Installatie

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Breng de maai-eenheden omlaag.

  4. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.

  5. Koppel de hoofdstroomaansluitingen los; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

De kabelboombeugel monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboombeugel1
Clipconnector1

De bestaande kabelboombeugel verwijderen

  1. Koppel de connectoren van de machinekabelboom los van de motorconnectoren (Figuur 1).

    g301663
  2. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de kabelboombeugel is bevestigd aan het zwenkwielvork (Figuur 2).

    Bewaar het bevestigingsmateriaal.

    g344383

De nieuwe kabelboombeugel monteren

  1. Bevestig de clipconnector aan de kabelboombeugel (Figuur 3).

    g344247
  2. Gebruik het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal om de nieuwe kabelboombeugel aan het zwenkwielvork te bevestigen (Figuur 4).

    g344250

De kabelboom van de set aansluiten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom1
Kabelbinder1
g344271
  1. Sluit de connector met 2 pinnen van de tandwielkastmotor aan op de clipconnector op de kabelboombeugel (Figuur 5).

  2. Sluit de motorconnectoren aan op de connectoren van de kabelboom van de set (Figuur 5).

    • Connector met 2 pinnen van de tandwielkastmotor op de connector met 2 contacten van de kabelboom van de set

    • Connector met 4 pinnen van de tandwielkastmotor op de connector met 4 contacten van de kabelboom van de set

  3. Til de motorkap op.

  4. Leid de resterende connectoren van de kabelboom van de set naar de stuurmotor (Figuur 6).

    g344561
  5. Sluit de druknagel op de kabelboom van de set aan op de beugel zoals getoond in Figuur 6.

  6. Sluit de connectoren van de kabelboom van de set aan op de connectoren van de machinekabelboom (Figuur 6):

    • de connector met 2 contacten van de kabelboom van de set op de connector met 2 pinnen van de tandwielkastmotor

    • de connector met 4 contacten van de kabelboom van de set op de connector met 4 pinnen van de tandwielkastmotor

  7. Gebruik een kabelbinder om de connectoren getoond in Figuur 5 te bevestigen aan de kabelboom van de set.

  8. Wikkel de extra machinekabelboom losjes rond de stuurmotor zoals getoond in Figuur 6.

  9. Sluit de motorkap.

Driewielaandrijving inschakelen

De driewielaandrijving dient automatisch te worden ingeschakeld wanneer u de kabelboomaansluitingen van de tandwielkast aansluit op de machinekabelboom.

Om er zeker van te zijn dat de driewielaandrijving geactiveerd is, kunt u navigeren naar de optie DRIEWIELAANDRIJVING in het menu INSTELLINGEN van uw InfoCenter. Het item geselecteerd/actief Graphicgeeft aan dat de driewielaandrijvingsmodus geactiveerd is.

De montage voltooien

Sluit de hoofdstroomaansluitingen aan; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.