Inleiding

Deze machine is bedoeld om gras te maaien op greens en kleine fairways van golfbanen. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g292456

Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figuur 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Voor meer informatie, zie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.

Veiligheid

Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 en B71.1-2017 van het ANSI (American National Standards Institute).

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kunnen er letsels ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken.

  • Blijf uit de buurt van afvoeropeningen.

  • Hou omstanders en kinderen uit de buurt van het werkgebied. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Maai-eenheid/maai-eenheden neerlaten.

    • Schakel de aandrijvingen uit.

    • Stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig).

    • Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheid van de maai-eenheid

  • De maai-eenheid is slechts een volledige machine wanneer deze gemonteerd is op een tractie-eenheid. Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid zorgvuldig voor de volledige instructies over het veilig gebruik van de machine.

  • Stop de machine, verwijder het sleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers.

  • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde accessoires, werktuigen en onderdelen.

Veiligheid van de messen

Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.

  • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.

  • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen.

  • Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u 1 mes draait.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal137-9706

Montage

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

De rol monteren

Het maaidek wordt geleverd zonder voorrol. Schaf een rol aan via uw erkende Toro verdeler en monteer deze als volgt op de maai-eenheid:

  1. Verwijder de ploegbout en flensborgmoer waarmee één van de maaihoogtearmen aan de zijplaat van de maai-eenheid is bevestigd (Figuur 3).

    g292580
  2. Zet de rolmontagebouten in de maaihoogtearmen los (Figuur 3).

  3. Schuif de rolas in de maaihoogtearm aan de andere kant van het maaidek (Figuur 3).

  4. Schuif de maaihoogtearm over de rolas (Figuur 3).

  5. Bevestig de rol losjes op het maaidek met de maaihoogtearm en het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal (Figuur 3).

  6. Centreer de rol tussen de maaihoogtearmen.

  7. Draai de montageschroeven van de rol vast (Figuur 3).

  8. Stel af op de gewenste maaihoogte en draai het montagebevestigingsmateriaal van de maaihoogtearmen vast.

De maai-eenheid afstellen

  1. Ondersteun het maaidek, zie Ondersteunen van het maaidek .

  2. Stel het contact tussen ondermes en messenkooi af.

  3. Stel de hoogte van de achterrol af.

  4. Stel de maaihoogte in.

  5. Stel de stopbalk in.

Zie De maai-eenheid afstellen voor volledige instructies voor het uitvoeren van deze afstellingen.

Algemeen overzicht van de machine

ModelnummerGewicht
0465132 kg
0465334 kg
0465535 kg

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Gebruiksaanwijzing

U kunt gedetailleerde informatie over het gebruik van de machine vinden in de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid. Het ondermes moet iedere dag voor gebruik van de maai-eenheid worden ingesteld; zie Instellen van het ondermes op de messenkooi. Controleer de maaikwaliteit door een proefstuk te maaien en na te gaan of dit aan de eisen voldoet voordat u de maai-eenheid gebruikt.

Maaidek afstellen

Instellen van het ondermes op de messenkooi

Dagelijkse instelling van het ondermes

Aan het begin van elke dag, of vaker indien nodig, moet u controleren of het ondermes en de messenkooi goed contact maken. Voer deze procedure uit, ook al is de maaikwaliteit aanvaardbaar.

  1. Laat de maaidekken neer op een stevig oppervlak, zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  2. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken.

    • Als er geen contact is, stel het ondermes dan als volgt in:

      1. Draai de instelschroeven van de snijbalk rechtsom (Figuur 4), met 1 klik per keer, totdat u een licht contact kunt horen en voelen.

        Note: De stelknop heeft klikstappen waarmee de stand van het ondermes telkens met 0,018 mm kan worden veranderd.

        g026076
      2. Plaats een lange strook maaitestpapier tussen de kooi en het ondermes, loodrecht op het ondermes (Figuur 5), en draai de kooi dan langzaam naar voren; de kooi moet het papier afsnijden. Zo niet, herhaal dan stappen 1 en 2 tot het papier wel gesneden wordt.

    • Als het contact tussen het ondermes en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie Toro handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

    Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als u niet voor een licht contact zorgt, zullen de randen van het ondermes en de messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen en na enig gebruik bot worden. Als het contact te zwaar is zullen het ondermes en messenkooi snel en ongelijkmatig slijten waardoor de maaikwaliteit lager kan worden.

    Note: Als de messen van de messenkooi voortdurend tegen het ondermes aan lopen, zal er op het oppervlak van de voorste snijrand van het ondermes over de gehele lengte een lichte braam ontstaan. Verwijder deze braam af en toe met een vijl die u langs de voorrand haalt. Dit verbetert het maaien. Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes ten behoeve van een soepele werking.

Contact tussen snijplaat en messenkooi afstellen

Volg deze procedure bij de eerste instelling van het maaidek en na het slijpen, wetten of demonteren van de messenkooi. Dit is geen instelling die dagelijks moet worden uitgevoerd.

  1. Plaats het maaidek op een vlak, horizontaal oppervlak.

  2. Kantel het maaidek zodat u bij het ondermes en de messenkooi kunt komen.

    Note: Zorg ervoor dat de moeren op het achtereind van de stelbouten van het ondermes niet op het werkvlak rusten (Figuur 12).

  3. Draai de messenkooi zodanig dat 1 mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede boutkop van het ondermes aan de rechterkant van de maai-eenheid.

  4. Breng een merkteken aan op het mes op de plaats waar dit de rand van het ondermes kruist.

    Note: Dit maakt latere instellingen eenvoudiger.

  5. Plaats een vulplaat van 0,05 mm (Toro onderdeelnr. 125-5611) tussen het mes en de rand van het ondermes op het punt dat in stap 4 gemerkt is.

  6. Draai aan de rechterstelbout van de snijbalk (Figuur 4) tot u een lichte druk (weerstand) voelt als u de vulplaat heen en weer schuift. Verwijder de vulplaat.

  7. Voor de linkerzijde van de maai-eenheid draait u de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede boutkop.

  8. Herhaal stap 4 tot en met 6 voor de linkerzijde van de maai-eenheid en de linkerstelbout van de snijbalk.

  9. Herhaal stap 5 en 6 totdat er een lichte druk is bij de contactpunten aan de linker- en rechterkant van het maaidek.

  10. Om een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi te verkrijgen, dient u elk van de stelbouten van de snijbalk 3 klikstanden rechtsom te draaien.

    Note: Elke klikstand van de stelbout van de snijbalk beweegt het ondermes 0,018 mm. Draai de stelbouten niet te vast aan.Stelbout rechtsom draaien: de rand van het ondermes beweegt naar de messenkooi toe. Stelbout linksom draaien: de rand van het ondermes beweegt van de messenkooi af.

  11. Plaats een lange strook maaitestpapier (Toro onderdeelnummer 125-5610) tussen de messenkooi en het ondermes, haaks op het ondermes (Figuur 5), en draai de messenkooi dan langzaam naar voren; de kooi moet het papier afsnijden. Zo niet, draai elke stelschroef van de snijbalk dan 1 klik rechtsom en herhaal deze stap totdat het papier wel gesneden wordt.

    g014411

Note: Als het contact tussen het ondermes en messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie Toro handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

Instellen van de hoogte van de achterrol

Afhankelijk van het gewenste bereik van de maaihoogte dient u de beugels van de achterrol (Figuur 6 of Figuur 7) in de hoge of lage stand in te stellen:

  • Plaats het afstandsstuk boven de montageflens van de zijplaat (fabrieksinstelling) bij maaihoogte-instellingen van 1,5 mm tot 6 mm zoals getoond in Figuur 6.

    g014404
  • Plaats het afstandsstuk onder de montageflens van de zijplaat bij maaihoogte-instellingen van 3 mm tot 25 mm zoals getoond in Figuur 7.

    g014405
  1. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en plaats een blok onder het ondermes.

  2. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de montageflens van beide snijplaten.

  3. Verwijder de rol en de bouten uit de montageflenzen van de zijplaat en de afstandsstukken.

  4. Plaats de afstandsstukken op de bouten, zoals gewenst onder of boven de rolbeugels (Figuur 6 of Figuur 7).

  5. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken vast aan de onderkant van de montageflenzen met de schroeven die u eerder hebt verwijderd.

Note: De stand van de achterrol ten opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de bewerkingstolerantie van de gemonteerde onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig.

De maaihoogte instellen

Gebruik onderstaande tabel om te bepalen welke snijplaat het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte.

OndermesOnderdeelnr.Maaihoogte
Edgemax Micro-cut (standaard)115-18801,5 tot 4,7 mm
Edgemax Tournament (optioneel)115-18813,1 tot 12,7 mm
Micro-cut (optioneel)93-42621,5 tot 4,7 mm
Tournament (optioneel)93-42633,1 tot 12,7 mm
Extended Micro-cut (optioneel)108-43031,5 tot 4,7 mm
Extended Tournament (optioneel)108-43023,1 tot 12,7 mm
Low-cut (optioneel)93-42644,7 tot 25,4 mm
High-cut (optioneel)94-63927,9 tot 25,4 mm
Fairway (optioneel)63-86109,5 tot 25,4 mm
Fairway EdgeMax (optioneel)137-08799,5 tot 25,4 mm

Note: Voor maaihoogten van meer dan 9,5 mm moet de set voor een grote maaihoogte worden gemonteerd.

De hoogtelat instellen

Voordat u de maaihoogte instelt moet de hoogtelat worden ingesteld:

  1. Draai de moer op de hoogtelat los en draai de stelbout op de gewenste maaihoogte (Figuur 8).

    Note: De afstand tussen de onderkant van de boutkop en het vlak van de lat is de maaihoogte.

    g000489
  2. Draai de moer vast.

De maaihoogte instellen

  1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van het maaidek (Figuur 9).

    g278333
  2. Haak de boutkop van de hoogtelat aan de rechterkant van de snijrand van het ondermes en laat het achteruiteinde van de lat rusten op de achterkant van de rol (Figuur 10).

    g014408
  3. Draai aan de stelbout totdat de rol contact maakt met de voorzijde van de hoogtelat.

  4. Herhaal stap 2 en 3 voor de linkerkant.

  5. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

    Important: Bij een correcte afstelling zullen de achter- en voorrol contact maken met de hoogtelat en zal de bout goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

  6. Draai de moeren aan om de instelling te borgen en de ring geen speling meer heeft.

  7. Controleer dat de ingestelde maaihoogte correct is; herhaal deze procedure indien nodig.

De stopbalk afstellen

Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de omgeving van de messenkooi. Ga als volgt te werk:

Note: De balk kan worden aangepast om veranderingen in de gazonomstandigheden te compenseren. De afstand tussen de balk en de messenkooi moet worden verminderd als het gazon uitzonderlijk droog is. Als het gazon vochtig is, moet de afstand tussen de balk en de messenkooi echter vergroot worden. De balk moet evenwijdig aan de messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen. Stel deze opnieuw in nadaat de messenkooi met een messenkooislijper geslepen is.

  1. Draai de bouten los waarmee de bovenste balk (Figuur 11) aan de maai-eenheid is bevestigd.

    g014643
  2. Steek een voelermaat van 1,5 mm tussen de bovenkant van de messenkooi en de balk en draai de bouten vast.

    Important: Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is.

    Note: Stel de tussenruimte naar behoefte in, afhankelijk van het soort gras.

Onderhoud

Ondersteunen van het maaidek

Als u de maai-eenheid moet kantelen om bij het ondermes/de messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van de maai-eenheid ondersteunen zodat de moeren op het achtereind van de stelbouten van de snijbalk niet op het werkvlak rusten (Figuur 12).

g014596

Onderhoud van de snijbalk

Om schade aan de messenkooi, snijbalk en snijplaat te voorkomen mag onderhoud aan de snijbalk en snijplaat alleen door een speciaal opgeleide technicus worden uitgevoerd. Het beste is om de maai-eenheid naar een erkende Toro distributeur te brengen voor onderhoud. De Onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid bevat volledige instructie, informatie over speciale gereedschappen en tekeningen voor het onderhoud van het ondermes. Mocht het nodig zijn dat u de snijbalk zelf verwijderd of monteert volg dan de onderstaande aanwijzingen. De specificaties voor het onderhoud van het ondermes zijn daar ook opgenomen.

Important: Volg altijd de aanwijzingen in de Onderhoudshandleiding voor onderhoud van het ondermes. Als het ondermes niet goed wordt gemonteerd en geslepen kan dit leiden tot schade aan de messenkooi, snijbalk of snijplaat.

De snijbalk verwijderen

  1. Draai de stelschroef van de snijbalk linksom om de snijbalk weg te trekken van de messenkooi (Figuur 13).

    g014641
  2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de ring niet meer tegen de ondermesbalk is geklemd (Figuur 13).

  3. Draai de borgmoer van de ondermesbalkbout op beide zijden van de machine los (Figuur 14).

    g014409
  4. Verwijder beide snijbalkbouten zodat de snijbalk omlaag kan worden getrokken en uit de machine worden verwijderd (Figuur 14).

    Bewaar de 2 nylon ringen en de stalen ring op beide uiteinden van het ondermes (Figuur 15).

    g020056

De snijbalk monteren

  1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de onderlegringen en de stelschroef van de snijbalk bevinden (Figuur 13).

  2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 3 ringen (6 in totaal).

  3. Plaats een nylon ring aan elke zijde van de naaf van de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figuur 15).

  4. Draai de bouten van het ondermes vast met een torsie van 27 tot 36 N·m.

  5. Draai de borgmoeren vast tot de stalen onderlegringen geen speling meer hebben, maar u ze nog wel met de hand kunt ronddraaien. De ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

    Important: Draai de borgmoeren niet te hard aan, anders kunnen de zijplaten vervormen.

  6. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een ½ slag terug (Figuur 16).

    g016470
  7. Stel het contact tussen snijplaat en messenkooi af; zie Instellen van het ondermes op de messenkooi.

Specificaties van het ondermes

Het ondermes monteren

  1. Verwijder roest, aanslag en corrosie van het oppervlak van de snijbalk en breng er een laagje olie op aan.

  2. Maak de schroefdraad schoon.

  3. Breng Neverseez pasta aan op de schroeven en monteer het ondermes op de snijbalk.

    g255045
  4. Draai de 2 buitenste schroeven vast met een torsie van 1 N·m.

  5. Draai de schroeven vast met een torsie van 23 tot 28 N·m; werk van het midden van het ondermes naar buiten toe.

    g255046
  6. Slijp het ondermes.

De messenkooi voorbereiden om te slijpen

  1. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de maai-eenheid in goede staat zijn en herstel problemen voordat u gaat slijpen.

  2. Volg de instructies van de fabrikant van de messenkooislijper om de messenkooi te slijpen volgens de volgende specificaties.

    Specificaties voor het slijpen van de messenkooi
    Nieuwe diameter messenkooi128,5 mm
    Onderhoudslimiet diameter messenkooi114,3 mm
    Vrijloophoek van mes30° ± 5°
    Breedte mesvlak1,0 mm
    Bereik van breedte mesvlak0,8 tot 1,2 mm
    Onderhoudslimiet versmalling diameter messenkooi0,25 mm

Hoekslijpen van de messenkooi

De nieuwe messenkooi heeft een platte zijkant van 0,8 tot 1,2 mm en een hoek van 30 graden.

Wanneer de platte zijkant groter dan 3 mm wordt, doe dan het volgende:

  1. Slijp alle messen onder een hoek van 30 graden tot de platte zijkant 0,76 mm breed is (Figuur 19).

    g278332
  2. Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatigheid van de messen niet meer dan 0,025 mm bedraagt.

    Note: Hierdoor wordt de platte zijkant een beetje groter.

  3. Stel de maai-eenheid in; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

Note: Om de messenkooi en het ondermes langer scherp te houden - na het slijpen van de messenkooi en/of het ondermes- controleert u het contact tussen de messenkooi en het ondermes opnieuw na het maaien aan het einde van elke dag; bramen zullen immers worden verwijderd, wat onjuiste speling tussen de messenkooi en het ondermes tot gevolg kan hebben en de slijtage kan versnellen.

Specificaties voor het slijpen van het ondermes

g032182
Vrijloophoek, standaard snijplaat3° minimaal
Vrijloophoek, verlengd ondermes7° minimaal
Bereik van de voorhoek13 tot 17°

De slijphoek aan de bovenkant controleren

De slijphoek voor de ondermessen is zeer belangrijk.

Gebruik de hoekindicator (Toro onderdeelnummer. 131-6828) en de steun van de hoekindicator (Toro onderdeelnummer. 131-6829) om de hoek die uw slijpmachine produceert te controleren en corrigeer vervolgens de onnauwkeurigheid van de slijpmachine.

  1. Plaats de hoekindicator op de onderkant van het ondermes, zoals getoond in Figuur 21.

    g034113
  2. Druk op de Alt Zero knop op de hoekindicator.

  3. Plaats de steun van de hoekindicator op de rand van het ondermes zodat de rand van de magneet past op de rand van het ondermes (Figuur 22).

    Note: Gedurende deze stap moet de digitale uitlezing zichtbaar zijn van dezelfde kant als in stap 1.

    g034114
  4. Plaats de hoekindicator op de steun zoals getoond in Figuur 22.

    Note: Dit is de hoek die uw slijpmachine produceert en deze moet binnen twee graden van de aanbevolen slijphoek aan de bovenkant zijn.

Wetten van het maaidek

Gevaar

Contact met de messenkooi of andere bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel veroorzaken.

Houd vingers, handen of kleding uit de buurt van de messenkooien of andere bewegende onderdelen.

  • Blijf tijdens het wetten uit de buurt van de messenkooi.

  • U wordt geadviseerd bij het wetten geen borstel met een korte steel te gebruiken. Borstels met een lange steel zijn beschikbaar bij uw plaatselijke erkende Toro verdeler.

  1. Plaats de machine op een schoon, horizontaal oppervlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.

  2. Verwijder de messenkooimotoren van de maaidekken, koppel de maaidekken los en verwijder deze van de hefarmen.

  3. Sluit de wetmachine aan op het maaidek door een stuk van ⅜ vierkante" in de gesleufde koppeling aan het uiteinde van het maaidek te steken.

    Note: Aanvullende instructies en procedures met betrekking tot het wetten kunt u vinden in de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid en de Toro handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnummer 80-300PT.

    Note: Voor een betere snijrand moet u de voorkant van het ondermes en de messenkooi bijvijlen als u klaar bent met wetten. Hiermee verwijdert u bramen of ruwe randen die kunnen zijn ontstaan op de snijrand.