Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
Laat de motor afkoelen.
Sluit de brandstofafsluitklep.
Kantel de bestuurdersstoel naar voren; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Koppel de bougiekabel af van de bougie; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Draai de 2 kwartslagsluitingen linksom om het transmissiedeksel los te maken (Figuur 1).
Til het deksel op en verwijder het van de machine.
Verwijder de 3 inbusbouten (8 x 20 mm) en 3 ringen (8 mm) waarmee de montagebeugel van het hydraulische reservoir is bevestigd aan het transmissiedeksel (Figuur 2).
Note: Ondersteun de hydraulische tank zodat hij rechtop staat.
Verwijder de 4 inbusbouten (8 x 25 mm), 4 borgringen (8 mm) en 4 ringen (8 mm) waarmee het transmissiedeksel aan het chassis van de machine is bevestigd (Figuur 3).
Til het deksel op en verwijder het van de machine .
Verwijder de 2 borgmoeren (8 mm) en 2 ringen (8 mm) waarmee de ventilator en de transmissienaaf aan de koppeling zijn bevestigd (Figuur 4).
Note: Bewaar de moeren en ringen voor montage in De koppeling op de transmissie en de ventilator monteren.
Verwijder de borgmoeren, inbusbouten en ringen waarmee de motor vastzit aan het frame van de machine (Figuur 5).
Note: De inbusbouten zijn bereikbaar langs de onderkant van de machine.
Note: Bewaar de borgmoeren, inbusbouten en ringen voor montage van de motor in De motor aan het chassis monteren.
Haal de motor weg van de transmissie en verwijder de motor van de machine (Figuur 6).
Verwijder olie en afval van het dek van de motor.
Verwijder de 2 borgmoeren (8 mm) en 2 ringen (8 mm) waarmee de naaf van de hydraulische pomp aan de koppeling is bevestigd (Figuur 7).
Note: Bewaar de moeren en ringen voor montage in De koppeling aan de naaf van de hydraulische pomp monteren.
Verwijder de borgmoeren, inbusbouten en ringen waarmee de motor vastzit aan het frame van de machine (Figuur 8).
Note: De inbusbouten zijn bereikbaar langs de onderkant van de machine.
Note: Bewaar de borgmoeren, inbusbouten en ringen voor montage van de motor in De motor aan het chassis monteren.
Haal de motor weg van de hydraulische pomp en verwijder de motor van de machine (Figuur 9).
Verwijder olie en afval van het dek van de motor.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Motor | 1 |
Plaats de oude motor op een horizontaal oppervlak.
Monteer de aftapslang op de aftapplug (Figuur 10).
Leg het andere uiteinde van de slang (Figuur 10) in een opvangbak van 1 liter.
Draai de olieaftapplug een kwartslag linksom en laat al de olie uit de motor lopen (Figuur 10).
Draai de aftapplug een kwartslag naar rechts om de plug te sluiten (Figuur 10).
Verwijder de afvoerslang (Figuur 10) en veeg gemorste olie op.
U moet de afgetapte olie op de juiste wijze afvoeren.
Note: Verwerk deze overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften.
Carterinhoud: 0,60 liter
Maak schoon rond de olievuldop (Figuur 12).
Draai de olievuldop linksom en neem hem eruit.
Vul het carter bij met de gespecificeerde olie; zie de aanbevolen motorolie in de Gebruikershandleiding van uw machine.
Er zit voldoende olie in de motor als het oliepeil tot de onderste rand van de olievulbuis reikt.
Important: Voeg niet te veel motorolie toe aan het carter.
Plaats de olievuldop terug en veeg gemorste olie weg.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Spie | 1 |
Naaf | 1 |
Stelschroef | 2 |
Verwijder de 2 borgmoeren (8 mm), 2 bouten (8 x 50 mm) en 4 ringen (8 mm) waarmee de koppeling is bevestigd aan de naaf van de oude motor en verwijder de koppeling (Figuur 14).
Note: U hebt de oude motor niet meer nodig.
Draai de 2 stelschroeven in de nieuwe naaf (Figuur 15).
Monteer de koppeling die u hebt verwijderd in De koppeling verwijderen aan de nieuwe naaf met de 2 bouten (8 x 50 mm), 2 ringen en 2 borgmoeren zoals getoond in Figuur 15.
Haal de moeren en bouten aan met 23 tot 29 N·m.
Steek de spie in de sleuf in de krukas van de nieuwe motor (Figuur 18).
Lijn de sleuf in de motornaaf die u hebt verwijderd in De naaf van de motor en de koppeling verwijderen uit met de krukas en spie van de nieuwe motor (Figuur 19 of Figuur 20).
Monteer de naaf en de koppeling op de krukas (Figuur 20).
Draai de stelschroeven niet vast.
Lijn de openingen in de koppeling uit met de 2 bouten waarmee de naaf van de transmissie en de ventilator uitgelijnd zijn (Figuur 21).
Monteer de koppeling op de bouten en bevestig de koppeling (Figuur 22) met 2 ringen (8 mm) en 2 borgmoeren (8 mm) die u hebt verwijderd in De motor verwijderen (model 44912).
Haal de moeren en bouten aan met 23 N·m.
Lijn de openingen in de koppeling uit met de 2 bouten (8 mm) in de naaf van de hydraulische pomp (Figuur 23).
Monteer de koppeling op de bouten en bevestig de koppeling (Figuur 24) met 2 ringen (8 mm) en 2 borgmoeren (8 mm) die u hebt verwijderd in De motor verwijderen (model 44913).
Haal de moeren en bouten aan met 23 N·m.
Lijn de openingen in de motor uit met de openingen in het chassis (Figuur 25 of Figuur 26).
Monteer de motor aan het chassis (Figuur 25 of Figuur 26) met de 2 inbusbouten, 8 ringen en 4 borgmoeren die u hebt verwijderd in De motor verwijderen (model 44912) of De motor verwijderen (model 44913).
Haal de moeren en bouten aan met 23 tot 29 Nm.
Laat het transmissiedeksel op de machine zakken en lijn hierbij de pakkingringen aan de onderkant van het deksel uit met de bouten in het chassis (Figuur 29).
Lijn de kwartslagsluitingen uit met de houderklemmen op de flens van het paneel (Figuur 29).
Draai de 2 kwartslagsluitingen rechtsom om het transmissiedeksel te bevestigen (Figuur 29).
Lijn de openingen in de bevestigingsflens van het transmissiedeksel uit met de openingen in het chassis van de machine (Figuur 30).
Monteer het transmissiedeksel op het chassis (Figuur 30); maak hierbij gebruik van de 4 inbusbouten (8 x 25 mm), de 4 borgringen (8 mm) en de 4 ringen (8 mm) die u verwijderd hebt in Het transmissiedeksel verwijderen (model 44913).
Haal de inbusbouten aan met 23 tot 29 N·m.
Lijn de openingen in de montagebeugel van het hydraulische reservoir uit met de schroefdraadopeningen in het transmissiedeksel (Figuur 31).
Monteer het hydraulische reservoir aan het deksel (Figuur 31); maak hierbij gebruik van de 3 inbusbouten (8 x 20 mm) en de 3 ringen (8 mm) die u verwijderd hebt in Het transmissiedeksel verwijderen (model 44913).
Haal de inbusbouten aan met 23 tot 29 N·m.
Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
Vul brandstof bij in de brandstoftank, raadpleeg de Gebruikershandleiding van de machine.
Laat de bestuurdersstoel zakken en vergrendel hem.