Inleiding

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g241111

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Raadpleeg de inbouwverklaring achteraan dit document voor meer informatie.

Installatie

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Zet de motor af.

  4. Koppel de bougiekabel af van de bougie; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw

Het maaidek voorbereiden

  1. Draai op de maai-eenheid de montageschroeven los waarmee de uiteinden van de voorrol aan de maaihoogtearmen zijn bevestigd (Figuur 2).

    g275540
  2. Verwijder de ploegbouten, de ringen en de borgmoeren waarmee de maaihoogtearmen aan de uiteinden van de maai-eenheid zijn bevestigd (Figuur 2). Verwijder de maaihoogtearmen en de rol.

    Note: Bewaar het verwijderde bevestigingsmateriaal om de nieuwe maaihoogtearmen te monteren.

  3. Verwijder de stelschroeven voor de maaihoogte en de montageschroeven voor de rol uit de maaihoogtearmen (Figuur 3).

    Note: Bewaar de montageschroeven voor de rol en de rol voor latere montage.

  4. Verwijder de 2 bouten (5/16" x 2¼") van de 2 moeren (onverliesbaar door de zijplaat) waarmee het contragewicht bevestigd is aan de zijplaat van de maai-eenheid. Verwijder het contragewicht (Figuur 3).

    Note: U mag het contragewicht van de maai-eenheid en de bevestigingsbouten weggooien.

    g281094
  5. Houd de messenkooi tegen zodat u de lagermoer kunt verwijderen; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen.

  6. Verwijder de dop om bij de lagermoer te kunnen komen (Figuur 3).

  7. Verwijder de lagermoer van de kooias (Figuur 3).

    Important: Veeg vuil en vet van de schroefdraad aan het uiteinde van de messenkooias voordat u het gegleufde inzetstuk en de groomerkast van deze set monteert.

De messenkooiaandrijving verwijderen

  1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 4).

    g287976
  2. Verwijder de aandrijving van de messenkooi, de platte ringen, de veerringen, de afstandsstukken en de O-ringen van de zijplaat (Figuur 4).

De aandrijfkast van de groomer monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Messenkooi-adapter1
Opvulring1
Groomeraandrijfkast1
  1. Breng schroefdraadborgmiddel met gemiddelde sterkte (zoals Blue Loctite® 243) aan op de binnenschroefdraad van de as van de aandrijfkast en draai de messenkooiadapter en de as van de groomeraandrijfkast aan met een torsie van 150 tot 163 N·m.

    g283538

    Important: Laat het schroefdraadborgmiddel 15 minuten drogen voordat u verder gaat met de procedure.

    Note: Wanneer u de messenkooiadapter en de as van de aandrijfkast gaat vastdraaien, zet dan de as van de aandrijfkast vast met een momentsleutel. Gebruik hiervoor de afgeplatte kanten aan de binnenste zijde van de groomeraandrijfkast (Figuur 6).

    g032791
  2. Monteer de opvulring over de schroefdraad van de messenkooiadapter (Figuur 7).

    g281671
  3. Breng schroefdraadborgmiddel met gemiddelde sterkte (zoals Blue Loctite® 243) aan op de binnenschroefdraad van de messenkooias.

    Important: Veeg vuil en vet van de schroefdraad aan het uiteinde van de messenkooias voordat u het gegleufde inzetstuk monteert.

  4. Bevestig de groomeraandrijfkast aan de as van de messenkooi (Figuur 7).

  5. Houd de messenkooi tegen zodat u het insteekstuk kunt monteren; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren.

  6. Terwijl de messenkooi wordt tegengehouden, draait u de zeskant van de as van de aandrijfkast vast met een torsie van 135 tot 150 N·m; zie Figuur 7.

    Important: U moet de zeskant van de as van de aandrijfkast vastdraaien met een torsie van 135 tot 150 Nm.

    Important: U moet een zeskantige dopsleutel met dikke wand gebruiken.Gebruik geen slagmoersleutel voor deze stap.

    Important: Laat het schroefdraadborgmiddel 15 minuten drogen voordat u verder gaat met de procedure.

    Note: Zorg dat u de afdichting onder de beschermingskap niet beschadigt.

  7. Voer de volgende stappen uit als u de groomer aan de linkerkant van de machine gaat monteren (Figuur 8):

    1. Verwijder de O-ring van de stelknop.

    2. Verwijder de breekpen waarmee de stelknop bevestigd is aan de actuatoras.

    3. Verwijder de stelknop en keer deze om.

    4. Monteer de stelknop met de breekpen op de actuatoras.

    5. Monteer de O-ring in de gleuf in de stelknop.

      g246113

De dop van de groomeraandrijving monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Dop1

Voer deze procedure enkel uit voor universele groomers zonder achterrolborstel:

  1. Breng middelmatig sterk borgmiddel voor cilindrische bevestigingen (zoals Green Loctite 609®) aan rond de gleuf van de borgring en op het buitenoppervlak (Figuur 9).

  2. Plaats de dop zoals wordt getoond in Figuur 9.

    g242099

De spanpoelie monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Asstomp1
Lagerscherm2
Spanpoelie1
Stelpen1
Borgpen1
Flensmoer1
  1. Monteer de losse onderdelen op de spanpoelie zoals getoond in Figuur 10.

    Important: Monteer de lagerkappen met de stoffen zijde naar de lagers.

    g281674
  2. Plaats de spanpoelie en de groomeraandrijfkast aan weerszijden van de messenkooi.

  3. Gebruik het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal om de messenkooiaandrijving te monteren; zie De messenkooiaandrijving verwijderen.

De maaihoogtebeugels en de rol monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maaihoogtebeugel links1
Maaihoogtebeugel rechts1
Stelpen2
Borgpen2
Groomerbescherming2
Flensmoer2
Rol (afzonderlijk bestellen; raadpleeg uw erkende Toro verdeler)1
  1. Draai de stelschroeven voor de maaihoogte die u eerder hebt verwijderd in de bovenzijde van de maaihoogte-eenheden (Figuur 11).

    g283297
  2. Bevestig de maaihoogte-eenheden met de eerder verwijderde ploegbouten, moeren en speciale ringen op de zijplaten van de maai-eenheid (Figuur 11).

  3. Schuif de stang van de instelarm bij de groomeraandrijfkast in de opening van de aandrijfkast en bevestig de stang met een stelpen en borgpen (Figuur 12).

    Note: Buig de beentjes van de borgpen zo, dat de pen niet uit de stelpen kan vallen.

    g283298
  4. Lijn de stang van de instelarm dicht bij de instelkraag op de spanpoelie uit en bevestig deze met een stelpen en borgpen aan de kraag (Figuur 13).

    Note: Buig de beentjes van de borgpen zo, dat de pen niet uit de stelpen kan vallen.

    g283299
  5. Steek en centreer de rolas tussen de maaihoogtebeugels en bevestig hem met de 2 montageschroeven (Figuur 14 of Figuur 15).

    U kunt de montageschroeven in de voorkant (zoals getoond in Figuur 14) of de achterkant (Figuur 15) van de maaihoogtebeugels monteren. Door de schroeven in de voorkant te monteren, raakt de groomer de rol niet; door ze in de achterkant te monteren, kan de groomer overlappen met de rol.

    g287988
    g287989
  6. Bevestig de groomerbescherming aan weerszijden van de rolas (Figuur 14).

  7. Draai de groomerbescherming aan met een torsie van 22 tot 24 N∙m.

    Note: Voor instellingen waarbij extra veerkracht nodig is, monteert u de optionele flensmoer (onderdeelnr. 3290-357) aan de oogbout om de groomhoogteveren in te drukken bij een lage groomhoogte. Wanneer u dit optioneel onderdeel gebruikt, stelt u de veerlengte in op 19 mm wanneer de groomer ingeschakeld is (Figuur 16).

    g283296

De groomer monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bout (¼" x 1½")4
Borgmoer4
Asklem4
Messenkooi van de groomer (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro verdeler)1
  1. Bestel een groomermessenkooi die voldoet aan uw behoeften en geschikt is voor uw maai-eenheid; neem contact op met uw erkende Toro verdeler.

  2. Lijn de groomermessenkooi uit met de groomeraandrijfkast en de spanpoelie (Figuur 17).

    g283516
  3. Bevestig de groomer aan de machine zoals in Figuur 17 en zet de bouten vast.

  4. Om te voorkomen dat de onderdelen vastlopen, stelt u eerst de maaihoogte en de groomhoogte in, waarna u de bouten losmaakt.

    Note: Stel de maaihoogte in volgens de instructies in de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid; raadpleeg De hoogte van de groomer instellen om de groomhoogte af te stellen.

  5. Draai de bouten vast met een torsie van 5 tot 7 N∙m.

  6. Controleer de maaihoogte en de groomhoogte en pas deze aan indien nodig.

Gebruiksaanwijzing

Inleiding

Groomen wordt bovengronds uitgevoerd in de graslaag. Groomen stimuleert verticale groei van gras, vermindert vleugvorming en snijdt uitlopers door, waardoor een dichtere grasmat ontstaat. Groomen zorgt voor een uniformer en dichter begroeid speeloppervlak, zodat de golfbal sneller en nauwkeuriger beweegt.

Groomen mag niet als vervanging voor verticuteren worden beschouwd. Verticuteren is normaal gesproken een rigoureuzere en periodieke behandeling die het speeloppervlak tijdelijk kan beschadigen, terwijl groomen een routinematige en zachtaardigere behandeling is die is ontworpen voor het verzorgen van de grasmat.

g006671

Groomerborstels zijn minder schadelijk dan traditionele groomermessen wanneer ze zijn ingesteld om de graslaag licht te raken. Borstelen is beter voor de ultra-dwergvariëteiten omdat deze grassoorten een verticaal groeipatroon hebben en minder goed voor een dichte begroeiing zorgen bij horizontale groei. Borstels kunnen het bladweefsel echter beschadigen als deze zo zijn ingesteld dat ze te diep door de graslaag dringen.

De messen van de groomer mogen nooit de grond binnendringen. Ze zijn doeltreffend bij het doorsnijden van uitlopers en het verwijderen van gazonvilt.

Aangezien groomen het bladweefsel enigszins beschadigt, moet het tijdens erg belastende periodes worden vermeden. Grassoorten voor het koele seizoen zoals fioringras en straatgras moeten niet gegroomd worden bij warm (en vochtig) weer in het midden van de zomer.

Het resultaat van het groomen wordt beïnvloed door veel verschillende factoren, zoals:

  • De tijd van het jaar (d.w.z. het groeiseizoen) en het weerpatroon

  • De algemene conditie van elke green

  • De frequentie van het groomen/maaien – zowel het aantal maaibeurten per week als het aantal werkgangen per maaibeurt

  • De maaihoogte-instelling van de belangrijkste messenkooi

  • De hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van de groomer

  • Hoe lang de messenkooi van de groomer op de green in gebruik is geweest

  • Het soort gras op de green

  • Het algemene onderhoudsprogramma van de greens (d.w.z. beregening, bemesting, spuiten, beluchting, overzaaien, etc.)

  • Betreding

  • Erg belastende periodes (d.w.z. hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid, ongebruikelijk intensieve betreding van de grasmat)

Deze factoren kunnen per green verschillen. Inspecteer de greens regelmatig en stem het groomen af op de behoeften.

Er zijn verschillende assen voor de groomer verkrijgbaar. Met de instelling van 13 mm kunt u iets dieper groomen om uitlopers door te snijden zonder de grasmat overmatig uit te dunnen. Door afstandsstukken te verwijderen en messen toe te voegen of door afstandsstukken toe te voegen en messen te verwijderen kunt u de afstand van de groomer tot het mes aanpassen van 6 mm tot 19 mm.

Note: Groom met een mesafstand van 6 mm voor periodes met snelle groei (van de lente tot de vroege zomer) om de toplaag uit te dunnen. Groom met een mesafstand van 19 mm voor periodes met langzame groei (van de late zomer tot de herfst en winter). Gebruik van de groomermessenkooi tijdens erg belastende periodes kan de grasmat beschadigen.

Note: De groomermessenkooi op een onjuiste of te agressieve manier gebruiken (d.w.z. te diep of te frequent groomen) kan het gras onnodig belasten en zwaar beschadigen. Gebruik de groomer voorzichtig.

Note: Blijf de maairichting veranderen tijdens het groomen. Hierdoor zal het effect van het groomen worden verbeterd.

Note: Laat de groomer zoveel mogelijk in een rechte lijn werken. Wees voorzichtig als u de groomer tijdens het gebruik draait.

De hoogte van de groomer instellen

Important: Stel de groomer nooit lager in dan de halve maaihoogte tot 13 mm; vervolgens kunt u aanpassingen maken van 0 tot 6 mm onder de maaihoogte.

Important: Als u de groomer hoger dan de maaihoogte instelt, kan de groomer ongewild de mand raken als u de SNELSTAND gebruikt. Stel de groomer nooit hoger in dan de maaihoogte in de BEDRIJFSSTAND.

  1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking en zet de motor af.

  2. Stel de maaihoogte van de maai-eenheid in; zie de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

  3. Breng de messenkooi van de groomer als volgt omhoog of omlaag:

    1. Zorg ervoor dat de snelhefhendels (Figuur 19) in de BEDRIJFSSTAND staan (d.w.z. de hendels wijzen naar de voorkant van de maai-eenheid).

    2. Meet aan de kant van de messenkooi van de groomer de afstand tussen het laagste uiteinde van het groomermes en het werkoppervlak (Figuur 19). Draai aan de instelknop voor de hoogte (Figuur 19) om het uiteinde van het groomermes hoger of lager op de gewenste maaihoogte te zetten.

    3. Herhaal stap 2 aan de andere kant van de groomer en controleer vervolgens de instelling aan de eerste zijde. De gemeten hoogte moet aan beide kanten van de groomermessenkooi hetzelfde zijn. Als de hoogte aan de uiteinden van de groomermessenkooi verschilt, moet u de stelknop(pen) draaien tot u gelijke hoogtes verkrijgt.

      g283316

De werkrichting van de groomer veranderen

De groomer heeft 3 standen: NEUTRAAL(N), VOORUIT(F)en ACHTERUIT(R). Draai aan de knop aan het uiteinde van de groomeraandrijfkast om de richting van de groomer te veranderen. Lijn de gewenste stand uit met de afstelnok.

g246144

De werking van de groomer testen

Important: Onjuist of te agressief gebruik van de messenkooi van de groomer (d.w.z. te diep of te vaak groomen), kan de grasmat onnodig belasten, waardoor de green ernstige schade kan oplopen. Gebruik de groomer voorzichtig.

Gevaar

Contact met de messenkooien of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Voordat u de maai-eenheid afstelt, moet u de maai-eenheid uitschakelen, de parkeerrem in werking stellen, de motor uitzetten en wachten tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  • Houd handen, voeten en kleding uit de buurt van de messenkooi of andere bewegende onderdelen.

Om vast te stellen wat de juiste hoogte/diepte-instelling is, doet u het volgende:

  1. Stel de maaikooi in op de maaihoogte die normaal zonder de messenkooi van de groomer zou worden gebruikt.

  2. Stel de messenkooi van de groomer in op de maaihoogte-instelling hoger dan het rolniveau.

  3. Stel de groomerborstel in op dezelfde maaihoogte-instelling boven de rol.

    Note: Stel de groomerborstel in (omhoog of omlaag) in stappen van 0,25 mm om te vermijden dat het gras per ongeluk wordt beschadigd.

  4. Rijd over de testgreen heen en breng vervolgens de groomermessenkooi ½ van het rolniveau omlaag en rijd nogmaals over de testgreen heen.

    Note: Bijvoorbeeld: om een maaihoogte van 3,2 mm in te stellen, stelt u de groomermessenkooi in op 1,6 mm boven de rol.

  5. Vergelijk het resultaat.

    Note: Het eerste gebied is gegroomd met de maaihoogte-instelling boven het rolniveau. Hier moet aanzienlijk minder gras en vilt zijn verwijderd dan met de tweede instelling.

  6. Controleer 2 of 3 dagen nadat u de groomer voor de eerste keer hebt gebruikt hoe de algemene conditie van de testgreen is en of deze is beschadigd. Als het gegroomde gebied geel of bruin wordt terwijl het niet-gegroomde gebied groen is, hebt u de groomer te agressief gebruikt.

    Note: De kleur van het gras verandert als u de messenkooi van de groomer gebruikt. Een ervaren greenkeeper kan aan de kleur van de grasmat (en door goed te onderzoeken) beoordelen of het huidige groomingregime geschikt is voor de betreffende green. Omdat de messenkooi van de groomer meer gras overeind zet en vilt verwijdert, is de maaikwaliteit niet hetzelfde als zonder de groomer. Dit effect is de eerste keren dat er een groomer wordt gebruikt op een green het beste zichtbaar.

    Note: Als u hetzelfde gebied meerdere malen behandelt (bijvoorbeeld tweemaal of driemaal maait), zal de groomer bij elke keer dieper doordringen. Meerdere werkgangen worden afgeraden.

    Als u de prestaties van de groomer hebt uitgeprobeerd op een testgreen en tevreden bent met de resultaten, kunt u de speelgreens behandelen met de groomer. Het is belangrijk om te weten dat elke green anders kan reageren op het groomen. Bovendien veranderen de groeiomstandigheden constant. Inspecteer de gegroomde greens regelmatig en pas de procedure voor het groomen zo vaak als nodig is aan.

De machine transporteren

Als u wil maaien zonder de groomer of de machine moet transporteren, dient u de snelhefhendel naar de TRANSPORTSTAND te zetten (Figuur 21).

Note: Dit brengt de groomermessenkooi omhoog.

g287375

Onderhoud

Smeerolie van de tandwielkast verversen

Onderhoudsinterval:

  • Na de eerste 100 bedrijfsuren

  • Elke 500 bedrijfsuren of jaarlijks (hou de kortste periode aan)

  1. Reinig de buitenkant van de groomerbehuizing.

    Important: Zorg dat er geen vuil of maaisel op de buitenkant van de groomerbehuizing zit; als er vuil in de groomer komt, kan dit de tandwielkast beschadigen.

  2. Verwijder de aftapplug aan de onderkant van de behuizing (Figuur 22).

    g286955
  3. Verwijder de vulplug aan de zijkant van de behuizing en zet de ontluchtingsplug bovenaan open zodat er lucht kan ontsnappen (Figuur 22).

  4. Zet een geschikte opvangbak onder de olieaftapplug om de afgevoerde olie op te vangen.

  5. Kantel de maai-eenheid (zoals getoond in Figuur 23) totdat de aftapopening onderaan is en de olie volledig afgetapt wordt.

  6. Schud de maai-eenheid zachtjes heen en weer om er zeker van te zijn dat de olie volledig is weggelopen uit de behuizing. Nadat de olie volledig is verwijderd, plaatst u de maai-eenheid op een horizontaal oppervlak zoals getoond in Figuur 24.

    g283315
  7. Plaats de aftapplug terug (Figuur 22).

  8. Gebruik een oliespuit (onderdeelnr. 137-0872) om de aandrijfkast te vullen met 50 cc 80-90W olie (Figuur 24).

    g283314
  9. Plaats de vulplug en zet de ontluchtingsplug vast.

  10. Draai alle pluggen vast met een torsie van 3 tot 5 N·m.

De aandrijfkast van de groomer verwijderen

Note: Bewaar alle verwijderde onderdelen voor latere montage tenzij anders vermeld.

Important: Als u problemen ondervindt bij het verwijderen van de aandrijfkast van de groomer, moet u de Onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid raadplegen of contact opnemen met uw erkende Toro verdeler.

  1. Verwijder de dop van de groomer.

  2. Verwijder de klembouten waarmee de groomer verbonden is met de aandrijfkast; zie Figuur 17 in De groomer monteren.

  3. Verwijder de stelpen en borgpen waarmee de aandrijfkast van de groomer verbonden is met de stelarmen (Figuur 25).

    g283882
  4. Houd de messenkooi tegen om deze te verwijderen; zie De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen.

  5. Monteer de versterkingsschroef (onderdeelnr. 1-803022 - afzonderlijk verkrijgbaar) op de binnenschroefdraad van de zeskantbout van de groomeraandrijving en draai vast met een torsie van 13,5 Nm zoals getoond in Figuur 25.

  6. Verwijder de aandrijfkast van de groomer van de messenkooi door de zeskantbout van de groomeraandrijving te draaien (Figuur 25).

    Important: Als de aandrijfkast van de groomer aan de rechterkant van een maai-eenheid is gemonteerd, moet u de zeskantbout van de groomeraandrijving linksom draaien (rechtse schroefdraad) om de as van de aandrijfkast te verwijderen van de maai-eenheid.

    Important: Als de aandrijfkast van de groomer aan de linkerkant van een maai-eenheid is gemonteerd, moet u de zeskantbout van de groomeraandrijving rechtsom draaien (linkse schroefdraad) om de as van de aandrijfkast te verwijderen van de maai-eenheid.

    Important: U moet een zeskantige dopsleutel met dikke wand gebruiken.

De messenkooi van de groomer reinigen

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na elk gebruik
  • Spuit de messenkooi van de groomer na gebruik schoon met water. Richt het water niet rechtstreeks op de lagerdichtingen van de groomer. Laat de messenkooi van de groomer niet in water staan om te voorkomen dat de onderdelen gaan roesten.

    De maaimessen controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • g287987

    Controleer de messen van de messenkooi van de groomer regelmatig op beschadigingen en slijtage. Recht gebogen messen met een buigtang. Vervang versleten messen en haal de borgmoeren aan met een torsie van 42 tot 49 N∙m. Als u de maaimessen controleert, moet u ook controleren of de moeren op het rechter- en linkeruiteinde van de messen goed vast zitten.

    Note: Als u stalen messen gebruikt en merkt dat de ene zijde van het mes versleten raakt, verwijder dan de groomermessenkooi, draai ze 180°en monteer ze opnieuw zodat de nieuwe zijde in de draairichting wijst.

    Note: Omdat bij gebruik van de groomer soms meer vreemd materiaal (bijvoorbeeld vuil en zand) in de maai-eenheid kan terechtkomen dan de messenkooi gewoonlijk te verwerken krijgt, moet u het ondermes en de hoofdmessenkooi vaker controleren op slijtage. Dit is met name van belang bij een zanderige ondergrond en/of wanneer de groomer is ingesteld op een grote werkdiepte.

    De messenkooi tegenhouden

    Waarschuwing

    De messen van de messenkooi zijn scherp en kunnen handen of voeten afsnijden.

    • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de messenkooi.

    • Zorg ervoor dat de messenkooi wordt tegengehouden voordat u er servicewerkzaamheden aan verricht.

    De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te verwijderen

    1. Kantel de maai-eenheid omhoog zodat u bij de onderkant van de messenkooi kunt komen.

    2. Steek een rolkoevoet met lange steel (⅜" x 12" met schroevendraaierhandgreep wordt aanbevolen) door de onderkant van de messenkooi, het dichtst bij de zijde van de maai-eenheid die u gaat vastdraaien (Figuur 27).

    3. Plaats de rolkoevoet tegen de gelaste zijde van de steunplaat van de messenkooi (Figuur 27).

      Note: Steek de rolkoevoet tussen de bovenkant van de as van de messenkooi en de achterkant van de messenkooimessen zodat de messenkooi niet kan bewegen.

      Important: Raak de snijrand van de messen niet aan met de rolkoevoet; dit kan de snijrand beschadigen en/of ervoor zorgen dat het mes te hoog komt te zitten.

      Important: Het inzetstuk aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het inzetstuk aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

      g288013
    4. Laat de handgreep van de rolkoevoet rusten tegen de rol.

    5. Voltooi de verwijdering van het inzetstuk met schroefdraad terwijl u ervoor zorgt dat de rolkoevoet op zijn plaats blijft zitten. Verwijder daarna de rolkoevoet.

    6. Laat de maai-eenheid op de rollen zakken.

    De messenkooi tegenhouden om inzetstukken met schroefdraad te monteren

    1. Steek een rolkoevoet met lange steel (⅜" x 12" met schroevendraaierhandgreep wordt aanbevolen) door de voorkant van de messenkooi, het dichtst bij de zijde van de maai-eenheid die u gaat vastdraaien (Figuur 28).

    2. Plaats de rolkoevoet tegen de gelaste zijde van de steunplaat van de messenkooi (Figuur 28).

      Note: Steek de rolkoevoet tussen de bovenkant van de as van de messenkooi en de achterkant van de messenkooimessen zodat de messenkooi niet kan bewegen.

      Important: Raak de snijrand van de messen niet aan met de rolkoevoet; dit kan de snijrand beschadigen of ervoor zorgen dat het mes te hoog komt te zitten.

      Important: Het inzetstuk aan de linkerkant van de maai-eenheid heeft een linkse schroefdraad. Het inzetstuk aan de rechterkant van de maai-eenheid heeft een rechtse schroefdraad.

      g288012
    3. Laat de handgreep van de rolkoevoet rusten tegen de rol.

    4. Voltooi de montage van het inzetstuk met schroefdraad volgens de montage-instructies van het inzetstuk en de vereiste torsie. Zorg er hierbij voor dat de rolkoevoet op zijn plaats blijft zitten. Verwijder daarna de rolkoevoet.