Veiligheid

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal130-0611
decal130-5355
decal125-9688
decal132-3600
decal130-0457
decal120-0250
decal130-0594
decal130-5356
decal121-8378

Montage

De machine voorbereiden

De machine plaatsen

  1. Maak een plek in uw werkruimte vrij onder het takelsysteem.

    Note: Controleer of uw takelsysteem de cabine-eenheid veilig over de machine kan heffen tijdens de montage.

  2. Verplaats de machine naar de werkplek, breng de maaidekken omlaag, zet de motor af, zet de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contactslot.

  3. Laat de motorkoelvloeistof afkoelen en tap vervolgens de koelvloeistof af; raadpleeg de Onderhoudshandleiding.

De rolbeugel verwijderen

Verwijder de rolbeugel van de machine en bewaar deze op een geschikte plek.

Important: Verwijder met twee personen de rolbeugel van de machine.

g031185

De veiligheidssticker aanbrengen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Veiligheidssticker1

Note: Volg deze procedure indien dit vereist wordt door de lokale wettelijke voorschriften.

Breng de veiligheidssticker aan op de achterruit zoals getoond in Figuur 2.

g031189

De schuimrubber afdichtingen plaatsen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Linker schuimrubber afdichting1
Rechter schuimrubber afdichting1
Schuimrubber afdichting achteraan1

De schuimrubber zijafdichtingen plaatsen

Verwijder de kleefstrook op de achterzijde van de schuimrubber afdichtingen en breng ze in de cabine aan zoals in Figuur 3.

Note: Breng in deze procedure alle schuimrubber afdichtingen 13 mm van de binnenste rand van de cabine aan.

g031428

De opstaptrede monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Opstaptrede1
Opstapsteun1
Bout (⅜" x 3½")2
Flensmoer (⅜")2

Verwijder de opstapsteun op de machine en monteer dan de opstapsteun die werd meegeleverd met de cabineset zoals getoond in Figuur 4.

g034420

De bumper van het maaidek monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Linker bumperbeugel1
Rechter bumperbeugel1
Buffer2
Flensmoer (5/16")2

Monteer de bumper aan het linker en rechter maaidek zoals getoond in Figuur 5.

Note: Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal op het maaidek wanneer u de bumperbeugel monteert.

g034421

De schuimrubber onderdelen aanbrengen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Voorste afdichting1
Schuimrubber voetsteun1
Achterste afdichting1

De schuimrubber onderdelen op het bestuurdersplatform aanbrengen

Breng de schuimrubber onderdelen aan op het bestuurdersplatform (Figuur 6).

g031278

De cabine monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Cabine1
Vloerplaat1
Rechte fittings2
Slangklemmen2
Kap van zijafdichting1
Zijafdichting1
Slotbout (⅜")1
Flensmoer (⅜" x ¾")1

Aansluiten aan de hijspunten

Gebruik de 4 hijspunten op de hoeken van de cabine (Figuur 7).

Important: Zorg ervoor dat de hefinrichting de plastic headliner niet raakt.

g031286

De cabine op de machine bevestigen

Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal om de cabine aan de machine te bevestigen (Figuur 8).

g034422

De vloerplaat monteren

Monteer de vloerplaat op het bestuurdersplatform (Figuur 9).

Note: Zorg ervoor dat u de kleefstrook aanbrengt op een schoon oppervlak en dat u voldoende druk uitoefent om de strook op het platform te kleven.

g031299

De fittings van de verwarmingsslangen monteren

g031337

Laat de koelvloeistof uit de motor lopen; raadpleeg de Gebruikershandleiding.

Important: Laat de motor afkoelen en tap vervolgens de koelvloeistof af voordat u de volgende procedure uitvoert.

g031330

Note: Bewaar de motorpluggen samen met de rolbeugel om deze te gebruiken wanneer u de cabine verwijdert.

De verwarmingsslangen leiden

Leid de verwarmingsslangen onder de machine en in het motorcompartiment (Figuur 12).

g031424

Important: Bevestig de slangen niet aan hete of bewegende onderdelen.

De verwarmingsslangen aansluiten

Sluit de verwarmingsslangen aan op de slangfittings.

Note: Sluit de verwarmingsslang met de rode plug aan op de toevoeropening en de verwarmingsslang met de groene plug op de retouropening van de motor, zie Figuur 13.

g031338

Note: Bewaar de slangpluggen samen met de rolbeugel om te gebruiken wanneer u de cabine verwijdert.

De ontluchtingsslang aansluiten

Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal om de ontluchtingsbuis van de cabine aan te sluiten (Figuur 14).

g031404

De schuimrubber zijafdichting aanbrengen

Breng de schuimrubber zijafdichting aan op de cabine (Figuur 15).

g034423

De sproeiervloeistoftank monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Sproeiervloeistoftank1
Tankband2
Tanksteun1
Slotbout (5/16" x 7/8")6
Flensmoer (5/16")6
Kabelboom1

De tank monteren

Monteer de sproeiervloeistoftank op de machine (Figuur 16).

g034424

Note: Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal wanneer u de tanksteun aan de machine bevestigt.

De slang leiden en aansluiten

Leid de slang van de sproeiervloeistof door de R-klem onder de machine en naar de achterkant van de machine (Figuur 17).

g031417

Important: Bevestig de slangen niet aan hete of bewegende onderdelen.

Kabelboom aansluiten

Sluit de kabelboom voor het sproeiervloeistofreservoir aan (Figuur 18).

g031444

Kabelboom aansluiten

Zoek de kabelboom onder het machineframe en sluit deze aan op de kabelboom van de cabine (Figuur 19).

g031452

Note: Gebruik kabelklembanden om de kabelboom te bevestigen.

Important: Bevestig de slangen niet aan hete of bewegende onderdelen.

De montage voltooien

  1. Vul koelvloeistof bij; raadpleeg de Onderhoudshandleiding

  2. Controleer op lekkages.

  3. Leid de aftapslang door de R-klemmen aan beide kanten van de machine.

  4. Controleer of er geen bewegende onderdelen geraakt worden en breng correcties aan voordat u de machine gebruikt.

  5. Controleer de werking van alle bedieningsorganen voordat u de machine gebruikt.

  6. Stel met twee personen de achteruitkijkspiegel en de zijspiegels af voordat u de machine gebruikt.

  7. Verwijder de wielblokken.

Algemeen overzicht van de machine

Cabineknoppen

g030398

Ruitenwisserschakelaar

Gebruik deze schakelaar om de ruitenwissers in of uit te schakelen (Figuur 20).

Temperatuurregeling

Draai aan de temperatuurregelingsknop om de temperatuur in de cabine te regelen (Figuur 20).

Ventilatorregeling

Draai aan de ventilatorregelingsknop om de snelheid van de ventilator te regelen (Figuur 20).

Luchtcirculatieregeling

Stelt de cabine in op luchtcirculatie, ofwel lucht aanzuigen van buiten de cabine (Figuur 20).

Voorruitvergrendeling

Open de vergrendelingen om de voorruit te openen (Figuur 21). Druk op de vergrendeling om de voorruit in de geopende stand te vergrendelen. Trek de vergrendeling uit en omlaag om de voorruit te sluiten en vast te zetten.

g008830

Achterruitvergrendeling

Open de vergrendelingen om de achterruit te openen. Trek de vergrendeling naar boven en uit om de achterruit in de geopende stand te vergrendelen. Trek de vergrendeling uit en omlaag om de achterruit te sluiten en vast te zetten (Figuur 21).

Important: Sluit de achterruit voordat u de motorkap opent om schade te voorkomen.

Onderhoud

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 250 bedrijfsuren
  • De luchtfilters in de cabine reinigen(vervang deze als ze versleten zijn of heel erg vuil).
  • Het luchtfilter reinigen

    Voorzichtig

    Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.

    Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.

    De luchtfilters reinigen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 250 bedrijfsuren
  • De luchtfilters in de cabine reinigen(vervang deze als ze versleten zijn of heel erg vuil).
    1. Verwijder de duimschroeven en de roosters van de luchtfilters in en achter de cabine (Figuur 22).

      g030417
      g028379
    2. Reinig de filters door er schone, olievrije perslucht door te blazen.

      Important: Als er in een filter een gat, scheur of andere beschadiging zit, moet deze worden vervangen.

    3. Installeer de filters en het rooster en zet ze vast met de duimschroeven.

    De cabine reinigen

    Important: Wees voorzichtig in de buurt van de afdichtingen en verlichting van de cabine (Figuur 24). Als u een hogedrukreiniger gebruikt, hou de spuitstok dan minstens 0,6 m van de machine vandaan. Richt de hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de afdichtingen en verlichting van de cabine of onder de overhang aan de achterzijde.

    g034330

    Stalling

    Verwijder de cabine en stal deze gedurende de warmere maanden.

    De machine voorbereiden op het verwijderen van de cabine

    1. Plaats de machine onder de cabinetakel, schakel de motor uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.

    2. Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de machine tijdens de installatie in beweging komt.

    3. Laat de motor afkoelen voordat u met de procedure begint.

    4. Tap de koelvloeistof van de motor af.

    De cabine verwijderen

    1. Sluit de cabinetakel aan op de 4 hijspunten op de cabine (Figuur 7).

    2. Koppel de verwarmingsslangen los, monteer de geschikte stofkap op de slanguiteinden en plaats de motorpluggen op de openingen (Figuur 11) en (Figuur 13).

    3. Verwijder de bouten, ringen en borgmoeren waarmee de cabine aan de machine is bevestigd (Figuur 8).

      Note: Plaats al het bevestigingsmateriaal dat u hebt verwijderd terug op de oorspronkelijke plaats in de volgorde waarin het wordt gebruikt om de cabine aan de machine te bevestigen. Dit voorkomt dat u het bevestigingsmateriaal verliest en het vereenvoudigt de montage.

    4. Takel de cabine op tot een hoogte waarbij u de machine veilig van onder de cabine kunt halen.

    5. Haal de machine van onder de cabine.

    6. Laat de cabine zakken op een voertuig waarmee u de cabine naar de opslagplaats kunt vervoeren.

      Note: Zet de kabelboom en slangen vast om te voorkomen dat deze beschadigen tijdens het omlaag brengen of de opslag. Dek de cabine af om te voorkomen dat er stof en vuil op verzamelt tijdens de opslag.

    7. Monteer de rolbeugel op de machine voordat u de machine gebruikt.