Deze motorconversieset is uitsluitend voor machines met het volgende model- en serienummer:

ModelnummerSerienummer
04038315000001 tot en met 315000500
04039315000001 tot en met 316999999
04054315000001 tot en met 999999999
04055315000001 tot en met 999999999
04056315000001 tot en met 999999999

Verlichtingsset, model 04063 (tractie-eenheden met vaste kop) is compatibel met deze set.

Note: Oudere verlichtingssets zijn niet compatibel met deze set.

Inleiding

Als de machine wordt gebruikt in een bosgebied of op een met dicht struikgewas of gras begroeid terrein, handelt de bestuurder in strijd met de bepalingen van sectie 4442 of 4443 van de Wet op de Openbare Hulpbronnen (Public Resources Code) van de Staat Californië tenzij de machine is voorzien van een goed werkende vonkenvanger of goed onderhouden brandveilige motor.

Neem contact op met een erkende servicedealer als u een vonkenvanger nodig hebt.

Important: Deze montage-instructies bevatten onderhoudsinformatie en informatie over de werking van de motor die de informatie over de werking van de motor en onderhoudsprocedures in de Gebruikershandleiding van uw machine vervangt.Voordat u de machine of de motor gebruikt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht, moet u altijd de gebruiks- en veiligheidsinstructies in uw Gebruikershandleiding raadplegen.Bewaar deze instructies.

Important: De motorgarantie wordt aangeboden door de motorfabrikant. Raadpleeg de bij de documentatie geleverde garantie van de motorfabrikant en van het emissiesysteem. Die garantie is enkel van toepassing op de motor. Het is geen uitbreiding of wijziging van een uitdrukkelijke of impliciete garantiebepaling of -periode die van toepassing kan zijn op het product waarin de motor is gemonteerd.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten chemische stoffen waarvan bekend is dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kunnen veroorzaken.

Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal130-8322
decal133-8062
decal138-2138

Installatie

De machine voorbereiden

Bereid de machine voor; zie De machine klaarmaken voor onderhoud.

De bestaande motor verwijderen

Important: Raadpleeg de Onderhoudshandleiding voor de Greensmaster 1000 voor bijkomende instructies en illustraties over het verwijderen van de motor.

Important: Bewaar alle verwijderde onderdelen voor hergebruik tenzij anders vermeld.

  1. Verwijder de oude kap van de haakse hendel en gooi deze weg.

  2. Verwijder de V-riemen van de aandrijfpoelie en gooi deze weg.

  3. Verwijder de kabelboom van de motor en de aansluitingen van het bedieningspaneel.

    Note: Gooi de kabelboom weg.

  4. Verwijder de vergrendelmodule van de motor.

  5. Verwijder de handgreep van de rem en de tractiehendel, en neem het bedieningspaneel weg.

  6. Maak de gaskabel los van de motor.

  7. Maak de koppelingskabel los van de koppeling van de motor en het bedieningspaneel.

    Note: Gooi de koppelingskabel weg.

  8. Verwijder de oude motor.

    Bewaar de montagebouten en de moeren van de motor.

  9. Verwijder de montagebeugel van de motor en bewaar de montagebeugel van de motor en de bouten.

  10. Maak het frame schoon en controleer het op beschadigingen en slijtage.

De nieuwe motor monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Motor1
Draadboomplaat1
Kabelboom1
Beugel van koppelingskabel1
Koppelingskabel1
Vierkante sleutel1
Ring (⅜" x 1⅜")1
Bout (⅜" x ¾")1
Aandrijfpoelie1
Borgring1
Bout (5/16" x 1")1
Bout (7/16" x 1")2
Bout (¼" x ¾")2
Kap van haakse hendel1
Spanpoelie1
Riemgeleider1
Zeskantige moer1
Platte ring (⅜" x 1⅛")4
Platte ring (5/16")1
Platte ring (M20)1
Koppelingshendel1
Torsieveer1
Koppelingsbeugel1
Kantelas van tractie1
V-riem2
R-klem1
Gaskabel, 158,3 cm1
Gaskabel, 172,2 cm1

De motoronderdelen monteren

  1. Monteer de koppelplaat met 2 bouten (¼" x ¾") zoals getoond in Figuur 1.

    g312396
  2. Monteer de vierkante sleutel op de uitgangsas (Figuur 2).

    Note: Breng vóór de montage anti-seizemiddel aan op de sleutel en de uitgangsas.

    g312393
  3. Monteer de nieuwe ring (M20), de aandrijfpoelie, de ring (5/16"), de borgring en de bout (5/16" x 1") zoals getoond in Figuur 2.

  4. Monteer de kantelas van de tractie aan de tandwielkast (Figuur 2).

  5. Monteer de beugel van de koppeling met 2 bouten (7/16" x 1") aan de tandwielkast zoals getoond in Figuur 3.

    g312392
  6. Monteer de koppelingshendel aan de koppelingsbeugel (Figuur 3).

  7. Monteer de torsieveer met een ring (⅜" x 1⅜") en een bout (⅜" x ¾") aan de koppelingsbeugel zoals getoond in Figuur 3.

  8. Monteer de spanpoelie aan de koppelingshendel met een riemgeleider en een zeskantige moer (Figuur 3).

De kabelboom en de kabels monteren

  1. Bevestig de beugel voor de kabelboom aan de brandstoftank. Gebruik hierbij de 2 aanwezige flensmoeren waarmee de tank aan de motor is bevestigd.

  2. Monteer de vergrendelingsmodule met de kabelboomklem aan de kabelboombeugel.

  3. Monteer de montagebeugel van de motor aan de machine met de eerder verwijderde bouten en 4 ringen (⅜" x 1⅛") zoals getoond in Figuur 4.

    Monteer de achterste linker motorbout losjes (getoond in Figuur 4).

    Note: Draai de andere 3 bouten slechts voor 90% vast. Zo maakt u de montage van de motor op het frame gemakkelijker.

    g312414
  4. Monteer de motor op de montagebeugel van de motor met de eerder verwijderde bouten en moeren (Figuur 4).

    Note: Draai de bouten slechts voor 90% vast. Zo maakt u de montage van de motor op het frame gemakkelijker.

  5. Monteer de koppelingskabel aan de koppelplaat (Figuur 5).

    g312403
  6. Monteer het veeruiteinde van de koppelingskabel aan de koppelingshendel (Figuur 5).

  7. Monteer de gaskabel aan de machine, raadpleeg de Onderhoudshandleiding van de machine (Figuur 8).

    • Gebruik de gaskabel die 172,2 cm lang is voor een model 04056 tractie-eenheid, zie Figuur 6.

      g327886
    • Gebruik de gaskabel die 158,3 cm lang is voor alle modellen, maar niet voor een model 04056 tractie-eenheid, zie Figuur 7.

      g327886

    Note: Observeer de geleiding van de gaskabel zoals wordt getoond in Figuur 8. Leid de kabel naar de linkerkant van de motor en tussen het luchtfilterdeksel en de brandstoftank.

    g312415
  8. Verwijder de achterste linkerbout van de onderkant van de motor (Figuur 4) en gebruik de bout om de R-klem en de gaskabel te bevestigen aan de onderkant van de motor.

  9. Monteer de V-riemen en stel deze af volgens uw Gebruikershandleiding.

  10. Draai alle bevestigingsbouten van de motor en de bouten van de montagebeugel van de motor vast (Figuur 4).

  11. Sluit de kabelboom aan op de vergrendelmodule en leid de kabelboom langs de linkerzijde van de handgreep omhoog (Figuur 8).

  12. Sluit de kabelboom aan op de gepaste schakelaars van het bedieningspaneel.

    Note: Sluit de kabelboom aan op de urenteller (indien aanwezig).

  13. Gebruik de pennen van de kabelboom om de kabelboom te bevestigen onder het deksel van het bedieningspaneel.

  14. Monteer de groene aardingskabel met de motorkapbout onder de brandstoftank en verbind de rode draad met de afzonderlijke draad op de motor. Sluit de resterende 2 draden van de kabelboom (zwart en geel) aan op de kabelboom van de motor met 2 draadaansluitingen.

    Note: Breng een dun laagje vet aan op de bout en het aansluitpunt van de verbindingslip.

  15. Klik de draadboom vast in de montagebeugel.

  16. Monteer de nieuwe kap van de haakse hendel met het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal.

De machine smeren en afstellen

Important: De tandwielkast van de motor behoeft geen onderhoud omdat ze gevuld is met hoogwaardig synthetisch semivloeibaar vet.

  1. Stel de koppelingskabel af; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

  2. Stel de gaskabel af; raadpleeg uw Gebruikershandleiding.

  3. Smeer de machine volgens de instructies in uw Gebruikershandleiding.

  4. Vul het motorcarter met olie volgens de instructies in uw Gebruikershandleiding.

  5. Stel het motortoerental als volgt af:

    Hoog stationair (nulbelasting)3450 ± 100 tpm
    Laag stationair (nulbelasting)1900 ± 100 tpm

Algemeen overzicht van de machine

g265059

Chokehendel

De chokehendel bevindt zich aan de kant van de motor (Figuur 9) en dient om een koude motor gemakkelijker te starten.

Note: U mag een motor die warmgedraaid is niet starten of laten draaien met de choke in de gesloten stand.

  • Zet de chokehendel helemaal naar links (weg van de handgreep van het startkoord) om de choke in de gesloten stand te zetten.

  • Zet de chokehendel helemaal naar rechts (naar de handgreep van het startkoord toe) om de choke in de open stand te zetten.

Brandstofafsluitklep

De brandstofafsluitklep bevindt zich aan de kant van de motor, onder de chokehendel (Figuur 9).

Note: Sluit de brandstofafsluitklep als u de machine enkele dagen niet gaat gebruiken, voor het transport naar en van het werkterrein, en wanneer u de machine binnen gaat parkeren; zie De brandstofafsluitklep openen en sluiten.

Gebruiksaanwijzing

Brandstofspecificaties

Inhoud brandstoftank: 2,0 liter

Aanbevolen brandstof: loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2)

Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol (gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether) per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE zijn niet hetzelfde. Benzine met 15% ethanol (E15) per volume is niet geschikt voor gebruik.

  • Gebruik nooit benzine die meer dan 10% ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat 15% ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85 (bevat tot 85% ethanol).

  • Geen benzine gebruiken die methanol bevat.

  • Tijdens de winter geen brandstof bewaren in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een brandstofstabilisator gebruikt.

  • Meng nooit olie door benzine.

  • Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone, verse brandstof (minder dan 30 dagen oud).

  • Ongeschikte benzine gebruiken kan leiden tot verminderde prestaties en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt door de garantie

Gebruik van stabilizer/conditioner

Important: Gebruik nooit brandstofadditieven die methanol of ethanol bevatten.

Voeg de juiste hoeveelheid stabilisator/conditioner aan de benzine toe.

Note: Stabilisator/conditioner werkt het best als deze met verse benzine wordt gemengd. Gebruik altijd een stabilizer om het risico van harsachtige afzettingen in het brandstofsysteem zo klein mogelijk te houden.

Brandstoftank vullen

Gevaar

In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.

  • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem eventueel gemorste benzine op.

  • Vul de brandstoftank nooit als de machine in een gesloten aanhanger staat.

  • Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de brandstoftank totdat het peil 6 mm tot 13 mm van de onderkant van de vulbuis staat. Deze geeft de brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.

  • Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent en houd de brandstof weg van open vlammen of vonken.

  • Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat of blik en buiten bereik van kinderen. Koop nooit meer benzine dan u in 30 dagen kunt opmaken.

  • Gebruik de machine uitsluitend als het complete uitlaatsysteem is gemonteerd en naar behoren werkt.

Gevaar

In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen, waardoor vonken ontstaan die brandstofdampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.

  • Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult.

  • Brandstofvaten niet in een voertuig of vrachtwagen of op aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof beplating het vat kunnen isoleren en de afvoer van statische lading kunnen bemoeilijken.

  • Als het praktisch mogelijk is, kunt u de machine het beste uit de vrachtwagen of aanhanger halen en bijvullen met brandstof als ze op de grond staat. Als dit niet mogelijk is, is het beter dergelijke machines bij te vullen uit een draagbaar vat in plaats van met behulp van een vulpistool.

  • Als u een vulpistool moet gebruiken, dient u de vulpijp voortdurend in contact met de rand van de brandstoftank of de opening van het vat te houden, totdat het bijvullen voltooid is.

Waarschuwing

Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte.

  • Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.

  • Houd uw gezicht uit de buurt van het vulpistool en de opening van de brandstoftank, blik of fles met conditioner.

  • Voorkom contact met de huid; gemorste brandstof afspoelen met zeep en water.

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de motor uit.

  2. Laat de motor afkoelen.

  3. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder deze (Figuur 10).

    g265976
  4. Vul de tank met brandstof tot net onder de filterkorf van gaas.

    Vul de tank niet bij tot in de vulbuis.

    Important: Vul de tank niet verder boven de filterkorf van gaas; de brandstof heeft immers ruimte nodig om uit te zetten.

  5. Draai de tankdop stevig vast.

  6. Neem eventueel gemorste brandstof op.

De brandstofafsluitklep openen en sluiten

Gebruik de brandstofafsluitklep als volgt om de brandstofstroom naar de motor te regelen:

  • Om de brandstofafsluitklep te openen, draait u de handgreep van de brandstofafsluitklep naar de handgreep van het startkoord (Figuur 11).

  • Om de brandstofafsluitklep te sluiten, draait u de handgreep van de brandstofafsluitklep weg van de handgreep van het startkoord (Figuur 11).

    g265993

Onderhoud

Important: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.

Important: De tandwielkast van de motor (Figuur 12) behoeft geen onderhoud omdat ze gevuld is met hoogwaardig synthetisch semivloeibaar vet.

g312416

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 20 bedrijfsuren
  • Ververs de motorolie.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het motoroliepeil controleren.
  • De luchtfilterelementen inspecteren.
  • Om de 50 bedrijfsuren
  • De luchtfilterelementen reinigen.
  • Om de 100 bedrijfsuren
  • Ververs de motorolie.
  • Controleer en stel de bougie af; vervang ze als dat nodig is.
  • Om de 300 bedrijfsuren
  • Vervang het papieren filterelement (vaker als de maaier in stoffige omstandigheden wordt gebruikt).
  • Bougie vervangen.
  • De machine klaarmaken voor onderhoud

    Waarschuwing

    Tijdens het onderhoud of het afstellen van de machine kan iemand de motor starten. Als de motor per ongeluk gestart wordt, kan dat u en andere omstanders ernstig verwonden.

    Haal het sleuteltje uit het contact, schakel de parkeerrem in en maak de bougiekabel(s) los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Druk ook de kabel(s) opzij, zodat deze niet per ongeluk contact kan/kunnen maken met de bougie(s).

    Doe het volgende voordat u de machine reinigt of er onderhoud of afstellingen aan uitvoert.

    1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Zet de motor af en haal het sleuteltje van de machine (indien aanwezig).

    3. Stel de parkeerrem in werking.

    4. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt of er servicewerkzaamheden aan uitvoert.

    5. Maak de bougiekabel los (Figuur 13).

      g265998

    Motorolie verversen/oliepeil controleren

    Vul het carter met ongeveer 0,56 liter olie die de juiste viscositeit heeft voordat u de machine start. De motor gebruikt een type hoogwaardige olie waaraan het American Petroleum Institute (API) onderhoudsclassificatie SJ of hoger heeft verleend. Selecteer de juiste viscositeit (dikte) van de olie op basis van de omgevingstemperatuur. Figuur 14 laat zien wat de aanbevolen temperatuur/viscositeit is.

    g013375

    Note: Multigrade-olie (5W-20, 10W-30 en 10W-40) leidt tot een hoger olieverbruik. Controleer het motoroliepeil vaker als u dit type olie gebruikt.

    Het motoroliepeil controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Het motoroliepeil controleren.
  • Het ideale moment om de motorolie te controleren, is wanneer de motor koud is of voordat u deze hebt gestart aan het begin van de werkdag. Als hij al heeft gedraaid, moet u de olie eerst terug in het carter laten lopen gedurende tenminste 10 minuten voordat u het motoroliepeil controleert.

    1. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg De machine klaarmaken voor onderhoud.

    2. Plaats de machine zo, dat de motor waterpas staat en reinig de omgeving van de olievulbuis (Figuur 15).

      g266053
    3. Verwijder de peilstok door deze linksom te draaien.

    4. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon.

    5. Steek de peilstok volledig in de vulbuis, maar draai hem er niet in.

    6. Haal de peilstok eruit en controleer het motoroliepeil (Figuur 16).

      g019686
    7. Als het motoroliepeil niet goed is, vul dan olie bij of tap olie af tot het peil goed is; raadpleeg Motorolie verversen.

    Motorolie verversen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 20 bedrijfsuren
  • Ververs de motorolie.
  • Om de 100 bedrijfsuren
  • Ververs de motorolie.
  • Waarschuwing

    De olie kan heet zijn nadat de motor heeft gelopen; contact met hete olie kan ernstige brandwonden veroorzaken.

    Vermijd contact met hete motorolie als u deze aftapt.

    1. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg De machine klaarmaken voor onderhoud.

    2. Til de motor van de grond en zet een opvangbak onder de aftapplug om de olie op te vangen.

    3. Verwijder de aftapplug (Figuur 15).

    4. Als alle olie is afgetapt, laat u de motor op de grond zakken, plaatst u de aftapplug en ring terug, en zet u de plug vast met een torsie van 18 N·m.

      Note: Geef de oude olie af bij een erkend recyclingcentrum.

    5. Verwijder de peilstok en giet langzaam olie in de vulopening totdat de olie het juiste peil bereikt heeft.

    6. Zorg ervoor dat de olie het juiste niveau heeft op de peilstok; raadpleeg Het motoroliepeil controleren.

    7. Plaats de peilstok terug en bevestig hem.

    8. Veeg eventueel gemorste olie weg.

    9. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.

    Onderhoud van het luchtfilter

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • De luchtfilterelementen inspecteren.
  • Om de 50 bedrijfsuren
  • De luchtfilterelementen reinigen.
  • Om de 300 bedrijfsuren
  • Vervang het papieren filterelement (vaker als de maaier in stoffige omstandigheden wordt gebruikt).
  • Important: Laat de motor nooit zonder luchtfilter draaien; dit veroorzaakt ernstige motorschade.

    1. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg De machine klaarmaken voor onderhoud.

    2. Draai de vleugelmoer los waarmee het luchtfilterdeksel vastzit (Figuur 17).

    3. Verwijder het luchtfilterdeksel.

      Note: Zorg ervoor dat er geen vuil van het luchtfilterdeksel in de basis valt.

    4. Verwijder het schuimelement en het papierelement uit de basis.

    5. Trek het schuimelement van het papierelement.

    6. Inspecteer het schuimelement en het papierelement; vervang deze als ze beschadigd is of heel erg vuil.

      g265999
    7. Reinig het papierelement door er voorzichtig op te kloppen en het stof te verwijderen.

      Note: Probeer het papierelement niet schoon te borstelen; hierdoor dringt er vuil in de vezels. Vervang het element als u het niet kunt reinigen door erop te kloppen.

    8. Reinig het schuimelement met warm water en zeep of in een niet-ontvlambaar oplosmiddel.

      Note: Gebruik geen benzine om het schuimelement te reinigen; dit kan brand- of ontploffingsgevaar veroorzaken.

    9. Spoel en droog het schuimelement grondig.

    10. Veeg het vuil met een vochtige doek van de basis en het deksel.

      Note: Zorg ervoor dat er geen vuil terechtkomt in het luchtkanaal dat naar de carburateur leidt.

    11. Monteer de luchtfilterelementen en zorg dat ze juist geplaatst zijn. Monteer de onderste vleugelmoer.

    12. Monteer het deksel en monteer de bovenste vleugelmoer om het te bevestigen.

    Onderhoud van de bougie

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 100 bedrijfsuren
  • Controleer en stel de bougie af; vervang ze als dat nodig is.
  • Om de 300 bedrijfsuren
  • Bougie vervangen.
  • Gebruik een NGK BPR6ESbougie of een bougie van een equivalent type.

    1. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn; raadpleeg De machine klaarmaken voor onderhoud.

    2. Maak de omgeving van de bougie schoon.

    3. Haal de bougie uit de cilinderkop.

      Important: Als de bougie gebarsten of vuil is, moet deze worden vervangen. U mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen omdat hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder terechtkomen. Dit kan leiden tot beschadiging van de motor.

    4. Stel de elektrodenafstand op 0,7 tot 0,8 mm

      g000533
    5. Monteer de bougie voorzichtig met de hand (om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen).

    6. Draai een nieuwe bougie nog eens ½ slag vast; draai andere bougies nog ⅛ tot ¼ slag vaster.

      Important: Een losse bougie kan erg heet worden en de motor beschadigen; een bougie te vast draaien kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadigen.

    7. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.