Inleiding

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

U kunt op www.Toro.com rechtstreeks contact met Toro opnemen om informatie over producten en accessoires te verkrijgen, een verkoper te vinden of uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g241111

Installatie

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. de parkeerrem in werking te stellen;

  3. de motor af te zetten en het sleuteltje te verwijderen;

Het nodige gereedschap verzamelen voor montage

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Oliespuit1
  • Momentsleutel: 5,2 tot 6,8 N·m

  • Momentsleutel: 115 tot 129 N·m

  • Momentsleutel: 135 tot 150 N·m

  • Gereedschap voor messenkooiaandrijving, onderdeelnr. TOR4112 (alleen voor 12,7 cm messenkooien)

  • Gereedschap voor messenkooiaandrijving, onderdeelnr. TOR4074 (alleen voor 17,8 cm messenkooien)

Onderhoudsgereedschap

Oliespuit, onderdeelnr. 137-0872 (raadpleeg Figuur 2)

g242144

Configuratie bepalen

Bepaal aan de hand van de volgende tekening de plaats van de groomerset en de motoren van de messenkooien.

g027662

Note: Als u zowel een groomerset als een achterrolborstelset op de maai-eenheid gaat monteren, moet u de groomerset eerst installeren.

De maai-eenheid voorbereiden

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Langer spie-as insteekstuk (rechtse schroefdraad)3
Langer spie-as insteekstuk (linkse schroefdraad)2
Flensborgmoer (⅜ inch) — alleen model 0376810

Note: Tenzij anders aangegeven mag u alle verwijderde onderdelen weggooien.

  1. Neem alle maai-eenheden van de tractie-eenheid; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

  2. Houd de messenkooi tegen om het bestaande gegleufde inzetstuk te verwijderen; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen.

  3. Verwijder de aanwezige spie-as insteekstukken uit elk uiteinde van de messenkooi-as met het speciale gereedschap (onderdeelnummer TOR4112 voor 12,7 cm messenkooien en onderdeelnummer TOR4074 voor 17,8 cm messenkooien). Zie Figuur 4.

    Important: Het spie-as insteekstuk aan linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het spie-as insteekstuk aan rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

    Important: Veeg vuil en vet van de schroefdraad aan het uiteinde van de messenkooias voordat u het meegeleverde gegleufde inzetstuk en de groomerkast monteert.

    g221766
  4. Houd de messenkooi tegen om het nieuwe inzetstuk te monteren; De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren.

  5. Breng middelmatig sterk borgmiddel (zoals Blue Loctite® 243) aan op de schroefdraden van het langere spie-as insteekstuk en monteer het op de as van de messenkooi. Draai het insteekstuk vast met een torsie van 115 tot 128 N·m.

    Important: Laat het schroefdraadborgmiddel 15 minuten uitharden voordat u verdergaat met de procedure.

  6. Verwijder de slotbouten en borgmoeren waarmee de maaihoogtebeugels aan de zijplaten van de maai-eenheid zijn bevestigd (Figuur 5).

    Note: Bewaar de slotbouten om de nieuwe maaihoogtebeugels te monteren.

    g035987
  7. Maak de schroeven los waarmee de maaihoogtebeugels zijn gemonteerd op de as van de voorrol (Figuur 5).

  8. Verwijder de aanwezige maaihoogtebeugels en de voorrol van de zijplaten van de maai-eenheid (Figuur 5).

    Note: Bewaar de voorrol voor latere montage.

  9. Voor 12,7 cm maai-eenheden of als er een steunstang is gemonteerd: verwijder de steunstang en draai de bouten als volgt om:

    1. Verwijder de 2 flenskopbouten waarmee de steunstang gemonteerd is, en verwijder de steunstang (Figuur 6).

      g037064
    2. Plaats de 2 bestaande flenskopbouten vanuit de binnenkant van de maai-eenheid, en zet ze vast met de flenskop-borgmoeren van ⅜" (Figuur 7).

      g037065

De gewichtbeugel en de aandrijfkast van de groomer monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Gewichtsbeugel5
Inbusbout met bolkop (⅜" x ¾")10
Aandrijfkast van de groomer – links3
Aandrijfkast van de groomer – rechts2
  1. Bepaal welke aandrijfkast van de groomer de linker is en welke de rechter, zie Figuur 8.

    g037105
  2. Bevestig de gewichtbeugel op de messenkooi; gebruik hierbij 2 inbusbouten met bolkop (⅜" x ¾") zoals in Figuur 9.

    Note: Monteer de gewichtbeugel aan de kant van de messenkooi waar u later de aandrijfkast van de groomer gaat monteren.

    g227902
  3. Breng middelmatig sterk borgmiddel (zoals Blue Loctite® 243) aan op de binnenschroefdraden van de as van de messenkooi (Figuur 9).

  4. Bevestig de aandrijfkast van de groomer op de as van de messenkooi (Figuur 9); gebruik hierbij de zeskantbout van de aandrijfkast van de groomer.

    Important: Aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft de messenkooi linkse schroefdraad, en aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft de messenkooi rechtse schroefdraad.

  5. Houd de messenkooi tegen; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren.

  6. Terwijl de messenkooi wordt tegengehouden, draait u de zeskant van de as van de aandrijfkast vast met een torsie van 135 tot 150 N·m; zie Figuur 13.

    Important: U moet de zeskant van de as van de aandrijfkast vastdraaien met een torsie van 135 tot 150 N·m.

    Important: Gebruik hierbij een zware zeskant-dop.

    Important: Gebruik voor deze stap geen slagmoersleutel.

    Important: Laat het schroefdraadborgmiddel 15 minuten uitharden voordat u verdergaat met de procedure.

De spanpoelie monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Inbusbout10
Draainaaf5
O-ring5
Spanpoelie – links2
Spanpoelie – rechts3
Flensborgmoer (⅜ inch) — alleen model 0376310
Contramoer (⅜ inch) — alleen model 0376810
  1. Plaats de spanpoelie op messenkooi, aan de kant tegenover de aandrijfkast van de groomer.

  2. Monteer de O-ring op de draainaaf.

  3. Breng anti-seize aan op de buitenkant van de draainaaf (Figuur 10).

    g037106
  4. Monteer de draainaaf, over de spanpoelie, op de messenkooi met 2 inbusbouten (Figuur 10).

  5. Monteer de 2 borgmoeren losjes op de draainaaf (Figuur 10).

De maaihoogtebeugels en de voorrol monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maaihoogtebeugel links5
Maaihoogtebeugel rechts5
Stelpen 10
Borgpen10
Flensborgmoer (⅜ inch met zeskant van ⅝ inch)10
  1. Monteer de maaihoogtebeugels links en rechts en de voorrol losjes op de zijplaten van de maai-eenheid; gebruik hierbij de slotbouten die u eerder verwijderd hebt (Figuur 11).

    g232389
  2. Schuif aan de kastzijde van de groomer de stang van de stelarm van de maaihoogtebeugel in de tussenruimte op de aandrijfkast van de groomer; bevestig met een stelpen en borgpen; zie Figuur 12.

    Note: Monteer de stelpen van de binnenkant van de machine naar de buitenkant van de machine toe.

    g232400
  3. Lijn aan de zijde van de spanpoelie de stang van de stelarm van de maaihoogtebeugel uit met de instelhuls op de spanpoelie; zet vast met een stelpen en een borgpen (Figuur 13).

    g232388
  4. Draai de slotbouten en borgmoeren aan waarmee de maaihoogtebeugels aan de zijplaten zijn bevestigd (Figuur 14).

    g192299
  5. Draai de borgmoer op de stelbout voor de maaihoogte vast en draai vervolgens de borgmoer ½ slag terug (Figuur 14).

  6. Centreer de voorrol tussen de maaihoogtebeugels en zet de rol vast met de inbusbouten en de flensmoeren (Figuur 14).

    Note: Voor instellingen waarbij extra veerkracht nodig is, monteert u de optionele flensmoer (onderdeelnr. 3290-357) aan de oogbout om de groomhoogteveren in te drukken bij een lage groomhoogte. Wanneer u dit optioneel onderdeel gebruikt, stelt u de veerlengte in op 19 mm wanneer de groomer ingeschakeld is (Figuur 15).

    g279747

De dop van de groomeraandrijving monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Dop5

Enkel voor universele groomers zonder achterrolborstel:

  1. Breng middelmatig sterk borgmiddel voor cilindrische bevestigingen (zoals Green Loctite 609®) aan rond de gleuf van de borgring en op het buitenoppervlak (Figuur 16).

  2. Plaats de dop zoals wordt getoond in Figuur 16.

    g242099
  3. Als u de groomer aan de linkerkant van de machine gaat plaatsen, doe dan het volgende:

    1. Verwijder de O-ring van de koppelingsknop (Figuur 17).

    2. Verwijder de veiligheidspen waarmee de koppelingsknop aan de as van de actuator is bevestigd (Figuur 17).

    3. Verwijder de koppelingsknop en keer deze om.

    4. Monteer de koppelingsknop met de veiligheidspen op de as van de actuator (Figuur 17).

    5. Monteer de O-ring in de groef van de koppelingsknop.

      g244757

De groomer en de optionele borstelset monteren

De groomer- en borstelset zijn afzonderlijk verkrijgbaar

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bout (¼" x 1½")20
Contramoer20
Asklem20

De groomerset monteren

Afzonderlijk verkrijgbaar
ModelnummerGroomerset
03771Mespatroon groomerset 46 cm
03772Mespatroon groomerset 56 cm
03778Mespatroon groomerset 69 cm
03766QC groomerborstel 46 cm
03767QC groomerborstel 56 cm
  1. Bestel afhankelijk van uw behoeften en uw maai-eenheid een mespatroon voor uw groomer of een borstelset; raadpleeg de bovenstaande tabel.

  2. Lijn de groomer uit met de aandrijf-asstompen van de aandrijfkast van de groomer en de spanpoelie (Figuur 18).

    g240752
  3. Bevestig de groomer aan de machine zoals in Figuur 18 en zet de bouten vast.

  4. Om te voorkomen dat de onderdelen vastlopen, stelt u eerst de maaihoogte en de groomhoogte in, waarna u de bouten losmaakt.

    Note: Stel de maaihoogte in volgens de instructies in de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid; raadpleeg De hoogte van de groomer instellen om de groomhoogte af te stellen.

  5. Draai de bouten vast met een torsie van 5 tot 7 N·m.

  6. Controleer de maaihoogte en de groomhoogte en pas deze aan indien nodig.

Monteren van de bezemset

OnderdeelnummerGroomerset
132-7115Bezemset van 46 cm
132-7125Bezemset van 56 cm
133-8222Bezemset van 69 cm
  1. Bestel de optionele bezemset voor uw groomer, afhankelijk van uw toepassing en de gebruikte maai-eenheid; zie bovenstaande tabel.

  2. Draai de bevestigingsmoeren van het groomermes aan de uiteinden van de groomeras los (Figuur 19).

    g032403
  3. Van een zijkant van de groomerkooi: schuif een borstel in elke groef, over de volle lengte van de kooi (Figuur 20).

    g227786
  4. Controleer of de borstels zich in de gleuven van de groomermessen bevinden (Figuur 19 en Figuur 21).

    g032402
  5. Wikkel de banden losjes om de groomeras en de borstels (Figuur 19). Steek de banden in de gleuven van de borstels Figuur 21.

    Plaats de banden op de borstels; ga te werk volgens de onderstaande tabel:

    Grootte van messenkooiPositie van banden
    46 cmPlaats de banden tussen messen 2 en 3; 11 en 12; 21 en 22; en 30 en 31
    56 cmPlaats de banden tussen messen 2 en 3; 14 en 15; 26 en 27; en 38 en 39
    69 cmPlaats de banden tussen messen 2 en 3; 23 en 24 of 24 en 25; 35 en 36; en 45 en 46

    Important: U moet de banden in de hoofd-draairichting wikkelen rond de groomermessen en borstelset. Figuur 20 toont de banden gemonteerd voor de voorwaartse draairichting.

    Note: Als de borstels van de groomer niet goed in de sleuven zitten, maak de moeren aan de uiteinden van de groomeras dan los, plaats de borstels goed in de messleuven, en zet de bevestigingsmoeren van de groomermessen vast (Figuur 19).

  6. Draai de bevestigingsmoeren van de groomermessen vast met een torsie van 45,2 N·m.

  7. Druk met een schroevendraaier op de gesp van de band, pak elke band vast met een griptang en trek de banden strak aan totdat ze in de groeven vastzitten (Figuur 19).

  8. Snij de band af op 6 mm van de gesp en vouw het restant over de gesp.

Monteren van de kniefitting

Voor Reelmaster 3550- en 3555-machines – alleen locatie nr. 1 voorste centrale maai-eenheid en set model 133-0150

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Hydraulische fitting – 45° (onderdeelnr. 340-101; afzonderlijk verkrijgbaar)1

Important: Voor Reelmaster 3550- en 3555-machines – uitsluitend voor locatie voorste centrale maai-eenheid, nr. 1 en set model 133-0150; bestel de hydraulische fitting van 45° (onderdeelnr. 340-101) en volg de onderstaande procedure.

  1. Verwijder de hydraulische slang van de hydraulische fitting van de motor.

  2. Verwijder de 2 O-ringen op de nieuwe 45°-fitting, breng er smeervet op aan en monteer ze op de fitting.

  3. Verwijder de aanwezige fitting.

  4. Monteer de nieuwe 45°-fitting met de hoek zoals wordt getoond in Figuur 22. Draai de fitting vast met een torsie van 47 tot 58 N·m.

    g190850
  5. Sluit de hydraulishe slang aan op de nieuwe fitting; draai de slangfitting aan tot 50 à 64 N·m.

    Note: Zorg dat de fitting zodanig gemonteerd is dat de slang niet in aanraking komt met de groomer-versteller.

Gebruiksaanwijzing

Inleiding

Groomen wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag. Het groomen bespoedigt de verticale groei van het gras, onderdrukt ongewenste groei en snijdt uitlopers af, voor een dichtere grasmat. Groomen zorgt voor een uniformere en dichter begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en nauwkeuriger beweegt.

Groomen mag niet als vervanging voor verticuteren worden beschouwd. Verticuteren is normaal gesproken een rigoreuzere en periodieke behandeling die het speeloppervlak tijdelijk kan beschadigen, terwijl groomen een routinematige en zachtaardigere behandeling is die is ontworpen voor het verzorgen van de grasmat.

g006671

Groomerborstels zijn, wanneer ze zijn ingesteld om de graslaag licht te raken, minder schadelijk dan traditionele messen. Het gebruik van borstels kan beter zijn bij ultradwerg cultivars omdat die recht naar boven groeien en minder uitvullen door horizontale groei. Borstels kunnen het bladweefsel beschadigen als ze zo zijn ingesteld dat ze te diep door de graslaag dringen.

Groomermessen mogen nooit in de grond dringen. Ze zijn geschikt om uitlopers door te snijden en gazonvilt te verwijderen.

Aangezien grooming het bladweefsel beschadigt moet het worden vermeden in periodes wanneer het gras onder druk staat. Grassoorten voor het koele seizoen zoals fioringras en straatgras moeten niet gegroomd worden bij warm (en vochtig) weer in het midden van de zomer.

Tal van factoren zijn van invloed op de groomingprestaties, o.a.:

  • De tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en het weerpatroon

  • De algemene conditie van het gras

  • De frequentie van het groomen/maaien – zowel het aantal maaibeurten per week en het aantal werkgangen per maaibeurt

  • De maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi

  • De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de groomer

  • Hoe lang de messenkooi van de groomer in gebruik is geweest

  • De soort gras

  • Het algemene onderhoudsprogramma (d.w.z. beregening, bemesting, spuiten, beluchting, overzaaien enz.)

  • betreding;

  • stressvolle periodes (d.w.z. hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, ongebruikelijk intensieve betreding van de grasmat).

Deze factoren kunnen per fairway verschillen. Inspecteer het maaigebied regelmatig en stem het groomen hierop af.

Note: De groomermessenkooi op een onjuiste of te agressieve manier gebruiken (te diep of te frequent groomen) kan het gras onnodig belasten en zwaar beschadigen. Gebruik de groomer voorzichtig.

Note: Verander de maairichting telkens als u de groomer gebruikt. Hierdoor zal het effect van het groomen worden verbeterd.

Note: Laat de groomer zoveel mogelijk in een rechte lijn werken. Wees voorzichtig als u de groomer tijdens het gebruik draait.

De hoogte van de groomer instellen

  1. Parkeer de machine op een schone en vlakke ondergrond, laat de maai-eenheden tot op de grond zakken, schakel de motor uit, trek de handrem aan en verwijder het sleuteltje.

  2. Zorg dat de rollen schoon zijn en de maai-eenheid is ingesteld op de gewenste maaihoogte (zie Gebruikershandleiding van de maai-eenheid).

  3. Draai de snelheffers (Figuur 24) naar de INGESCHAKELD-positie (de hendel wijst naar de voorkant van de maai-eenheid).

    Important: Stel de hoogtelat in op basis van de grafiek voor de maaihoogte (HOC) en groomhoogte (HOG).

  4. Meet aan één kant van de messenkooi van de groomer de afstand tussen het laagste uiteinde van het groomermes en het werkoppervlak (Figuur 24). Draai de instelknop voor de hoogte (Figuur 24) om de uiteinden van de groomer-messen op de gewenste hoogte in te stellen.

    g240964
  5. Herhaal stap 4 aan de andere kant van de groomer en controleer dan nogmaals de instelling aan de eerste kant van de groomer.

    De hoogte-instellingen aan beide kanten van de groomer moeten gelijk zijn. Stel de hoogte naar behoefte in.

Aanbevolen bereik van de maaihoogte (HOC) en groomhoogte (HOG)

Maaihoogte (mm)Maaihoogte (")Aantal achterste tussenringenAanbevolen groomer-hoogte = maaihoogte – groomergebruikAanbevolen groomer-hoogte = maaihoogte – groomergebruik
(mm)(")
6,30,25003,1 tot 6,30,125 tot 0,250
9,50,37504,7 tot 9,50,187 tot 0,375
9,50,37514,7 tot 9,50,187 tot 0,375
12,70,50006,3 tot 12,70,250 tot 0,500
12,70,50016,3 tot 12,70,250 tot 0,500
12,70,50026,3 tot 9,50,250 tot 0,375
15,80,62509,5 tot 15,80,375 tot 0,625
15,80,62519,5 tot 15,80,375 tot 0,625
15,80,62529,5 tot 12,70,375 tot 0,500
19,00,750112,7 tot 19,00,500 tot 0,750
19,00,750212,7 tot 19,00,500 tot 0,750
19,00,750312,7 tot 15,80,500 tot 0,625
22,20,875115,8 tot 22,20,625 tot 0,875
22,20,875215,8 tot 22,20,625 tot 0,875
22,20,875315,8 tot 19,00,625 tot 0,750
25,41,002*19,0 tot 25,40,750 tot 1,00
25,41,00319,0 tot 25,40,750 tot 1,00
25,41,00419,0 tot 22,20,750 tot 0,875

Note: De maximaal aanbevolen HOG is de helft van de HOC tot een maximum groomdiepte van 6 mm.

* Beweeg de voorste maaihoogtebeugel van de groomer naar de onderste opening in de zijplaat (positie van maai-eenheid).

De richting van de groomer veranderen

De groomer heeft 3 standen: VRIJSTAND, VOORUIT en ACHTERUIT. Wijzigen van de richting van de groomer: draai aan de knop aan het uiteinde van de aandrijfkast van de groomer en zet deze in de gewenste inklikstand.

g244639

De werking van de groomer testen

Important: Onjuist of te agressief gebruik van de messenkooi van de groomer (d.w.z. te diep of te vaak groomen) kan de grasmat onnodig belasten, waardoor deze ernstige schade kan oplopen. Gebruik de groomer voorzichtig.

Gevaar

Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Vóór het afstellen van de maai-eenheden moet u de messenkooien uitschakelen, de parkeerrem in werking stellen, de motor uitzetten en het sleuteltje verwijderen.

  • Houd uw handen en kleding uit de buurt van de messenkooien en andere bewegende onderdelen.

Het is belangrijk de werking van de groomer te controleren vóór u deze regelmatig gaat gebruiken.

Om vast te stellen wat de juiste hoogte/diepte-instelling is, doet u het volgende:

  1. Stel de hoofdmessenkooien in op de maaihoogte die u normaal zonder de messenkooi van de groomer zou gebruiken. Gebruik een Wiehle-rol op de voorrol en een volledige rol op de achterrol.

    De hoeveelheid afgemaaid gras is een belangrijke indicatie voor de bepaling van de hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de groomer.

  2. Stel beide messenkooien van de groomer in op de gewenste hoogte.

  3. Onderzoek het testgebied en controleer of u de gewenste grooming-resultaten heeft verkregen. Indien dit niet het geval is, moet u de groomer hoger of lager zetten en een nieuwe test uitvoeren.

Controleer 2 of 3 dagen nadat u de groomer voor de eerste keer hebt gebruikt hoe de algemene conditie van het testgebied is en of het is beschadigd. Als het gegroomde gebied geel en bruin wordt terwijl het niet gegroomde gebied groen is, hebt u de groomer te agressief gebruikt.

Onderhoud

Smeerolie van tandwielkast verversen

Onderhoudsinterval
Na de eerste 100 bedrijfsuren
Elke 500 bedrijfsuren of jaarlijks (hou de kortste periode aan)
  1. Maak de buitenoppervlakken van de groomer schoon.

    Important: Zorg dat er geen vuil of maaisel op de buitenkant van de groomerbehuizing zit; als er vuil in de groomer komt, kan dit de tandwielkast beschadigen.

  2. Verwijder de aftapplug onderaan de behuizing (Figuur 28).

  3. Verwijder de vulplug aan de zijkant van de behuizing en zet de ontluchtingsplug bovenaan open zodat er lucht kan ontsnappen (Figuur 28).

  4. Zet een geschikte opvangbak onder de olieaftapplug om de afgevoerde olie op te vangen.

  5. Kantel de maai-eenheid naar achteren op de kick-standaard zodat de aftapopening onderaan is en de olie volledig afgetapt wordt (Figuur 26).

    g240875
  6. Schommel de maai-eenheid naar voren en naar achteren zodat de olie volledig afgetapt wordt. Als de olie volledig afgetapt is plaats de maai-eenheid dan op een vlakke ondergrond.

  7. Plaats de aftapplug terug.

  8. Gebruik een oliespuit (onderdeelnr. 137-0872) om de aandrijfkast te vullen met 80-90W olie. Vul met 50 cc voor messenkooien van 12,7 cm of 90 cc voor messenkooien van 17,8 cm.

    g240898
  9. Plaats de vulplug en zet de ontluchtingsplug vast.

  10. Draai alle pluggen vast met een torsie van 3,62 tot 4,75 N·m.

g241100

De aandrijfkast van de groomer verwijderen

Note: Bewaar alle verwijderde onderdelen voor latere montage tenzij anders vermeld.

Important: Als u problemen ondervindt bij het verwijderen van de aandrijfkast van de groomer, moet u de Onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid raadplegen of contact opnemen met uw erkende Toro verdeler.

  1. Verwijder de dop van de groomer.

  2. Verwijder de klembouten waarmee de groomer verbonden is met de aandrijfkast (Figuur 18).

  3. Verwijder de stelpen en borgpen waarmee de aandrijfkast van de groomer verbonden is met de stelarmen (Figuur 29).

    g283882
  4. Houd de messenkooi tegen om deze te verwijderen; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen.

  5. Monteer de versterkingsschroef (onderdeelnr. 1-803022 – afzonderlijk verkrijgbaar) op de binnenschroefdraad van de zeskantbout van de groomeraandrijving en draai vast met een torsie van 13,5 N·m zoals getoond in Figuur 29.

  6. Verwijder de aandrijfkast van de groomer van de messenkooi door de zeskantbout van de groomeraandrijving te draaien (Figuur 29).

    Important: Als de aandrijfkast van de groomer aan de rechterkant van een maai-eenheid is gemonteerd, moet u de zeskantbout van de groomeraandrijving linksom draaien (rechtse schroefdraad) om de as van de aandrijfkast te verwijderen van de maai-eenheid.

    Important: Als de aandrijfkast van de groomer aan de linkerkant van een maai-eenheid is gemonteerd, moet u de zeskantbout van de groomeraandrijving rechtsom draaien (linkse schroefdraad) om de as van de aandrijfkast te verwijderen van de maai-eenheid.

    Important: Gebruik hierbij een zware zeskant-dop.

De messenkooi van de groomer schoonmaken

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na elk gebruik
  • Reinig de messenkooi van de groomer na gebruik door deze met water af te spoelen. Richt de waterstraal niet rechtstreeks op de lagerafdichtingen van de groomer. Laat de messenkooi van de groomer niet in water staan om te voorkomen dat de onderdelen gaan roesten.

    De maaimessen controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Controleer de messen van de groomermessenkooi regelmatig op beschadigingen en slijtage. Recht gebogen messen met een buigtang en vervang versleten messen. Als u de maaimessen controleert, moet u ook controleren of de moeren op het rechter en linker uiteinde van de messen goed vastzitten.

    g010613

    De messenkooi tegenhouden

    Waarschuwing

    De messen van de messenkooi zijn scherp en kunnen handen of voeten afsnijden.

    • Houd uw handen en voeten uit de messenkooi.

    • Zorg ervoor dat de messenkooi wordt tegengehouden voordat u er servicewerkzaamheden aan verricht.

    De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen

    1. Maak de bout van het scherm aan de linkerzijde van de maai-eenheid los en breng het achterscherm omhoog (Figuur 31).

    2. Steek een rolkoevoet met lange steel (⅜" x 12" met schroevendraaierhandgreep wordt aanbevolen) door de achterkant van de messenkooi, het dichtst bij de zijde van de maai-eenheid die u gaat vastdraaien (Figuur 31).

    3. Plaats de rolkoevoet tegen de gelaste zijde van de steunplaat van de messenkooi (Figuur 31).

      Note: Steek de rolkoevoet tussen de bovenkant van de as van de messenkooi en de achterkant van 2 messenkooimessen zodat de messenkooi niet kan bewegen.

      Important: Raak de snijrand van de messen niet aan met de rolkoevoet; dit kan de snijrand beschadigen en/of ervoor zorgen dat het mes te hoog komt te zitten.

      Important: Het inzetstuk aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het inzetstuk aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

      g280383
    4. Laat de handgreep van de rolkoevoet rusten tegen de achterol.

    5. Voltooi de verwijdering van het inzetstuk met schroefdraad terwijl u ervoor zorgt dat de rolkoevoet op zijn plaats blijft zitten. Verwijder daarna de rolkoevoet.

    6. Laat het achterscherm naar beneden en maak de bout van het scherm vast.

    De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren

    1. Steek een rolkoevoet met lange steel (⅜" x 12" met schroevendraaierhandgreep wordt aanbevolen) door de voorkant van de messenkooi, het dichtst bij de zijde van de maai-eenheid die u gaat vastdraaien (Figuur 32).

    2. Plaats de rolkoevoet tegen de gelaste zijde van de interne versterking van de messenkooi (Figuur 32).

      Note: De rolkoevoet moet contact maken met een mes aan de voorkant, de as van de messenkooi en een mes aan de achterzijde van de messenkooi, waardoor deze op zijn plaats gehouden wordt.

      Important: Raak de snijrand van de messen niet aan met de rolkoevoet; dit kan de snijrand beschadigen en/of ervoor zorgen dat het mes te hoog komt te zitten.

      Important: Het inzetstuk aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het inzetstuk aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

      g280384
    3. Laat de handgreep van de rolkoevoet rusten tegen de rol

    4. Voltooi de montage van het inzetstuk met schroefdraad volgens de montage-instructies van het inzetstuk en de vereiste torsie. Zorg er hierbij voor dat de rolkoevoet op zijn plaats blijft zitten. Verwijder daarna de rolkoevoet.