Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Breng voor gemakkelijkere toegang de voorkant van de machine omhoog en plaats deze op assteunen die geschikt zijn voor uw machine.
Een mechanische of hydraulische krik kan een machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Plaats de machine altijd op assteunen.
Verwijder de aanwezige maaimessen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de machine.
Verwijder de 2 bouten en 2 moeren waarmee het schot bevestigd is aan het maaidek en verwijder het schot (Figuur 1).
Note: Bewaar het schot om terug te kunnen wisselen naar zijuitworp.
Plaats de bevestigingen in dezelfde openingen als waar deze uit verwijderd zijn.
Verwijder de 2 bouten en moeren waarmee de directionele kap bevestigd is aan het maaidek en verwijder de kap (Figuur 2).
Note: Bewaar de kap om terug te kunnen wisselen naar zijuitworp.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Achterscherm | 1 |
R-klemmen | 2 |
Bout (5/16" x ¾") | 2 |
Moer (5/16") |
Zoek de stang van de as waar het scherm zal worden gemonteerd (Figuur 3).
Plaats de R-klemmen op de stang. Zorg ervoor dat de R-klemmen in de juiste richting wijzen zoals getoond in Figuur 4.
Monteer het scherm met 2 bouten (5/16" x ¾") en 2 moeren (5/16"); zie Figuur 5. Het scherm moet naar achter en naar voren kunnen zwaaien.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Mulchmes | 3 |
Monteer de mulchmessen en het maaidek op de machine; zie de Gebruikershandleiding van de machine.
Draai de bouten vast met een torsie van 136 tot 149 N·m.
Voor een optimaal maairesultaat en een maximale luchtcirculatie moet u de gashendel op SNEL zetten. Om het gras goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg ervoor dat het maaidek niet helemaal door ongemaaid gras is omgeven. Probeer altijd één zijkant van de machine vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht kan worden aangezogen.
Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig worden weggemaaid. In het algemeen kan het best de voorheen gebruikte maaihoogte worden gekozen. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat maaien, kunt u het best in twee keer maaien om een goede maaikwaliteit te verkrijgen.
Maai niet meer dan ongeveer een derde van de lengte van het gras af. Meer afmaaien wordt afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late herfst, wanneer het gras langzamer groeit.
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een betere verspreiding van het maaisel, wat de vertering en bemesting ten goede komt.
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer afneemt, maait u minder vaak. Als u langere tijd niet hebt kunnen maaien, maait u eerst op een hoge maaihoogte. Maai 2 dagen later op een lagere maaihoogte.
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u in bepaalde omstandigheden bij een lagere rijsnelheid maaien.
Wanneer u een ongelijke grasmat maait, moet u de machine instellen op een hogere maaistand om te voorkomen dat het gras wordt gescalpeerd.
Als u de machine tijdens het maaien moet stoppen, kan er een kluit maaisel op het gazon achterblijven. Om dit te voorkomen kunt u naar een reeds gemaaid oppervlak gaan met de messen ingeschakeld, of u kunt het maaidek uitschakelen terwijl u vooruitgaat.
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van het maaidek. Als zich gras en vuil in het maaidek verzamelt, leidt dat uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat.
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een scherp maaimes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten. Controleer na elk gebruik of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u het onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes.