kabelboom van de topdresser aan op de elektrische aansluiting van de magneetklep van de machine (Figuur 7).

    g012647
  2. Leid de ringconnectors van de kabelboom van het trekvoertuig naar de accu van de tractie-eenheid.

  3. Koppel de ringconnector op de zwarte draad van de trekvoertuigkabelboom aan op de minkabel van de accu.

  4. Sluit de ringconnector op de rode draad aan op de pluskabel van de accu.

  5. Koppel de loopbackstekkers af van de kabelbomen en sluit de kabelbomen van de topdresser, de regeleenheid en het trekvoertuig op elkaar aan.

    Note: Voorkom vuilophoping en corrosie op de connectorpennen van de kabelboom: breng de loopbackstekkers aan op de elektrische aansluitingen wanneer de voertuigkabelboom afgekoppeld is van de topdresserkabelboom.

  6. Leid de kabelboom van de topdresser langs de koppeling en bevestig de kabelboom met kabelbinders.

  7. Sluit de kabelboom van de regeleenheid aan op de topdresserkabelboom.

  8. Leid de kabelboom van de regeleenheid naar de bestuurderspositie in de tractie-eenheid, en bevestig de kabelboom met kabelbinders langs de framerail.

Note: Kabelbomen hebben afneembare aansluitingen; zo kunt u de kabelboom van het trekvoertuig permanent aansluiten op de tractie-eenheid en de topdresserkabelboom op de machine.

De glijders monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Glijder4
Slotbout8
Platte ring8
Borgmoer8
  1. Plaats de glijder zoals wordt getoond in Figuur 8.

    g012648
  2. Monteer een glijder met 2 slotbouten, 2 platte ringen en 2 borgmoeren op de montagebeugel.

  3. Herhaal stap 1 en 2 voor de glijders van de 3 andere montagebeugels.

Algemeen overzicht van de machine

Doseermechanisme laadklep

g266287

De sluitknop van de laadklep en de stelhendel bevinden zich links achteraan de machine, en dienen om de hoogte van de laadklep te verstellen en te vergrendelen in de gewenste geopende stand (Figuur 9).

  1. Zet de sluitknop van de laadklep ver genoeg open om de laadklep en de knop vrij in de sleuf te laten schuiven.

  2. Zet de laadklep met de stelhendel in de gewenste stand en draai de sluitknop van de laadklep vast om de laadklep te vergrendelen.

Handbedieningsschakelaar

Druk op de handbedieningsschakelaar om de materiaalstroom uit de topdresser te activeren of te stoppen (Figuur 10).

g269331
LengteMet koppeling254 cm
Zonder koppeling153,7 cm
Breedte 185 cm
Hoogte 107,9 cm
Nettogewicht 660 kg
Inhoud van de hopper 0,7 m³
Maximale lading materiaal 930 kg
Maximale sleepsnelheidLeeg24 km/u
Met volledige lading13 km/u

Benodigde werktuigen

Set met hydraulische rem voor topdresserOnderdeelnr. 106-9680

Optionele accessoires

Steunpoot voor koppelingOnderdeelnr. 106-9699
Mobil EAL 224 H biologisch afbreekbare hydraulische vloeistof (vat van 19 liter)Onderdeelnr. 100-7674
OliefilterOnderdeelnr. 86-3010
Extra voertuigkabelboomOnderdeelnr. 99-0198

Aanbevolen accessoires

GashendelsetModelnr. 07420

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie kan tenietdoen.

Gebruiksaanwijzing

Voor gebruik

Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk

  • De machine heeft andere balans-, gewicht en verwerkingseigenschappen dan sommige andere types werktuigen. Lees deze gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine in gebruik neemt. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met alle bedieningsorganen en weet hoe u de motor snel kunt stoppen.

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de instructie van alle bestuurders en technici.

  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.

  • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor van de tractie-eenheid af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u onderhoud uitvoert aan de machine of materiaal verwijdert dat vast is komen te zitten. Laat de machine afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt.

  • Zorg ervoor dat u weet hoe u de machine en de motor snel kunt stoppen.

  • Laat alle veiligheidsschermen en veiligheidsvoorzieningen op hun plaats. Als veiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningen of stickers onleesbaar zijn of ontbreken, moet u deze herstellen of vervangen voordat u de machine gaat gebruiken.

  • Draai losse moeren, bouten en schroeven vast zodat het veilig is om de machine te gebruiken. Controleer of de machineonderdelen op hun plaats vastzitten.

  • Controleer of uw voertuig geschikt is voor het gebruik met een werktuig van dit gewicht; neem contact op met de fabrikant of de leverancier van het voertuig.

  • Breng op geen enkele manier wijzigingen aan deze onderdelen aan.

  • De trekhaakkoppeling is het gedeelte op de machine waar de trekhaak aan het trekvoertuig wordt gekoppeld. Het gewicht van de trekhaakkoppeling heeft invloed op de stabiliteit van de machine.

    • Een negatief of positief koppelgewicht kan letsel veroorzaken bij het aankoppelen van de aan het trekvoertuig of het loskoppelen. Controleer of de optionele kriksteun, indien gemonteerd, goed staan.

    • Als het gewicht van de trekhaakkoppeling met kracht omhoog tegen de trekhaak van het trekvoertuig wordt geduwd, zorgt dit voor een negatief koppelgewicht.

    • Als het gewicht van de trekhaakkoppeling met kracht omlaag op de trekhaak van het trekvoertuig wordt geduwd, zorgt dit voor een positief koppelgewicht.

  • Nooit de machine loskoppelen van of aankoppelen op de tractie-eenheid wanneer er materiaal in de hopper zit. De trekhaakkoppeling kan omhoog klappen en daarbij letsel veroorzaken.

Speciale instructies voor Workman en andere tractie-eenheden

Important: Gebruik een tractie-eenheid met een trekhaak en remmen met een nominaal remvermogen van 680 kg.

Note: Voeg gewicht toe aan de laadbak van de tractie-eenheid voor betere tractie en bij het slepen van de machine.

  • Voor werkzaamheden op golfgreens kunnen de meeste tractie-eenheden die uitgerust zijn met flotationbanden de machine slepen.

  • Een tractie-eenheid met vierwielaandrijving is het beste voor heuvelachtige greens of greens met bermranden.

  • Gebruik aanhangerremmen als u de machine op heuvelachtig terrein gebruikt. Een speciale set aanhangerremmen is verkrijgbaar voor het Workman voertuig. U kunt deze set voor andere tractie-eenheid aanpassen met een 12 V remlichtvoeding.

De machine controleren voordat u aan het werk gaat

Tijdens gebruik

Veiligheid tijdens het werk

  • De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen voorkomen.

  • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleding of juwelen.

  • Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder de invloed van alcohol, medicijnen of drugs bent.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd uw handen en voeten uit de hopper.

  • Blijf zitten wanneer het voertuig in beweging is.

  • Let goed op als u de machine gebruikt. Als u nalaat het voertuig veilig te gebruiken, kan dit leiden tot een ongeluk, omkantelen van het voertuig en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel. Rijd voorzichtig en doe het volgende om te voorkomen dat de machine kantelt of dat u de controle over de machine verliest:

    • Ga zeer voorzichtig te werk, verminder uw snelheid en blijf op een veilige afstand van zandkuilen, greppels, waterpartijen, hellingen, onbekend terrein en andere gevarenzones.

    • Matig de snelheid als u met een geladen machine over oneffen terrein rijdt. Anders kan de machine onstabiel worden.

    • Gebruik de machine uitsluitend bij goede zichtbaarheid zodat u uit de buurt van kuilen en verborgen gevaren kunt blijven.

    • Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.

    • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.

    • Ga voorzichtig te werk als u op een steile helling werkt. Rij hellingen in een rechte lijn op en af. Verminder de snelheid als u een scherpe bocht maakt of draait op een helling. Draai indien mogelijk nooit op een helling.

    • Wees extra voorzichtig als u werkt op een nat oppervlak, bij hogere snelheden of zwaar belast is. Stoppen kost meer tijd als het voertuig zwaar belast is. Schakel naar een lagere versnelling voordat u een helling op- of afrijdt.

    • Vermijd plotseling stoppen en starten. Schakel niet van vooruit in achteruit of andersom zonder volledig te stoppen.

    • Maak geen scherpe bochten en vermijd abrupte manoeuvres of andere riskante handelingen tijdens het rijden, waardoor u de controle kunt verliezen.

    • Wees u bewust van uw omgeving tijdens het draaien of achteruitrijden van de machine. Zorg ervoor dat het gebied vrij is en houd omstanders uit het werkgebied. Rijd langzaam.

    • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt met de machine. Verleen altijd voorrang.

    • Kijk altijd uit voor laag overhangende objecten zoals boomtakken, deurposten en voetgangersbruggen en zorg dat u zulke obstakels niet raakt. Let erop dat er voldoende ruimte boven uw hoofd is, zodat het voertuig zonder problemen kan passeren en uw hoofd niets raakt.

    • Gebruik de machine enkel bij een goede zichtbaarheid en in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.

    • Als u niet zeker weet of u de machine veilig kunt gebruiken, moet u het werk staken en de bedrijfsleiding om advies vragen.

    • Laat de machine niet onbeheerd achter terwijl het trekvoertuig in bedrijf is.

  • Zorg ervoor dat de machine op het trekvoertuig is aangesloten voordat u gaat laden.

  • Vervoer geen lading die zwaarder is dan het maximale gewicht voor de machine of voor het trekvoertuig.

  • De stabiliteit van ladingen kan verschillen, hoge ladingen hebben bijvoorbeeld een hoger zwaartepunt. Verminder indien nodig het maximale laadgewicht om te zorgen voor een betere stabiliteit.

  • Doe het volgende om te voorkomen dat de machine kantelt:

    • Houd de hoogte en het gewicht van de lading zorgvuldig in de gaten. Hoge en zware ladingen kunnen het risico op kantelen doen toenemen.

    • Verdeel de lading gelijkmatig, zowel in de lengte- als de breedterichting.

    • Wees voorzichtig tijdens het draaien en voorkom onveilige manoeuvres.

    • Zorg er altijd voor dat de machine op het voertuig is aangesloten voordat u gaat laden.

    • Plaats geen grote of zware objecten in de hopper. Hierdoor kunnen de transportband en de rollen beschadigd raken. Zorg er ook voor dat de lading een uniforme textuur heeft. De machine kan onverwacht kleine stenen in het zand uitwerpen.

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Schakel de machine uit.

    • Stel de parkeerrem in werking.

    • Zet de motor uit en verwijder het sleuteltje (indien aanwezig).

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Ga niet achter de machine staan tijdens het lossen.

  • De topdresser lossen of loskoppelen van het voertuig dient op een vlakke ondergrond te gebeuren.

  • Zorg ervoor dat de machine op het trekvoertuig is aangesloten voordat u gaat lossen.

  • Schakel het werktuig uit als u mensen, voertuigen, kruispunten of zebrapaden nadert.

  • De hydraulische remmen van de aanhanger – indien aanwezig – kunnen de vloeistof in het hydraulische circuit oververhitten als ze voortdurend in werking blijven. Schakel terug om lange hellingen af te rijden. Gebruik de remmen met tussenpozen zodat zowel het voertuig als de topdresser af en toe kunnen afkoelen.

Veiligheid op hellingen

  • Bekijk de specificaties van het voertuig om er zeker van te zijn dat u het niet gebruikt op te steile hellingen.

  • Het maaien op hellingen is een belangrijke factor bij ongelukken waarbij de controle over de machine wordt verloren of deze omkantelt. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. De bestuurder is verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de machine op hellingen. Gebruik van de machine op hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid.

  • De gebruiker moet het terrein inspecteren en de condities beoordelen om te bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt op een helling. Gebruik altijd uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert.

  • De gebruiker moet de onderstaande instructies doornemen voordat hij/zij de machine op hellingen gaat gebruiken. Neem de gebruiksomstandigheden op die dag in overweging om te bepalen of u de machine op het terrein gaat gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen ertoe leiden dat de machine zich anders gedraagt op een helling.

  • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Voorkom dat u plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine moet veranderen. Keer traag en geleidelijk om.

  • Gebruik de machine niet in omstandigheden waarin u niet zeker bent van de tractie, het stuurgedrag of de stabiliteit.

  • Verwijder of markeer obstakels zoals greppels, putten, geulen, hobbels, stenen en andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein.

  • Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de aandrijfwielen tractie verliezen, kan de machine gaan schuiven en kunt u de controle over de remmen en het stuur verliezen.

  • Wees uiterst voorzichtig als u de machine gebruikt in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers, waterpartijen of andere gevaren. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt, of als de rand instort. Zorg voor een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone.

De machine ondersteunen met de optionele steunpoot

Gebruik de steunpoot als u de machine verwijdert van de tractie-eenheid.

  1. Verwijder de gaffelpen.

  2. Draai de krik verticaal (Figuur 11).

    g280875
  3. Bevestig hem met de gaffelpen aan de bevestigingsbuis (Figuur 11).

  4. Laat de steunpoot zakken zodat de machine ondersteund wordt.

De optionele steunpoot opslaan

  1. Sluit de machine aan op het trekvoertuig.

  2. Breng de steunpoot volledig omhoog.

  3. Verwijder de gaffelpen.

  4. Draai de krik horizontaal (Figuur 12).

    g280874
  5. Bevestig de steunpoot met de gaffelpen aan de bevestigingsbuis (Figuur 12).

Gebruik van de machine

Important: Zorg ervoor dat u altijd de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid gelezen en begrepen hebt voordat u de machine gebruikt.

  1. Start de tractie-eenheid; raadpleeg de gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.

  2. Voordat u materiaal in de hopper laadt, moet u een eindje met de tractie-eenheid en de topdresser rijden om na te gaan of de riem soepel loopt.

    Note: Gebruikt u de machine in koud weer, raadpleeg dan Voorbereiden voor gebruik van de machine bij koud weer.

  3. Laad zand of ander topdressingmateriaal in de hopper; zie De hopper laden.

    Important: Als u de hopper te vol laadt, kunnen de wangen van de banden vervormd worden, waarbij op de eerste paar werkgangen bandensporen getrokken worden op de green. Controleer de bandenspanning van de banden; zie Bandenspanning controleren.

  4. Transporteer de machine naar het gebied dat u gaat topdressen.

  5. Stel het doseermechanisme van de laadklep af op de gewenste gebruiksdosis en vergrendel de laadklep met de sluitknop van de laadklep.

    Gaat u zand strooien, raadpleeg dan Zandgebruiksdosis voor bijkomende informatie.

  6. Voor de beste resultaten moet u de tractie-eenheid in het LAGE bereik schakelen. Rijd de tractie-eenheid vooruit met de gewenste snelheid.

  7. Druk op de handbedieningsschakelaar om de materiaalstroom uit de topdresser te activeren of te stoppen.

De hopper laden

  • Er kan maximaal 0,7 m³ materiaal in de hopper.

  • Doorgaans weegt droog zand 1602 kg/m³ en nat zand 1922 tot 2082 kg/m³. U zult de machine te zwaar laden als u meer dan 930 kg zand in de hopper laadt.

  • Verdeel het gewicht van de lading zowel van voren naar achteren als van rechts naar links gelijkmatig.

  • Rijden of topdressen met een volledige lading kan het zand doen verschuiven. Dit gebeurt meestal als u draait, een helling op- of afrijdt, plotseling uw snelheid wijzigt of als u over oneffen terrein rijdt. Een schuivende lading kan tot gevolg hebben dat de machine omkantelt. Wees voorzichtig bij het rijden of topdressen met een volledige lading.

  • Wees erop bedacht dat een zware lading de remweg verlengt en de mogelijkheid vermindert om snel te draaien zonder om te slaan.

Zandgebruiksdosis

Hoeveel zand gestrooid wordt, hangt af van de instelling van de laadklep. Zand varieert naargelang vochtigheid en grofheid (korrelgrootte), wat een invloed heeft op de gebruiksdosis. U dient rekening te houden met deze factoren wanneer u de benodigde hoeveelheid zand voor de toepassing bepaalt. Test een klein gebied om de juiste dosis te bepalen. Om de gebruiksdosis te vergroten, zet u de laadklep verder open op de schaalverdeling.

De machine wordt door de grond aangedreven, wat dezelfde materiaalafgifte op elke green garandeert indien u de machine sleept met een snelheid tussen 3,2 en 13 km/u.

Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van zand

De machine is uitgerust met een flexibele laadkleprand (Figuur 13) en een veiligheidsveer om te voorkomen dat brokken zand of stenen tijdens bedrijf vast komen te zitten. Om een lange levensduur van de band te garanderen, zeeft u het zand of controleert u het op stenen met scherpe randen die de transportband kunnen beschadigen.

g012651

Voorbereiden voor gebruik van de machine bij koud weer

Hoewel u beperkt bent door de tractie van de aandrijfwielen, kunt u de machine gebruiken in koud weer. U kunt de machine onder bepaalde beperkingen gebruiken om een mengsel van zout/zand aan te brengen op het wegdek om ijsvorming tegen te gaan. Het materiaal van de PVC transportband wordt erg stijf in koud weer en er is meer vermogen nodig om de band te gebruiken. De band gaat ongeveer 50% minder lang mee als hij gebruikt wordt bij temperaturen onder 5°C.

Important: Gebruik de topdresser niet bij temperaturen van -7°C of lager.

  1. Verhoog de spanning van de transportband door de veercompressie af te stellen tot 101 mm; zie De transportband aanspannen.

  2. Laat de band lopen voordat u de hopper laadt met materiaal om er zeker van te zijn dat het systeem van de band vrij beweegt.

    Important: Als de band/aandrijfrol slipt, kan de band of rol worden beschadigd.

Important: Voordat u de machine gebruikt in warm weer, moet u de bandspanning afstellen op een veercompressie van 112 mm.

Tips voor bediening en gebruik

  • Het materiaalafgiftesysteem van de topdresser is grondaangedreven; u moet met andere woorden de machine slepen om de werking van de riem en de borstel te controleren.

  • Het topdressen werkt het best als u de machine sleept met een snelheid van 3,2 tot 13 km/u. De machine compenseert variaties in de rijsnelheid en geeft het materiaal gelijkmatig af, zelfs als uw rijsnelheid tijdens een werkgang over de green verandert. De gebruiker/opzichter moet de laadklep instellen (in stappen van 1/8 tot 13) en een testwerkgang rijden om na te gaan of de gebruiksdosis aanvaardbaar is.

    Gaat u zand strooien, raadpleeg dan Zandgebruiksdosis voor bijkomende informatie.

  • Als de machine rijdt, kunt u beginnen topdressen door de handbedieningsschakelaar te activeren. Misschien moet u oefenen om de materiaalafgifte te starten en te stoppen op de gewenste plaats van een green of tee-box.

  • Voordat u de hopper laadt, moet u zorgen dat de topdresser goed aangesloten is op het trekvoertuig; zo voorkomt u dat de koppeling omhoogklapt of onbedoelde bewegingen maakt. Koppel de topdresser niet af van het trekvoertuig als er materiaal in de hopper zit. De koppeling kan omhoogklappen en daarbij letsel veroorzaken.

  • De topdresser is breder dan de meeste tractie-eenheden. Voordat u door een smalle doorgang als een hek, deuropening enz. rijdt, moet u controleren of de opening breed genoeg is; u moet ook genoeg ruimte laten om de machine te kunnen draaien.

  • De topdresser voegt extra sleepgewicht toe aan de tractie-eenheid. Rijd voorzichtig.

    • Rijd niet op hoofdwegen of een openbare weg.

    • Verlaag de snelheid van de tractie-eenheid altijd voor en in bochten.

    • Verlaag de snelheid van de tractie-eenheid altijd als u over onbekend of oneffen terrein rijdt.

    • Vertraag de tractie-eenheid altijd als u van richting verandert of wilt stoppen.

    • Als u van richting verandert of met de machine op een helling rijdt, moet u de tractie-eenheid altijd vertragen en pas daarna de machine van richting veranderen om te voorkomen dat u de controle verliest en de machine doet kantelen.

    • Neem nooit plotselinge of scherpe bochten. Verander nooit plotseling van richting op een talud, glooiing, helling, schuinte of een vergelijkbaar oppervlak.

    • Pas de snelheid van de tractie-eenheid altijd aan de terreinomstandigheden aan, zoals natte of gladde oppervlakken, los zand of grind, lage zichtbaarheid in zwak of fel licht, mist, nevel of regen.

    • Wees extra voorzichtig als u een zwaarbeladen voertuig van een helling of glooiing rijdt. Rij het voertuig indien mogelijk altijd recht op en af hellingen en glooiingen. Probeer het dwars op een helling rijden te vermijden. Het gevaar bestaat dat de machine kantelt, wat ernstige verwondingen of de dood kan veroorzaken.

    Waarschuwing

    Als het trekvoertuig op een helling omslaat of gaat rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken.

    • Als de motor afslaat of het voertuig vaart verliest op een helling, mag u nooit proberen het trekvoertuig te draaien.

    • Rij een helling altijd langzaam achterwaarts in een rechte lijn af.

    • Rij niet achterwaarts een helling af met de transmissie in de neutraalstand of het koppelingspedaal ingetrapt terwijl u uitsluitend de remmen gebruikt.

    • Rust de bovenkant van de hopper niet uit met zijplanken of panelen om de capaciteit te verhogen. Het bijkomende gewicht zal het trekvoertuig doen omkantelen of over de kop gaan, wat tot ernstig letsel leidt.

    • Rijd niet dwars op een helling, maar altijd recht naar boven en beneden. Draai niet op een helling. Laat de koppeling niet te snel opkomen en trap niet te abrupt op het rempedaal. Als u plotseling van snelheid verandert, kan het voertuig omslaan.

  • Op plaatsen waar niet veel ruimte is en u geen rechte werkgang over een green kunt maken, kunt u de machine zonder problemen achteruit in de gewenste zone rijden en beginnen topdressen zodra u vooruitrijdt.

  • Voordat u achteruitrijdt, moet u achteromkijken om er zeker van te zijn dat er zich niemand achter het voertuig bevindt. Rij traag achteruit en hou de machine nauwkeurig in de gaten.

  • Wees uiterst voorzichtig en rij traag als u de machine en de tractie-eenheid achteruitrijdt.

  • De maximale aanbevolen sleepsnelheid van een lege machine is 24 km/u en van een volle machine 13 km/u. Zoals met elke aanhanger dient u altijd voorzichtig te zijn als u van richting verandert of achteruitrijdt. Let op personen of objecten die zich in de rijrichting van de topdresser bevinden.

  • Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang aan voetgangers en andere voertuigen.

  • Als de topdresser abnormaal begint te trillen, moet u de tractie-eenheid stoppen, de parkeerrem in werking stellen, de motor uitzetten, het sleuteltje verwijderen en wachten totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. Repareer versleten of beschadigde onderdelen voordat u de machine sleept.

  • Als u cavitatiegeluid hoort bij het transporteren van de machine over het golfterrein, vertraag dan, rijd naar de onderhoudswerkplaats en ga na wat de oorzaak is. Rijd niet sneller dan 13 km/u bij het slepen. Deze machine is niet bestemd voor rijden op hoofdwegen. Sleept u de machine sneller dan 24 km/u, dan zullen de interne hydraulische componenten schade oplopen.

  • Voordat u onderhoud of aanpassingen uitvoert aan de topdresser:

    • Breng de tractie-eenheid tot stilstand en stel de parkeerrem in werking.

    • Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.

  • Zorg dat alle bevestigingsmaterialen stevig vastzitten. Monteer alle te repareren onderdelen die u bij het onderhoud of de afstellingen hebt verwijderd.

  • Wees voorzichtig bij het laden van topdressingmateriaal in de hopper: de lader of de bak van de schranklader mag de hopper niet raken of beschadigen. De hopper is naar ontwerp breed genoeg om ruimte te bieden aan de meeste bakken, maar niet sterk genoeg om weerstand te bieden bij een botsing; het plaatstaal kan dan ook vervormd raken.

  • Materiaal verspreiden werkt het beste als het materiaal droog is, maar u kunt ook nat zand strooien met de machine. Mogelijk moet u de laadklep verstellen, maar het materiaal zou vrij soepel en gelijkmatig verspreid moeten worden. Als de riem slipt, controleer dan de spanning van de drijfriem en kijk in de reinigingsruimten.

  • Topdressingmateriaal varieert in korrelgrootte en vochtgehalte. Het kan ook onzuiverheden bevatten die schade toebrengen aan greensmaaiers of plantweefsel. Ga altijd de herkomst van topdressingmateriaal na en wees voorzichtig bij het verwerken en laden ervan.

  • In het hopperpaneel rechts vooraan zit een kijkglas waar u tijdens het topdressen kunt controleren hoeveel materiaal er nog over is. Het is een goede gewoonte om het kijkglas en het hoppervolume te controleren voordat u begint te strooien; zo vermijdt u dat het topdressingmateriaal opraakt in het midden van een werkgang.

  • De speciale trillende drijfassen van de machine zijn zo gemaakt dat ze voortdurend vermogen leveren aan het hydraulisch systeem wanneer de machine over oneffen terrein op een green of tee rijdt. Rij altijd traag naar hoge bermen om plotse klappen van de assen op het gras te voorkomen, en het risico op bandensporen op de aanloop naar de green te verkleinen.

    Waarschuwing

    U kunt gegrepen of gekneld worden door draaiende onderdelen van de machine.

    Blijf uit de buurt van de borstel en de transporteurband als de eenheid in bedrijf is.

  • Een veilig gebruik begint al voordat u met de topdresser gaat werken. Voordat u de topdresser gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen in de gebruikershandleiding van de Toro Workman of een andere tractie-eenheid te lezen en te begrijpen.

Na gebruik

Veiligheid na het werk

  • Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor van de tractie-eenheid af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u onderhoud uitvoert aan de machine of materiaal verwijdert dat vast is komen te zitten. Laat de machine afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt.

  • Vermijd een zachte ondergrond omdat de kriksteun daarin kan wegzakken, waardoor de machine kan omkantelen.

  • Zet de machine uit wanneer u deze vervoert of niet gebruikt.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen van de machine in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten.

  • Vervang versleten, beschadigde en ontbrekende stickers.

Onderhoud

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Veiligheid bij onderhoud

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Schakel de machine uit.

    • Stel de parkeerrem in werking.

    • Zet de motor uit en verwijder het sleuteltje (indien aanwezig).

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Laat de onderdelen van de machine afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

  • Verricht onderhoudswerkzaamheden uitsluitend volgens de instructies in deze handleiding. Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende Toro dealer.

  • Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.

  • De spanning van de ketting niet controleren of aanpassen terwijl de motor van het voertuig loopt.

  • Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.

  • Ondersteun de machine met assteunen als u onder de machine werkt.

  • Zorg dat alle schermen zijn geplaatst nadat u onderhoud hebt verricht aan de machine of nadat u deze hebt afgesteld.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen van de machine in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten.

  • Vervang versleten of beschadigde stickers.

  • Om veilige en optimale prestaties van de machine te verkrijgen, moet u ter vervanging alleen originele Toro onderdelen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na het eerste bedrijfsuur
  • De wielbouten aandraaien.
  • Na de eerste 10 bedrijfsuren
  • De wielbouten aandraaien.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • De bandenspanning controleren.
  • Hydraulische slangen en leidingen controleren
  • Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
  • Om de 40 bedrijfsuren
  • De positie en slijtage van de borstel controleren.
  • Om de 200 bedrijfsuren
  • Alle smeernippels smeren.
  • De wielbouten aandraaien.
  • Om de 800 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u het hydraulische filter vervangen.
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
  • Om de 1000 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u het hydraulische filter vervangen.
  • Om de 2000 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
  • Procedures voorafgaande aan onderhoud

    Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden

    1. Zet de handbedieningsschakelaar van de topdresser uit.

    2. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.

    3. Stel de parkeerrem van de tractie-eenheid in werking, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.

    De machine opkrikken

    1. Leeg de hopper.

    2. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    3. Gebruik de glijders als krikpunt.

      g012654
    4. Ondersteun de machine met assteunen.

    5. Wanneer u aan de wielen werkt, draai deze dan naar boven of beneden zodat u wielbouten ziet.

      Important: Als u de wielen verwijdert en opnieuw monteert, draai de wielbouten dan aan volgens de instructies in De wielbouten aandraaien. Als de bouten niet met het juiste koppel aangedraaid zijn, kan het wiel defect raken of eraf lopen.

    Smering

    Aanbevolen smeervet

    Nr. 2 vet op lithiumbasis

    Lagers en lagerbussen smeren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 200 bedrijfsuren
  • Alle smeernippels smeren.
    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Smeer elke smeernippel die wordt beschreven in de smeernippeltabel met het gespecificeerde smeermiddel.

    Smeernippeltabel

    LocatieAantal
    Lager van rolas (Figuur 15)4
    Lager van borstelas (Figuur 15)1
    Draaipunt van lager (Figuur 16)4
    Wiellager (Figuur 16)4

    Important: Smeer de lagers om een kleine gelekte hoeveelheid te behouden tussen lagers en behuizingen. Te veel vet kan oververhitting veroorzaken of de pakkingen beschadigen.

    g012652
    g012653

    Note: De aandrijfkettingen niet smeren tenzij deze stijf worden vanwege roest. Als de ketting gaat roesten, moet u deze licht smeren met een droog smeermiddel. Dit verkleint de kans dat er zich zand ophoopt of dat ander topdressingmateriaal aan de ketting blijft plakken.

    Onderhoud aandrijfsysteem

    Bandenspanning controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • De bandenspanning controleren.
    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. De bandenspanning controleren.

      U moet een luchtdruk van 1,38 tot 2,07 bar meten.

    3. Als de luchtdruk te laag of te hoog is, moet u lucht toevoegen aan of aflaten uit de banden tot u 1,38 tot 2,07 bar meet.

    De wielbouten aandraaien

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na het eerste bedrijfsuur
  • De wielbouten aandraaien.
  • Na de eerste 10 bedrijfsuren
  • De wielbouten aandraaien.
  • Om de 200 bedrijfsuren
  • De wielbouten aandraaien.
  • Important: Indien de correcte torsie niet wordt aangehouden, kan dit leiden tot defecten of verlies van het wiel.

    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Draai de 20 wielbouten vast met een torsie van 109 tot 122 Nm.

    De aandrijfketting van de wielen aanspannen

    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Zet de slotbouten en moeren los waarmee de hydraulische motor/pomp aan de asdrager zit (Figuur 17).

      g012661
    3. Draai het tandwiel van de motor (Figuur 17) tot de aandrijfketting van de wielen een speling heeft van 3,2 mm.

      Note: U kunt bij de ketting komen langs de uitsparing onderaan de asdrager.

      Important: Trek de ketting niet te strak of zij zal vroegtijdig slijten. Zorg er ook voor dat de ketting niet te los gespannen is, want dit zorgt ervoor dat het tandwiel slijt.

    4. Draai de bevestigingsbouten vast.

    De ketting van de transportband aanspannen

    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Verwijder het kettingdeksel (Figuur 18).

      g012659
    3. Zet de bouten en moeren los waarmee de motor en de tandwielen aan het hoofdframe zijn bevestigd (Figuur 19).

    4. Draai de motor en de tandwielen (Figuur 19) in de montagesleuven tot de ketting van de transportband een speling heeft van 3,2 mm.

      Important: Trek de ketting niet te strak of zij zal vroegtijdig slijten. Zorg er ook voor dat de ketting niet te los gespannen is, want dit zorgt ervoor dat het tandwiel slijt.

      g012660
    5. Draai de bevestigingsbouten vast (Figuur 19).

    6. Plaats het kettingdeksel (Figuur 18).

    Onderhoud riemen

    De transportband aanspannen

    Als de transportband juist afgesteld is, moet de samengedrukte lengte van de spanveren 112 mm bedragen. Stel de transportband als volgt af:

    1. Leeg de hopper.

    2. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    3. Draai de achterste contramoer los (Figuur 20).

      g012662
    4. Stel de voorste contramoer af tot de drukveer 112 mm lang is.

    5. Draai de achterste contramoer vast.

    6. Herhaal stap3 tot 5 aan de andere kant van de machine.

    7. Meet de afstand tussen de middelpunten van de rolassen van de band aan elke kant van de machine om te controleren of de afmetingen gelijk zijn (Figuur 21).

      De afstand moet ongeveer 895 mm bedragen.

      g012663

    De transportband vervangen

    De machine voorbereiden

    1. Leeg de hopper.

    2. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    3. Controleer de afdichtingen van de hopper en de laadkleprand op slijtage of gescheurde randen (Figuur 22).

      Vervang versleten of beschadigde onderdelen om de juiste werking van de nieuwe transportband te garanderen.

      g012664

    De ketting van de transportband verwijderen

    1. Verwijder het kettingdeksel (Figuur 23).

      g012659
    2. Verwijder de sluitschakel uit de ketting en haal de ketting van het kleine tandwiel (Figuur 24).

      Maak indien nodig de montagebouten van de motor los om de sluitschakel te verwijderen.

      g012666

    De glijband demonteren

    1. Maak de voorste en achterste contramoeren op de spanstang los om de spanning van de veer te halen (Figuur 25).

      g012667
    2. Verwijder aan elke kant van de machine 2 inbusbouten, 2 ringen en 2 borgmoeren waarmee de hopper aan de glijframerails zijn bevestigd (Figuur 26).

      g012668
    3. Kantel de hopper naar achteren en laat hem rusten tegen een muur, paal, ladder, enz. (Figuur 27).

      Important: Laat de hopper niet rusten tegen de achterkant van de machine om te voorkomen dat de borstel of de hydraulische koppelingen worden beschadigd.Zorg ervoor dat de hopper voorbij het midden gekanteld is en/of vastgemaakt aan een wand of paal om te voorkomen dat de hopper per ongeluk op het werkgebied valt (Figuur 27).

      g012669
    4. Maak aan de rechterkant van de machine 2 inbusbouten los waarmee de glijframerail is bevestigd aan het rechter spatscherm (Figuur 28). Zorg ervoor dat de inbusbouten voldoende los zijn opdat de glijband kan worden gekanteld.

      g012670
    5. Maak aan de linkerkant van de machine 2 inbusbouten en 2 ringen los waarmee de glijframerail is bevestigd aan het linker spatscherm (Figuur 29).

      g012671

    De band verwijderen

    Snij de band door en verwijder hem van de rollen.

    De riem monteren

    1. Plaats een hefstang door de opening aan de linker glijframerail en breng de hefstang omhoog om de framerail lichtjes te kantelen; zie Figuur 29 in De glijband demonteren.

    2. Monteer de band zo ver mogelijk over de hefstang en de rollen.

    3. Breng kunststof bandgereedschap aan tussen de rollen en de band.

      Draai de rollen tot het gereedschap zich aan de buitenkant van de rol bevindt. Breng het gereedschap aan voorbij de ribbel in het midden van de band.

    4. Schuif de band en het gereedschap verder op de rollen tot de band centraal op de rollen ligt.

    5. Verwijder het bandgereedschap.

    6. Lijn de band zo uit dat de ribbel in de uitlijningsgroef van de rollen loopt.

    De glijband monteren

    1. Monteer de glijframerail aan het linker spatscherm aan de linkerkant van de machine (Figuur 30); gebruik hierbij de 2 inbusbouten en 2 ringen die u hebt verwijderd in De glijband demonteren en maak de inbusbouten vast.

      g012671
    2. Maak aan de rechterkant van de machine 2 inbusbouten vast waarmee de glijframerail is bevestigd aan het rechter spatscherm (Figuur 31).

      g012670
    3. Draai de hopper voorzichtig naar beneden op de glijframerails; zie Figuur 27 van De glijband demonteren.

    4. Bevestig de hopper aan de glijframerails aan elke kant van de machine (Figuur 32); gebruik hierbij de 2 inbusbouten, 2 ringen en 2 borgmoeren die u hebt verwijderd in De glijband demonteren.

      g012668
    5. Span de transportband aan; zie De transportband aanspannen.

    De ketting van de transportband monteren

    1. Monteer de ketting op het kleine tandwiel en bevestig de ketting met de sluitschakel (Figuur 33).

      g012666
    2. Als u de montagebouten van de motor losmaakt, moet u de ketting van de transportband aanspannen; zie De ketting van de transportband aanspannen.

    3. Plaats het kettingdeksel (Figuur 34).

      g012659

    Onderhoud hydraulisch systeem

    Veiligheid van het hydraulische systeem

    • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid. Geïnjecteerde vloeistof moet binnen enkele uren operatief worden verwijderd door een arts.

    • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.

    • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.

    • U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier.

    • Hef alle druk in het hydraulische systeem op veilige wijze op, voordat u werkzaamheden gaat verrichten aan het hydraulische systeem.

    Hydraulische slangen en leidingen controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Hydraulische slangen en leidingen controleren
  • Controleer dagelijks de hydraulische leidingen en slangen op lekkages, kinken, loszittende steunen, slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine in gebruik neemt.

    Specificaties hydraulische vloeistof

    Het reservoir is in de fabriek gevuld met hoogwaardige hydraulische vloeistof. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat u de motor voor het eerst start, en vervolgens dagelijks; zie Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.

    Aanbevolen hydraulische vloeistof: Toro PX Extended Life hydraulische vloeistof; verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter.

    Note: Een machine waarin de aanbevolen bijvulvloeistof wordt gebruikt, moet minder vaak bijgevuld worden en het filter moet minder vaak worden vervangen.

    Andere hydraulische vloeistoffen: Als de Toro PX Extended Life hydraulische vloeistof niet verkrijgbaar is, kunt u een andere conventionele, petroleumgebaseerde hydraulische vloeistof gebruiken die aan de volgende materiaaleigenschappen en de industrienormen voldoet. Gebruik geen synthetische vloeistof. Vraag uw smeermiddelenleverancier naar een geschikt product.

    Note: Toro aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik van verkeerde vervangende vloeistoffen. Gebruik daarom uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de door hen aanbevolen vloeistoffen.

    ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt

    Materiaaleigenschappen: 
     Viscositeit, ASTM D445cSt bij 40 °C 44 tot 48
     Viscositeitsindex ASTM D2270140 of hoger
     Stolpunt, ASTM D97-37 °C tot -45 °C
     Industriespecificaties:Eaton Vickers 694 (I-286-S, M-2950-S/35VQ25 of M-2952-S)

    Note: Veel hydraulische vloeistoffen zijn bijna kleurloos, zodat het moeilijk is lekkages op te sporen. Er is een rode kleurstof voor de hydraulische vloeistof verkrijgbaar in flesjes van 20 ml. Eén flesje is voldoende voor 15 tot 22 l hydraulische vloeistof. U kunt deze kleurstof bestellen bij een erkende Toro dealer (onderdeelnr. 44-2500).

    Important: Toro Premium synthetische, biologisch afbreekbare hydraulische vloeistof is de enige biologisch afbreekbare vloeistof die door Toro is goedgekeurd. Deze vloeistof is compatibel met de elastomeren die worden gebruikt in hydraulische systemen van Toro, en is geschikt voor een groot aantal temperatuursomstandigheden. Deze vloeistof is compatibel met gangbare minerale olie, maar met het oog op maximale biologische afbreekbaarheid en goede prestaties moet gewone vloeistof grondig uit het hydraulische systeem worden gespoeld. De olie is verkrijgbaar in emmers van 19 liter of vaten van 208 liter bij een erkende Toro distributeur.

    Het peil van de hydraulische vloeistof controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop van het hydraulische reservoir, en verwijder de dop (Figuur 35).

      g280776
    3. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof.

      De vloeistof moet tot halverwege het rooster in de vulbuis reiken (Figuur 35).

    4. Als het peil te laag is, voeg dan de aanbevolen hydraulische vloeistof toe om het peil omhoog te brengen.

    5. Plaats de dop van het hydraulische reservoir (Figuur 35).

    Hydraulisch filter vervangen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 800 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u het hydraulische filter vervangen.
  • Om de 1000 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u het hydraulische filter vervangen.
    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Reinig de omgeving van het filter en het hydraulisch verdeelstuk, zet een opvangbak onder het filter, en verwijder het filter (Figuur 36).

      g280778
    3. Smeer de pakking van het nieuwe filter met de aanbevolen hydraulische vloeistof; zie Specificaties hydraulische vloeistof.

    4. Reinig het montagevlak van het filter van het hydraulisch verdeelstuk (Figuur 36).

    5. Schroef het filter op de filterbevestiging tot de pakking het verdeelstuk raakt, en draai het filter vervolgens nog een halve slag verder vast.

    6. Sleep de machine zodat het hydraulische systeem geactiveerd wordt en controleer op hydraulische lekken.

    Hydraulische vloeistof verversen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 800 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof niet gebruikt of het reservoir ooit hebt gevuld met een andere vloeistof, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
  • Om de 2000 bedrijfsuren
  • Als u de aanbevolen hydraulische vloeistof gebruikt, moet u de hydraulische vloeistof verversen.
  • Vloeistofcapaciteit hydraulisch reservoir: ongeveer 9,5 liter

    Important: Als vloeistof verontreinigd raakt, neem dan contact op met uw erkende Toro distributeur; u moet het hydraulische systeem immers volledig aftappen. Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking met schone vloeistof melkachtig of zwart uit.

    1. Volg de procedure die wordt beschreven in Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

    2. Zet een opvangbak met een inhoud van 9,5 liter onder het hydraulische verdeelstuk (Figuur 37).

      g280774g280775
    3. Verwijder de retourslang van de fitting in het hydraulische verdeelstuk en laat de hydraulische vloeistof helemaal weglopen (Figuur 37).

    4. Monteer de retourslang en draai deze vast (Figuur 37).

    5. Reinig de omgeving van de vulbuis en de dop van het hydraulische reservoir, en verwijder de dop; zie Figuur 35 in Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.

    6. Voeg ongeveer 9,5 liter van de voorgeschreven hydraulische vloeistof toe; zie Specificaties hydraulische vloeistof.

      Important: Gebruik uitsluitend de voorgeschreven typen hydraulische vloeistof. Andere vloeistoffen kunnen componenten van het hydraulische systeem beschadigen.

    7. Controleer het vloeistofpeil en breng het tot het vloeistofpeil aangegeven in Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.

      Important: Giet niet te veel hydraulische vloeistof in het reservoir.

    8. Breng de dop van het hydraulische reservoir aan; zie Figuur 35 in Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.

    Onderhoud van de borstel

    De positie en slijtage van de borstel controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 40 bedrijfsuren
  • De positie en slijtage van de borstel controleren.
  • De borstel moet voldoende contact maken met de transportband om topdressingmateriaal te verspreiden, maar hij mag de draaiing van de borstel niet belemmeren. Tussen de transportband en de borstel kunt u een stuk stijf papier steken om de afstelling te controleren.

    1. Steek een stuk hard papier tussen de transportband en de borstel om de afstelling van de borstel te controleren.

    2. Controleer of de borstel dezelfde hoogte heeft in de breedterichting.

    3. Controleer de conditie van de borstelharen.

      Als de haren overmatig versleten zijn, moet u de borstel vervangen. Als de haren ongelijkmatige versleten zijn, moet u de borstel vervangen of de positie van de borstel aanpassen; zie De positie van de borstel afstellen.

    De positie van de borstel afstellen

    Note: Als u vochtig materiaal gebruikt, moet u de positie van de borstel mogelijk zo afstellen dat de haren materiaal van tussen de uitstekende gedeelten van de transportband halen zonder zwaar contact te maken met het gladde gedeelte van de band.

    1. Zet de moeren los waarmee de lagerbehuizing (Figuur 38) aan de rechterkant van de machine bevestigd is.

      g012657
    2. Zet de moeren los waarmee de motor van de borstel (Figuur 39) aan de linkerkant van de machine bevestigd is.

      g012658
    3. Schuif de borstel op zijn plaats aan de rechterkant en maak de moeren vast.

    4. Schuif de borstel op zijn plaats aan de linkerkant en maak de moeren vast.

    5. Breng een stuk stijf papier tussen de borstel en de transportband.

      De borstel moet aan elke kant even komen.

    6. Als de positie van de borstel goed is, draait u de moeren vast.

      Als de positie van de borstel niet goed is, moet u stappen 1 tot 6 herhalen.

    Reiniging

    De machine schoonmaken

    • Maak de machine grondig schoon, in het bijzonder in de hopper. Maak de hopper en de omgeving van de transportband vrij van zandkorrels.

    • Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken.

    Important: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken.

    Important: Gebruik nooit een hogedrukreiniger om de machine schoon te maken. Hogedrukreinigers kunnen het elektrische systeem beschadigen, belangrijke stickers losweken en noodzakelijk vet op wrijvingspunten wegspoelen. Vermijd het gebruik van te veel water in de buurt van de bedrading en het hydraulische verdeelstuk.

    Stalling

    Veiligheid tijdens opslag

    • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u er instellingen of onderhoud aan verricht, of de machine schoonmaakt of stalt.

    • Bewaar de machine en het brandstofvat niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn.

    Voordat u de machine gaat stallen

    • Parkeer de machine op een harde, horizontale ondergrond, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine verlaat.

    • Als de optionele steunpoot gemonteerd is, kantel deze dan uit de horizontale (rij)stand naar de verticale stand.

    • Maak de topdresser grondig schoon, in het bijzonder in de hopper. De hopper en de omgeving van de transportband moeten vrij zijn van achtergebleven zanddeeltjes.

    • Draai alle bevestigingen vast.

    • Vet in alle smeernippels en lagers spuiten. Overtollig vet wegvegen.

    • De transportband gaat langer mee als de eenheid uit de zon opgeslagen wordt. Als u de machine buiten opslaat, verdient het aanbeveling om de hopper te bedekken met een dekzeil.

    • Controleer de spanning van de aandrijfketting. Indien nodig de spanning afstellen.

    • De spanning van de transportband controleren. Indien nodig de spanning afstellen.

    • Als u de topdresser in gebruik neemt nadat deze opgeslagen was, controleer dan of de band vlot loopt voordat u materiaal in de hopper brengt.

    Problemen, oorzaak en remedie

    ProblemPossible CauseCorrective Action
    De bedieningsdraden zijn moeilijk aan of af te koppelen.
    1. De tractie-eenheid is uitgerust met een verkeerde connector.
    2. De aan-/uitverbindingen zijn geschakeld met rembedrading.
    1. Koop een bijkomende kabelboom bij uw erkende Toro distributeur.
    2. Maak de juiste verbindingen.
    De tractie-eenheid kan de topdresser moeilijk slepen.
    1. De wielmotoren/pompen draaien niet.
    2. De solenoïde van de rem is ingeschakeld.
    3. De hydraulische olie is heet.
    1. De hydraulische aansluitingen zijn omgekeerd aangesloten.
    2. Controleer de bedrading.
    3. Verhelp de storing.
    Er lekt hydraulische vloeistof uit de machine.
    1. De fittings zijn los.
    2. Het oliefilter zit los.
    3. De O-ring van een fitting ontbreekt.
    4. Er zit te veel vloeistof in het hydraulische reservoir.
    1. Draai de fittingen vast.
    2. Draai het oliefilter vast.
    3. Monteer de ontbrekende O-ring.
    4. Haal een beetje hydraulische vloeistof uit het reservoir.
    De transportband en/of borstel werkt niet.
    1. De bedrading van de solenoïde levert geen 12 V.
    2. De handbedieningsschakelaar is versleten of beschadigd.
    3. De hydraulische motoren/pompen draaien niet.
    4. De transportband slipt.
    1. Controleer de zekering en de elektrische aansluitingen.
    2. Controleer of er stroom op de schakelaar staat en controleer de diode in de elektrische solenoïdeconnector.
    3. Controleer de aandrijfketting van de wielen.
    4. Controleer de spanning van de transportband.
    De transportband is niet uitgelijnd of loopt niet recht.
    1. De afstanden tussen de middelpunten van de rollen verschillen.
    2. De riem is niet goed aangespannen.
    3. De borgkragen van de lagers waarmee de rol bevestigd is, zitten niet vast.
    4. De ribbel in de riem zit niet in de groef van de rollen.
    1. Pas de zijdelingse afstand aan.
    2. Zorg dat de veren even ver ingedrukt zijn aan weerszijden van de machine.
    3. Zet de borgkragen van de lagers vast.
    4. Lijn de ribbel in de riem uit met de groef van de rollen.

    Schema's

    Hydraulisch schema 138-5972

    g280721

    Elektrisch schema 100-7687

    g269551