Inleiding

Deze maai-eenheid is ontworpen voor het maaien van de grasmat op greens en kleine fairways van golfbanen. Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g275747

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Raadpleeg de inbouwverklaring achteraan dit document voor meer informatie.

Veiligheid

Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395 en B71.4-2017 van het ANSI (American National Standards Institute).

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de machine start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen van de machine.

  • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet naar behoren werken.

  • Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen.

  • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Laat kinderen nooit de machine bedienen.

  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat:

    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    • Maai-eenheid/Maai-eenheden neerlaten.

    • Schakel de aandrijvingen uit.

    • Stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig).

    • Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheid van de maai-eenheid

  • De maai-eenheid is slechts een volledige machine wanneer deze gemonteerd is op een tractie-eenheid. Lees de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid zorgvuldig voor de volledige instructies over het veilig gebruik van de machine.

  • Stop de machine, verwijder het sleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u het werktuig controleert nadat u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

  • Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers.

  • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde accessoires, werktuigen en onderdelen.

Veiligheid van de messen

Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.

  • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.

  • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel het maaimes of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of gewet, probeer ze nooit recht te maken of te lassen.

  • Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u één mes draait.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal120-9570
decal137-9706

Montage

De rol monteren

De maai-eenheid wordt geleverd zonder voorrol. Schaf een rol aan via uw erkende Toro dealer en monteer deze als volgt op de maai-eenheid:

  1. Verwijder de ploegbout, ring en flensmoer waarmee één van de maaihoogtearmen aan de zijplaat van de maai-eenheid is bevestigd (Figuur 3).

    g275540
  2. Draai de montageschroeven van de rol in de maaihoogtearmen los.

  3. Schuif de rolas in de maaihoogtearm, aan het uiteinde tegenover de maai-eenheid.

  4. Schuif de maaihoogte-arm op de rolas.

  5. Monteer de rol losjes op de maai-eenheid met de maaihoogtearm en het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal.

  6. Centreer de rol tussen de maaihoogtearmen.

  7. Draai de montageschroeven van de rol vast.

  8. Stel af op de gewenste maaihoogte en draai het bevestigingsmateriaal van de maaihoogtearmen vast.

De maai-eenheid op de tractie-eenheid monteren

Monteer de maai-eenheid op de tractie-eenheid; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor montage-instructies.

De maai-eenheid afstellen

  1. U verkrijgt toegang tot de maai-eenheid door de handgreep van de tractie-eenheid naar de grond te brengen (Figuur 4).

    g276933
  2. Stel het contact tussen het ondermes en de messenkooi af, zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen.

  3. Stel de maaihoogte in, zie De maaihoogte instellen.

  4. Stel het grasscherm af; zie Het grasscherm afstellen.

Algemeen overzicht van de machine

Compatibiliteit met tractie-eenhedenDeze maai-eenheden kunnen worden gemonteerd op de Greensmaster 1018, 1021 en 1026 tractie-eenheden met de gepaste grootte.
MaaibreedteModelnr. 04823 en 04824Modelnr. 04832, 04833 en 04834Modelnr. 04842 en 04843
46 cm 53 cm66 cm
Maaihoogte Stel de voorrol die bevestigd is met 2 schroeven en moeren af met de 2 verticale schroeven.
Maaihoogtebereik1,5 mm tot 8 mm6 mm tot 16 mm16 mm
Plaats de trommel van de tractie-eenheid in de LAGE stand.Plaats de trommel van de tractie-eenheid in de HOGE stand.Plaats de trommel van de tractie-eenheid in de HOGE stand en monteer de set voor hoge maaistand.
Lagers van messenkooiEr zijn 2 afgedichte diepgroefkogellagers van roestvrij staal.
VoorrolDe voorrol heeft een diameter van 6,3 cm, met een verscheidenheid aan door de gebruiker te kiezen configuraties.
OndermesDeze machine is standaard uitgerust met een Edgemax Microcut ondermes. Er zijn optionele ondermessen met een waaier van configuraties leverbaar. Het ondermes is met 11 schroeven (Greensmaster 1018), 13 schroeven (Greensmaster 1021) of met 16 schroeven (Greensmaster 1026) bevestigd aan een machinaal bewerkte gietijzeren snijbalk.
Afstelling ondermesEr zijn twee schroeven om het contact tussen de messenkooi en het ondermes af te stellen in stappen van 0,018 mm.
GrasschermHet scherm zorgt ervoor dat gras in natte omstandigheden beter wordt afgevoerd van de messenkooi.
ContragewichtEen gietijzeren gewicht dat is geplaatst tegenover de aandrijflijn houdt de maai-eenheid in evenwicht.
NettogewichtModelnr. 04823 en 04824Modelnr. 04832, 04833 en 04834Modelnr. 04842 en 04843
04823: 23 kg; 04824: 24 kg04832: 24 kg; 04833: 25 kg; 04834: 26 kg04842: 27 kg; 04843: 29 kg
MaaisnelheidRaadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen.

Gebruiksaanwijzing

Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid voor gedetailleerde instructies over het gebruik van de machine. Voordat u de maai-eenheid dagelijks gaat gebruiken, moet u het ondermes afstellen, zie Dagelijkse afstelling van het ondermes. Test de maaikwaliteit door een testbaan te maaien voordat u de maai-eenheid op een green gebruikt om te controleren of het maairesultaat correct is.

Onderhoud

Het smeerpunt van de messenkooiaandrijfas controleren

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Jaarlijks
  • Het smeerpunt van de messenkooiaandrijfas controleren.
    1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de aandrijving van de messenkooi aan de zijplaat is bevestigd (Figuur 5).

      g284793
    2. Verwijder de aandrijving van de messenkooi, de platte ringen, de veerringen en afstandsstukken van de zijplaat (Figuur 5).

    3. Controleer of er nog vet zit aan de binnenkant van de aandrijfas van de messenkooi (Figuur 6).

      Als u niet voldoende vet ziet, moet u meer vet toevoegen aan de mannelijke en vrouwelijke sleufas.

      g276424
    4. Gebruik de eerder verwijderde inbusschroeven, ringen en afstandsstukken om de messenkooiaandrijving te bevestigen aan de zijplaat.

    5. Monteer de maai-eenheid op de tractie-eenheid; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.

    Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen

    Dagelijkse afstelling van het ondermes

    Elke dag voordat u gaat maaien of telkens als het nodig is, moet u controleren of het contact tussen het ondermes en de messenkooi correct is afgesteld. Voer deze procedure uit, ook al is de maaikwaliteit aanvaardbaar.

    Note: Deze procedure kan worden uitgevoerd wanneer de maai-eenheid gemonteerd is op de tractie-eenheid.

    1. Zet de motor van de tractie-eenheid uit.

    2. U verkrijgt toegang tot de maai-eenheid door de handgreep van de tractie-eenheid naar de grond te brengen (Figuur 7).

      g276933
    3. Draai de messenkooi langzaam in de tegenovergestelde richting en luister of de messenkooi en het ondermes contact maken.

      • Indien er geen contact is, moet u het ondermes als volgt afstellen:

        1. Draai de stelknoppen van de snijbalk (Figuur 8) telkens 1 klik naar rechts, totdat u voelt en hoort dat er licht contact wordt gemaakt.

          Note: De stelschroeven van de snijbalk hebben pallen waarmee elke aangegeven stand van het ondermes telkens met 0,018 mm kan worden veranderd.

          g014595
        2. Steek een lange strip maaiprestatiepapier (Toro onderdeelnr. 125-5610) tussen de messenkooi en het ondermes, loodrecht op het ondermes (Figuur 10) en draai vervolgens langzaam de messenkooi naar voren. De messenkooi moet in het papier snijden. Als de messenkooi niet in het papier snijdt, moet u stap 1 en 2 herhalen totdat dit wel zo is.

      • Als het contact tussen het ondermes en de messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie de Toro Handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

      Important: Zorg ervoor dat er altijd een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi is. Als er geen licht contact is, zullen de snijranden van het ondermes/messenkooi zichzelf onvoldoende slijpen. Dit zal ertoe leiden dat de snijranden na verloop van tijd bot worden als gevolg van het gebruik. Als het contact te zwaar is, zullen het ondermes en de messenkooi sneller of ongelijkmatig slijten en kan de maaikwaliteit achteruitgaan.

      Note: Als de messen van de messenkooi voortdurend tegen het ondermes aan lopen, zal er op het oppervlak van de voorste snijrand van het ondermes over de gehele lengte een lichte braam ontstaan. Vijl de voorste snijrand af en toe bij om de braam te verwijderen en de maairesultaten te verbeteren.Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide uiteinden van het ondermes een groef ontstaan. Voor een soepele werking moet u deze groeven afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het ondermes.

    Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen

    Gebruik deze procedure tijdens het afstellen van de maai-eenheid en na het slijpen, wetten of demonteren van de messenkooi. Dit is geen dagelijks onderhoud.

    Note: Deze procedure kan worden uitgevoerd wanneer de maai-eenheid gemonteerd is op de tractie-eenheid.

    1. Zet de motor van de tractie-eenheid uit.

    2. U verkrijgt toegang tot de maai-eenheid door de handgreep van de tractie-eenheid naar de grond te brengen (Figuur 9).

      g276933
    3. Draai de messenkooi zodanig dat 1 van de messen de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop van het ondermes aan de rechterkant van de maai-eenheid.

    4. Breng een markering aan waar het mes de rand van het ondermes kruist.

      Note: Dit maakt latere afstellingen eenvoudiger.

    5. Steek een afstandsring (0,05 mm) tussen het mes en de rand van het ondermes op de plaats waar u de markering hebt aangebracht in stap 4.

    6. Draai aan de rechter afstelschroef van de snijbalk (Figuur 8) tot u een lichte druk voelt als u de afstandsring heen en weer schuift. Verwijder de afstandsring.

    7. Voor de linkerzijde van de maai-eenheid draait u de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde mes de rand van het ondermes kruist tussen de eerste en de tweede schroefkop.

    8. Herhaal stap 4 tot 6 voor de linkerkant van de maai-eenheid en de linkerstelschroef van de snijbalk.

    9. Herhaal stappen 5 en 6 tot er lichte druk is op de contactpunten aan de linker- en rechterkant van de maai-eenheid.

    10. Om een licht contact tussen het ondermes en de messenkooi te verkrijgen dient u elke stelschroef van de snijbalk 3 klikstanden rechtsom te draaien.

      Note: Elke klikstand van de stelschroef van de snijbalk beweegt het ondermes 0,018 mm. Draai de stelschroeven niet te vast.Draai de stelschroef rechtsom om de rand van het ondermes dichter bij de messenkooi te brengen. Draai de stelschroef linksom om de afstand van de rand van het ondermes tot de messenkooi te vergroten.

    11. Steek een lange strip maaiprestatiepapier (Toro onderdeelnr. 125-5610) tussen de messenkooi en het ondermes, loodrecht op het ondermes (Figuur 10) en draai vervolgens langzaam de messenkooi naar voren. De messenkooi moet in het papier snijden. Als de messenkooi niet in het papier snijdt, moet u alle stelschroeven van de snijbalk 1 slag rechtsom draaien en deze stap herhalen totdat de messenkooi wel in het papier snijdt.

      g276305

    Note: Als het contact tussen het ondermes en de messenkooi te zwaar wordt, moet u de voorrand van het ondermes vernieuwen of de maai-eenheid slijpen om de scherpe snijranden te krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen maaien (zie de Toro Handleiding Slijpen van maaimachines met messenkooien en roterende messen, documentnr. 09168SL).

    De maai-eenheid aanpassen aan de gazonomstandigheden

    Gebruik de volgende tabellen om het juiste ondermes en de juiste rol te bepalen voor uw gazonomstandigheden. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler om bijkomende ondermessen en rollen aan te schaffen.

    Raadpleeg De maaisnelheid afstellen voor instructies bij het instellen van de juiste maaisnelheid voor uw gazon.

    Ondermessen

    OnderdeelnummerBeschrijvingTractie-eenheidMaaihoogtebereikOpmerkingen
    98-7261MicrocutGreensmaster 10181,57-3,1 mmMinder agressief
    117-1530EdgeMax MicrocutGreensmaster 10181,57-3,1 mmStandaard Greensmaster 1018
    98-7260TournamentGreensmaster 10183,1-6 mm Minder agressief
    117-1532EdgeMax TournamentGreensmaster 10183,1-6 mm Duurzamer
    110-2300Verlengde MicrocutGreensmaster 10181,57-3,1 mmMinder agressief
    110-2301Lage maaihoogteGreensmaster 10186 mm en hogerAgressiever
    139-4318Edgemax Short MicrocutGreensmaster 10181,57-3,1 mmAgressiever
    139-4319Edgemax Short TournamentGreensmaster 10183,1-6 mm Agressiever
    93-4262MicrocutGreensmaster 10211,57-3,1 mmMinder agressief
    115-1880EdgeMax MicrocutGreensmaster 10211,57-3,1 mmStandaard Greensmaster 1021
    93-4263TournamentGreensmaster 10213,1-6 mm Minder agressief
    115-1881EdgeMax TournamentGreensmaster 10213,1-6 mm Duurzamer
    93-4264Lage maaihoogteGreensmaster 10216 mm en hogerAgressiever
    108-4302Extended TournamentGreensmaster 10213,1-6 mm Minder agressief
    108-4303Verlengde MicrocutGreensmaster 10211,57-3,1 mmMinder agressief
    139-4320Edgemax Short MicrocutGreensmaster 10211,57-3,1 mmAgressiever
    139-4321Edgemax Short TournamentGreensmaster 10213,1-6 mm Agressiever
    94-6392Hoge maaihoogteGreensmaster 10216 mm en hogerTee's
    63-8610FairwayGreensmaster 10218,0 mm en hogerAgressiever
    112-9275MicrocutGreensmaster 1026Minder dan 3,1 mm Minder agressief
    94-5885TournamentGreensmaster 10263,1-6 mm Minder agressief
    104-2646Hoge maaihoogteGreensmaster 10266 mm en hogerTee's
    93-9015Lage maaihoogteGreensmaster 10266 mm en hogerStandaard Greensmaster 1026
    117-1548EdgeMax TournamentGreensmaster 10261,52-3,1 mmDuurzamer
    139-4322Edgemax Short MicrocutGreensmaster 10261,57-3,1 mmAgressiever
    139-4323Edgemax Short TournamentGreensmaster 10263,1-6 mm Agressiever
    139-4324Edgemax MicrocutGreensmaster 10261,57-3,1 mmDuurzamer
    107-8181FairwayGreensmaster 10268,0 mm en hogerAgressiever

    Rollen

    OnderdeelnummerBeschrijvingtractie-eenheidMateriaal
    04804Ingebedde Wiehle rolGreensmaster 1018Aluminium
    04814Volledige rolGreensmaster 1018Aluminium
    04148Lange smalle Wiehle voorrolGreensmaster 1018Aluminium
    04805Ingebedde Wiehle rolGreensmaster 1021Aluminium
    04815Volledige rolGreensmaster 1021Aluminium
    04825Brede Wiehle rolGreensmaster 1021Aluminium
    04141Lange smalle Wiehle voorrolGreensmaster 1021Aluminium
    04249Gespleten volledige rolGreensmaster 1021Staal
    04250Gespleten smalle Wiehle rolGreensmaster 1021Aluminium
    04267Paspalum Greensmaster 1021Aluminium
    04806Ingebedde Wiehle rolGreensmaster 1026Aluminium
    04816Volledige rolGreensmaster 1026Aluminium
    04826Brede Wiehle rolGreensmaster 1026Aluminium
    04146Lange smalle Wiehle voorrolGreensmaster 1026Aluminium
    139-4345Gespleten volledige rolGreensmaster 1026Staal
    139-4350Gespleten smalle Wiehle rolGreensmaster 1026Aluminium

    Note: Elke rol heeft een diameter van 63,5 mm.

    De maaihoogte-instelling uitvoeren

    Stel de maaihoogte in op de gewenste hoogte met behulp van een maaihoogtelat en zorg ervoor dat uw maai-eenheid uitgerust is met een ondermes dat het best geschikt is voor de gewenste maaihoogte; zie De maai-eenheid aanpassen aan de gazonomstandigheden.

    De maaihoogtelat afstellen

    Voordat u de maaihoogte gaat instellen, moet u als volgt de maaihoogtelat afstellen:

    1. Draai de moer op de hoogtelat los en draai de stelschroef op de gewenste maaihoogte (Figuur 11).

      Note: De afstand tussen de onderkant van de schroefkop en de lat is de maaihoogte.

      g000489
    2. Draai de moer vast.

    De maaihoogte instellen

    1. Draai de borgmoeren los waarmee de maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de zijplaten van de maai-eenheid (Figuur 12).

      g276359
    2. Haak de schroefkop van de maaihoogtelat aan de rechterkant van de snijrand van het ondermes en laat de achterzijde van de lat op de tractietrommel rusten (Figuur 13).

      g276932
    3. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorkant van de hoogtelat.

    4. Herhaal stap 2 en 3 voor de linkerkant.

    5. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan het ondermes is.

      Important: Bij een correcte afstelling zullen de rol en de tractietrommel contact maken met de hoogtelat en zal de schroef goed tegen het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben beide uiteinden van het ondermes dezelfde maaihoogte.

    6. Draai de moeren vast om ervoor te zorgen dat de afstelling geborgd is en de ring geen speling meer heeft.

    7. Controleer of de maaihoogte-instelling correct is en herhaal indien nodig deze procedure.

    • Voor een maaihoogte van meer dan 8 mm moet u de trommel van de tractie-eenheid in de HOGE stand plaatsen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

    • Voor een maaihoogte van meer dan 16 mm moet de set voor een hoge maaistand worden gemonteerd. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler om deze set aan te schaffen.

    De maaisnelheid afstellen

    De maaisnelheid wordt bepaald door de volgende machine-instellingen:

    • Messenkooitoerental: Het messenkooitoerental kan worden afgesteld naar een hoge of lage stand; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

    • Stand aandrijfpoelie van messenkooi: De aandrijfpoelies van de messenkooi (met 22 tanden en 24 tanden) hebben 2 standen:

      • “A” in Figuur 14

      • “B” in Figuur 14

      Note: De poelie staat standaard in de LAGE STAND.

      g275969

    Raadpleeg de volgende stappen om de stand van de poelie aan te passen:

    1. Verwijder de kap van de riem om bij de riem te kunnen komen (Figuur 15).

      g275967
    2. Maak de bout van de arm van de spanpoelie los en draai de arm van de spanpoelie (Figuur 15) om spanning van de riem te nemen.

    3. Verwijder de riem (Figuur 15).

    4. Draai de moeren van de poelies los, verwijder de poelies en monteer deze met behulp van de moeren naargelang de gewenste configuratie.

      g275965
    5. Draai de moeren van de poelie vast met een torsie van 37 tot 45 N·m.

    6. Monteer de riem en span de riem door de inbusbout van de arm van de spanpoelie aan te draaien met 4 tot 5 N·m (zie afbeelding Figuur 15).

    7. Draai de bout van de arm van de spanpoelie vast en monteer de kap van de riem.

    Het grasscherm afstellen

    Stel het grasscherm af om ervoor te zorgen dat het maaisel goed wordt afgevoerd van de messenkooi. Ga als volgt te werk:

    Note: Het scherm kan worden aangepast om veranderingen in de gazonomstandigheden te compenseren. De afstand tussen het scherm en de messenkooi moet worden verkleind als het gazon uitzonderlijk droog is. Als het gras nat is, moet de afstand tussen het scherm en de messenkooi echter vergroot worden. Het scherm moet evenwijdig aan de messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen. De balk moet altijd worden ingesteld als de messenkooi is geslepen.

    1. Draai de schroeven los waarmee het grasscherm (Figuur 17) is gemonteerd aan de maai-eenheid.

      g275291
    2. Steek een voelermaat van 1,5 mm tussen de bovenzijde van de messenkooi en het grasscherm en draai vervolgens de schroeven vast.

      Important: Zorg ervoor dat de afstand tussen het grasscherm en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is.

      Note: Stel de opening af indien dit nodig is voor de gazonomstandigheden.

    Onderhoud van de snijbalk

    Het onderhoud aan de snijbalk en het ondermes mag uitsluitend worden uitgevoerd door een goed opgeleide monteur om schade aan de messenkooi, snijbalk en het ondermes te voorkomen. Het beste is om de maai-eenheid naar een erkende Toro distributeur te brengen voor onderhoud. Zie de Onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid voor volledige instructies, speciaal gereedschap en schema's voor het onderhouden van het ondermes. Als u ooit zelf de snijbalk moet verwijderen of monteren, vindt u de instructies daarvoor hieronder en ook de specificaties voor het onderhoud van het ondermes.

    Important: Volg bij onderhoudswerkzaamheden aan het ondermes altijd de procedures in de Onderhoudshandleiding. Als het ondermes niet correct wordt gemonteerd of geslepen, kan dit leiden tot schade aan de messenkooi, snijbalk of het ondermes.

    De snijbalk verwijderen

    1. Draai de stelschroef van de snijbalk linksom om het ondermes weg te trekken van de messenkooi (Figuur 18).

      g014641
    2. Draai de veerspanningsmoer uit totdat de drukring niet meer tegen de snijbalk is geklemd (Figuur 18).

    3. Draai de borgmoer getoond in Figuur 19 los aan beide zijden van de machine.

      g276147
    4. Verwijder beide snijbalkbouten zodat de snijbalk omlaag kan worden getrokken en uit de maai-eenheid kan worden verwijderd (Figuur 19).

      Bewaar de 2 stalen ringen en 1 plastic ring op beide uiteinden van de snijbalk (Figuur 19).

    De ondermesbalk monteren

    1. Plaats de snijbalk en zorg ervoor dat de montagelippen zich tussen de ringen en de stelschroef van de snijbalk bevinden (Figuur 18).

    2. Zet de snijbalk vast aan beide zijplaten met de snijbalkbouten (moeren op de bouten) en 3 ringen (6 in totaal).

    3. Plaats een nylon ring aan beide zijden van de naaf van de zijplaat. Plaats een stalen ring op de buitenkant van beide nylon ringen (Figuur 19).

    4. Draai de bouten van de snijbalk vast met een torsie van 27 tot 36 N·m.

    5. Draai de borgmoeren vast tot de buitenste stalen ringen net kunnen worden gedraaid met de hand, maar er geen eindspeling is. De ringen aan de binnenkant mogen speelruimte hebben.

      Important: Draai de borgmoeren niet te vast of de zijplaten worden vervormd.

    6. Draai de veerspanningsmoer vast totdat de veer is ingedrukt; draai deze vervolgens een ½ slag terug (Figuur 20).

      g006505
    7. Stel het contact tussen het ondermes en de messenkooi af, zie Contact tussen ondermes en messenkooi afstellen.

    Onderhoud van de snijplaat

    Het ondermes monteren

    1. Verwijder roest, aanslag en corrosie van het oppervlak van de snijbalk en breng er een laagje olie op aan.

    2. Maak de schroefdraad schoon.

    3. Breng anti-seizemiddel aan op de schroeven en monteer het ondermes op de snijbalk.

      g255045
    4. Draai de 2 buitenste schroeven vast met een torsie van 1 N·m.

    5. Draai de schroeven vast met een torsie van 23 tot 28 Nm; werk van het midden van het ondermes naar buiten toe.

      g255046
    6. Slijp het ondermes.

    De messenkooi voorbereiden om te slijpen

    1. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de maai-eenheid in goede staat zijn en herstel problemen voordat u gaat slijpen.

    2. Volg de instructies van de fabrikant van de messenkooislijper om de messenkooi te slijpen volgens de volgende specificaties.

      Specificaties voor het slijpen van de messenkooi
      Nieuwe diameter messenkooi128,5 mm
      Onderhoudslimiet diameter messenkooi114,3 mm
      Vrijloophoek van mes30° ± 5°
      Breedte mesvlak1,0 mm
      Bereik van breedte mesvlak0,8 tot 1,2 mm
      Onderhoudslimiet versmalling diameter messenkooi0,25 mm

    Hoekslijpen van de messenkooi

    De nieuwe messenkooi heeft een platte zijkant van 1,3 tot 1,5 mm en een hoek van 30 graden.

    Wanneer de platte zijkant groter dan 3 mm wordt, doe dan het volgende:

    1. Slijp alle messen onder een hoek van 30 graden tot de platte zijkant 1,3 mm breed is (Figuur 23).

      g028800
    2. Draaislijp de messenkooi tot de onregelmatigheid van de messen niet meer dan 0,025 mm bedraagt.

      Note: Hierdoor wordt de platte zijkant een beetje groter.

    3. Stel de maai-eenheid in; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

    Note: Om de messenkooi en het ondermes langer scherp te houden – na het slijpen van de messenkooi en/of het ondermes – controleert u het contact tussen de messenkooi en het ondermes opnieuw nadat u 2 greens gemaaid hebt; bramen zullen immers worden verwijderd. Bramen kunnen onjuiste speling tussen de messenkooi en het ondermes tot gevolg hebben, wat de slijtage kan versnellen.

    Specificaties voor het slijpen van het ondermes

    g032182
    Vrijloophoek standaard ondermes3° minimaal
    Vrijloophoek verlengd ondermes7° minimaal
    Bereik hoek voorzijde13° tot 17°

    De bovenste slijphoek controleren

    De hoek die u gebruikt om uw ondermessen te slijpen is erg belangrijk.

    Gebruik de hoekindicator (Toro onderdeelnr. 131-6828) en de steun van de hoekindicator (Toro onderdeelnr. 131-6829) om de hoek die uw slijpmachine produceert te controleren en corrigeer vervolgens de onnauwkeurigheid van de slijpmachine.

    1. Plaats de hoekindicator op de onderkant van het ondermes zoals getoond in Figuur 25.

      g034113
    2. Druk op de knop alt zero op de hoekindicator.

    3. Plaats de steun van de hoekindicator op de rand van het ondermes zodat de rand van de magneet aansluit op de rand van het ondermes (Figuur 26).

      Note: De digitale display dient tijdens deze stap zichtbaar te zijn van dezelfde zijde als in stap 1.

      g034114
    4. Plaats de hoekindicator op de steun zoals getoond in Figuur 26.

      Note: Dit is de hoek die uw slijpmachine produceert, en deze dient niet meer dan 2 graden te verschillen van de aanbevolen bovenste slijphoek.

    De maai-eenheid wetten

    Gebruik de Access-wetset (modelnr. 139-4342) of de wetset (modelnr. 04800) om de maai-eenheid te wetten; raadpleeg de bedieningsinstructies in de Montage-instructies van de set. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler om één van deze sets aan te schaffen.