De GeoLink™ is een werktuig voor gazonsproeiers en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. Het systeem is met name ontworpen voor sproeien op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden.

Ga rechtstreeks naar Toro op www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Veiligheid

Waarschuwing

Chemische stoffen die worden gebruikt in het spuitsysteem kunnen gevaarlijk en giftig voor de gebruiker, omstanders, dieren, planten, de bodem of eigendommen zijn.

  • U moet de waarschuwingsetiketten en de veiligheidsinformatiebladen (SDS) voor alle gebruikte chemische stoffen zorgvuldig lezen en in acht nemen en uzelf beschermen volgens de instructies van de fabrikant van de chemische stoffen. Bijvoorbeeld, draag geschikte persoonlijke beschermende uitrusting zoals gezichts- en oogbescherming, handschoenen of andere voorzieningen ter bescherming tegen lichamelijk contact met chemische stoffen.

  • Er kunnen meerdere chemische stoffen zijn gebruikt; zorg ervoor dat u informatie over elke stof krijgt.

  • Weiger de machine te gebruiken of te bedienen als deze informatie niet beschikbaar is.

  • Voordat u onderhoud uitvoert aan een spuitsysteem moet dit drie keer zijn gespoeld en geneutraliseerd volgens de instructies van de fabrikant(en) van de chemische stoffen en moeten alle kleppen 3 cyclussen hebben doorlopen.

  • Controleer of er voldoende water en zeep in de buurt is, en als u in contact komt met chemische stoffen, moet u deze onmiddellijk afspoelen.

Installatie

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

De installatie van de set voorbereiden

De spuittank en optionele spoeltank voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Breng de linker- en rechterspuitboom in de spuitstand.

  4. Maak de spuitmachine schoon; raadpleeg het hoofdstuk De spuitmachine reinigen in de Gebruikershandleiding van de machine.

    Important: Ledig de spuittank volledig alvorens de egalisatieset voor het GeoLink spuitsysteem te monteren.

  5. Voor machines met een optionele spoeltank doet u het volgende:

    1. Pomp het water van de spoeltank in de spuittank; raadpleeg het hoofdstuk De spoelset gebruiken in de Montage-instructies van de spoeltank.

    2. Laat het water uit de spuittank lopen; raadpleeg het hoofdstuk De spuitmachine reinigen in de Gebruikershandleiding van de machine.

    3. Verwijder de 2 bouten (⅜" x 2¾"), 2 flensborgmoeren (⅜") en 4 onderlegringen (⅜") waarmee de beugels van de spoeltank zijn gemonteerd op de bevestigingsbeugel van verdeelstuk (Figuur 1).

      Note: Bewaar de bouten, moeren en onderlegringen voor hermontage in De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 10 spuitkleppen monteren.

      g031081
    4. Zet de spoeltank met een touw vast aan de sproeitank.

    5. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

De accu afkoppelen

Waarschuwing

Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken.

Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.

  • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.

  • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.

Accupolen of metalen gereedschappen kunnen kortsluiting maken met metalen onderdelen van de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.

  • Zorg ervoor dat bij het verwijderen of installeren van de accu de accupolen niet in aanraking komen met metalen onderdelen van de machine.

  • Voorkom dat metalen gereedschappen kortsluiting veroorzaken tussen de accupolen en metalen onderdelen van de machine.

  • Zorg ervoor dat de accuhouder altijd op zijn plaats zit om de accu te beschermen en vast te zetten.

  1. Verwijder het accudeksel en maak de negatieve (zwarte) aardingskabel los van de accupool (Figuur 2 en Figuur 3).

    g014029
    g029414
  2. Maak de pluskabel (rood) los van de accupool (Figuur 3).

  3. Kantel beide stoelen naar voren en zet ze vast door de steunstangen in te klikken aan het einde van de sleuven in de voet van het middelste bedieningspaneel.

  4. Laat de motor volledig afkoelen.

Verwijderen van het optionele Pro Control XP Spray System

Verwijderen van de kabelboom van de vloeistofstroommeter

Aan de achterkant van de machine: maak de stekker met 3 bussen van de machinekabelboom los van de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de vloeistofstroommeter (Figuur 4).

g200196

Verwijderen van het Pro Control bedieningspaneel

  1. Aan de voorkant van het Pro Control bedieningspaneel: maak de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de machine los van de stekker met 3 bussen van het bedieningspaneel (Figuur 5).

    g030342
  2. Maak de stekker met 16 contacten los van de stekker met 16 contacten van het bedieningspaneel (Figuur 5).

  3. Verwijder de knoppen aan elke kant van het bedieningspaneel (Figuur 6).

    g030390
  4. Verwijder het bedieningspaneel en de 2 rubber onderlegringen van de bevestigingsbeugel (Figuur 6).

  5. Duw de kabelboom, de stekker met 3 contacten, en de stekker met 16 contacten door de doorvoer in het dashboard (Figuur 6).

  6. Verwijder de 2 slotbouten (5/16" x ¾") en 2 flensborgmoeren (5/16") waarmee de bevestigingsbeugel is gemonteerd op het dashboard, en verwijder de bevestigingsbeugel van de machine (Figuur 7).

    Note: De volgende onderdelen die u van de machine verwijderd hebt zijn niet meer nodig: bedieningspaneel, rubber onderlegringen, bevestigingsbeugel, slotbouten en borgmoer.

    g030391

De achterste kabelboom loskoppelen van de optionele werktuigen

Loskoppelen van de handspuit of elektrische slanghaspel

Bij de bedieningskast van de handspuit of elektrische slanghaspel: maak de 6-polige stekker van de kabelboom van de bedieningskast los van de 6-polige stekker van de achterste hoofdkabelboom van de machine (Figuur 8 en Figuur 9).

g031601
g031602

De meedraaiende slanghaspel loskoppelen

  1. Zoek achteraan de machine de kabelboom voor de elektrische slanghaspel aan de achterzijde van de spuittank (Figuur 10).

    g031334
  2. Maak de stekker met 2 bussen van de kabelboom voor de elektrische slanghaspel los van de stekker met 2 pinnen van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 10).

  3. Maak de stekker met 3 pinnen van de kabelboom voor de elektrische slanghaspel los van de stekker met 3 bussen van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 10).

De compressor loskoppelen voor de schuimmarkeerderset

  1. Zoek achteraan de schuimmarkeerdertank de kabelboom aan de compressor (Figuur 11).

    g030422
  2. Koppel de stekker met 4 pinnen van de kabelboom van de compressor los van de stekker met 4 bussen van de achterste kabelboom van de machine (Figuur 11).

Loskoppelen van de regelklep van de voormengset voor chemicaliën

  1. Aan de achterkant van de machine: zoek de stekker met 3 bussen van de hoofdkabelboom van de machine, gemerkt EDUCTOR (Figuur 12).

    g030419
  2. Verwijder de straalpompconnector van de hoofdkabelboom van de 3-polige connector van de straalpompklep (Figuur 12).

De pomp van de tankspoelset afkoppelen

  1. Druk aan de achterzijde van de machine de zijden van het deksel van de spoelpomp samen en til het deksel op tot de lipjes van het deksel loskomen van de sleuven in de zittingplaat, en verwijder het deksel van de machine (Figuur 13).

    g030425
  2. Koppel de stekker met 6 pinnen van de kabelboom van de spoelpomp af van de stekker met 6 bussen van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 14).

    g030426

Loskoppelen van de optionele handspuit of elektrische slanghaspel

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Schakelaarplug (elektrische slanghaspel – Toro onderdeelnummer 99-7420)2
Schakelaarplug (meedraaiende slanghaspel – Toro onderdeelnummer 99-7420)1

Verwijderen van de drukregeling en aan/uit-schakelaars

  1. Bij de bedieningskast van de elektrische slanghaspel: verwijder de 4 schroeven van het deksel en neem dit voorzichtig van de bedieningskast af (Figuur 15).

    g031427
  2. Verwijder de schakelaar(s) als volgt van de bedieningskast:

    • Elektrische slanghaspel

      1. Maak de 2 8-polige stekkers van de kabelboom van de bedieningskast los van de drukregelingsschakelaar en de aan/uit-schakelaar (Figuur 15).

      2. Plaats de 2 8-polige stekkers in de bedieningskast (Figuur 15).

      3. Druk de vergrendelingslipjes van de 2 schakelaars in en duw de schakelaars uit het deksel van de bedieningskast (Figuur 15).

        Note: U hebt de schakelaars die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

    • Set met handsproeier

      1. Maak de 8-polige stekkers van de kabelboom van de bedieningskast los van de schakelaar van de drukregeling (Figuur 16).

        g031470
      2. Plaats de 8-polige stekker in de bedieningskast (Figuur 16).

      3. Druk de vergrendelingslipjes van de schakelaar in en duw de schakelaar uit het deksel van de bedieningskast (Figuur 16).

        Note: U hebt de schakelaar die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

  3. Lijn de schakelaarplug/-pluggen uit met de schakelaaropening(en) (Figuur 15 en Figuur 16).

  4. Duw schakelaarplug/-pluggen in het deksel tot deze vastklikken in het deksel (Figuur 15 en Figuur 16).

  5. Plaats het deksel op de bedieningskast en zet deze vast met de 4 dekselschroeven (Figuur 15).

Losmaken van de slangen en buizen

  1. Bij de 90° knie aan de rechterkant van de drukregelklep voor de slanghaspel: druk de borgkraag van de buiskoppeling in en verwijder de druksensorbuis van de drukmeter van de slanghaspel (Figuur 17).

    g031445
  2. Druk de borgkraag van de buiskoppeling naar beneden en maak de druksensorbuis naar de drukmeter op het dashboard los (Figuur 17).

  3. Verwijder de T-fitting van de 90° knie van de drukregelklep (Figuur 17).

    Note: Bewaar de T-fitting voor hermontage in Monteren van de slang en sensorbuizen .

  4. Verwijder de slangklem waarmee de inlaatslang van de slanghaspel is bevestigd op de geribde fitting van de drukregelklep (Figuur 18).

    Note: Bewaar de slangklem voor hermontage in Monteren van de slang en fittings .

    g031450
  5. Verwijder de inlaatslang van de klep van de slanghaspel (Figuur 18).

Verwijderen van de bedieningskast van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

  1. Verwijder de 3 flensbouten (¼" x ⅝") en 3 gekartelde flensmoeren (¼") waarmee de bevestigingsplaat van de bedieningskast is gemonteerd op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk van de spuitkleppen (Figuur 19).

    g031463
  2. Neem de bevestigingsplaat van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 19).

  3. Neem de bedieningskast van de machine en zet deze op een veilig plaats.

    Note: Bewaar alle bevestigingsmiddelen en onderdelen voor hermontage in Monteren van de bedieningskast op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk.

De optionele meedraaiende slanghaspel loskoppelen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Schakelaarplug (meedraaiende slanghaspel – Toro onderdeelnummer 99-7420)1

Verwijder de drukregelklep

  1. Verwijder de 2 bouten (5/16" x ¾") en 2 borgmoeren (5/16") waarmee de bedieningskast bevestigd is aan de bevestigingsplaat van de slanghaspel (Figuur 20).

    g031443
  2. Koppel de stekker met 8 bussen van de kabelboom van de bedieningskast los van de schakelaar van de drukregeling (Figuur 20).

  3. Leid de stekker met 8 bussen in de bedieningskast (Figuur 20).

  4. Knijp de vergrendelingslipjes van de schakelaar van de drukregeling samen en druk de schakelaar uit de bedieningskast (Figuur 20).

    Note: U hebt de schakelaar die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

  5. Lijn de schakelaarplug uit met de opening in de bedieningskast waar u de schakelaar verwijderd hebt (Figuur 20).

  6. Druk de schakelaarplug in de bedieningskast tot de plug van in het deksel klikt (Figuur 20).

  7. Lijn de bedieningskast uit met de bevestigingsplaat van de slanghaspel (Figuur 20) en bevestig de kast aan de plaat met de 2 bouten (5/16" x ¾") en 2 borgmoeren (5/16").

  8. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542 N·cm.

Losmaken van de slangen en buizen

  1. Aan de rechterkant van de drukregelklep: verwijder de slangklem waarmee inlaatslang is bevestigd aan de geribde fitting van de regelklep en verwijder de slang van de fitting (Figuur 21).

    Note: Bewaar de slangklem voor hermontage in Monteren van de slang en sensorbuizen .

    g200197
  2. Druk de borgkraag van de buiskoppeling naar beneden en maak de druksensorbuis naar de drukmeter op het dashboard los (Figuur 21).

  3. Druk de borgkraag van de buiskoppeling naar beneden en maak de druksensorbuis naar de drukmeter op het dashboard los (Figuur 21).

  4. Verwijder de T-fitting en buiskoppelingen van de 90°-knie aan het uiteinde van de drukregelklep (Figuur 21).

    Note: Bewaar de T-fitting en buiskoppelingen voor hermontage in Monteren van de slang en sensorbuizen .

Verwijderen van de meedraaiende slanghaspel van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

Vereiste capaciteit van het hefwerktuig: 57 kg

  1. Ondersteun de meedraaiende slanghaspel met een hefwerktuig met voldoende capaciteit.

  2. Verwijder de 2 flensbouten (⅜" x 2¼") en 2 flensborgmoeren (⅜") waarmee het onderste buisframe van de meedraaiende slanghaspel is gemonteerd op de bevestigingsbeugel bij het rechter frameprofiel van de machine (Figuur 22).

    g031466
  3. Verwijder de 4 flensbouten (⅜" x 1") en 4 flensborgmoeren (⅜") waarmee het ondersteuningsprofiel van de meedraaiende slanghaspel is gemonteerd op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk van de spuitkleppen (Figuur 22).

  4. Til de meedraaiende slanghaspel van de machine en zet de haspel op een veilige plaats.

    Note: Bewaar alle bevestigingsmiddelen en onderdelen voor hermontage in Monteren van de meedraaiende slanghaspel op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

De optionele schuimmarkeerderset loskoppelen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Leidingen – Toro onderdeelnummer 114-95532
Kabelbinder8

De vloeistof- en luchtbuizen van de machine verwijderen

  1. Bij het verbindingspaneel van de compressor voor de schuimmarkeerderset: bevestig een kabelbinder rond de doorzichtige en blauwe buis voor de rechterspuitboom (Figuur 23).

    g031472
  2. Maak de klemmoeren los van de 2 doorzichtige en 2 blauwe buizen voor de schuimspuitdoppen op de linker- en rechterspuitboom (Figuur 23).

  3. Verwijder de 4 buizen uit de klemkoppelingen van de spuitbomen (Figuur 23).

  4. Gebruik een stukje plakband om op de buitenste spuitbomen de linker vloeistof- en luchtbuis van de linkerspuitboom en de rechter vloeistof- en luchtbuis van de rechterspuitboom te markeren.

  5. Trek de buizen van de schuimspuitdoppen van de linker- en rechterspuitboom naar achteren en door de R-klem nabij het scharnierpunt voor de spuitboom (Figuur 24).

    g031488
  6. Als uw machine uitgerust is met het verlengstuk voor de middelste spuitboom, bevestigt u het vrije uiteinde van de vloeistof- en luchtbuizen losjes aan de buitenste spuitboom en slaat u de procedures voor het De nieuwe buizen voorbereiden voor de spuitdoppen van de schuimmarkeerder en De nieuwe buis monteren over.

De nieuwe buizen voorbereiden voor de spuitdoppen van de schuimmarkeerder

Machines zonder het verlengstuk voor de middelste spuitboom
  1. Verwijder de kabelbinders waarmee de vloeistof- en luchtbuizen van de schuimmarkeerder vastzitten aan de buitenste spuitboom (Figuur 25).

    g007658
  2. Zet bij de spuitdop van de schuimmarkeerder de klemmoer los waarmee de blauwe buis (water) bevestigd is aan de blauwe klemkoppeling van de spuitdop van de schuimmarkeerder (Figuur 26).

    g032602
  3. Zet de klemmoer los waarmee de doorzichtige buis (lucht) bevestigd is aan de witte klemkoppeling van de spuitdop van de schuimmarkeerder (Figuur 26).

  4. Verwijder de vloeistof- en luchtbuizen van de machine.

  5. Verwijder de klemmoeren aan het uiteinde van de buizen (Figuur 26).

    Note: Bewaar de klemmoeren voor montage in stap 1 van De nieuwe buis monteren.

  6. Lijn de oude vloeistof- en luchtbuizen (Figuur 27) uit met de nieuwe buis (Toro onderdeelnummer 114-9553).

    g032604
  7. Gebruik een stukje plakband om de lengte van de oude vloeistof- en luchtbuizen op de nieuwe buis te markeren.

  8. Voeg aan de nieuwe buis 26 cm toe vanaf de markering die u hebt aangebracht in stap 7, markeer de buis, en snij de buizen door op de tweede (langere) markering (Figuur 27).

  9. Als de oude vloeistof- en luchtbuizen gemarkeerd zijn met een kabelbinder, markeer dan ook de nieuwe buis met een kabelbinder. Zo niet, gaat u verder met stap 10.

    Note: U hebt de oude vloeistof- en luchtbuizen niet meer nodig.

  10. Verwijder 77 tot 102 mm van de huls aan de uiteinden van de buis (Figuur 27).

  11. Herhaal stap 1 tot en met 10 voor de vloeistof- en luchtbuizen aan de andere kant van de machine.

De nieuwe buis monteren

Machines zonder het verlengstuk voor de middelste spuitboom
  1. Schuif de blauwe klemmoer over de uiteinden van de blauwe buis en de witte klemmoer over de doorzichtige buis (Figuur 28).

    g032605
  2. Lijn het uiteinde van de doorzichtige buis met de witte klemmoer uit met de witte koppeling van de spuitdop van de schuimmarkeerder. Zet de klemmoer handmatig vast (Figuur 28).

  3. Lijn het uiteinde van de blauwe buis met de blauwe klemmoer uit met de blauwe koppeling van de spuitdop van de schuimmarkeerder. Zet de klemmoer handmatig vast (Figuur 28).

  4. Leid de buis langs de achterzijde van de bovenste steunstang van de buitenste spuitboom, zoals getoond in Figuur 29.

    Important: Als de buis aan de verkeerde zijde van de bovenste steunstang wordt gemonteerd, zal deze afgekneld worden tussen de houder en de buitenste spuitboom wanneer de spuitbomen in de transportstand staan.

    g007658
  5. Bevestig de buis met een kabelbinder aan de opening in de spuitdopsteun; zie Figuur 30.

    g032622
  6. Bevestig de buis met kabelbinders aan de buitenste spuitboom; zie Figuur 29.

  7. Maak het vrije uiteinde van de buis losjes vast aan de buitenste spuitboom.

  8. Herhaal stap 1 tot en met 6 voor de buis aan de andere kant van de machine.

De optionele ultrasone spuitboomset loskoppelen

Maak de kabelboom los bij het ventielenblok van de hefcilinder

Optionele ultrasone spuitboomset
  1. Maak de 2-polige connector van de kabelboom van de ultrasone spuitboom los van de 2-polige connector van de rechter magneetklep inschakelen/vrijgave van het verdeelstuk van de hefcilinder (Figuur 31).

    g033098
  2. Maak de 2-polige connector van de kabelboom van de ultrasone spuitboom los van de 2-polige connector van de linker magneetklep inschakelen/vrijgave van het verdeelstuk van de hefcilinder (Figuur 31).

  3. Maak de 2-polige connectors van de kabelboom van de ultrasone spuitboom completeringsset (Figuur 32) los van de 2-polige connectors van de spoelen van het verdeelstuk van de hefcilinder:

    Important: Verwijder de ultrasone spuitboom kabelboom niet van de machine.

    • Linkerspuitboom omhoog

    • Rechterspuitboom omhoog

    • Linkerspuitboom omlaag

    • Rechterspuitboom omlaag

    g033117

De ultrasone sensorkabel loskoppelen van de kabelboom

  1. Maak de 3-polige connector van de kabelboom van de ultrasone spuitboom los van de 3-polige connector van de kabel voor de rechter ultrasone sensor (Figuur 33).

    g033104
  2. Maak de 3-polige connector van de kabelboom van de ultrasone spuitboom los van de 3-polige connector van de kabel voor de linker ultrasone sensor (Figuur 33).

  3. Bundel de kabels van de ultrasone sensors aan de linker en rechter spuitboom.

    Note: Verwijder de ultrasone spuitboom kabelboom niet van de machine.

Loskoppelen van de optionele voormengset voor chemicaliën

  1. Verwijder de borgclip waarmee rechte geribde fitting van de overdrukslang is bevestigd op de overdrukklep van het spuitsysteem (Figuur 34).

    Note: Bewaar de borgclips voor hermontage in stap 2 van Monteren van de overdrukslang.

    g031629
  2. Verwijder de borgclip waarmee de 90° geribde fitting van de overdrukslang is bevestigd op de T-fitting van de aanvoer van de spuitpomp (Figuur 34).

    Note: Bewaar de borgclip om deze later te monteren in stap 4 van Monteren van de overdrukslang. De volgende onderdelen die u van de machine verwijderd hebt zijn niet meer nodig: 90° fitting, overdrukslang en de rechte flensfitting.

  3. Verwijder de overdrukslang en de fittings van de machine (Figuur 34).

    Note: U hebt de slang en de fittings die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

  4. Verwijder de borgclip waarmee de rechte geribde fitting van de omloopslang is bevestigd op de T-fitting bij de spuitpomp (Figuur 35).

    g031630
  5. Aan het binnenste uiteinde van de omloopslang: maak de adaptermoer los van de adapterfitting van de omloopklep (Figuur 35).

  6. Verwijder de slang van de machine (Figuur 35).

    Note: Bewaar de borgclip om deze later te monteren in Aansluiten van de toevoerslang van de straalpomp . De volgende onderdelen die u van de machine verwijderd hebt zijn niet meer nodig: slang en fitting.

  7. Verwijder de slangklem waarmee de toevoerslang van de straalpomp is bevestigd op de geribde fitting van de regelklep van de straalpomp (Figuur 36).

    Note: Bewaar de slangklem voor de montage van de toevoerslang van de straalpomp in stap 2 van Aansluiten van de toevoerslang van de straalpomp .

    g031608
  8. Verwijder de slang van de regelklep van de straalpomp (Figuur 36).

    Note: Verwijder de toevoerslang van de straalpomp niet van de geribde fitting bij de straalpomp.

Loskoppelen van de optionele EU-conformiteitsset

  1. Maak de spoeltank leeg; zie 51 en 52 in De spuittank en optionele spoeltank voorbereiden.

  2. Verwijder de 2 beugels van de spoeltank; zie stap 53 in De spuittank en optionele spoeltank voorbereiden.

  3. Verwijder de 2 flensbouten (5/16" x ⅝") waarmee kogelklep is bevestigd op de montagebeugel van de kogelklep (Figuur 37).

    Note: Bewaar de bouten voor hermontage in stap 5 van Monteren van de kogelklep en bevestiging .

    g031748
  4. Verwijder de 2 flensbouten (5/16" x ¾"), en 2 flensborgmoeren (⅜") waarmee de montagebeugel van de kogelklep is gemonteerd op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk, en neem de montagebeugel van de bevestigingsbeugel (Figuur 38).

    Note: Bewaar de moeren en bouten voor hermontage in stap 2 van Monteren van de kogelklep en bevestiging .

    g031749

Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen

  1. Ondersteun het deksel (afdekking) van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) en verwijder de 4 flenskopbouten (5/16" x 1¼") en 2 dekselbanden waarmee het deksel bevestigd is aan de steunbeugel van het deksel (Figuur 39).

    g031815
  2. Verwijder het deksel van de middelste spuitboom van de machine (Figuur 40).

    Note: Bewaar het deksel voor hermontage in De optionele afgedekte spuitboom monteren, bewaar de dekselbanden en de flenskopbouten voor hermontage in stap 2 en 1 van De afdekking van de middelste spuitboom monteren.

    g031822
  3. Verwijder de 2 flensborgmoeren (⅜") waarmee de linker bevestigingsbeugel van de afdekking is gemonteerd op de linker bevestigingsbeugel van de middelste spuitboom, en verwijder de bevestigingsbeugel van de afdekking (Figuur 41).

    g031821
  4. Draai de 2 flensborgmoeren (⅜") op de flensbouten (⅜" x 1") van de linker bevestigingsbeugel van de middelste spuitboom (Figuur 41) en draai de moer en bout aan met 37 tot 45 N·m.

  5. Herhaal stap 3 en 4 voor de bevestigingsbeugel van de afdekking en bevestigingsbeugel van de middelste spuitboom aan de rechterzijde van de middelste spuitboom (Figuur 41).

  6. Verwijder de clipmoeren uit de linker en rechter kapbevestigingsbeugels (Figuur 41).

    Note: Bewaar de clipmoeren voor hermontage in stap 1 van Monteren van de steunbeugel voor de afdekking van de middelste spuitboom . De 2 kapbevestigingsbeugels worden niet hergebruikt.

De druksensorbuis voor de dashboardmeter loskoppelen (machines zonder optionele slanghaspel)

Note: Als uw machine uitgerust is met een optionele handspuit, een optionele elektrische slanghaspel of een optionele meedraaiende slanghaspel, raadpleeg dan Loskoppelen van de optionele handspuit of elektrische slanghaspel of De optionele meedraaiende slanghaspel loskoppelen.

  1. Druk de kraag in van de buiskoppeling in de drukaansluiting aan de rechterkant van de rechter spuitboomklep (Figuur 42).

    g031326
  2. Trek de druksensorbuis voor de meter op het dashboard uit de buiskoppeling (Figuur 42).

Het optionele scherm van het onderstel verwijderen

g032041
  1. Verwijder de 7 flenskopbouten (5/16" x ⅞") en 7 ringen (5/16") waarmee het scherm van het onderstel achteraan vastzit aan het chassis van de machine (Figuur 44).

    Note: Bewaar de flenskopbouten en ringen om deze te monteren in stap 5 van Het optionele scherm van het onderstel monteren.

    g208653
  2. Verwijder de 4 flenskopbouten (5/16") van de bouten en de slotbout waarmee de steunbanden van het scherm van het onderstel bevestigd zijn aan de bevestigingsbeugels van de motor van de machine (Figuur 45).

    Note: De bouten niet van de machine verwijderen. Bewaar de flensborgmoeren voor montage in stap 3 van Het optionele scherm van het onderstel monteren.

    g032043
  3. Til de steunbanden over de bouten waarmee het scherm van het onderstel bevestigd is aan de bevestigingsbeugels van de motor.

  4. Verwijder het scherm van het onderstel van de machine (Figuur 44 en Figuur 45).

De achterste kabelboom van de machine verwijderen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Achterste kabelboom1

De voorste en achterste kabelbomen loskoppelen

Note: Gebruik een mechanische takel wanneer u de voorste en achterste kabelbomen gaat loskoppelen.

g032051
  1. Zoek onder de machine, naast de rechter framebuis, de connectors voor de voorste en achterste kabelbomen van de machine (Figuur 46).

  2. Koppel de 5 paar connectors tussen de voorste en achterste kabelbomen af; zie afbeelding Figuur 47 tot Figuur 51.

    g032154
    g032155
    g032156
    g032157
    g032158
  3. Verwijder de 3 druknagels waarmee de achterste kabelboom bevestigd is aan de openingen in de rechter framebuis van de machine (Figuur 52).

    g030874
  4. Verwijder de druksensorbuis voor de meter op het dashboard uit de achterste kabelboom van de machine (Figuur 53).

    g033234

De connectors voor de componenten afkoppelen

  1. Koppel achteraan de machine (tussen de rechter framebuis en het rechter spatbord) de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de snelheidssensor los van de rechter hydraulische tractiemotor af van de stekker met 3 bussen van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 54).

    g030454
  2. Koppel achteraan de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk de busconnector met 3 contacten los van de mengklep, alsook de busconnectors met 3 contacten van de 3 kleppen van de spuitbomen (Figuur 55).

    g030458
  3. Verwijder de druknagel waarmee de achterste kabelboom bevestigd is aan de openingen aan de voorzijde van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 56).

    g030876
  4. Koppel achteraan de machine de volgende busconnectors met 2 contacten (Figuur 57) voor het verdeelstuk van de hefcilinder los:

    Note: Voor machines met de ultrasone spuitboomset zie Maak de kabelboom los bij het ventielenblok van de hefcilinder.

    • Rechts – bovenste magneetklep

    • Links – bovenste magneetklep

    • Magneetklep inschakelen/vrijgave

    • Rechts – onderste magneetklep

    • Links – onderste magneetklep

    g030459
  5. Aan de achterkant van de machine, aan de binnenzijde van de spuitpomp, koppelt u de stekker met 2 bussen op de achterste hoofdkabelboom los van de stekker met 2 pinnen van het pomprelais (Figuur 58).

    g030464
  6. Verwijder de druknagel waarmee de achterste kabelboom (Figuur 59) bevestigd is aan de openingen in de achterste dwarsbuis (achter de hydraulische tractiemotoren).

    g030875
  7. Verwijder de achterste kabelboom van de machine.

    Note: U hebt de achterste kabelboom die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

De gebruiksdosisschakelaar verwijderen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelbinder1
Schakelaarplug1
  1. Knijp langs de onderkant van het dashboard de vergrendelingslipjes van de schakelaar voor de gebruiksdosis samen en druk de schakelaar voor de gebruiksdosis uit het dashboard (Figuur 60).

    g031425
  2. Maak de connector met 8 bussen van de voorste machine-kabelboom (gemerkt RATE SWITCH) los van de connector met 8 pennen van de schakelaar (Figuur 60).

    Note: U hebt de schakelaar voor de gebruiksdosis die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

  3. Leid de aftakking van de voorste kabelboom voor de schakelaar voor de gebruiksdosis door de opening in het dashboard, en bevestig de kabelaftakking met een kabelbinder aan de voorste kabelboom.

  4. Lijn de schakelaarplug uit met de opening in het dashboard waar u de schakelaar voor de gebruiksdosis verwijderd hebt (Figuur 60).

  5. Druk de schakelaarplug in het dashboard tot de plug stevig in het dashboard klikt (Figuur 60).

De spuitboomkleppen en de mengklep verwijderen

Verwijderen van de spuitboomkleppen en slangen

  1. Aan de voorzijde van de spuitboom: verwijder de R-klem, borstbout (5/16"), onderlegring (5/16"), en flensborgmoer (5/16") waarmee de spuitboomslang is bevestigd op het frame van de middelste spuitboom (Figuur 61).

    g030469
  2. Maak de slangklem en spuitboomslang los van de geribde T-fitting (Figuur 61).

  3. Herhaal stap 1 en 2 voor de klem en slang van de spuitboom aan de andere kant van de machine.

  4. Naast de middelste spuitdop: maak de slangklem en spuitboomslang los van de geribde T-fitting (Figuur 62).

    g030470
  5. Verwijder de 4 flensbouten (5/16" x 1") en 4 flensborgmoeren (5/16") waarmee de bevestigingsbeugels, aan beide zijden van de 3 spuitboomkleppen, zijn gemonteerd op de bevestigingsbeugel van verdeelstuk (Figuur 63).

    g030500
  6. Verwijder de slangklem waarmee de slang (doorsnede: 1") is bevestigd op de geribde knie-fitting en neem de slang van de fitting (Figuur 64).

    g030501
  7. Verwijder de flensklem en pakking waarmee de flensadapter is bevestigd op de mengklep en de flensadapter van de linker spuitboomklep (Figuur 64).

  8. Terwijl de 3 spuitboomslangen gekoppeld zijn aan de 3 spuitboomkleppen: til de kleppen voorzichtig van het slangpakket en neem de kleppen en slangen uit de machine (Figuur 65).

    Note: Indien nodig: smeer de slangen met minerale olie om de slangen door de rubber doorvoeren in het slangpakket te trekken.

    Note: De volgende onderdelen die u van de machine verwijderd hebt zijn niet meer nodig: klemmen, bouten, borgmoeren, afstandsstukken, kleppen en slangen.

    g030502

Verwijderen van de mengklep, kogelklep en slangen

Gevaar

Verspoten chemicaliën die zijn achtergebleven in de slangen en andere onderdelen kunnen leiden tot letsel van de ogen en huid.

  • Bij het demonteren van het spuitsysteem moet u een veiligheidsbril of ruimzichtbril en chemicaliënbestendige handschoenen dragen.

  • Met geheven machine of werkend onder de machine: maak de slangen en onderdelen voorzichtig los.

  1. Verzeker dat het spuitsysteem is afgetapt met de aftapklep.

  2. Aan de linkerkant van de sproeitank (naast de achterbumper): verwijder de slangklem en slang (1" binnendiameter) bij de geribde T-fitting van de achterste sproeikop (Figuur 66).

    Note: Bewaar de slangklem voor hermontage in stap 2 van Monteren van de toevoerslang van de mengkoppen.

    g030504
  3. Bij de uitstroomopening van de spuitpomp: verwijder de borgclip en rechte insteekfitting van de verticaal gemonteerde T-fitting, zoals in Figuur 66.

    Note: Bewaar de borgclips die u van de T-fitting verwijderd hebt, voor hermontage in Monteren van de toevoerslang en de omloopslang.

  4. Aan de linkerkant van de verdeelstukbeugel: verwijder de borgclip en 90° insteekfitting van de bovenste, verticaal gemonteerde T-fitting zoals in Figuur 66.

    Note: Bewaar de borgclips die u van de T-fitting verwijderd hebt, voor hermontage in Monteren van de toevoerslang en de omloopslang.

  5. Aan de bovenkant van de spuitpomp: verwijder de 2 flenskopbouten (5/16" x ¾") waarmee de kogelklep is gemonteerd op de klepbeugel (Figuur 67).

    g030505
  6. Verwijder de 2 flenskopbouten (¼" x ¾") waarmee de klepbeugel is gemonteerd op de montagebeugel aan de bovenkant van de pomp (Figuur 67).

  7. Verwijder de 2 borgmoeren (5/16") en 2 flensbouten (5/16" x 1") waarmee de bevestigingsbeugel van de mengklep is gemonteerd op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 68).

    g030508
  8. Verwijder de volgende onderdelen van de machine: de mengklep (en omloopklep), kogelklep en de slangen die zijn verbonden met de kleppen (Figuur 69).

    g030509

Demontage van de mengklep en omloopklep

  1. Verwijder de slangklemmen waarmee de slang is gemonteerd tussen de kogelklep en de onderkant van de mengklep (Figuur 70).

    g030824
  2. Verwijder de slangklem waarmee de slang is gemonteerd aan de andere kant van de kogelklep (Figuur 70).

  3. Verwijder de slangklem waarmee de 90° geribde fitting is gemonteerd aan de slang van de omloopklep (Figuur 70).

    Note: Neem de geribde fitting niet van de slang.

  4. Verwijder de slangklemmen waarmee de slang is gemonteerd tussen de rechte geribde fitting en de mengklep (Figuur 70).

    Note: Neem de geribde fitting niet van de slang.

    Note: Bewaar de slangklemmen voor hermontage in Monteren van de toevoerslang van de mengkoppen en Monteren van de toevoerslang en de omloopslang.

    Note: De volgende onderdelen die u van de machine verwijderd hebt zijn niet meer nodig: mengklep, kogelklep, 90° geribde fitting, rechte geribde fitting, en slangen.

De spuitbomen verwijderen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelbinder1

De hefcilinders verwijderen

Note: Bewaar al het bevestigingsmateriaal dat u verwijdert, tenzij anders aangegeven.

  1. Gebruik een takel met voldoende hefvermogen om de buitenste spuitboom te ondersteunen.

  2. Verwijder achteraan de machine de hydraulische slangen van tussen het hefverdeelstuk van de spuitboom en de hydraulische cilinder (Figuur 71).

    Note: Bescherm het hefverdeelstuk van de spuitboom en de hydraulische cilinder tegen stof en vuil door de openingen voor de uitgaande en ingaande slag af te sluiten.

    Note: Gooi de hydraulische slangen weg.

    g030517
  3. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee het stanguiteinde van de hefcilinder bevestigd is aan de draaibeugel (Figuur 72).

    Note: Bewaar de gaffelpen en de R-pen om deze te monteren in Monteren van de buitenste spuitbomen op de machine.

    g030518
  4. Verwijder de flensborgmoer (5/16") en de flenskopbout (5/16" x ¾") waarmee de draaipen bevestigd is aan de cilinderbevestiging (Figuur 73).

    g030523
  5. Verwijder de scharnierpen en de hefcilinder van de machine (Figuur 73).

  6. Herhaal stap 3 en 4 voor de hefcilinder aan de andere kant van de machine.

De buitenste spuitbomen verwijderen

Hefvermogen: 91 kg

Note: Als uw machine uitgerust is met de optionele afgedekte spuitboom, laat de deksels dan op hun plaats zitten op de buitenste spuitbomen.

Waarschuwing

Als het heffen van zware machines en werktuigen niet op de juiste manier wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Gebruik voor het heffen van zware machines en werktuigen altijd hijswerktuigen en hulpmiddelen zoals kettingen en riemen die geschikt zijn voor het gewicht van de vracht.

Note: Bewaar alle verwijderde bevestigingsmiddelen (tenzij anders aangegeven), u heeft deze later nodig voor het monteren van het verlengstuk van de middelste spuitboom.

  1. Verwijder de flensbout (5/16" x 1") en flensborgmoer (5/16") waarmee de draaipen bevestigd is aan de draaibeugel (Figuur 74).

    g030525
  2. Verwijder de draaipen uit de draaibeugel van de middelste spuitboom en de draaifitting van de buitenste spuitboom (Figuur 74).

    Note: Bewaar de flensbout, flensmoer en draaipen voor montage in Monteren van de buitenste spuitbomen op de machine.

  3. Maak de buitenste spuitboom los van de middelste spuitboom en verwijder de buitenste spuitboom van de machine (Figuur 74).

  4. Verwijder de 2 nylon flenslagers van de draaifitting van de buitenste spuitboom (Figuur 74).

    Note: Gooi de lagers weg.

  5. Herhaal stap 1 tot en met 4 in De hefcilinders verwijderen voor de buitenste spuitboom aan de andere kant van de machine.

  6. Herhaal stap 1 tot en met 4 van dit hoofdstuk voor de buitenste spuitboom aan de andere kant van de machine.

Het verdeelstuk van de hefcilinder en de steunbeugel verwijderen

  1. Duid aan opening P van het hefverdeelstuk van de spuitboom de hydraulische drukslang aan met een kabelbinder (Figuur 75).

    g030763
  2. Koppel de hydraulische drukslang en de retourslang af van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 75).

    Important: Til de vrije uiteinden van de hydraulische retourslang en hydraulische drukslang op – zo hoeft u de hydraulische tank niet af te tappen.

  3. Verwijder de 2 flensborgmoeren (5/16") en 2 flenskopbouten (5/16" x 1") waarmee de steunbeugel voor het verdeelstuk van de spuitboom is bevestigd aan de cilinderbevestiging, en verwijder het verdeelstuk en de beugel van de machine (Figuur 76).

    g030548

De spuitboomhouder verwijderen

  1. Bij de linker spuitboomhouder: verwijder de flenskopbout (⅜" x 2") en flensborgmoer (⅜") waarmee de onderste en bovenste delen van de linker houder aan elkaar bevestigd zijn (Figuur 77).

    Note: Bewaar het bovenste deel, bout, en moer voor hermontage in De steunbeugels monteren op de middelste spuitboom.

    g030546
  2. Verwijder de 3 flenskopbouten (⅜" x 2") en 3 flensborgmoeren (⅜") waarmee het onderste deel van de houder aan de linkerkant is gemonteerd op het frame van de middelste spuitboom, en verwijder de houder (Figuur 77).

    Note: Bewaar de 3 flenskopbouten (⅜" x 2") en 3 flensborgmoeren (⅜") voor de montage van het nieuwe onderste deel van de houder aan de linkerkant op de nieuwe middelste spuitboom in De steunbeugels monteren op de middelste spuitboom.

    Note: Het onderste deel van de houder aan de linkerkant dat u van de machine verwijderd hebt is niet meer nodig.

  3. Bij de rechter houder: verwijder de horizontale en 2 verticale flenskopbouten (⅜" x 1¼") en 3 flensborgmoeren (⅜") waarmee de rechter spuitboomhouder bevestigd is op het frame van de middelste spuitboom (Figuur 77).

    Note: Bewaar de rechter houder, flensbouten, en flensborgmoeren voor hermontage in De steunbeugels monteren op de middelste spuitboom.

  4. Verwijder de flensborgmoeren (5/16") waarmee linker en rechter buffers zijn bevestigd aan de uiteinden van het frame van de middelste spuitboom (Figuur 78).

    Note: Bewaar de buffers en borgmoeren voor hermontage.

    g030547

De spuitdoppen van de spuitmachine verwijderen

  1. Verwijder de 4 slangklemmen waarmee de 3 spuitdoppen zijn bevestigd aan de slangen (¾" binnendiameter (Figuur 78).

  2. Verwijder de flensborgmoer (5/16") waarmee 3 spuitdoppen zijn bevestigd op de sproeikophouders van de middelste spuitboom, en verwijder de spuitdoppen (Figuur 78).

    Note: Bewaar de spuitdoppen en flensborgmoeren voor hermontage in Monteren van de sproeikoppen op de nieuwe middelste spuitboom.

    g030671
  3. Verwijder de 2 slotbouten (½" x 1¼") en 2 flensborgmoeren (½") waarmee cilinderbevestiging op de middelste spuitboom is gemonteerd en verwijder de cilinderbevestiging (Figuur 80).

    Note: U hebt de cilinderbevestiging die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

    Note: Bewaar de slotbouten, flensborgmoeren, slangen en klemmen voor montage in De frames van de middelste spuitboom monteren.

    g030709

Verwijderen van de middelste spuitboom

  1. Als uw machine uitgerust is met de optionele afgedekte spuitboom, verwijder dan het deksel van de middelste spuitboom.

  2. Ondersteun de middelste spuitboom met een hefwerktuig.

  3. Verwijder de 4 flenskopbouten (½" x 1¼") en 4 flensborgmoeren (½") waarmee de steunbeugels van de middelste spuitboom bevestigd zijn aan het bevestigingskanaal op het frame van de spuitmachine, en verwijder de middelste spuitboom van de machine (Figuur 81).

    Note: Bewaar de bouten (½" x 1¼") en borgmoeren (½") voor de montage van de nieuwe middelste spuitboom.

    g292866
  4. Verwijder de 2 flenskopschroeven (⅜" x 1") en 2 flensborgmoeren (⅜") waarmee de steunbeugel aan de middelste spuitboom is bevestigd, en verwijder de beugel (Figuur 82).

    g292838
  5. Herhaal stap 4 voor de andere steunbeugel (Figuur 82).

Note: Bewaar de flenskopschroef (⅜" x 1") en flensborgmoeren (⅜") voor montage in De frames van de middelste spuitboom monteren. U hebt de middelste spuitboom en steunbeugels niet meer nodig.

De achterste kabelboom monteren op de machine

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Achterste kabelboom 1
Kabelbinders5

De kabelboom langs de framebuis leiden

  1. Zoek de aftakkingen van 165 cm en 203 cm van de nieuwe elektrische kabelboom (Figuur 83).

    g307609
  2. Leid de aftakkingen van 180 cm, 108 cm en 127 cm van de nieuwe elektrische kabelboom onder het framekanaal (Figuur 84).

    g307575
  3. Leid de aftakkingen van 180 cm, 108 cm en 127 cm van de elektrische kabelboom naar voren langs de rechter framebuis (Figuur 85).

    g030874
  4. Steek de druknagels van de aftakking van 127 cm van de achterste kabelboom in de openingen in de rechter framebuis (Figuur 85), waar u de pluggen van de oude achterste kabelboom verwijderd hebt; zie stap 3 in De voorste en achterste kabelbomen loskoppelen.

De voorste en achterste kabelboom aansluiten

Note: Breng de machine omhoog met een takel wanneer u de voorste en achterste kabelboom gaat aansluiten.

  1. Zoek onder de machine, naast de rechterframebuis, de connectors voor de voorste en achterste kabelbomen van de machine (Figuur 86).

    g030437

    Note: U heeft de connector met 3 contacten van de voorste kabelboom en de connector met 2 contacten van de achterste kabelboom niet meer nodig (Figuur 87).

    g031225
  2. Sluit de connector met 10 contacten van de voorste kabelboom voor de verbinding van de spuitmachinekabelboom aan op de stekker met 10 contacten van de achterste kabelboom voor de verbinding van de spuitmachinekabelboom (Figuur 88).

    g031074
  3. Sluit de stekker met 8 pinnen van de voorste kabelboom voor de verbinding van de spuitmachinekabelboom aan op de connector met 8 contacten van de achterste kabelboom voor de dosisschakelaar (Figuur 89).

    g031075
  4. Sluit de stekker met 2 pinnen van de voorste kabelboom voor de spoelpomp aan op de connector met 2 contacten van de achterste kabelboom voor de spoelpomp (Figuur 90).

    g031076
  5. Sluit de stekker met 10 pinnen van de voorste kabelboom voor de verbinding van de spuitmachinekabelboom aan op de connector met 10 contacten van de achterste kabelboom voor de verbinding van de spuitmachinekabelboom (Figuur 91).

    g031077
  6. Om het aansluiten van de elektrische en data kabelbomen makkelijker te maken: verzeker dat de 1-polige connector van de achterste kabelboom en de 4-polige connector van de achterste kabelboom zich bovenop de kabelboom bevinden (Figuur 92).

    g033353

De druksensorbuis leiden

  1. Leid de druksensorbuis voor de meter op het dashboard langs de achterste kabelboom (Figuur 93).

    g307732
  2. Bevestig de buis met 5 kabelbinders aan de kabelboom.

De kabelboom leiden voor de spuitpomp

  1. Leid de kabelboomaftakking van 86,6 cm voor de magneetklep van de spuitpomp over de bovenkant van het framekanaal van de spuitmachine, en omlaag naar de magneetklep van de spuitpomp (Figuur 94).

    g030996
  2. Steek de druknagel van de kabelboomaftakking van 86,6 cm in de opening in het framekanaal van de spuitmachine (Figuur 94).

De kabelboom aansluiten op de spuitpomp en de snelheidssensor

  1. Achteraan de machine, aan de binnenzijde van de spuitpomp, koppelt u de stekker met 2 bussen van de kabelboomaftakking van 86,6 cm met de aanduiding Spray Pump Solenoid (magneetklep spuitpomp) aan op de stekker met 2 pinnen voor de pomp (Figuur 95).

    g030464
  2. Ga achteraan de machine (tussen de rechter framebuis en het rechter spatbord) naar de ongemarkeerde stekker met 3 pinnen van de aftakking van 30,5 cm van de achterste kabelboom. Sluit deze aan op de connector met 3 contacten aan de kabelboom van de snelheidssensor van de rechter tractiemotor (Figuur 96).

    g030454

De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 3 spuitbomen verwijderen

  1. Verwijder de 2 cilinderkopschroeven (nr. 10 x ⅝") en de 2 onderlegringen (nr. 10) waarmee de T-fitting is gemonteerd op de linkerkant van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 97).

    Note: Bewaar de schroeven en onderlegringen voor hermontage in De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 10 spuitkleppen monteren.

    g030563
  2. Voor machines met een optionele spoeltank doet u het volgende:

    1. Verwijder de bouten (⅜" x 2¾"), flensborgmoer (⅜"), onderlegringen (⅜") waarmee de beugels van de spoeltank zijn gemonteerd op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 98).

      Note: Bewaar de bouten, moeren en onderlegringen voor hermontage in De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 10 spuitkleppen monteren.

      g031081
    2. Zet de spoeltank met een touw vast aan de sproeitank.

  3. Verwijder de 4 flenskopbouten (⅜" x 1") en 4 flensborgmoeren (⅜") waarmee de flens van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk is gemonteerd op het frame van de machine en verwijder de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk van de machine (Figuur 99).

    Note: Bewaar de bouten en borgmoeren voor hermontage in De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 10 spuitkleppen monteren.

    Note: U hebt de oude bevestigingsbeugel van het verdeelstuk die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

    g030562

De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 10 spuitkleppen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bevestigingsbeugel van verdeelstuk (systeem met 10 spuitkleppen)1
  1. Lijn de gaten in de flens van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 10 spuitkleppen uit met de gaten in het frame van chassis van de spuitmachine (Figuur 100).

    g030571
  2. Monteer de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk op het chassis van de spuitmachine (Figuur 100) met de 4 flenskopbouten (⅜" x 1") en 4 flensborgmoeren (⅜") die u verwijderd hebt in stap 3 van De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 3 spuitbomen verwijderen.

  3. Haal de bouten en moeren aan met 37 tot 45 N·m.

  4. Aan de linkerkant van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk: lijn de gaten in de T-fitting met de sleuven in de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 101).

    g030570
  5. Monteer de T-fitting op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 101) met de 2 cilinderkopschroeven (nr. 10 x ⅝") en 2 onderlegringen (nr. 10) die u verwijderd hebt in stap 1 van De bevestigingsbeugel van het verdeelstuk voor het systeem met 3 spuitbomen verwijderen.

  6. Voor machines met een optionele spoeltank doet u het volgende:

    1. Lijn het gat in de beugel van de spoeltank uit met het gat in de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 102).

      g031053
    2. Monteer de beugel op de houder (Figuur 102) met de 2 bouten (⅜" x 2¾"), 4 onderlegringen (⅜") en 2 flensborgmoeren (⅜") die u verwijderd hebt in stap 53 van De spuittank en optionele spoeltank voorbereiden.

    3. Draai de bouten en borgmoeren met de hand aan (Figuur 102).

      Note: Zodra de spoeltank voor de eerste keer gevuld is, dienen de bevestigingsmiddelen van de beugel van de spoeltank worden gecontroleerd en indien nodig vastgedraaid. Het gewicht van de vloeistof kan de tank immers verder tegen het frame drukken.

    4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor de beugel van de spoeltank aan de andere kant van de machine.

De slangen aan de linkerkant van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Slang (1" x 41")1
Toevoerslang (1" x 23⅛") en rechte geribde fitting1
Meng-omloopslang (1" x 10") en 90° geribde fitting1

Monteren van de toevoerslang van de mengkoppen

  1. Monteer de slang (1" x 41") op de geribde T-fitting bij de achterste mengkop in de sproeitank (Figuur 103).

    g030851
  2. Monteer de slang op de T-fitting met de klem (Figuur 103) die u verwijderd hebt in stap 2 van Verwijderen van de mengklep, kogelklep en slangen .

  3. Monteer het andere uiteinde van de slang (1" x 41") op de rechte geribde fitting onderaan de omloopklep (Figuur 103).

  4. Bevestig de slang op de rechte fitting met een slangklem (Figuur 103) die u verwijderd hebt in Demontage van de mengklep en omloopklep .

  5. Plaats de ribbelbuis (Figuur 103) over de slang (1" x 41").

Monteren van de toevoerslang en de omloopslang

Note: Als uw machine uitgerust is met de optionele voormengset voor chemicaliën, sla de instructies in dit hoofdstuk dan over en voer de stappen uit in Monteren van de toevoerslang en Vervangen van de omloopslang van de mengklep.

  1. Monteer het insteekgedeelte van de rechte geribde fitting aan het uiteinde van de toevoerslang (1" x 23⅛") op de T-fitting van de uitstroomopening van de spuitpomp (Figuur 104) met de borgclip die u verwijderd hebt in stap 3 van Verwijderen van de mengklep, kogelklep en slangen .

    g030853
  2. Monteer de toevoerslang (1" x 23⅛") met de rechte geribde fitting op de rechte geribde fitting in de filterkop (Figuur 104).

  3. Bevestig de slang op de geribde fitting met een klem die u verwijderd hebt in Demontage van de mengklep en omloopklep .

  4. Draai de bovenste T-fitting aan de linkerkant van de verdeelstukbeugel 90° tegen de klok in (naar links) zoals in Figuur 105.

    g030855
  5. Monteer de meng-omloopslang (1" x 10") op de rechte geribde fitting van de meng-omloopklep (Figuur 105).

  6. Monteer het insteekgedeelte van de 90° geribde fitting aan het uiteinde van de meng-omloopslang (1" x 10") in de bovenste T-fitting aan de linkerkant van de verdeelstukbeugel (Figuur 105) met de borgclip die u verwijderd hebt in stap 4 van Verwijderen van de mengklep, kogelklep en slangen .

  7. Bevestig de meng-omloopslang (1" x 10") op de rechte geribde fitting van de meng-omloopklep met een slangklem die u verwijderd hebt in Demontage van de mengklep en omloopklep .

De kabelboom aan de achterkant monteren

De kabelboom leiden bij de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

  1. Leid de kabelboomaftakking van 218,4 cm aan de binnenkant van de steun voor de klepbevestiging, en naar achteren naar de bevestiging voor de 10 kleppen; zie Figuur 106.

    g030995
  2. Leid de kabelboomaftakking van 75,5 cm voor de vloeistofstroommeter en de mengklep over de voorzijde van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 106).

  3. Steek de druknagels van de kabelboomaftakking van 75,5 cm in de openingen in de onderste flens van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 106).

De kabelboom leiden langs de bevestiging voor 10 kleppen

  1. Leid de kabelboomaftakking van 218,4 cm over de achterzijde van de bevestiging van de 10 kleppen, met de 10 connectors voor de spuitkleppen naar achteren, en onder de kleppen (Figuur 107).

    g031027
  2. Steek de druknagels van de kabelboomaftakking van 218,4 cm in de openingen in de onderste flens van de bevestigingsbeugel van de 10 kleppen (Figuur 107).

De kabelboom aansluiten op de onderdelen van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

  1. Leid de connectors van de kabelboomaftakking van 218,4 cm en 75,5 cm met de aanduiding Flow Meter (vloeistofstroommeter) en Pressure Transducer (drukomzetter) langs de achterkant van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 108).

    g031041
  2. Sluit de stekker met 3 bussen van de kabelboomaftakking van 75,5 cm voor de vloeistofstroommeter (niet gemerkt) aan op de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de vloeistofstroommeter (Figuur 108).

  3. Sluit de stekker met 3 bussen van de kabelboomaftakking van 218,4 cm met de aanduiding Pressure Transducer (drukomzetter) aan op de stekker met 3 pinnen van de drukomzetter (Figuur 108).

  4. Bevestig de magnetische kabelankers voor de vloeistofstroommeter en de drukomzetter op het oppervlak van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 108).

  5. Leid de stekker met 3 pinnen voor de kabelboom van de mengklep vóór de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 109).

    g031039
  6. Sluit de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de mengklep aan op de stekker met 3 bussen van de kabelboomaftakking van 203 cm met aanduiding Agitation Valve (mengklep) (Figuur 110).

    g031040

De kabelboom aansluiten op de magneetkleppen voor het verdeelstuk van de hefcilinder

  1. Sluit onderaan het verdeelstuk van de hefcilinder de busconnector met 2 contacten van de achterste kabelboom met de aanduiding Enable Solenoid (magneetklep inschakelen) aan op de stekker met 2 pinnen voor het inschakelen van de magneetklep (Figuur 111 en Figuur 112).

    g031046
    g031047
  2. Sluit aan de onderste rechtermagneetklep de busconnector met 2 contacten van de achterste kabelboom met de aanduiding Right Down (rechts onder) aan op de stekker met 2 pinnen voor de magneetklep rechts onderaan (Figuur 111 en Figuur 112).

  3. Sluit aan de bovenste rechtermagneetklep de busconnector met 2 contacten van de achterste kabelboom met de aanduiding Right Up (rechts boven) aan op de stekker met 2 pinnen voor de magneetklep rechts bovenaan (Figuur 111 en Figuur 112).

  4. Sluit aan de onderste linkermagneetklep de busconnector met 2 contacten van de achterste kabelboom met de aanduiding Left Down (links onder) aan op de stekker met 2 pinnen voor de magneetklep links onderaan (Figuur 111 en Figuur 112).

  5. Sluit aan de bovenste linkermagneetklep de busconnector met 2 contacten van de achterste kabelboom met de aanduiding Left Up (links boven) aan op de stekker met 2 pinnen voor de magneetklep links bovenaan.

De kabelboom aansluiten op de spuitdopkleppen

  1. Leid de stekkers met 3 bussen van de kabelboomaftakking van 218,4 cm met aanduiding Nozzle Valve 86 (spuitdopklep 1) – Nozzle Valve 5 aan de achterkant van de bevestiging voor de 5 kleppen en onder spuitdopkleppen 1 tot 10 (Figuur 113).

    g031043
  2. Leid de stekkers met 3 bussen van de kabelboomaftakking van 218,4 cm met aanduiding Nozzle Valve 6 (spuitdopklep 6) tot Nozzle Valve 10 aan de achterkant van de bevestiging voor de 10 kleppen en onder spuitdopkleppen 6 tot 10 (Figuur 113).

  3. Sluit de connector met 3 contacten van de achterste kabelboom met aanduiding Nozzle 1 (spuitdop 1) aan op de stekker met 3 pinnen van de kabelboom voor spuitdopklep 1 (Figuur 113).

    Important: Het is belangrijk dat u elk van de aangeduide connectors met 3 contacten van de achterste kabelboom aansluit op de juiste stekker met 3 pinnen, en dit op de juiste spuitdopkleplocatie.

  4. Herhaal stap 3 voor spuitdopkleplocaties 2 tot en met 10 (Figuur 113).

De kabelboom door het motorcompartiment leiden

  1. Leid de kabelboomaftakking van 108 cm omhoog en in het achterste gedeelte van het motorcompartiment, langs de rechtersteun van het motorscherm – vóór het kanaal dat het luchtfilter en de motor verbindt (Figuur 114).

    Note: U zal de aftakking van 108 cm van de achterste kabelboom bevestigen in De elektrische kabelboom voor de navigatie naar de accu leiden.

    g030986
  2. Leid de kabelboomaftakking van 108 cm over de hoek van het stoelcompartiment en omlaag langs de linkersteun voor het motorscherm (Figuur 115).

    Note: U zal de aftakking van 108 cm van de achterste kabelboom bevestigen in De elektrische kabelboom voor de navigatie naar de accu leiden.

    g030944
  3. Leid de kabelboomaftakking van 108 cm omlaag langs de linkersteun van het motorscherm en onder de linker framebuis (Figuur 116).

    Note: U zal de aftakking van 108 cm van de achterste kabelboom bevestigen in De elektrische kabelboom voor de navigatie naar de accu leiden.

    g030946
  4. Leid de zekering van 50 A en de positieve en negatieve ringconnector van de kabelboomaftakking van 108 cm naar de bovenzijde van de accu (Figuur 116).

    Note: U zal de montage van de ringconnectors voltooien in De achterste kabelboom en de elektrische kabelboom voor de navigatie aansluiten op de accukabels.

De nieuwe middelste spuitboom voorbereiden

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Buitenste frame van middengedeelte (links – lang)1
Frame van middengedeelte (midden – kort)1
Buitenste frame van middengedeelte (rechts – lang)1
Flenskopschroef (⅜" x 1")4
Flensborgmoer (⅜")
Onderste deel van de houder1

De frames van de middelste spuitboom monteren

  1. Lijn de openingen in de verticale flenzen van het middelste frame van het centrale spuitboomgedeelte uit met de openingen in het buitenste frame van het middengedeelte (Figuur 117).

    g032436
  2. Monteer het verlengstuk van de middelste spuitboom losjes op het frame (Figuur 117); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (⅜" x 1") en 2 flensborgmoeren (⅜").

  3. Lijn de openingen in de verticale flenzen van het middelste frame van het centrale spuitboomgedeelte uit met de openingen in het andere buitenste frame van het middengedeelte (Figuur 117).

  4. Monteer het verlengstuk van de middelste spuitboom losjes op het andere frame (Figuur 117); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (⅜" x 1") en 2 flensborgmoeren (⅜").

  5. Lijn de gaten in de cilinderbevestiging uit met de openingen in het midden van het middelste frame (Figuur 118).

    g032437
  6. Breng het verstevigingskanaal aan in de middelste en buitenste frames en breng de gaten in het kanaal op één lijn met de gaten in het midden van het middelste frame (Figuur 118).

  7. Monteer de cilinderbevestiging, de frames, het verlengstuk van de middelste spuitboom en het verstevigingskanaal met de 2 slotbouten (½" x 1¼") en 2 flensborgmoeren (½") die u verwijderd hebt in stap 3 van De spuitdoppen van de spuitmachine verwijderen, en de 4 slotbouten (½" x 1¼") en 4 flensborgmoeren (½") van de completeringsset van het GeoLink spuitsysteem (Figuur 118).

  8. Draai de flenskopbouten en flensborgmoeren van ⅜" vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

  9. Draai de flensborgmoeren van ½" vast met een torsie van 91 tot 113 N·m.

Monteren van de sproeikoppen op de nieuwe middelste spuitboom

  1. Gebruik een takel om de nieuwe middelste spuitboom tot een comfortabele werkhoogte te tillen.

  2. Gebruik de 3 spuitdoppen die u verwijderd hebt in stap 1 van De spuitdoppen van de spuitmachine verwijderen, verwijder de schroeven van roestvrij staal (nr. 12 x 1¼") waarmee de bovenste klemhelften en de dubbele of enkele steel met slangribbel (¾") bevestigd zijn aan de behuizing van de spuitdoppen, en verwijder de stelen met slangribbel (Figuur 119).

    Note: De bout (5/16" x ¾" – roestvrij staal) komt los van de bovenste klemhelft wanneer u de klem opent, bewaar de bout voor hermontage.

    g030591
  3. Op de middelste spuitboom: lijn de verbindingsbuis in de zitting van een spuitdop (Figuur 120 en Figuur 121) uit met de opening in de zijkant van de enkele steel met slangribbel (½").

    g030644g030594
  4. Sluit de bovenste klemhelft rond de steel van de geribde slang en bevestig de klemhelft en de behuizing van de spuitdop (Figuur 121) met de schroef van roestvrij staal (nr. 12 x 1¼").

    Note: Zorg ervoor dat de bout (5/16" x ¾") in de uitsparing in de bovenste klemhelft zit wanneer u de klem sluit.

    g030592
  5. Monteer de spuitdop op de spuitdophouder (Figuur 79) met de flensborgmoer (5/16") die u verwijderd hebt in stap 2 van De spuitdoppen van de spuitmachine verwijderen.

  6. Draai de flensborgmoer aan met een torsie van 1978 tot 2542 N·cm.

  7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor de andere 2 spuitdoppen en de andere 2 stelen met slangribbel (½").

De steunbeugels monteren op de middelste spuitboom

  1. Lijn de gaten van de montagebeugel van de rechter houder die u verwijderd hebt in stap 3 van De spuitboomhouder verwijderen uit met de gaten aan de boven- en achterkant (rechts van de cilinderbevestiging) van de nieuwe middelste spuitboom (Figuur 122).

    g030677
  2. Monteer de rechter spuitboomhouder op de middelste spuitboom met de 3 flenskopbouten (⅜" x 1¼") en flensborgmoeren die u verwijderd hebt in stap 3 van De spuitboomhouder verwijderen.

  3. Haal de bouten en moeren aan met 37 tot 45 N·m.

  4. Lijn de gaten in de montagebeugel van de nieuwe onderste linker spuitboomhouder uit met de gaten in de boven- en voorkant (links van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk) van de nieuwe middelste spuitboom (Figuur 123).

    g030673
  5. Monteer de spuitboomhouder op de middelste spuitboom met de 3 flensbouten en 3 flensborgmoeren die u verwijderd hebt in stap De spuitboomhouder verwijderen van 2.

  6. Bij de onderste houder links: monteer de bovenste houder die u verwijderd hebt in stap 1 van De spuitboomhouder verwijderen op de onderste houder (Figuur 123) met de flenskopbout (⅜" x 2") en flensborgmoer (⅜").

  7. Monteer de bovenste linker spuitboomhouder die u verwijderd hebt in stap 1 van De spuitboomhouder verwijderen op de onderste houder met de 3 flenskopbouten (⅜" x 1¼") en flensborgmoer (⅜").

  8. Haal de bouten en moeren aan met 37 tot 45 N·m.

De nieuwe middelste spuitboom monteren

Vereiste capaciteit van de hefvoorziening: 102 kg

  1. Gebruik een voorziening met voldoende hefvermogen om de middelste spuitboom op te tillen en lijn de openingen in de steunbeugel van de spuitboom uit met de derde en zesde opening in het bevestigingskanaal van het frame van de spuitmachine (Figuur 104).

    g030715
  2. Monteer de middelste spuitboom op de bevestigingskanalen; gebruik hierbij de 4 flenskopbouten (½" x 1¼") en 4 flensborgmoeren (½") die u verwijderd hebt in stap 3 van Verwijderen van de middelste spuitboom.

  3. Draai de bouten en moeren vast met 91 tot 113 N·m.

De vloeistofstroommeter en drukomzetter monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Vloeistofstroommeter1
Flensklem 76 mm2
Pakking (buitendiameter 2¼")2
Verloopstuk2
Flensklem 51 mm1
Pakking (buitendiameter 1-5/16")1
Fitting met geribde flens (1")1
Slang (1" x 7¼")1
Slangklem 4
Drukomzetter en verdeelstuk1
Slang (1" x 8½")1
R-klem1
Flenskopbout (5/16" x ¾")1
Flensborgmoer (5/16")1

De vloeistofstroommeter en drukomzetter monteren

  1. Lijn de pakking (2¼") en het verloopstuk uit met het uiteinde van de vloeistofstroommeter waarnaar de pijl wijst (Figuur 125).

    g033154
  2. Bevestig de vloeistofstroommeter, de pakking en het verloopstuk (Figuur 125) met een flensklem van 76 mm.

  3. Lijn de pakking (2¼") en de geribde slangfitting uit met het uiteinde van het verloopstuk (Figuur 125).

  4. Bevestig de fitting met geribde flens, de pakking en het verloopstuk (Figuur 125) met een flensklem van 51 mm.

  5. Monteer de slang (1" x 7¼") op de fitting met geribde flens en de geribde elleboogfitting van de drukomzetter en het verdeelstuk; zie Figuur 125.

  6. Bevestig de slang en de geribde fittings met 2 slangklemmen (Figuur 125).

  7. Monteer de slang (1" x 8½") op de andere geribde elleboogfitting van de drukomzetter en het verdeelstuk; zie Figuur 125.

  8. Bevestig de slang en de geribde fitting met een slangklem (Figuur 125).

De vloeistofstroommeter en drukomzetter op de machine monteren

  1. Lijn de pakking (2¼") tussen de vloeistofstroommeter en het verloopstuk dat gemonteerd is aan de rechterkant van de hoofdregelklep (Figuur 126).

    g033342
  2. Bevestig de pakking, vloeistofstroommeter en het verloopstuk (Figuur 126) losjes met een flensklem van 76 mm.

  3. Bevestig het vrije uiteinde van de slang (1" x 8½") losjes op de 90° flens (1") met een slangklem (Figuur 126).

  4. Bevestig de drukomzetter en het verdeelstuk aan de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk. Gebruik hiervoor een R-klem, flenskopbout (5/16" x ¾") en flensborgmoer (5/16"); zie Figuur 126.

  5. Zet de flensklem en slangklem die u heeft gemonteerd in stap 2 en 4 goed vast.

De hefcilinders van de spuitboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Hydraulische slang (¼" x 24¾")4

Het verdeelstuk van de spuitboomlift monteren

  1. Lijn de gaten in de steunbeugel van het verdeelstuk van de spuitboomlift die u verwijderd hebt in stap 3 van Het verdeelstuk van de hefcilinder en de steunbeugel verwijderen uit met de cilinderbevestiging van de nieuwe middelste spuitboom (Figuur 127).

    g030766
  2. Monteer de steunbeugel op de cilinderbevestiging (Figuur 127); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (5/16" x 1") en de flensborgmoeren (5/16") die u verwijderd hebt in stap 3 van Het verdeelstuk van de hefcilinder en de steunbeugel verwijderen.

  3. Draai de bouten en moeren vast met een torsie van 1978 tot 2542 N·cm.

  4. Sluit de hydraulische drukslang (aangeduid met een kabelbinder) aan op opening P van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 127).

  5. Sluit de hydraulische retourslang aan op opening T van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 127).

  6. Draai de wartelmoeren van de slangen aan met een torsie van 37 tot 45 N·m.

De hefcilinders monteren

  1. Lijn het vaste uiteinde van de hefcilinder die u verwijderd hebt in stap 4 van De hefcilinders verwijderen uit met de opening van 16 mm in de cilinderbevestiging (Figuur 128).

    Note: Zorg ervoor dat de openingen voor de uitgaande en ingaande slag van de cilinder uitgelijnd zijn.

    g030769
  2. Monteer de cilinder op de cilinderbevestiging; gebruik hierbij de draaipen, flenskopbout en flensmoer (Figuur 128).

  3. Haal de bout en moer aan met 1978 tot 2542 N·cm.

  4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor de andere hefcilinder aan de andere kant van de cilinderbevestiging.

De slangen van de hefcilinder aansluiten

  1. Monteer losjes een nieuwe hydraulische slang (¼" x 24¾") tussen de opening voor de uitgaande slag van de hefcilinder van de linkerspuitboom en opening C3 van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 129).

    g030772
  2. Monteer losjes een nieuwe hydraulische slang (¼" x 24¾") tussen de opening voor de ingaande slag van de hefcilinder van de linker spuitboom en opening C4 van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 129).

  3. Monteer losjes een nieuwe hydraulische slang (¼" x 24¾") tussen de opening voor de uitgaande slag van de hefcilinder van de rechter spuitboom en opening C1 van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 130).

    g030773
  4. Monteer losjes een nieuwe hydraulische slang (¼" x 24¾") tussen de opening voor de ingaande slag van de hefcilinder van de rechter spuitboom en opening C2 van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 130).

  5. Draai de slangfittings van de openingen voor de uit- en ingaande slag van de hefcilinders (Figuur 129 en Figuur 130) vast met een torsie van 21 tot 26 N·m.

  6. Draai de wartelmoeren van de slangen van het hefverdeelstuk van de spuitbomen (Figuur 129 en Figuur 130) vast met een torsie van 24 tot 30 N·m.

De buitenste spuitbomen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Nylon flenslager4

Monteren van de buffers

  1. Plaats het draadeinde van de buffer die u verwijderd hebt in stap 4 van De spuitboomhouder verwijderen in het middelste gat aan het uiteinde van de bovenplaat van de middelste spuitboom (Figuur 131).

    g030774
  2. Bevestig de buffer op de middelste spuitboom met de flensborgmoeren (5/16") die u verwijderd hebt in 4 van De spuitboomhouder verwijderen.

Verwijderen van de spuitdoppen van de buitenste spuitbomen

  1. Snij de slang tussen twee spuitdoppen door (Figuur 132).

    g030775
  2. Verwijder de flensborgmoer (5/16") waarmee de spuitdop bevestigd is aan de spuitdopbevestiging (Figuur 132).

  3. Herhaal stap 2 en 1 voor de andere 3 spuitdoppen.

    Note: Bewaar de flensborgmoer en de spuitdop voor montage inMonteren van de spuitdoppen van de buitenste spuitbomen.

    Note: Gooi de slangen, klemmen en T-fitting die u verwijderd hebt van de machine weg.

  4. Herhaal stap 2 tot en met 3 voor de andere buitenste spuitboom.

  5. Gebruik de 8 spuitdoppen die u verwijderd hebt in stap 1 om de schroeven van roestvrij staal (nr. 12 x 1¼") waarmee de bovenste klemhelften en de dubbele of enkele steel met slangribbel (¾") bevestigd zijn aan de behuizing van de spuitdoppen, en verwijder de stelen met slangribbel (Figuur 133).

    Note: De bout (5/16" x ¾" – roestvrij staal) komt los van de bovenste klemhelft wanneer u de klem opent, bewaar de bout voor hermontage.

    g030802

Monteren van de buitenste spuitbomen op de machine

Hefvermogen: 91 kg

  1. Gebruik een takel met voldoende hefvermogen om de buitenste spuitboom omhoog te brengen.

  2. Steek een nylon flenslager in de openingen van 31,8 mm aan weerszijden van de draaifitting (Figuur 134).

    g030783
  3. Lijn de lagers in de draaifitting uit met de openingen in de flenzen van de draaibeugel aan het uiteinde van de middelste spuitboom (Figuur 135).

    g030784
  4. Monteer de draaifitting op de draaibeugel; gebruik hierbij de draaipen, flenskopbout (5/16" x 1") en flensborgmoer (5/16") die u verwijderd hebt in stap 1 en 2 van De spuitbomen verwijderen.

  5. Haal de bout en moer aan met een torsie van 1978 tot 2542 N·cm.

  6. Lijn het stanguiteinde van de hefcilinder uit met de opening van 25 mm in de arm van de draaifitting (Figuur 136).

    g030789
  7. Bevestig de hefcilinder aan de draaifitting; gebruik hierbij de gaffelpen en de R-pen (Figuur 136) die u verwijderd hebt in stap 3 van De hefcilinders verwijderen.

  8. Herhaal stap 1 tot en met 7 voor de buitenste spuitboom aan de andere kant van de machine.

De spuitdopslangen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Toevoerslang 279 cm2
Toevoerslang 234 cm2
Toevoerslang 188 cm4
Toevoerslang 81 cm2

Herkennen van de spuitdopslangen

U kunt de slangen voor de verschillende spuitdoppen (Figuur 137) herkennen aan hun lengte:

Overzicht locaties spuitdopslangen

Spuitdoppen – linker spuitboomSpuitdoppen – middelste spuitboomSpuitdoppen – rechter spuitboom
Spuitdop 1 (spuitdopklep 1) – toevoerslang 279 cmSpuitdoppen 5 en 6 (spuitdopklep 5) – toevoerslang 81 cm met 2 vertakkingenSpuitdop 9 (spuitdopklep 7) – toevoerslang 188 cm
Spuitdop 2 (spuitdopklep 2) – toevoerslang 234 cmSpuitdoppen 7 en 8 (spuitdopklep 6) – toevoerslang 81 cm met 2 vertakkingenSpuitdop 10 (spuitdopklep 8) – toevoerslang 188 cm
Spuitdop 3 (spuitdopklep 3) – toevoerslang 188 cm Spuitdop 11 (spuitdopklep 9) – toevoerslang 234 cm
Spuitdop 4 (spuitdopklep 4) – toevoerslang 188 cmSpuitdop 12 (spuitdopklep 10) – toevoerslang 279 cm

Note: Zie Figuur 138 in Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 1-4. , Figuur 139 in Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 5 en 6., en Figuur 140 in Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 7-10. voor de posities van de spuitdopkleppen.

g033192

Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 1-4.

  1. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 279 cm op de koppeling van spuitdopklep 1 (Figuur 138).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

    g033212
  2. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 138).

  3. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 234 cm op de koppeling van spuitdopklep 2 (Figuur 138).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  4. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 138).

  5. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 188 cm op de koppeling van spuitdopklep 3 (Figuur 138).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  6. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 138).

  7. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 188 cm op de koppeling van spuitdopklep 4 (Figuur 138).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  8. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 138).

Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 5 en 6.

Note: De toevoerslang van 81 cm heeft een T-fitting met twee vertakkingen en 2 enkele geribde slangstelen.

  1. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 81 cm op de koppeling van spuitdopklep 5 (Figuur 139).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

    g033213
  2. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 139).

  3. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 81 cm op de koppeling van spuitdopklep 6 (Figuur 139).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  4. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 139).

Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 7-10.

  1. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 188 cm op de koppeling van spuitdopklep 7 (Figuur 140).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

    g033214
  2. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 140).

  3. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 188 cm op de koppeling van spuitdopklep 8 (Figuur 140).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  4. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 140).

  5. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 234 cm op de koppeling van spuitdopklep 9 (Figuur 140).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  6. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 140).

  7. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 279 cm op de koppeling van spuitdopklep 10 (Figuur 140).

    Note: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.

  8. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 140).

Leiden van de toevoerslangen naar de spuitdoppen

  1. Leid de slangen voor spuitdoppen 1, 2, 3 en 4 door de R-klem aan het linker buiteneinde van de middelste spuitboom (Figuur 141 en Figuur 142).

    g033220
    g033190
  2. Leid de slangen voor spuitdoppen 7, 8, 9 en 10 door de R-klem aan het rechter buiteneinde van de middelste spuitboom (Figuur 141 en Figuur 142).

  3. Leid de slangen van 279 cm en de geribde slangstelen (¾") langs de spuitboom naar spuitdoppen 1 en 10 zoals in Figuur 141 en Figuur 142.

  4. Leid de slangen van 234 cm en de geribde slangstelen (¾") langs de spuitboom naar spuitdoppen 2 en 9 zoals in Figuur 141 en Figuur 142.

  5. Leid de slangen van 188 cm en de geribde slangstelen (¾") langs de spuitboom naar spuitdoppen 3 en 8 zoals in Figuur 141 en Figuur 142.

    Note: Leid de slangen door de onderste pakkingringen achteraan in de beugels van het buisframe.

  6. Leid de slangen van 188 cm en de geribde slangstelen (¾") langs de spuitboom naar spuitdoppen 4 en 7 zoals in Figuur 141 en Figuur 142.

    Note: Leid de slangen door de onderste pakkingringen achteraan in de beugels van het buisframe.

  7. Bundel de 4 slangen van de spuitdoppen met een kabelbinder zoals in Figuur 142.

Monteren van de spuitdoppen van de buitenste spuitbomen

  1. Lijn de verbindingsbuis in de zitting van een spuitdop (Figuur 143) uit met de opening in de zijkant van de enkele steel met slangribbel (½").

    g030592
  2. Sluit de bovenste klemhelft rond de geribde slangaansluuiting en zet de halve klem en sproeikopbehuizing (Figuur 143) vast met de roestvast stalen schroef (nr. 12 x 1¼"); draai de schroef aan met 14 tot 18 N∙m

    Note: Zorg ervoor dat de inbusbout (5/16" x ¾") in de uitsparing in de bovenste klemhelft zit wanneer u de klem sluit.

  3. Monteer de spuitdoppen op de buitenste spuitboom; ga als volgt te werk:

    g030823
  4. Draai de flensborgmoer aan met 1978 tot 2542 N·cm.

  5. Herhaal stap 1 tot en met 4 voor de andere spuitdoppen van de spuitboom.

  6. Herhaal stap 1 tot en met 5 voor de buitenste spuitboom aan de andere kant van de machine.

De druksensorbuis voor de dashboardmeter aansluiten

De druksensorbuis voor de dashboardmeter aansluiten

Machines zonder optionele slanghaspel set
  1. Lijn het uiteinde van de druksensorbuis (plastic) voor de drukmeter in het dashboard uit met de borgkraag voor de buiskoppeling (Figuur 145).

    g031328
  2. Druk de sensorbuis in de borgkraag tot de buis niet meer verder kan (Figuur 145).

De druksensorbuis aankoppelen

Optioneel spuitpistool of optionele meedraaiende slanghaspel
  1. Lijn het uiteinde van de druksensorbuis (plastic) voor de drukmeter in het dashboard uit met de borgkraag voor de buiskoppeling (Figuur 146 en Figuur 147).

    g033246
    g033247
  2. Druk de sensorbuis in de borgkraag tot de buis niet meer verder kan (Figuur 146 en Figuur 147).

De navigatieontvanger monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Navigatieontvanger – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41623)1
Beugel van ontvanger1
U-bout2
RTK-antennebeugel (optionele set met CDMA RTK correctiemodem of GSM RTK correctiemodem)1
Flensborgmoer (⅜")4
Zeskantbout (5 x 16 mm)3
Ring (5 mm)3
Cellulaire antenne (optionele set met CDMA RTK correctiemodem of GSM RTK correctiemodem)1
Coaxiale kabel (optionele set met CDMA RTK correctiemodem of GSM RTK correctiemodem)1
Typeplaatje (uit de X25 of X30 GeoLink Precision Spray System set)1

De navigatieontvanger op de machine monteren

  1. Lijn de opening in het midden van de beugel van de ontvanger uit met de lasnaad in de middellijn van de buis van de rolbeugel (Figuur 148).

    Note: Zorg ervoor dat de grote flens met 2 gaten achter de buis van de rolbeugel zit, en de kleine flens met 1 gat naar voren.

    g030748
  2. Monteer de beugel van de ontvanger op de buis van de rolbeugel; ga als volgt te werk:

    • Als uw machine beschikt over een wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) met wide area augmentation system (WAAS), monteer dan de beugel van de ontvanger op de buis van de rolbeugel (Figuur 149) met de 2 U-bouten en 4 flensborgmoeren (⅜").

      g030749
    • Als uw machine uitgerust is met GNSS en de CDMA of GSM RTK correctiemodem, monteer dan de beugel van de ontvanger en de RTK-antennebeugel op de buis van de rolbeugel (Figuur 150) met de 2 U-bouten en 4 flensborgmoeren (⅜").

      g031859
  3. Draai de moeren aan tot 37 à 45 N·m.

  4. Lijn de 3 schroefdraadopeningen in de basis van de navigatieontvanger uit met de 3 gaten in de beugel van de ontvanger (Figuur 151).

    g030750
  5. Monteer de ontvanger op de beugel (Figuur 151); gebruik hierbij de 3 inbusbouten (5 x 16 mm) en 3 ringen (5 mm).

  6. Draai de 3 bouten vast met 576 tot 712 N·cm.

  7. Plaats het typeplaatje op de beugel van de ontvanger (Figuur 152).

    Note: Het typeplaatje zit in de X25 of X30 GeoLink Precision Spray System set.

    g199179

De RTK-antenne op de navigatieontvanger monteren

Note: Monteer de RTK-antenne als uw machine is voorzien van een CDMA RTK of GSM RTK correctiemodem.

  1. Lijn de coaxiale koppeling uit door het gat in de RTK-antennebeugel, met de tussenschotschroefdraad van de koppeling naar beneden (Figuur 153).

    Note: Draai de coaxiale koppeling zoals nodig om de platte kant van de tussenschotschroefdraad uit te lijnen met de platte kant aan de opening in de RTK-antennebeugel.

    g199180
  2. Monteer de coaxiale koppeling op de antennebeugel; gebruik hierbij de borgring en de contramoer, en draai de contramoer handmatig aan (Figuur 153).

  3. Monteer de RTK-antenne op de bovenste fitting van de coaxiale koppeling en draai de kartelmoer van de antenne handmatig vast (Figuur 154).

    g031877
  4. Monteer de antennekabel losjes op de onderste fitting van de coaxiale koppeling (Figuur 154).

  5. Leid de kabel rond de achterzijde van de navigatieontvanger, naar de coaxiale connector van de CDMA GSM cellulaire modem Figuur 154.

  6. Sluit de antennekabel aan op de coaxiale connector van de CDMA of GSM cellulaire modem (Figuur 154).

  7. Draai de kartelmoeren van de antennekabel handmatig vast.

De monitor van de spuitmachine monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Monitor van spuitmachine – GeoLink Precision spuitsysteem 416231
Kap van display1
Kogelhouder – GeoLink Precision spuitsysteem 416231
Monitorarm – GeoLink Precision spuitsysteem 416231
Versterkingsplaat1
Flenskopbout (¼" x 1½")4
Flensborgmoer (¼")4

De kap van het display aan de monitor van de spuitmachine monteren

  1. Richt aan de achterkant van de monitor van de spuitmachine de 2 stekkers (26 pinnen) naar beneden en verwijder de bovenste borgmoer (5 mm) van het draadeind voor de kogeltapfitting ( (Figuur 155).

    g031279
  2. Breng een laag schroefdraadborgmiddel (vochtafdrijvend – middelmatig sterk tot sterk) aan op de schroefdraad van het moergedeelte van de afstandhouder met schroefdraad (Figuur 156).

    g031280
  3. Schroef de afstandhouder in het draadeind van de kogeltapfitting (Figuur 155) en draai de afstandhouder aan tot 250 N·cm.

  4. Breng een laag schroefdraadborgmiddel (vloeiend, middelmatige sterkte) aan op de schroefdraad van het mannelijke gedeelte van de afstandhouder met schroefdraad (Figuur 156).

  5. Lijn het gat in de kap van het display uit met het mannelijke gedeelte van de afstandhouder met schroefdraad (Figuur 155).

  6. Monteer de kap op de monitor met de borgmoer (5 mm) die u verwijderd hebt in stap 1.

  7. Draai de moer vast met een torsie van 250 N·cm.

Het dashboard doorboren

  1. Zoek aan het dashboard van de machine de dashboardschroef aan de rechterkant van de doorvoer in de opening in het dashboard (Figuur 157).

    g030752
  2. Meet 33,3 mm vanaf het midden van de schroef naar rechts, en markeer de locatie met een verticale potloodlijn (Figuur 157).

  3. Meet 21 mm vanaf de bovenrand van het dashboardpaneel en breng op deze plaats een horizontale lijn aan.

  4. Breng met een centerpons een gat aan in het dashboard op de plaats waar de markeringen elkaar kruisen.

  5. Breng met een boor van 8 mm een gat aan in het dashboard op de plaats van de centerponsmarkering (Figuur 157).

  6. Lijn de vlakke zijde van de verstevigingsplaat tijdelijk uit met het dashboard; gebruik hierbij een flenskopbout (¼" x 1½").

  7. Lijn de verstevigingsplaat horizontaal uit met de bovenzijde van het dashboard en gebruik de verstevigingsplaat als sjabloon om de andere 3 gaten in het dashboard te boren (Figuur 157).

  8. Verwijder de verstevigingsplaat van het dashboard.

De monitor van de spuitmachine op het dashboard van de machine monteren

  1. Monteer de kogeltaphouder op het dashboard; gebruik hierbij de 4 bouten (¼" x 1½"), de verstevigingsplaat en de flensborgmoer (¼") zoals wordt getoond in Figuur 158.

    g030753
  2. Haal de bouten en moeren aan met 1017 tot 1243 Ncm.

  3. Draai de knop van de monitorarm los tot u zowel de kogeltap voor de fitting aan de achterkant van de monitor van de spuitmachine als de kogeltap voor de houder aan het dashboard in de holte van de monitorarm kunt schuiven (Figuur 159).

    g030754
  4. Stel uit de bestuurdersstoel (linker stoel) de stand van de monitor van de spuitmachine af zodat u het weergavescherm gemakkelijk kunt zien (Figuur 159).

  5. Draai handmatig de knop van de monitorarm vast (Figuur 159).

De spuitbediening en aansluiten van de achterste kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Spuitbediening – GeoLink Precision spuitsysteem 416231
Bout (4 x 10 mm)4
Flensborgmoer (4 mm)4

Monteren van de spuitbediening

  1. Plaats de spuitbediening aan de voorzijde van de klepbevestiging, met de stekker met 40 pinnen naar buiten (Figuur 160).

    g031178
  2. Monteer de spuitbediening op de klepbevestiging (Figuur 160); gebruik hierbij de 4 bouten (4 x 10 mm) en 4 flensborgmoeren (4 mm).

  3. Haal de bouten en moeren aan met 234 tot 286 N·cm.

Aansluiten van de achterste kabelboom op de bediening

  1. Lijn de 40-polige connector gemerkt ASC 10 van de 203 cm aftakking van de kabelboom uit met de 40-polige connector van de spuitbediening (Figuur 161).

    g031186
  2. Duw de 40-polige connector met bussen op de 40-polige connector met pinnen totdat ze goed zijn gekoppeld

  3. Lijn de 4-polige connector gemerkt To ASC 10 van de 203 cm aftakking van de kabelboom uit met de 4-polige connector van de spuitbediening (Figuur 161).

  4. Duw de 4-polige connector met bussen op de 4-polige connector met pinnen totdat ze goed zijn gekoppeld

De kabels voor de navigatiecomponenten monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Datakabel (navigatiesysteem) – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41623)1
Elektrische kabel (navigatiesysteem) – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41623)1
Kabelbinder5

De datakabel en elektrische kabel aansluiten

g292898
  1. Indien er geen afsluitresistor gemonteerd is, brengt u deze aan in de elektrische connector aan de aftakking van 390 cm van de datakabel voor de navigatieontvanger (Figuur 162).

  2. Indien er geen afsluitresistor gemonteerd is, brengt u deze aan in de elektrische connector aan de aftakking van 220 cm van de datakabel voor de spuitmonitor (Figuur 162).

  3. Sluit de connector met 3 bussen (koppeling elektrische voeding) van de kabelboom van de navigatieontvanger aan op de connector met 3 pinnen (koppeling elektrische voeding) van de datakabel (Figuur 162 en Figuur 163).

    g202247

De datakabel naar de navigatieontvanger leiden en aansluiten

g203668
  1. Leid de aftakking van 390 cm van de datakabel naar de rechterkant van het motorcompartiment (naast het luchtfilter voor de motor) en naar achteren, rechts onder het achterste motorscherm (Figuur 165).

    g031232
  2. Leid de aftakking van 390 cm van de datakabel langs de rechter rolbeugelbuis, met de stekker met 12 bussen (grijs) en de stekker met 12 bussen (zwart) omhoog naar de navigatieontvanger (Figuur 166).

    g031233
  3. Lijn de 2 nokken van de lange zijde van de grijze en zwarte busconnector met 12 contacten van de datakabel uit met de 2 groeven in de onderste, horizontale wand van de linker (grijze) stekker met 12 pinnen van de navigatieontvanger (Figuur 167).

    Note: Wees voorzichtig wanneer u de kabelboom aansluit op de navigatieontvanger; de nokken van de kabelboomconnectors zijn specifiek voor de groeven van de pinconnectors van de navigatieontvanger bedoeld.

    g032991
  4. Sluit de grijze en zwarte connector met 12 bussen van de datakabel aan op de linker (grijze) connector met 12 pinnen van de navigatieontvanger; de connectors moeten in elkaar klikken (Figuur 167).

  5. Lijn de 2 nokken van de korte zijde van de zwarte connector met 12 bussen van de datakabel uit met de 2 groeven in de linker, verticale wand van de rechter (zwarte) connector met 12 pinnen van de navigatieontvanger (Figuur 167).

    Note: Wees voorzichtig wanneer u de kabelboom aansluit op de navigatieontvanger; de nokken van de kabelboomconnectors zijn specifiek voor de groeven van de pinconnectors van de navigatieontvanger bedoeld.

  6. Sluit de geheel zwarte busconnector met 12 bussen van de datakabel aan op de linker (zwarte) connector met 12 pinnen van de navigatieontvanger; de connectors moeten in elkaar klikken (Figuur 167).

  7. Bevestig de aftakking van 390 cm van de datakabel met 2 kabelbinders aan de rechter rolbeugelbuis, zoals wordt getoond in Figuur 166.

    Note: Zorg dat er speling is op de kabel tussen de connectors met 12 bussen en de kabelbinder.

De elektrische en datakabel voor de navigatie aansluiten op de achterste kabelboom van de machine

  1. Leid de aftakking van 100 cm van de elektrische kabel (Figuur 168) met de connector met 1 pin omlaag naar de plaats waar de voorste en achterste kabelboom van de machine op elkaar zijn aangesloten; zie Figuur 86 in De voorste en achterste kabelboom aansluiten.

    g031242
  2. Leid de aftakking van 100 cm van de datakabel (Figuur 168) met de connector met 4 pinnen voor de CAN 2/spuitbediening omlaag naar de plaats waar de voorste en achterste kabelboom van de machine op elkaar zijn aangesloten; zie Figuur 86 in De voorste en achterste kabelboom aansluiten.

  3. Sluit de connector met 4 pinnen van de datakabel voor de CAN 2 / spuitbediening aan op de connector met 4 bussen van de achterste kabelboom voor het CAN 2 / spuitbedieningscircuit (Figuur 169).

    g031067
  4. Sluit de stekker met 1 pin van de elektrische kabel aan op de busconnector met 1 contact van de achterste kabelboom (Figuur 169).

De elektrische kabelboom voor de navigatie naar de accu leiden

  1. Leid de aftakking van 220 cm van de elektrische kabel voor het navigatiesysteem over de hoek van het stoelcompartiment en omlaag langs de linkersteun voor het motorscherm (Figuur 170).

    g031296
  2. Bevestig de kabelboom met kabelbinders aan de steun van het motorscherm (Figuur 170).

  3. Leid de aftakking van 220 cm van de elektrische kabel voor het navigatiesysteem omlaag langs de linkersteun van het motorscherm en onder de linker framebuis (Figuur 171).

    g031297
  4. Bevestig de kabelboom met 3 kabelbinders aan het gat in de hoek van het stoelcompartiment en het motorscherm (Figuur 171 en Figuur 172).

    g031298
  5. Leid de zekering van 10 A en de positieve en negatieve ringconnector van de aftakking van 220 cm van de elektrische kabel voor het navigatiesysteem naar de bovenzijde van de accu (Figuur 172).

    Note: U zal de montage van de ringconnectors voltooien in De achterste kabelboom en de elektrische kabelboom voor de navigatie aansluiten op de accukabels.

De datakabel naar de monitor van de spuitmachine leiden en aansluiten

g203669
  1. Leid aan de rechterzijde van het motorcompartiment de aftakking van 220 cm van de datakabel vóór het luchtfilter van de motor en omlaag naar de onderste hoek aan de rechterkant van de radiateur (Figuur 174).

    g031283
  2. Leid de aftakking van 220 cm van de datakabel naar voren en door de 2 R-klemmen onderaan de machine (Figuur 174).

  3. Leid de aftakking van 220 cm van de datakabel naar voren en omhoog door de doorvoer die in het gat in het vloerpaneel zit (Figuur 175).

    g031284
  4. Leid de aftakking van 220 cm van de datakabel omhoog en langs de voorste kabelboom van de machine (Figuur 175).

  5. Leid de aftakking van 220 cm van de datakabel omhoog door de doorvoer die in het gat in het dashboard zit (Figuur 176).

    g031285
  6. Sluit de busconnector met 26 contacten van de datakabel uit met de stekker met 26 pinnen van het display van de spuitmachine en druk de busconnector in de stekker tot de onderdelen in elkaar klikken (Figuur 176).

De achterste kabelboom en de elektrische kabelboom voor de navigatie aansluiten op de accukabels

g203667
  1. Leid de positieve ringconnector (rode draad), de negatieve ringconnector (zwarte draad) en de zekeringhouder van 50 A van de achterste kabelboom omhoog tussen de accubak en het chassis van de machine (Figuur 178).

    g030943
  2. Leid de positieve ringconnector (rode draad), de negatieve ringconnector (zwarte draad) en de zekeringhouder van 10 A van de elektrische kabel voor de navigatie omhoog tussen de accubak en het chassis van de machine.

  3. Verwijder de T-bouten en de zeskantige moeren van de connectors van de plus- en minkabel van de accu (Figuur 178).

  4. Monteer een T-bout door de positieve connector (rode draad) van de achterste kabelboom, de positieve connector van de elektrische kabel voor de navigatie, en de connector van de pluskabel van de accu (Figuur 178).

  5. Bevestig de connectors en de T-bout losjes met een zeskantige moer (Figuur 178).

    Note: Sluit de accukabel nog niet aan op de accu.

  6. Monteer een T-bout door de negatieve connector (zwarte draad) van de achterste kabelboom, de negatieve connector van de elektrische kabel voor de navigatie, en de connector van de minkabel van de accu (Figuur 178).

  7. Bevestig de connectors en de T-bout losjes met een zeskantige moer (Figuur 178).

    Note: Sluit de accukabels nog niet aan op de accu.

Het optionele scherm van het onderstel monteren

  1. Lijn het scherm van het onderstel uit met het onderste chassis van de machine (Figuur 179).

    g032041g032043
  2. Schuif de steunbanden van het scherm van het onderstel over de bouten en de slotbout aan de bevestigingsbeugels van de motor van de machine (Figuur 179).

  3. Monteer het scherm van het onderstel op de bevestigingsbeugels en -bouten van de motor (Figuur 179); gebruik de 4 flensborgmoeren (5/16") die u verwijderd hebt in stap 2 van Het optionele scherm van het onderstel verwijderen.

  4. Lijn de gaten in het achterste gedeelte van het scherm van het onderstel uit met de gaten in het chassis (Figuur 180).

    g208653
  5. Monteer het achterste gedeelte van het scherm van het onderstel op het chassis; gebruik hierbij de 7 flenskopbouten (5/16" x ⅞") en 7 ringen (5/16") die u verwijderd hebt in stap 1 van Het optionele scherm van het onderstel verwijderen (Figuur 180).

  6. Draai de moeren en bouten vast met 1129 tot 1542 N·cm.

De optionele handspuit, elektrische slanghaspel of meedraaiende slanghaspel aansluiten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

90° knie met zijpoort (Toro onderdeelnummer 131-3726)1
Flensklem en pakking (Toro onderdeelnummer 127-9829)1
Afsluitklep (Toro onderdeelnummer 130-7321)1

Monteren van de bedieningskast op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

Set met handsproeier of elektrische slanghaspelset
  1. Lijn het gat in de bevestigingsplaat van de bedieningskast uit met de gaten of sleuven in de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk van de spuitkleppen (Figuur 181).

    g031591
  2. Monteer de bedieningskast op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 181); gebruik hierbij de 3 flenskopbouten (¼" x ⅝") en 3 flensborgmoeren (¼") die u verwijderd hebt in stap 1 van Verwijderen van de bedieningskast van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

  3. Draai de bouten en moeren vast met 1017 tot 1243 N·cm.

Monteren van de meedraaiende slanghaspel op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

Vereiste capaciteit van het hefwerktuig: 57 kg

  1. Ondersteun de meedraaiende slanghaspel met een hefwerktuig met voldoende capaciteit.

  2. Lijn de gaten in het ondersteuningsprofiel van de meedraaiende slanghaspel uit met de gaten in de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk van de spuitkleppen (Figuur 182).

    g031590
  3. Lijn de gaten in het onderste buisframe van de meedraaiende slanghaspel uit met de gaten in de montagebeugel van het rechter-frameprofiel van de machine (Figuur 182).

  4. Monteer de steunbeugel op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 182); gebruik hierbij de 4 flenskopbouten (⅜" x 1") en flensborgmoeren (⅜") die u verwijderd hebt in stap 3 van Verwijderen van de meedraaiende slanghaspel van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

  5. Monteer het onderste buisframe op de montagebeugel (Figuur 182) met de 2 flensbouten (⅜" x 2¼") en 2 flensborgmoeren (⅜") die u verwijderd hebt in stap 2 van Verwijderen van de meedraaiende slanghaspel van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

  6. Haal de bouten en moeren aan met 37 tot 45 N·m.

Monteren van de slang en fittings

  1. Neem de buiskoppeling van de eindkap op de flens aan de rechterkant van spuitdopklep 10 (Figuur 183).

    g031347
  2. Verwijder de flensklem, pakking, en eindkap van spuitdopklep 10 (Figuur 183).

    Note: Bewaar de buiskoppeling, flensklem en pakking voor herinstallatie later. U hebt de eindkap die u van de machine verwijderd hebt niet meer nodig.

  3. Wikkel PTFE-tape om de schroefdraad van de T-fitting (Figuur 184) die u verwijderd hebt in stap 3 van Losmaken van de slangen en buizen .

    g031563
  4. Monteer de T-fitting op de 90° knie met zijpoort zoals in Figuur 184 en draai de fitting met de hand vast.

  5. Monteer de 90° knie met zijpoort, pakking, en afsluitklep losjes met de flensklem (Figuur 184).

  6. Monteer de geribde fitting van de afsluitklep op de inlaatslang en slangklem (Figuur 184) die u verwijderd hebt in stap 4 van Losmaken van de slangen en buizen .

Monteren van de slang en sensorbuizen

  1. Lijn de pakking en 90° knie van de slanghaspel uit met de flens van spuitdopklep 10 (Figuur 185).

    g031403
  2. Monteer de knie en pakking op de klep met een flensklem en draai de klem met de hand vast (Figuur 185).

  3. Breng PTFE-afdichtingsmiddel aan op de schroefdraad van de buiskoppeling en monteer de buiskoppeling op de T-fitting zoals in Figuur 185.

  4. Plaats het uiteinde van de druksensorbuis voor de drukmeter op het dashboard in de buiskoppeling totdat de buis goed in de koppeling zit (Figuur 186).

    g031411
  5. Plaats het uiteinde van de druksensorbuis voor de drukmeter van de slanghaspel in de buiskoppeling totdat de buis goed in de koppeling zit (Figuur 186).

Aansluiten van de kabelboom van de optionele handspuit of elektrische slanghaspel

Bij de bedieningskast van de handspuit of elektrische slanghaspel: sluit de 6-polige stekker van de kabelboom van de bedieningskast aan op de 6-polige stekker van de achterste hoofdkabelboom van de machine (Figuur 187 en Figuur 188).

g031601
g031602

Aansluiten van de kabelboom van de optionele meedraaiende slanghaspel

  1. Zoek achteraan de machine de kabelboom voor de elektrische slanghaspel aan de achterzijde van de spuittank (Figuur 189).

    g031308
  2. Verwijder de plug van de stekker met 2 pinnen van de achterste hoofdkabelboom voor de voeding van de slanghaspel (Figuur 189).

  3. Sluit de stekker met 2 bussen van de kabelboom voor de elektrische slanghaspel aan op de stekker met 2 pinnen van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 189).

  4. Verwijder de kap van de stekker met 3 bussen van de achterste hoofdkabelboom voor de kabelboomverbinding van de spuitmachine (Figuur 189).

  5. Sluit de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de elektrische slanghaspel aan op de stekker met 3 pinnen van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 189).

De optionele schuimmarkeerderset aansluiten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82921
Kabelbinder – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82925
Relais – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82921
Flenskopbout (nr. 10-24 x ½") – schuimmarkeerder completeringsset 130-82921
Borgmoer (nr. 10-24 – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-8292)1
Bijkomende zekeringhouder – Toro onderdeelnummer 92-26411
Zekering (15 A – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-8292)1
Flenskopbouten (6 x 12 mm) – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82924
Bevestigingsbeugel (schakelaar schuimbediening) – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82921
Peddelschakelaar met 3 standen (schakelaar schuimbediening) – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82921
Tuimelschakelaar met 2 standen (aan/uit-schakelaar compressor) – optionele schuimmarkeerder completeringsset 130-82921

Leiden van de kabelboomaftakking voor de compressor

  1. Zoek de kabelboomaftakking van 236 cm met de stekker met 4 bussen van de compressor. Leid de kabelboomaftakking naar achteren langs de spuittank, zoals in Figuur 190 en Figuur 191.

    g029400
    g029405
  2. Leid de 4-contactstekker van de kabelboom naar de aansluiting met 4 pinnen van de compressor; sluit de stekkers op elkaar aan.

    Note: De compressor bevindt zich boven de schuimmarkeerdertank.

Leiden van de kabelboomaftakking voor het motorcompartiment

  1. Leid de kabelboom voor de completeringsset naar voren tussen de rolbeugelstang en de onderste hoek van de spuittank, langs de kabelboom van de machine, en onder het luchtfilter van de motor (Figuur 192 en Figuur 193).

    g029407
    g029404
  2. Leid de kabelboomaftakking van 197 cm voor het motorcompartiment (met de ringconnector, stekkeraansluiting en stekker met 5 bussen) naar boven langs de rechterkant van de radiateur, dwars over de radiateur en onder de voet van het middelste bedieningspaneel (Figuur 193).

  3. Leid de kabelboomaftakking van 197 cm voor het motorcompartiment naar beneden langs de linkerzijde van de radiateur en zijdelings onder het elektrische paneel (Figuur 194).

    g029403
  4. Bevestig de kabelboom voor de completeringsset aan de kabelboom voor de machine. Gebruik 2 kabelbinders zoals wordt getoond in Figuur 194.

Leiden van de kabelboomaftakking voor het dashboard

  1. Leid de kabelboomaftakking van 240 cm voor het dashboard langs de kabelboom en de stuurslangen van de machine (onder de radiateur), door de R-klem onderaan de radiateursteun en door de R-klem bij de rijsnelheidsspoel (Figuur 195 en Figuur 196).

    g029402
    g029399
  2. Leid de kabelboomaftakking van 240 cm voor het dashboard naar de R-klem bij de rijsnelheidsspoel (Figuur 195 en Figuur 196).

  3. Leid de kabelboomaftakking van 240 cm voor het dashboard door de doorvoer in de opening in het voorste schot en aan de binnenzijde van de haak voor de kabel en de slang (Figuur 197).

    g029401
  4. Leid de stekker met 8 bussen aan het uiteinde van de aftakking van 240 cm voor het dashboard dwars over het dashboard en naar de linkerkant van de stuurkolom (Figuur 198).

    g029406
  5. Naast de haak voor de kabel en slang: bevestig de dashboardaftakking van 240 cm aan de machinekabelboom met een kabelbinder (Figuur 199).

    g029555

De kabelboom van de compressor aansluiten

  1. Aan het uiteinde van de kabelboomaftakking van 236 cm lijnt u de stekker met 4 bussen van de kabelboom voor de completeringsset uit met de stekker met 4 pinnen van de kabelboom van de compressor (Figuur 200).

    g029386
  2. Steek de aansluiting met 4 pinnen in de 4-contactstekker (Figuur 200).

    Note: Druk de stekkers samen tot de sluiting vastklikt.

Het relais monteren

  1. Lijn bij de kabelboomaftakking van 197 cm voor het motorcompartiment het relais uit met de stekker met 5 bussen van de kabelboom voor de completeringsset (Figuur 201).

    g031507
  2. Steek de pinnen van het relais in de contactpunten van de stekker (Figuur 201).

    Note: Druk het relais en de stekker samen tot de sluiting vastklikt.

  3. Lijn het gat in de montagelip van het relais uit met het gat in het bedradingspaneel (Figuur 201).

  4. Bevestig het relais op het paneel (Figuur 201) met de flenskopbout (nr. 10 x ½") en borgmoer (nr. 10).

Aansluiten van de aardkabel

  1. Verwijder een schroef uit het aardaansluitingenblok (Figuur 202).

    g031508
  2. Bevestig de ringconnector van de kabelboom voor de completeringsset aan het aardaansluitingenblok; gebruik de schroef die u verwijderd hebt in stap 1 (Figuur 202).

Aansluiten van de voedingskabels op de zekeringhouder van de machine

Note: Als er in de zekeringhouder van de machine geen vrij contact voor een platte aansluiting is, moet een bijkomende zekeringhouder gemonteerd worden.

  1. Voor een machine met een contact voor een platte aansluiting in de zekeringhouder van de machine, dient u de platte aansluiting van de kabelboom voor de completeringsset aan te sluiten op de contrastekker van de zekeringhouder voor de machine (Figuur 203).

    g031549
  2. Druk de stekkers samen tot de sluiting vastklikt.

Aansluiten van de voedingsconnectors

Optionele bijkomende zekeringhouder
  1. Sluit de platte connector van de kabelboom voor de completeringsset aan op de contrastekker van de bijkomende zekeringhouder (Figuur 204).

    Note: Druk de stekkers samen tot de sluiting vastklikt.

    g031547
  2. Sluit de stekker met 2 pinnen voor de bijkomende voedingskabels van de zekeringhouder voor de machine aan op de 2-contactstekker voor de voedingskabels van de bijkomende zekeringhouder (Figuur 204).

    Note: Druk de stekkers samen tot de sluiting vastklikt.

  3. Lijn de sleuven in de bijkomende zekeringhouder uit met de montageflenzen van de zekeringhouder van de machine (Figuur 205).

    g031546
  4. Druk de zekeringhouders samen totdat de vergrendeling inklikt.

De zekering plaatsen

  • Voor een machine met een contact voor een platte aansluiting in de zekeringhouder van de machine dient u de zekering van 15 A in de zekeringhouder te steken (Figuur 206).

    Note: Zorg ervoor dat de zekering volledig in de zekeringhouder zit

    g031509
  • Voor een machine met een contact voor een platte aansluiting in de optionele, bijkomende zekeringhouder doet u het volgende:

  1. Zoek het zekeringcontact op dat op één lijn ligt met de kabel van de platte aansluiting die u gebruikt hebt in stap 1 van Aansluiten van de voedingsconnectors

  2. Breng de zekering van 15 A aan in het contact dat u gevonden hebt in de bijkomende zekeringhouder (Figuur 207).

    Note: Zorg ervoor dat de zekering volledig in de zekeringhouder zit.

    g031548

De schakelaar van de schuimbediening plaatsen

  1. Lijn de gleuven in de montagebeugel voor de schakelaar van de schuimbediening uit met de 4 getapte inzetstukken in de stuurkolom (Figuur 208).

    g029358
  2. Bevestig de beugel aan de kolom met de 4 flenskopbouten (6 x 12 mm) en draai de bouten aan met een torsie van 972 tot 1198 N·cm.

  3. Lijn de 8-contactstekker uit met de opening in de beugel en verbind de aansluiting met de pinnen (Figuur 208) aan de achterzijde van de peddelschakelaar met 3 standen (schakelaar schuimbediening).

    g029359
  4. Monteer de schakelaar in de beugel en druk de schakelaar erin tot deze op zijn plaats klikt (Figuur 209).

    Note: Zorg dat de peddel van de peddelschakelaar met 3 standen (schakelaar schuimbediening) naar buiten is gericht.

De compressorschakelaar plaatsen

  1. Verwijder, van rechts geteld, de vijfde plug in het dashboard van de machine (Figuur 210).

    g029360
  2. Steek de connector met 8 bussen door de opening in het dashboard en sluit deze connector (Figuur 211) aan op de pennen van de tuimelschakelaar met 2 standen (Aan/uit-schakelaar compressor).

    g029361
  3. Monteer de schakelaar in het dashboard en druk de schakelaar erin tot deze op zijn plaats klikt (Figuur 210 en Figuur 211).

De buizen voor de schuimspuitdoppen aansluiten

  1. Leid de buizen van de schuimspuitdoppen van de linker- en rechterspuitboom naar binnen en door de R-klem bij het scharnierpunt van de spuitboom (Figuur 212).

    g031554
  2. Leid de buizen naar voren langs de binnenzijde van de compressor voor de tank (Figuur 212).

  3. Sluit de buis aan met de kabelbinder die u gemonteerd hebt in stap 1 van De vloeistof- en luchtbuizen van de machine verwijderen, door de blauwe buis voor de rechter spuitboom uit te lijnen met de klemkoppeling voor het watercircuit van de rechter spuitboom (Figuur 213).

    g031555
  4. Monteer de klemmoer voor de buis op de fitting en draai handmatig vast (Figuur 213).

  5. Lijn de doorzichtige buis voor de rechter spuitboom uit met de klemkoppeling van het luchtcircuit van de rechter spuitboom (Figuur 213).

  6. Monteer de klemmoer voor de buis op de fitting en draai handmatig vast (Figuur 213).

  7. Sluit de ongemarkeerde (geen kabelbinder) buis aan door de blauwe buis voor de linker spuitboom uit te lijnen met de klemkoppeling van het watercircuit voor de linker spuitboom (Figuur 214).

    g031556
  8. Monteer de klemmoer voor de buis op de fitting en draai handmatig vast (Figuur 214).

  9. Lijn de doorzichtige buis voor de linker spuitboom uit met de klemkoppeling van het luchtcircuit van de linker spuitboom (Figuur 214).

  10. Monteer de klemmoer voor de buis op de fitting en draai handmatig vast (Figuur 214).

De optionele voormengset voor chemicaliën aansluiten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Vloeistof-afsluitklep – Toro onderdeelnummer 130-73241
Borgclip – Toro onderdeelnummer 131-02352
Voet (vloeistof-afsluitklep) – Toro onderdeelnummer 131-3725-031
Flensborgmoer (¼", roestvast staal) – Toro onderdeelnummer 119-68972
Overdrukslang 25 x 273 (1 x 10-¾") – Toro onderdeelnummer 131-96471
Toevoerdrukslang 25 x 470 (1 x 18-½") – Toro onderdeelnummer 131-96481
Meng-omloopslang 25 x 305 (1 x 12-¾") – Toro onderdeelnummer 131-96491
90° geribde fitting 25 mm (1") – Toro onderdeelnummer 131-37271
Aftapslang 25 x 1587 (1 x 62-½")—Toro onderdeelnummer 117-79571

Verplaatsen van de overdrukklep

  1. Verwijder de borgclip waarmee de rechte geribde fitting van de toevoerslang bevestigd is op de T-fitting van de spuitpomp en verwijder de rechte fitting van de T-fitting (Figuur 215).

    Note: Bewaar de borgclip voor hermontage in stap 2 van Monteren van de toevoerslang .

    g031677
  2. Verwijder de flensklem waarmee toevoerslang en pakking bevestigd zijn op de flens van de filterkop en verwijder de slang van de machine (Figuur 215).

  3. Verwijder de borgclip waarmee overdrukklep bevestigd is op de T-fitting bij de spuitpomp en verwijder de overdrukklep (Figuur 216).

    g031627
  4. Draai de overdrukklep zoals in Figuur 216.

    Note: Richt de uitstroomopening van de overdrukklep naar achteren.

  5. Steek de overdrukklep in de bovenkant van de T-fitting totdat de klep goed op zijn plaats zit (Figuur 216).

  6. Zet de overdrukklep vast op de T-fitting met de borgclip die u verwijderd hebt in stap 3.

Vervangen van de omloopslang van de mengklep

  1. Verwijder de borgclip waarmee de 90° geribde fitting van de omloopslang bevestigd is op de bovenste T-fitting en verwijder de 90°-fitting van de T-fitting (Figuur 217).

    Note: Bewaar de borgclip om deze later te monteren in stap 5.

    g031652
  2. Verwijder de flensklem waarmee de fitting met rechte flens en pakking bevestigd zijn op de flens van de mengklep en verwijder de omloopslang van de machine (Figuur 217).

    Note: Bewaar de flensklem en pakking voor hermontage in stap 7. De volgende onderdelen die u van de machine verwijderd hebt zijn niet meer nodig: de oude 90°-fitting, omloopslang, en fitting met rechte flens.

  3. Draai de bovenste T-fitting ongeveer 45° met de klok mee (naar rechts) (Figuur 218).

    g031665
  4. Lijn de 90° geribde fitting van de nieuwe meng-omloopslang eenheid (Toro onderdeelnummer 131-9649) uit met de open aansluiting in de bovenste T-fitting en duw de 90°-fitting erin totdat deze goed in de T-fitting zit (Figuur 219).

    g031651
  5. Bevestig de 90°-fitting op de T-fitting met de borgclip (Figuur 219) die u verwijderd hebt in stap 1.

  6. Lijn de fitting met rechte flens van de nieuwe meng-omloopslang eenheid (Toro onderdeelnummer 131-9649) en pakking uit met de flens van de omloopklep (Figuur 219).

  7. Zet de fitting met rechte flens en pakking vast op de omloopklep met de flensklem die u verwijderd hebt in stap 2.

Voorbereiden van de montage van de vloeistof-afsluitklep van de straalpomp

  1. Lijn de 90° geribde fitting (Toro onderdeelnummer 131-3727) uit met de vloeistof-afsluitklep (Toro onderdeelnummer 130-7324) zoals in Figuur 220 en duw de geribde fitting in de klep totdat deze volledig is ingestoken.

    g031654
  2. Bevestig de geribde 90° geribde fitting op de vloeistof-afsluitklep met een borgclip (Toro onderdeelnummer 131-0235).

  3. Verwijder de flensklem waarmee de rechte geribde fitting en pakking zijn bevestigd op de flens van de filterkop en verwijder de fitting (Figuur 221).

    Note: Bewaar de flensklem en pakking voor de montage van de vloeistof-afsluitklep in stap 5 van Monteren van de vloeistof-afsluitklep van de straalpomp. De rechte geribde fitting die u van de machine verwijderd hebt is niet meer nodig.

    g031653
  4. Verwijder de 2 flensborgmoeren (5/16") waarmee de filterkop op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk bevestigd is (Figuur 222).

    g031655
  5. Lijn de gaten in de lange flens van de klepbevestiging (Toro onderdeelnummer 131-3725-03) uit met de 2 bouten (5/16" x 4") aan de voorkant van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (Figuur 222).

  6. Monteer de klepbevestiging op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk en de bouten met de 2 flensborgmoeren die u verwijderd hebt in stap 4 (Figuur 222).

  7. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542 N·cm.

Monteren van de vloeistof-afsluitklep van de straalpomp

  1. Lijn de pakking uit met de flens van de filterkop (Figuur 223).

    g031664
  2. Lijn de draadeinden van de vloeistof-afsluitklep (Toro onderdeelnummer 130-7324) met de 4 gaten in de klepbevestiging (Toro onderdeelnummer 131-3725-03) en de flensadapter van de vloeistof-afsluitklep met de flens van de filterkop en pakking (Figuur 223).

  3. Monteer de vloeistof-afsluitklep op de klepbevestiging met de 2 flensborgmoeren (¼") (Toro onderdeelnummer 119-6897) op de 2 diagonaal opgestelde draadeinden van de vloeistof-afsluitklep zoals in Figuur 223.

  4. Draai de flensborgmoer (¼") aan met een torsie van 1070 tot 1243 N·cm.

  5. Bevestig de flensadapter van de vloeistof-afsluitklep op de flens van de filterkop met de klem (Figuur 223) die u verwijderd hebt in 3 van Voorbereiden van de montage van de vloeistof-afsluitklep van de straalpomp.

Monteren van de overdrukslang

  1. Lijn de 90° fitting van de overdrukslang (Toro onderdeelnummer 131-9647) uit met de open aansluiting van de overdrukklep en duw de 90°-fitting erin totdat deze goed in de T-fitting zit (Figuur 224).

    g031671
  2. Bevestig de geribde 90°- fitting op de overdrukklep met de borgclip (Figuur 224) die u verwijderd hebt in stap 1 van Monteren van de meedraaiende slanghaspel op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

  3. Lijn de andere 90° fitting van de overdrukslang (Toro onderdeelnummer 131-9647) uit met de open aansluiting van de onderste T-fitting en duw de 90°-fitting erin totdat deze goed in de T-fitting zit (Figuur 224).

  4. Bevestig de 90°- fitting op de bovenste T-fitting met de borgclip (Figuur 224) die u verwijderd hebt in stap 2 van Monteren van de meedraaiende slanghaspel op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

Monteren van de toevoerslang

  1. Lijn de andere 90° fitting van de toevoerslang (Toro onderdeelnummer 131-9648) uit met de open aansluiting van de T-fitting van de spuitpomp en duw de 90°-fitting erin totdat deze goed in de T-fitting zit (Figuur 225).

    g031669
  2. Bevestig de 90°- fitting op de T-fitting van de spuitpomp met de borgclip (Figuur 225) die u verwijderd hebt in stap 1 van Verplaatsen van de overdrukklep.

  3. Lijn de andere 90° fitting van de drukslang (Toro onderdeelnummer 131-9648) uit met de open aansluiting van de T-fitting van de spuitpomp en duw de 90° fitting erin totdat deze goed in de T-fitting zit (Figuur 226).

    g208955
  4. Lijn de rechte geribde fitting van de drukslang (Toro onderdeelnummer 131-9648) uit met de onderste aansluiting van de vloeistof-afsluitklep en duw de rechte fitting erin tot deze goed in de klep zit (Figuur 226).

  5. Bevestig de rechte geribde fitting op de vloeistof-afsluitklep (Figuur 224) met een borgclip (Toro onderdeelnummer 131-0235).

Aansluiten van de toevoerslang van de straalpomp

  1. Lijn het vrije uiteinde van de toevoerslang van de straalpomp met de 90° geribde fitting van de vloeistof-afsluitklep en monteer de slang op de fitting (Figuur 227).

    g031678
  2. Monteer de slang op de fitting met de slangklem die u verwijderd hebt in stap 7 van Monteren van de meedraaiende slanghaspel op de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk .

De optionele EU-conformiteitsset aansluiten

Doorboren van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk

  1. Aan de linker bovenrand van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk: meet 381 mm naar rechts en merk de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk met een potlood (Figuur 228).

    g031732
  2. Aan de achterrand van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk: meet 19 mm naar voren en merk de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk met een potlood (Figuur 228).

  3. Waar de twee lijnen die u in stap 1 en 2 gemaakt heeft elkaar kruisen: merk het horizontale oppervlak van de bevestigingsbeugel met een centerpons.

  4. Vanaf het punt dat u met de centerpons heeft gemerkt: meet 32 mm naar rechts en merk de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk met een potlood (Figuur 228).

  5. Aan de achterrand van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk: meet 19 mm naar voren en merk de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk met een potlood (Figuur 228).

  6. Waar de twee lijnen die u in stap 4 en 5 gemaakt heeft elkaar kruisen: merk het horizontale oppervlak van de bevestigingsbeugel met een centerpons.

  7. Boor met een 8 mm boor een gat in de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk op de punten die met de centerpons zijn gemerkt (Figuur 228).

Monteren van de kogelklep en bevestiging

  1. Lijn de gaten in de montagebeugel van de kogelklep die u verwijderd hebt in stap 4 van Loskoppelen van de optionele EU-conformiteitsset uit met de gaten in de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk die u in Doorboren van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk geboord heeft, zoals getoond in Figuur 229.

    g031731
  2. Monteer de steunbeugel op de bevestigingsbeugel (Figuur 229); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (5/16" x ¾") en flensborgmoeren (5/16") die u verwijderd hebt in stap 4 van Loskoppelen van de optionele EU-conformiteitsset.

  3. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542 N·m.

  4. Lijn de aansluiting met schroefdraad van de kogelklep uit met de 2 gaten in de montagebeugel (Figuur 230).

    g031730
  5. Monteer de klep op de montagebeugel (Figuur 230) met de 2 flensbouten (5/16" x ⅝") die u verwijderd hebt in stap 3 van Loskoppelen van de optionele EU-conformiteitsset en draai de bouten handmatig aan.

De optionele afgedekte spuitboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Verlengstuk van afdekking (12 spuitdoppen – Toro onderdeelnummer 120-0621)1
Popnagel (Toro onderdeelnummer 114439)22
Steunbeugel (afdekking middelste spuitboom – Toro onderdeelnummer 131-3703-03)4
Clipmoer (Toro onderdeelnummer 94-2413)4
Flenskopbout (⅜" x 1¼" – Toro onderdeelnummer 110-5050)16
Flensborgmoer (⅜" – Toro onderdeelnummer 104-8301)16
Dekselband (Toro onderdeelnummer 120-0629)2
Flenskopbout (5/16" x 1¼" – Toro onderdeelnummer 323-36)4

Monteren van het verlengstuk van de afdekking op de afdekking van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen)

  1. Gebruik een boor van 5 mm om de 11 popnagels (Figuur 231) uit te boren waarmee de verstevigingsplaat (enkele rij) en de rubberen afdekking bevestigd zijn aan het uiteinde van de afdekking van het gedeelte met 11 spuitdoppen voor de middelste spuitboom die u verwijderd hebt in stap 2 van Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen.

    g031817g031826
  2. Verwijder de verstevigingsplaat, 11 ringen (3/16") en de rubberen afdekking van de spuitboomafdekking voor 11 spuitdoppen (Figuur 231).

    Note: Bewaar de verstevigingsplaat, ringen en rubberen afdekking voor montage in stap 5 en 6.

  3. Lijn de gaten in de verstevigingsplaat (dubbele rij) op het verlengstuk van de afdekking uit met de gaten in het uiteinde van de spuitboomafdekking voor 11 spuitdoppen (Figuur 232).

    g031823
  4. Bevestig het verlengstuk van de afdekking aan de spuitboomafdekking voor 11 spuitdoppen; gebruik hierbij 11 popnagels (Toro onderdeelnummer 114439).

    g031824
  5. Lijn de gaten in de rubberen afdekking en de verstevigingsplaat (enkele rij) die u verwijderd hebt in stap 2 uit met de gaten in het uiteinde van het verlengstuk van de afdekking (Figuur 234).

    g031825
  6. Bevestig de verstevigingsplaat en de rubberen afdekking aan het verlengstuk van de afdekking met de 11 popnagels (Toro onderdeelnummer 114439) en de 11 ringen (3/16") die u verwijderd hebt in stap 5.

    Note: Lijn de ringen (3/16") uit tegen het binnenvlak van het verlengstuk van de afdekking.

Monteren van de steunbeugel voor de afdekking van de middelste spuitboom

  1. Monteer de 4 clipmoeren die u verwijderd hebt in stap 6 van Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen op 2 van de steunbeugel van de afdekking van de middelste spuitboom (Toro onderdeelnummer 131-3703-03) zoals in (Figuur 235).

    g031819
  2. Monteer de 4 clipmoeren (Toro onderdeelnummer 94-2413) op de andere 2 steunbeugels van de afdekking van de middelste spuitboom (Toro onderdeelnummer 131-3703-03); zie Figuur 235.

  3. Zoek op het verlengstuk voor de middelste spuitboom het meest rechtse paar gaten in het verticale vlak van het frame op; de afstand tussen de gaten bedraagt 25 mm (Figuur 236).

    g031820g031818
  4. Lijn de gaten in een steunbeugel (Toro onderdeelnummer 131-3703-03) uit met de gaten in de middelste spuitboom die u gevonden hebt in stap 3; hou de brede flens van de beugel aan de linkerkant, zoals in Figuur 236.

  5. Monteer de steunbeugel op het frame (Figuur 236); gebruik hierbij 4 flenskopbouten (⅜" x 1¼" – Toro onderdeelnummer 110-5050) en 4 flensborgmoeren (⅜" – Toro onderdeelnummer 104-8301).

  6. Zoek het resterende paar gaten in het verticale vlak van het frame; er is 25 mm tussen de gaten (Figuur 236).

  7. Lijn de gaten in de 3 steunbeugels (Toro onderdeelnummer 133-3703-03) uit met de gaten in de middelste spuitboom die u gevonden hebt in stap 6; hou de brede flens van de beugel aan de rechterkant, zoals in (Figuur 236).

  8. Monteer de steunbeugels op het frame (Figuur 236); gebruik hierbij 12 flenskopbouten (⅜" x 1¼" – Toro onderdeelnummer 110-5050) en 12 flensborgmoeren (⅜" – Toro onderdeelnummer 104-8301).

  9. Draai de moeren en bouten vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

De afdekking van de middelste spuitboom monteren

  1. Lijn de gaten in de afdekking van de middelste spuitboom uit met de gaten in de steunbeugels voor de afdekking van de middelste spuitboom (Figuur 237).

    g031816
  2. Lijn de gaten in 2 van de dekselbanden die u verwijderd hebt in stap 1 van Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen uit met de slang in de afdekking en 2 van de steunbeugels (Figuur 237).

  3. Monteer de dekselbanden en de afdekking op de steunbeugels; gebruik de 4 flenskopbouten (5/16" x 1¼") die u verwijderd hebt in stap 1 van Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen.

  4. Lijn de gaten in de 2 dekselbanden (Toro onderdeelnummer 120-0629) uit met de 4 resterende gaten in de afdekking en de 4 resterende gaten in de steunbeugels (Figuur 237).

  5. Monteer de dekselbanden en de afdekking op de steunbeugels (Figuur 237); gebruik hierbij de 4 flenskopbouten (5/16" x 1¼" – Toro 323-36).

  6. Draai de bouten vast met een torsie van 1978 tot 2542 N·cm.

De optionele tankspoelset aankoppelen

  1. Koppel de stekker met 6 pinnen van de kabelboom van de spoelpomp aan op de busconnector met 6 contacten van de achterste hoofdkabelboom (Figuur 238).

    g031056
  2. Lijn het deksel van de spoelpomp uit met de zittingplaat van de spoelpomp (Figuur 239).

    g031057
  3. Druk de zijkanten van het deksel van de spoelpomp samen en lijn de lipjes van het deksel uit met de zittingplaat (Figuur 239).

  4. Steek de lipjes in de gleuven en laat de zijkanten van het deksel los (Figuur 239).

De wisselstroomdynamo vervangen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Riemspannerbeugel1
Wisselstroomdynamo (60 A)1
Moer (10 mm)1
Adapterkabelboom van de wisselstroomdynamo1

Demonteren van de dynamo (40 A)

g030312
  1. Aan de linkerkant van de motor: verwijder de moer (6 mm) waarmee de ringconnector van de positieve accukabel is bevestigd op de wisselstroomdynamo (Figuur 241).

    g030322
  2. Aan de achterkant van de wisselstroomdynamo: verwijder de connector met 2 bussen van de motorkabelboom van de 2-polige connector van de wisselstroomdynamo (Figuur 241).

  3. Verwijder de bout van de wisselstroomdynamo en de riemspannerbeugel (Figuur 242).

    Note: Bewaar de bout van de wisselstroomdynamo voor hermontage in Monteren van de dynamo (60 A).

    g030311
  4. Verwijder de korte bout van de riemspannerbeugel van de thermostaatbehuizing en de riemspannerbeugel (Figuur 242).

    Note: Bewaar de korte bout van de riemspannerbeugel voor hermontage in Monteren van de dynamo (60 A).

  5. Verwijder de lange bout van de riemspannerbeugel van de cilinderkop, thermostaatbehuizing en riemspannerbeugel, en de verwijder de riemspannerbeugel van de machine (Figuur 242).

    Note: Bewaar de lange bout van de riemspannerbeugel voor hermontage in Monteren van de dynamo (60 A). U heeft de oude riemspannerbeugel niet meer nodig.

  6. Aan de achterkant van de wisselstroomdynamo: maak de draaibout geheel los en neem het riemdeksel van de machine (Figuur 242).

    Note: Gooi de riemkap weg.

  7. Ondersteun de wisselstroomdynamo, verwijder dan de draaibout, borgring, en platte ring van de wisselstroomdynamo en de tandwielkast van de motor (Figuur 242).

    Note: Bewaar de draaibout, borgring en platte ring voor hermontage in Monteren van de dynamo (60 A). Voer de 40 A wisselstroomdynamo af naar de recycling.

  8. Neem de riem van de poelie van de wisselstroomdynamo en verwijder de wisselstroomdynamo van de machine.

Monteren van de dynamo (60 A)

  1. Lijn de gaten van de nieuwe riemspannerbeugel uit met de gaten in de thermostaatbehuizing (Figuur 243).

    g307757
  2. Bevestig de riemspannerbeugel op de thermostaatbehuizing en cilinderkop met de korte bout van de riemspannerbeugel in het bovenste gat, en de lange bout van de riemspannerbeugel in het onderste gat (Figuur 243).

  3. Haal de bouten aan met 39,5 tot 44 N·m.

  4. Lijn het onderste gat van de 60 A wisselstroomdynamo uit met het gat in de tandwielkast van de motor en plaats de riem over de poelie van de wisselstroomdynamo (Figuur 243).

    Note: Het onderste gat van de wisselstroomdynamo heeft geen schroefdraad.

  5. Zet de wisselstroomdynamo vast op de tandwielkast met de draaibout, borgring en platte ring die u verwijderd hebt in stap 7 van Demonteren van de dynamo (40 A).

  6. Monter de moer (10 mm) losjes op de draaibout (Figuur 243).

  7. Plaats de bout van de wisselstroomdynamo door de sleuf in de riemspannerbeugel en het gat van de wisselstroomdynamo dat wel een schroefdraad heeft (Figuur 243).

  8. Draai de wisselstroomdynamo naar buiten totdat de riem onder een spanning staat waarbij een kracht van 4,5 kg (uitgeoefend in het midden tussen de poelies) leidt tot een beweging van 10 mm (Figuur 243).

  9. Haal de bout van de wisselstroomdynamo en de draaibout en moer (10 mm) aan met 64 tot 71 N·m.

Monteren van de adapterkabelboom van de wisselstroomdynamo

  1. Lijn de bussen van de connector van de adapterkabelboom van de wisselstroomdynamo uit met de pinnen van de connector op de 60 A wisselstroomdynamo en druk ze samen totdat de connectors goed vastklikken (Figuur 244).

    g289490
  2. Lijn de 2-polige connector van de adapterkabelboom van de wisselstroomdynamo uit met de 2-polige connector van de kabelboom van de machine, die u verwijderd hebt in stap 2 van Demonteren van de dynamo (40 A) en druk ze samen totdat de connectors goed vastklikken (Figuur 244).

  3. Monteer aan de machinekabelboom de ringconnector op de pool van de wisselstroomdynamo, en bevestig de pool met de moer (6 mm) die u verwijderd hebt in stap 1 van Demonteren van de dynamo (40 A).

De montage van de completeringsset voor het GeoLink spuitsysteem voltooien

  1. Leg de steunstang van de stoelen in de gleuven en kantel de stoelen naar beneden.

  2. Sluit de pluskabel (rood) aan op de pluspool (+) van de accu en de minkabel (zwart) op de minpool (–) van de accu met behulp van de bouten en de moeren; zie Figuur 3 in De accu afkoppelen.

  3. Schuif het isolatorkapje over beide accupolen; zie Figuur 3 in De accu afkoppelen.

  4. Plaats het accudeksel en bevestig het met de band; zie Figuur 2 in De accu afkoppelen.

Gebruiksaanwijzing

Veiligheid staat voorop

Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -symbolen in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen.

Voorzichtig

Deze machine stelt de gebruiker bloot aan geluidsniveaus die bij langdurige blootstelling kunnen leiden tot gehoorbeschadiging.

Draag gehoorbescherming als u deze machine gebruikt.

Gebruik beschermingsmiddelen voor uw ogen, oren, handen, voeten en hoofd.

g009027

Bedienen van de afsluitklep

Optionele handspuit, elektrische slanghaspel of meedraaiende slanghaspel
  1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, schakel de spuitbomen uit en stel de parkeerrem in werking.

    Waarschuwing

    Als u handmatig spuit terwijl u met de machine rijdt, bestaat de kans dat u de controle over de machine verliest. Dit kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.

    Bedien de handspuit niet als u met de machine rijdt.

  2. Gebruik van de handspuit of slanghaspel:

    • Optionele handspuit: aan de rechterkant van de machine, verzeker dat de vergrendeling van de handspuit vergrendeld is. Zie het omstellen tussen spuiten met de spuitbomen en spuiten met de hand in de Montage-instructies voor de handspuit.

    • Optionele elektrische slanghaspel of meedraaiende slanghaspel: verzeker dat de vergrendeling van de handspuit vergrendeld is. Zie het omstellen tussen spuiten met de spuitbomen en spuiten met de hand in de Montage-instructies voor de elektrische slanghaspel of de meedraaiende slanghaspel.

  3. Draai de groene handgreep van de afsluitklep 90 graden tegen de klok (naar links) naar de OPEN-stand (Figuur 246).

    Note: Om de vloeistoftoevoer naar de handspuit of slanghaspel te stoppen: draai de groene handgreep van de afsluitklep 90 graden met de klok mee (naar rechts) naar de GESLOTEN-stand (Figuur 246).

    g031855
  4. Zet de hoofdschakelaar van de spuitbomen op AAN.

  5. Stel de motor in op het gewenste toerental, zet het stationaire toerental dan vast.

  6. Stel het spuitsysteem met de hand in op de gewenste spuitdruk; zie "Handinstelling van de druk voor de slanghaspel en straalpomp" video op de USB-stick die met het GeoLink Precision Spray System geleverd is.

    Note: Gebruik geen druk hoger dan 10,34 bar voor het spuitpistool.

Gebruik van de bedieningselementen

Optionele schuimmarkeerder
  • Aan/uit-schakelaar compressor – bedient de compressor van het schuimmarkeersysteem

    g031857
  • Schakelaar schuimbediening – Deze schakelaar dient om te regelen uit welke spuitboom schuim stroomt.

    • Zet de peddel naar beneden om schuim uit de linkerspuitboom te laten komen.

    • Zet de peddel naar de middelste stand om schuim uit de linker- en rechterspuitboom te laten komen.

    • Zet de peddel naar boven om schuim uit de rechterspuitboom te laten komen.

Bedienen van de afsluitklep

Optionele voormengset voor chemicaliën

De volgende procedure gaat uit van de volgende bedrijfstoestand van de standaard tankmenger: de sproeier is gestart en loopt, de pomp staat aan en is ingesteld op de gewenste druk, de regelklep staat in de middelste stand.

Note: Sluit de hopperklep en de spoelkogelklep(pen) van de straalpomp voordat u de straalpomp start.

  1. Laat de straalpomp zakken, zie "Zakken en heffen van de straalpomp in de voormengset voor chemicaliën" in de Montage-instructies.

  2. Open het deksel om te controleren of er vreemde voorwerpen aanwezig zijn die de werking kunnen belemmeren of het systeem vervuilen. Voor het starten van de straalpomp zie de Montage-instructies van de voormengset voor chemicaliën.

  3. Sluit en vergrendel het deksel door dit met de klok mee te draaien. Voor het starten van de straalpomp zie de Montage-instructies van de voormengset voor chemicaliën.

  4. Open de vloeistof-afsluitklep van de straalpomp door de handgreep tegen de klok in (naar links) te draaien tot de OPEN-stand (Figuur 248).

    Note: Om de vloeistoftoevoer naar de straalpomp te stoppen: draai de handgreep van de afsluitklep 90 graden met de klok mee (rechtsom) naar de GESLOTEN stand (Figuur 248).

    g031858
  5. Open de hopperklep (rode handgreep) onderaan de hopper. Voor het starten van de straalpomp zie de Montage-instructies van de voormengset voor chemicaliën.

  6. Ontgrendel en open het deksel door dit tegen de klok mee te draaien. Voor het starten van de straalpomp zie de Montage-instructies van de voormengset voor chemicaliën.

  7. Vul de hopper van de straalpomp. Voor het toevoegen van vloeibare of poedervormige chemicaliën zie de Montage-instructies van de voormengset voor chemicaliën.