Important: Zorg ervoor dat er 5 gewichten (onderdeelnummer 24-5790-01) zijn gemonteerd op de tractie-eenheid voordat u de montageset monteert.
Note: Als de eenheid niet beschikt over hefarmen, moet u het volgende monteren voordat u verdergaat:
117–0806 linker hefarm
117-0800 rechter hefarm
In deze set zitten de pennen die nodig zijn voor het monteren van de armen aan de Groundsmaster 3280-D.
2 van onderdeel 98-2330
2 van onderdeel 3272-24
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, breng de maai-eenheid omlaag, zet de hefhendel in de ZWEEFSTAND, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking.
Verwijder de bout en ring die aan de bovenzijde van elke maaihoogtestang zijn bevestigd (Figuur 1).
Verwijder de R-pen en gaffelpen waarmee de kraag aan de maaihoogtestang aan de achterzijde van het maaidek is bevestigd (Figuur 1).
Verwijder de maaihoogtekraag.
Note: U zult deze onderdelen gebruiken om het werktuigframe te monteren.
Verwijder de R-pennen en de gaffelpennen waarmee de hefarmen zijn bevestigd aan de beugels van de zwenkwielarmen (Figuur 1).
Note: U zult deze onderdelen gebruiken om het werktuigframe te monteren.
Rol het maaidek bij de tractie-eenheid vandaan en ontkoppel het mannelijke en vrouwelijke gedeelte van de aftakas.
U mag de motor niet starten en de aftakashendel niet inschakelen als de aftakas niet is aangesloten op de tandwielkast van het werktuig.
Als de motor start en de aftakas draait, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Bout (3/8-16" x 1¾") | 2 |
Borgmoer (3/8-16") | 2 |
Homokinetische aandrijfas | 1 |
Rolpen (3/16" x 2¼") | 1 |
Verwijder de bestaande aandrijfas van de machine.
Plaats de nieuwe homokinetische aandrijfas op de plaats van de oude en bevestig deze met 2 bouten (3/8-16" x 1¾"), 2 borgmoeren (3/8-16") en een rolpen (3/16" x 2¼").
Haal de bouten en borgmoeren aan met 51 tot 65 N·m.
Smeer de homokinetische as op alle aanbevolen smeerpunten; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw werktuig.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Bout (½-13" x ¾") | 2 |
Borgring (½") | 2 |
Platte ring (9/16" x 1-3/8") | 2 |
R-pen | 2 |
Gaffelpen (5/16" x 1-22/25") | 2 |
Steunstang | 2 |
Bout (½-13" x 1") | 2 |
Gaffelpen | 2 |
Bout (3/8-16" x 1¾") | 2 |
Borgmoer (3/8-16") | 2 |
Rolpen (3/16" x 2¼") | 1 |
Werktuigframe | 1 |
Steek een steunstang in elk uiteinde van de achterste buis op het werktuigframe (Figuur 3).
Note: Zorg ervoor dat het gat zich aan de bovenkant bevindt.
Bevestig de onderkant van elke steunstang losjes aan de buis van het werktuigframe met een bout (½-13 x 1"), een borgring (½") en een platte ring (9/16" x 1-3/8") zoals getoond in Figuur 3.
Plaats het werktuigframe onder de hefarmen.
Zet de hefhendel in de ZWEEFSTAND. Druk een hefarm omlaag totdat de openingen in de hefarm zijn uitgelijnd met de openingen in de beugels van het werktuigframe en de steunstangen in de blokken van de hefarm kunnen worden gebracht (Figuur 3).
Bevestig de hefarm met een gaffelpen aan de beugels van het werktuigframe (Figuur 3).
Steek het uiteinde van de R-pen in de sleuf in het lipje van de beugel van het werktuigframe om de gaffelpen te borgen (Figuur 3).
Herhaal de procedure voor de tegenoverliggende hefarm.
Start de tractie-eenheid en breng het werktuigframe omhoog.
Druk de achterzijde van het werktuigframe omlaag en steek de steunstangen door de blokken van de hefarmen.
Monteer de maaihoogtekragen op de steunstangen en bevestig ze met de gaffelpennen en de R-pennen (Figuur 3).
Note: Plaats de kop van de gaffelpen naar de voorzijde van het werktuigframe gericht.
Draai de bouten waarmee de steunstangen aan de onderkant van de buis van het werktuigframe zijn bevestigd vast met een torsie van 75 N·m zoals getoond in Figuur 3.
Monteer een bout (½-13" x ¾"), een borgring (½") en een platte ring (9/16" x 1-3/8") aan de bovenkant van elke steunstang (Figuur 3).
Schakel de tractie-eenheid uit.
Monteer de homokinetische as aan de as en bevestig deze met een rolpen (3/16" x 2¼"), 2 bouten (3/8-16" x 1¾") en 2 borgmoeren (3/8"-16").
Haal de bouten en borgmoeren aan met 37 tot 44 N·m.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Aandrijfas | 1 |
Rolpen | 1 |
Bout (5/16" x 1¾") | 2 |
Borgmoer (5/16") | 2 |
Verwijder de kabelbinder waarmee de aandrijfas bevestigd is aan de kist.
Schuif de aandrijfas op de as van de tandwielkast.
Lijn de montage-openingen in de as van de tandwielkast uit met de openingen in de aandrijfas en schuif deze in elkaar.
Bevestig deze met een rolpen (Figuur 4).
Bevestig de aandrijfas aan de as van de tandwielkast met 2 bouten (5/16" x 1¾"), 2 borgmoeren (5/16"), en een rolpen (3/16" x 1½") zoals getoond in Figuur 4.
Draai de bouten en de borgmoeren vast met een torsie van 18 tot 25 N·m.
Verwijder de kabelbinder waarmee de aandrijfas samengehouden wordt.
Maak de veiligheidsketting vast aan het frame van de blazer (Figuur 4).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Bevestigingsplaat | 1 |
Bout (½" x 1¼") | 4 |
Borgmoer (½") | 4 |
Verwijder de bouten waarmee de bevestigingsplaat aan de kist is bevestigd (Figuur 5).
Monteer de bevestigingsplaat op het frame van de bladblazer; gebruik hierbij 4 bouten (½"x 1¼") en 4 borgmoeren (½") zoals getoond in Figuur 6.
Note: Gebruik bij de montage van de plaat de onderste reeks gaten aan beide zijden van de bevestigingsplaat.
Draai de bouten vast met een torsie van 92 tot 113 N·m.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Bladblazer | 1 |
Borgpen | 1 |
R-pen | 1 |
Verwijder alle werktuigen van de voorkant van de machine.
Plaats de tractie-eenheid achter de werktuigkoppeling.
Breng de koppeling van de tractie-eenheid omhoog en zet deze in de werktuigkoppeling.
Note: Als de kriksteun een beetje hoger staat dan de zwenkwielen, is de koppeling gemakkelijker te monteren.
Steek de borgpen door de koppelingen en bevestig met een R-pen (Figuur 7).
Monteer de aandrijfas aan het snelkoppelingsframe door de snelkoppeling op de as te schuiven (Figuur 8).
Maak de veiligheidsketting vast aan het snelkoppelingsframe (Figuur 8).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Kabelboom van bedieningspaneel | 1 |
Kabelboom van blazer | 1 |
Kabelbinder | 10 |
Schakelaar | 1 |
Zekering | 1 |
Zekeringhouder | 1 |
Leid de kabelboom van het bedieningspaneel langs het hefframe en door de machine.
Steek de connector in de zekeringhouder (Figuur 9).
Steek de zekering in de zekeringhouder (Figuur 9).
Note: Als er geen open plaatsen zijn in de bestaande zekeringhouder, gebruik dan de extra zekeringhouder die werd meegeleverd met de set.
Verbind de ringconnector voor aarding met het aardingsblok (Figuur 9).
Verwijder de plug uit het bedieningspaneel, plaats de schakelaar in de opening en sluit de kabelboom van het bedieningspaneel aan op de schakelaar (Figuur 10).
Gebruik kabelbinders om de kabelboom van het bedieningspaneel te bevestigen aan de machine en de hefarm (Figuur 11).
Steek de kabelboom van de blazer in de motor van het kanaal en sluit deze dan aan op de kabelboom van het bedieningspaneel (Figuur 11).
Bevestig de kabelboom van de blazer met kabelbinders aan het werktuigframe.