Installatie

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND en stel de parkeerrem in werking.

  3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.

De aanwezige slang en adapter verwijderen

  1. Zet de klemmen van de slang en de blazer los, en neem de slang van de blazer (Figuur 1).

    g185954
  2. Verwijder de slang van de kap (Figuur 2).

    g287358
  3. Verwijder de 4 knoppen, de 2 blazerklemmen en het blazertussenstuk van de blazer (Figuur 3).

    g287360
  4. Verwijder de 4 bouten, 4 moeren en kapadapter van de kap (Figuur 4).

    g287428
  5. Gooi de onderdelen weg.

De kapadapter monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kapadapter1
Bout (5/16" x 1")4
Moer (5/16")4
Sjabloon1
  1. Verwijder de bout, de ring en de moer van de draaibeugel (Figuur 5).

    g289389
  2. Plaats het sjabloon op de kap, waarbij u het rechtergat uitlijnt met de montage-opening voor de draaibeugel, en de onderrand met de rand van de kap (Figuur 6).

    g287443
  3. Markeer de overige 4 gaten en het grote gat.

  4. Boor een gat (11/32") op de 4 aangeduide locaties.

  5. Maak het grote gat met een reciprozaag.

  6. Monteer de nieuwe kapadapter met 4 bouten en 4 moeren in de nieuwe montage-openingen (zie Figuur 4). Draai de bouten vast met een torsie van 10,2 tot 12,4 N·m.

    Important: Draai de bouten niet te vast.

  7. Monteer het bevestigingsmateriaal van de draaibeugel uit Figuur 5.

Het blazertussenstuk en de slang monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Blazertussenstuk1
Moer (5/16")4
Plaat2
Slang1
Bevestigingsband2
Slangklem1
  1. Monteer het nieuwe blazertussenstuk met 2 platen en 4 moeren (Figuur 7).

    g287427
  2. Monteer een rubberen vergrendeling op elke plaat (Figuur 8).

    g287429
  3. Duw een uiteinde van de uitblaasslang door de kap tot deze vast zit (Figuur 9).

    g037657
  4. Schroef de slangklem 2 tot 3 slagen op het andere uiteinde van de nieuwe slang (Figuur 10).

    g257568
  5. Monteer de slang over het blazertussenstuk zodat de slang een bocht van ongeveer 90 graden vormt ten opzichte van de motorkap. Pas de oriëntatie van de haken van de slangklem zo aan dat ze uitgelijnd zijn met de rubberen vergrendelingen, en bevestig de slang door de rubberen vergrendelingen over de haken te trekken (Figuur 10).

    Note: Zorg dat de rubberen vergrendelingen strak zitten. Schroef de klem verder op de slang als de vergrendelingen loszitten.