Inleiding

Deze graafmachine is bedoeld voor gebruik met een Toro compacte werktuigdrager. Ze is voornamelijk ontworpen om te graven in de grond voor verschillende toepassingen op werklocaties. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u dit product op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g352049

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met de volgende veiligheidssymbolen (Figuur 2), die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben als u de veiligheidsvoorschriften niet in acht neemt.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Gevaar

Mogelijk lopen er in uw werkgebied onder grond leidingen van nutsbedrijven. Als u deze beschadigt, kan dat elektrische schokken of een explosie veroorzaken.

Zorg dat de ondergrondse kabels en leidingen gemarkeerd worden op de locatie of in het werkgebied en ontwijk de gemarkeerde gebieden. Neem contact op met de plaatselijke markeringsdienst of het betreffende nutsbedrijf om de locatie te laten markeren (bel bijvoorbeeld in de Verenigde Staten 811 of in Australië 1100 voor de nationale markeringsdienst).

Algemene veiligheid

Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen.

  • Transporteer een werktuig nooit als de armen omhoog staan. Transporteer het werktuig altijd dicht bij de grond; zie De graafmachine vastmaken voor transport.

  • Zorg dat de ondergrondse kabels, leidingen en andere objecten gemarkeerd worden op de locatie of in het werkgebied en ga op deze plaatsen niet graven.

  • Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u de motor start.

  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine nooit gebruiken.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen en werktuigen.

  • Gebruik de machine enkel als de schermen en andere beveiligingsmiddelen aanwezig zijn en naar behoren werken.

  • Hou omstanders en huisdieren uit de buurt van de machine.

  • Schakel de machine uit, zet de motor af en verwijder het sleuteltje voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, bijtankt of verstoppingen uit de machine verwijdert.

Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheid op hellingen

  • Rij de machine heuvelopwaarts en heuvelafwaarts met het zware uiteinde naar de top van de heuvel gericht. De gewichtsverdeling verandert in functie van de werktuigen. Dit werktuig maakt de voorzijde van de machine tot het zware uiteinde.

  • Laat het werktuig neer als u op hellingen rijdt. Als u het werktuig omhoogbrengt op een helling, heeft dit invloed op de stabiliteit van de machine.

  • Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de bestuurder de controle over de machine verliest en deze omkantelt. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijke letsel. Gebruik van de machine op hellingen of oneffen terrein vereist altijd extra voorzichtigheid.

  • Stel uw eigen procedures en voorschriften op voor werken op hellingen. Als onderdeel van deze procedures moet u zeker het terrein onderzoeken om na te gaan op welke hellingen u de machine veilig kunt gebruiken. Gebruik altijd uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert.

  • Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op hellingen. De toestand van de grond kan van invloed zijn op de stabiliteit van de machine.

  • Niet starten of stoppen op een helling. Als de machine grip verliest, rijd de helling dan langzaam in een rechte lijn af.

  • Maak geen bochten op een helling. Als u een bocht moet maken, moet u dit langzaam doen en de zware kant van de machine heuvelopwaarts gericht houden.

  • Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine.

  • Als u zich ongemakkelijk voelt wanneer u de machine op een helling gebruikt, maai die helling dan niet.

  • Let op kuilen, voren of bulten, omdat de kans bestaat dat de machine omslaat op ongelijk terrein. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.

  • Wees voorzichtig als u op een natte ondergrond werkt. Als de machine grip verliest, kan deze gaan glijden.

  • Inspecteer het terrein om er zeker van te zijn dat de grond stabiel genoeg is om de machine te ondersteunen.

  • Wees voorzichtig als u de machine gebruikt in de buurt van:

    • Steile hellingen

    • Greppels

    • Dijken en taluds

    • Water

    De machine kan plotseling omslaan als een rupsband of wiel over de rand komt, of als de rand instort. Houd een veilige afstand tussen de machine en een gevarenzone aan.

  • U mag geen werktuigen verwijderen of aankoppelen op een helling.

  • Parkeer de machine niet op een helling.

Veiligheid van de graafmachine

  • Blijf op de bestuurdersplaats achter de bedieningsorganen terwijl u de graafmachine gebruikt.

  • Graaf niet binnen 90 cm van de graafmachine of de poten.

  • Vermijd overbelasting van de machine door de graafmachine te snel te willen gebruiken.

  • Let op dat er voldoende ruimte boven de machine is (denk aan takken, doorgangen, elektrische kabels) voordat u onder een object rijdt, en zorg ervoor dat u dit niet raakt.

Veiligheid tijdens onderhoud en opslag

  • Controleer regelmatig of alle bevestigingen vastzitten en het veilig is om de installatie te gebruiken.

  • Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor belangrijke details als u de machine gedurende lange tijd gaat opslaan.

  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal100-4132
decal100-4134
decal133-8061
decal140-7461
decal145-1854
decal145-1851
decal145-1852

Montage

U moet de graafmachine die geschikt is voor uw tractie-eenheid aanschaffen en monteren. Gebruik de instructies in deze handleiding om de graafmachine te monteren.

De machine klaarmaken voor de montage

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.

  3. Breng de armen van de lader omlaag.

  4. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

De graafmachine smeren

Voordat u de graafmachine voor de eerste keer gaat gebruiken, moet u ervoor zorgen dat alle smeernippels goed gesmeerd zijn; zie De graafmachine smeren.

De stoel verstellen

Voorzichtig

De montagebeugel van de stoel heeft verschillende knelpunten. Uw vingers kunnen bekneld raken en/of worden gesneden wanneer u de stoel verstelt.

Zorg ervoor dat u uw vingers uit de buurt van de montagebeugel van de stoel houdt wanneer u de stoel naar boven en beneden beweegt en wanneer u de stoel omlaag in positie zet.

  1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.

  2. Kantel de bestuurdersstoel naar voren.

  3. Draai de knoppen aan de onderkant van de stoel los (Figuur 3) om de stoel indien nodig naar voren of naar achteren te schuiven.

  4. Om de stoelhoogte in te stellen, verwijdert u de stelbout en -moer van de stoelsteun (Figuur 3) en brengt u de stoel naar wens omhoog of omlaag.

    g348055
  5. Wanneer u de gewenste stoelhoogte bereikt, monteert en bevestigt u de bout en de moer.

Algemeen overzicht van de machine

g348000

Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Figuur 5) voordat u de motor start en de machine gebruikt.

g352477

Bedieningshendels van poten

Zet de bedieningshendels van de poten naar voren om de poten te laten zakken en naar achteren om de poten omhoog te brengen.

Bedieningshendel van graafarm

Zet de bedieningshendel van de graafarm naar voren om de graafarm te laten zakken en naar achteren om de graafarm omhoog te brengen. Zet de bedieningshendel van de graafarm naar rechts om de graafarm naar rechts te zwaaien en zet de hendel naar links om de graafarm naar links te zwaaien.

U kunt de bedieningshendel van de graafarm ook in een tussenstand zetten (d.w.z. naar voren en links, naar voren en rechts, naar achteren en links of naar achteren en rechts) om de graafarm tegelijkertijd te zwaaien en omhoog of omlaag te brengen.

Bedieningshendel van lepelsteel/bak

Zet de bedieningshendel van de lepelsteel/bak naar voren om de bak uit te steken en naar achteren om de bak terug te trekken. Zet de bedieningshendel van de lepelsteel/bak naar rechts om de bak uit te storten en naar links om de bak te laden.

U kunt de bedieningshendel van de lepelsteel/bak ook in een tussenstand zetten (d.w.z. naar voren en links, naar voren en rechts, naar achteren en links of naar achteren en rechts) om de lepelsteel uit te steken of terug te trekken terwijl u tegelijkertijd de bak laadt of uitstort.

Noodstopknop

De graafmachine heeft een noodstopknop die de machine uitschakelt wanneer u erop drukt.

U moet op de stoel zitten om de graafmachine te gebruiken; anders laat de noodstopknop niet toe dat de machine loopt.

Om de machine handmatig te starten na een noodstop, trekt u de noodstopknop omhoog.

Note: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Breedte87,6 cm
Lengte104 cm
Transporthoogte180 cm
Gewicht382 kg
Graafdiepte (maximaal)208 cm
Bakrotatie180°
Zwaaiboog180°
Breedte van poot (werkbreedte)198 cm
Capaciteit bak0,02 m3

Werktuigen/accessoires

Er zijn een aantal goedgekeurde Toro werktuigen en accessoires verkrijgbaar om de mogelijkheden van de machine uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie kan tenietdoen.

Gebruiksaanwijzing

Waarschuwing

Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. Vloeistof die in de huid is geïnjecteerd, dient binnen enkele uren operatief te worden verwijderd door een arts die bekend is met deze vorm van verwondingen, omdat er anders gangreen kan ontstaan.

  • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en fittings stevig vastzitten voordat u druk zet op het hydraulische systeem.

  • Houd lichaam en handen uit de buurt van kleine lekgaten of spuitmonden waaruit onder hoge druk hydraulische vloeistof ontsnapt.

  • U kunt lekken in het hydraulische systeem opsporen met behulp van karton of papier; doe dit nooit met uw handen.

Voorzichtig

Hydraulische koppelingen, hydraulische leidingen/kleppen en hydraulische vloeistof kunnen heet zijn. U kunt zich verbranden als u hete onderdelen aanraakt.

  • Draag handschoenen als u werkt aan de hydraulische koppelingen.

  • Laat de machine afkoelen voordat u de hydraulische onderdelen aanraakt.

  • Zorg ervoor dat u niet in aanraking komt met gemorste hydraulische vloeistof.

Monteren en verwijderen van het werktuig

Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor montage- en demontageprocedure.

Important: Voordat u het werktuig monteert, moet u de machine op een horizontaal oppervlak plaatsen, ervoor zorgen dat de bevestigingsplaten vrij van vuil zijn en controleren of de pennen onbelemmerd ronddraaien. Als de pennen niet vrij ronddraaien, moeten ze gesmeerd worden.

Note: Gebruik altijd de tractie-eenheid om het werktuig op te tillen en te verplaatsen.

Waarschuwing

Als de snelkoppelingspennen niet volledig in de bevestigingsplaten zitten, bestaat de kans dat het werktuig van de machine valt, waardoor u of omstanders bekneld kunnen raken.

Zorg ervoor dat de snelkoppelingspennen volledig in de bevestigingsplaten zitten.

Klaarmaken voor gebruik

  1. Rij naar de werklocatie.

  2. Indien u de graafmachine gebruikt met een TX1000, moet u ervoor zorgen dat de klittenbandriem (meegeleverd met de montageset) geplaatst is op het bedieningspaneel; raadpleeg de montage-instructies van de montageset.

  3. Verwijder de 2 pennen waarmee de graafarm op zijn plaats wordt gehouden (Figuur 6 en Figuur 7) en plaats ze in de opslagstand (Figuur 8).

    Note: Een pen verhindert dat de graafarm zijdelings kan zwaaien (Figuur 6) en de andere pen verhindert dat de graafarm omhoog en omlaag kan bewegen (Figuur 7).

    g352157
    g352158
    g352175
  4. Duw de bedieningshendels van de poten naar voren om beide poten te laten zaken tot ze grond raken en de voorwielen van de tractie-eenheid lichtjes van de grond komen.

  5. Stel de gashendel in op halve snelheid.

Een put graven

Een graafmachine gebruiken met precisie en vaardigheid vergt tijd en oefening. In het algemeen graaft u een put door de lepelsteel en de bak uit te steken, ze in de grond te laten zakken en dan de lepelsteel terug te trekken terwijl u de graafarm omhoogbrengt en de bak naar achteren ophaalt (Figuur 9).

g348183

Om de bak te legen, zwaait u deze naar links of rechts, steekt u de lepelsteel uit, brengt u de bak omlaag en stort u de bak uit (Figuur 10).

g348211

De afstand waarmee u de lepelsteel en bak uitstrekt en de grootte van de lading van de bak zullen sterk variëren naargelang de grondsoort, het vochtgehalte van de bodem en obstructies in de bodem, zoals boomwortels en stenen.

Oefen met de graafmachine om vertrouwd te raken met de bediening en hoe u ze het best gebruikt in de omstandigheden waarin u werkt.

Waarschuwing

Als u te dicht bij de graafmachine of de poten graaft, kan de graafmachine de poten of de tractie-eenheid ondergraven en de graafmachine kan in de put vallen, op u vallen en ernstig letsel veroorzaken.

Zorg ervoor dat u niet graaft binnen 90 cm van de graafmachine of de poten.

De graafmachine vastmaken voor transport

Waarschuwing

Als u de graafarm niet vastmaakt, kan deze zwaaien of zakken tijdens het transport of wanneer u de graafmachine loskoppelt van de tractie-eenheid. De tractie-eenheid kan onstabiel worden, waardoor u de controle kunt verliezen en u of omstanders letsel kunnen oplopen. Als de graafarm zwaait wanneer u de graafmachine loskoppelt, kan de graafarm vingers of handen amputeren of verpletteren terwijl u de borgpennen van het werktuig loskoppelt.

Bevestig de graafarm altijd vóór transport en voordat u de graafmachine loskoppelt van de tractie-eenheid.

  1. Breng de graafarm volledig omhoog, trek de lepelsteel terug en haal de bak op naar achteren (Figuur 11). Zorg ervoor dat u de openingen van de borgpen van de graafarm zo veel mogelijk centreert.

    g351959
  2. Trek de hendels van de poten naar achteren tot de poten volledig omhooggebracht zijn en bevestig ze met de borgpennen.

  3. Bevestig de graafarm door de 2 pennen te monteren die u vóór gebruik hebt verwijderd (Figuur 12 en Figuur 13).

    g352157
    g352158

Tips voor bediening en gebruik

  • Neem geen grote hoeveelheden grond in de bak. Sleep in plaats daarvan de bak door de grond een paar centimeter diep per keer. Maak hierbij gebruik van de zwaaiende beweging van de lepelsteel.

  • Als de bak vast komt te zitten in de grond, breng de bak dan terug omlaag, breng de graafarm lichtjes omhoog en ga verder met graven.

  • Als uw tractie-eenheid een snelheidskeuzehendel heeft, zet deze dan op Langzaam (schildpadsymbool) terwijl u leert werken met de graafmachine (dit zal de graafmachine vertragen). Zet de hendel op Snel (konijnsymbool) zodra u het gebruik van de graafmachine onder de knie heeft.

  • Als uw tractie-eenheid een stroomverdeler heeft, zet deze dan in de 11-uurstand.

Onderhoud

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na het eerste bedrijfsuur
  • Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten en draai ze vast indien nodig.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • Alle smeerpunten smeren.
  • Om de 25 bedrijfsuren
  • Controleer op lekken.
  • Vóór de stalling
  • Alle smeerpunten smeren.
  • Was de graafmachine.
  • Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij.
  • De graafmachine smeren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Alle smeerpunten smeren.
  • Om de 25 bedrijfsuren
  • Controleer op lekken.
  • Vóór de stalling
  • Alle smeerpunten smeren.
  • Smeer de 19 nippels (zie Figuur 14 en Figuur 15) om de 8 bedrijfsuren. Smeer alle nippels onmiddellijk na elke wasbeurt.

    Smeer ook de nippel in de draaipen van de zwenkcilinder, die zich onder de stoelkolom bevindt (Figuur 16).

    Type smeermiddel: Universeel smeervet

    1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, schakel de hendel voor hulphydrauliek uit, laat het werktuig zakken en stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig).

    2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

    3. Reinig de smeernippels met een doek.

    4. Sluit een smeerpistool aan op elke smeernippel.

    5. Spuit vet in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten komt.

    6. Overtollig vet wegvegen.

    g351963
    g352087
    g352076

    Stalling

    1. Voordat u het werktuig voor een lange periode opbergt, moet u het wassen met een mild reinigingsmiddel en water om vuil en roet te verwijderen.

    2. Breng vet aan in alle smeernippels.

    3. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Vervang of repareer versleten of beschadigde onderdelen.

    4. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij.

      Note: Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer.

    5. Berg het werktuig op in een schone, droge garage of opslagruimte. Dek het werktuig af om het te beschermen en schoon te houden.

    Problemen, oorzaak en remedie

    ProblemPossible CauseCorrective Action
    De graafmachine werkt niet.
    1. De hydraulische koppeling is niet volledig vastgemaakt.
    2. De klep van de hulphydrauliek op de tractie-eenheid is niet volledig dicht.
    3. De transportpennen werden niet verwijderd.
    4. Het peil van de hydraulische vloeistof is te laag.
    5. Een hydraulische koppeling is beschadigd.
    6. Er zit een obstructie in een hydraulische slang.
    7. Er is een hydraulische slang afgekneld.
    8. De klep van de hulphydrauliek op de tractie-eenheid gaat niet open.
    9. Een hydraulische koppeling is niet goed aangesloten.
    10. Een zuigerstang is gebogen.
    11. De stoelschakelaar werkt niet goed.
    12. De bestuurder zit niet op de bestuurdersstoel.
    13. De noodstopknop is ingedrukt.
    1. Controleer alle koppelingen en draai deze vast.
    2. Sluit de klep.
    3. Verwijder de pennen.
    4. Vul de hydraulische tank van de tractie-eenheid.
    5. Controleer de koppelingen en vervang defecte koppelingen.
    6. Zoek de obstructie en verwijder deze.
    7. Vervang de slang.
    8. Repareer de klep.
    9. Controleer alle koppelingen en draai deze vast.
    10. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    11. Controleer de aansluitingen van de stoelschakelaar.
    12. Zit op de stoel om de graafmachine te gebruiken.
    13. Reset de noodstopknop.
    De graafmachine werkt traag.
    1. De hydraulische vloeistof is koud.
    2. Het motortoerental is te laag.
    3. Er is een hydraulische slang afgekneld.
    4. Een cilinder is gebogen.
    5. De hydraulische pomp is beschadigd.
    1. Laat de motor de hydraulische vloeistof opwarmen voordat u de machine gebruikt.
    2. Geef meer gas op de tractie-eenheid.
    3. Vervang de slang.
    4. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    5. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De graafmachine kan geen lading vasthouden (het is normaal dat ladingen over lange perioden verzakken).
    1. Er is een hydraulische slang beschadigd.
    2. Een cilinder is beschadigd.
    3. Een regelklep is beschadigd.
    1. Vervang de slang.
    2. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    3. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De hydraulische vloeistof lekt.
    1. Er is een hydraulische slang beschadigd.
    2. Het hydraulische systeem is beschadigd.
    1. Vervang de slang.
    2. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De zwenkcilinder werkt niet goed.
    1. Er zijn beschadigde cilinders of zwenkbegrenzers.
    1. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De regelklep loopt vast of werkt hard.
    1. De hydraulische vloeistof is vuil.
    2. Een klep is beschadigd of vuil.
    3. Een cilinder is beschadigd.
    1. Hydraulische vloeistof verversen.
    2. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    3. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De graafmachine sleept of schokt tijdens het gebruik.
    1. Het peil van de hydraulische vloeistof is te laag.
    2. Er zit lucht in het hydraulische systeem.
    3. De hydraulische vloeistof is koud.
    4. Er is een hydraulische slang afgekneld.
    1. Vul de hydraulische tank op de tractie-eenheid.
    2. Schuif de cilinders zover mogelijk naar buiten en hou ze in een uitgeschoven positie voor een aantal seconden.
    3. Laat de motor de hydraulische vloeistof opwarmen voordat u de machine gebruikt.
    4. Vervang de slang.