Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Hydraulische schuif voor montage vooraan | 1 |
Note: De tractie-eenheid moet uitgerust zijn met een hefframe vooraan.
Plaats de machine en het werktuig op een horizontaal oppervlak.
Verwijder aanwezige werktuigen van de voorkant van de machine.
Start de motor en rij de tractie-eenheid achter de werktuigkoppeling. Breng de koppeling van de tractie-eenheid omlaag.
Note: Zorg ervoor dat de sluithendel (Figuur 1) naar links is gedraaid (onvergrendelde stand), gezien vanaf de voorkant van de machine.
Til de werktuigkoppeling op de koppeling van de tractie-eenheid.
Note: Zorg dat u niet klem komt te zitten tussen de koppelingen.
Draai de sluithendel naar rechts om de koppelingen aan elkaar vast te zetten (Figuur 1).
Monteer het werktuig op de tractie-eenheid en breng het werktuig omhoog.
Meet de afstand tussen de bovenste ring en het afstandsstuk in het verbindingmechanisme op de werktuigkoppeling zoals wordt getoond in Figuur 2.
De afstand tussen de ring en de kraag moet 1,5 tot 2 mm zijn.
Voor een agressievere behandeling: Plaats de slijtplaat (Figuur 3) met de tanden naar voren.
Voor een minder agressieve behandeling: Plaats de slijtplaat met de tanden naar achteren.
Om te egaliseren: Plaats het mes met de vlakke rand naar beneden.
Het mes staat standaard afgesteld in een hoek van 30°. Deze kan vergroot worden tot 45°.
Start de motor en til het mes een beetje van de grond. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Verwijder de achterste aanslagbout, de ring en het afstandsstuk aan beide zijden van het mes (Figuur 4). Bewaar de onderdelen zodat u deze later opnieuw kunt monteren.
Note: Als de werktuigkoppeling blijft vastzitten aan de koppeling van de tractie-eenheid, moet u een koevoet of schroevendraaier in de sleuf steken om beide delen van elkaar los te maken (Figuur 5).
Als u klaar bent met nivelleren, moet u de machine grondig reinigen. Spoel telkens na gebruik het zand weg; zand heeft een sterk schurende werking.
Als de machine regelmatig wordt gereinigd (voordat het zand de kans krijgt om aan te koeken), kunt u dit doen met een waterstraal uit een slang zonder spuitmond. Als u een hogedrukstraal gebruikt, kan het zand in slijtdelen worden gespoten, waar het een slijpende werking kan uitoefenen.
Als de sluithendel op de werktuigkoppeling niet onbelemmerd en soepel draait, moet u een dun laagje vet aanbrengen op de plaats die wordt getoond in Figuur 6.
De trekveer wordt standaard afgesteld op een lengte van 5 cm (zie Figuur 7). Draai de veren vaster om het mes agressiever te maken. Maak de veren losser om het mes minder agressief te maken.
