Om uw grasvanger CE-conform te maken, monteert u deze set op de blazer- en aandrijvingsset (Toro model 78483, 78486, 78433 of 78436 voor maaidekken van 122 cm of Toro model 78484, 78487, 78434 of 78437 voor voor maaidekken van 132 cm), en op de E-Z Vac™ Twin grasvangerset (Toro model 78481 of 78431).
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Stel de parkeerrem in werking.
Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
Maak het maaidek grondig schoon.
Note: Verwijder al het vuil zodat de set goed aansluit.
Herstel alle verbogen of beschadigde gedeelten en vervang ontbrekende onderdelen.
Laat het maaidek naar de laagste maaistand zakken; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maaier.
Verwijder de borgmoer, bout, afstandsring en veer waarmee het zijuitwerpkanaal aan het maaidek is bevestigd (Figuur 1).

Verwijder het zijuitwerpkanaal van het maaidek (Figuur 1).
Note: Bewaar het kanaal en het bevestigingsmateriaal voor de montageprocedure in het geval dat u de maaier zonder blazer gaat gebruiken.
Verwijder de riemkap, indien aanwezig. Ga als volgt te werk:
Draai de bout waarmee de riemkap op het dek bevestigd is linksom los (Figuur 2).

Verwijder de riemkap en bout van de montagebeugel (Figuur 2).
Note: Bewaar de riemkap en bout voor de montageprocedure in het geval dat u de maaier zonder blazer gebruikt.
Verwijder de 2 bouten en 2 flensmoeren waarmee de montagebeugel van de kap aan het maaidek is bevestigd (Figuur 2).
Verwijder de beugel.
Note: Bewaar de montagebeugel van de kap, de bouten en de flensmoer voor de montageprocedure in het geval dat u de maaier zonder blazer gebruikt.
Verwijder de slotbout en de moer van de oude onderste steunstang en verwijder de steunstang (Figuur 3).
Note: Bewaar de slotbout en moer.

Monteer de nieuwe onderste steunstang met de slotbout en moer die u eerder verwijderd hebt (Figuur 4).

Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Steunstang links achteraan | 1 |
| Steunstang rechts achteraan | 1 |
| Getande moer (⅜") | 4 |
Als de blazerset aanwezig is op de machine, verwijdert u de riemkap uit de blazer- en aandrijvingsset als volgt:
Als de blazerset aanwezig is op de machine, verwijdert u de beugel van de riemkap uit de blazer- en aandrijvingsset als volgt:
Verwijder de 3 gekartelde moeren waarmee de askap aan de blazer is bevestigd (Figuur 9).
Note: De bouten en moeren waarmee het bovenste lagerhuis is bevestigd onder de askap niet losdraaien.

Verwijder de askap en gooi deze weg (Figuur 9).
Verwijder de 3 zeskantbouten (¼" x ¾") en 3 borgmoeren (¼") van de blazerbehuizing; zie Figuur 9.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| CE-poeliekap | 1 |
| CE-riemkapbeugel | 1 |
| Zeskantbout (¼" x 1") | 1 |
| Slotbout (¼" x ¾") | 1 |
| Flensmoer (¼") | 2 |
| Zeskantbout (⅜" x 1") | 2 |
| Flensmoer (⅜") | 2 |
| Clipmoer | 1 |
| Achterkap (uitsluitend op maaidek van 122 cm) | 1 |
Lijn de gaten van de CE-poeliekap uit met het gat in de voorste geleiderbeugel en het buitenste gat in de voorste maaidekflens (Figuur 11).
Note: Monteer de CE-poeliebeugel rond de buitenste rand van de geleiderbeugel.

Lijn de CE-riemkapbeugel uit met de gaten aan de achterzijde van de voorste maaidekflens (Figuur 11).
Bevestig de CE-poeliekap en de riemkapbeugel aan de voorste maaidekflens aan het buitenste gat. Gebruik hiervoor de slotbout (¼" x 1") en een flensmoer (¼"); zie Figuur 11.
Bevestig de riemkapbeugel aan de voorste maaidekflens aan het binnenste gat. Gebruik hiervoor een slotbout (¼" x ¾") en een flensmoer (¼"); zie Figuur 11.
Lijn het gat in de achterste flens van de CE-riemkapbeugel uit met het gat in het maaidek waar u de riemkapbeugel hebt verwijderd in stap 1 van De montagebeugel van de kap verwijderen; zie Figuur 11.
Bevestig de achterste flens van de CE-riemkapbeugel aan het maaidek met een zeskantbout (⅜" x 1") en een flensmoer (⅜"); zie Figuur 11.
Lijn de clipmoer uit met het gat in de bovenkant van de CE-riemkapbeugel, en druk de clipmoer op de beugel (Figuur 11).
Bevestig de achterkap losjes aan het maaidek; gebruik een zeskantbout (⅜" x 1") en een flensmoer (⅜") zoals wordt afgebeeld in Figuur 11.
Draai het bevestigingsmateriaal vast nadat u de blazer gemonteerd hebt; zie De blazer monteren.
Important: Deze stap is alleen bedoeld voor maaidekken van 122 cm.
Lijn de gaten van de CE-poeliekap uit met het gat in de voorste geleiderbeugel en het buitenste gat in de voorste maaidekflens (Figuur 12).
Note: Monteer de CE-poeliebeugel rond de buitenste rand van de geleiderbeugel.

Lijn de CE-riemkapbeugel uit met de gaten aan de achterzijde van de voorste maaidekflens (Figuur 12).
Bevestig de CE-poeliekap en de riemkapbeugel aan de voorste maaidekflens aan het buitenste gat. Gebruik hiervoor de slotbout (¼" x 1") en een flensmoer (¼"); zie Figuur 12.
Bevestig de riemkapbeugel aan de voorste maaidekflens aan het binnenste gat. Gebruik hiervoor een slotbout (¼" x ¾") en een flensmoer (¼"); zie Figuur 12.
Lijn de clipmoer uit met het gat in de bovenkant van de CE-riemkapbeugel, en druk de clipmoer op de beugel (Figuur 12).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| CE-askap | 1 |
| Voorste CE-kap | 1 |
| CE-spankap | 1 |
Monteer de CE-askap op de blazer; gebruik hierbij 2 moeren en 2 ringen (Figuur 14).

Lijn de voorste CE-kap uit met de bovenste blazerbehuizing (Figuur 13).
Bevestig de voorste CE-kap aan de bovenste blazerbehuizing met een zeskantbout (¼" x ¾") en een borgmoer (¼"); zie Figuur 13.
Lijn de CE-spankap uit met de bovenste blazerbehuizing (Figuur 13).
Bevestig de CE-spankap aan de bovenste blazerbehuizing met 2 zeskantbouten (¼" x ¾") en 2 borgmoeren (¼"); zie Figuur 13.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Onderste CE-kap | 1 |
| Zeskantbout (¼" x ¾") | 2 |
| Ring (¼" x ⅝") | 2 |
| Borgmoer (¼") | 2 |
Verwijder de blazer, indien aanwezig, van het maaidek. Ga als volgt te werk:
Trek de veerbelaste spanpoelie weg van de vaste veerstang en neem de riem van de spanpoelie (Figuur 15).

Beweeg de scharnierbeugel van de spanpoelie naar de vaste veerstang. Verwijder de veerhaak van de spanpoelieveer van de stang (Figuur 15).
Leid de riem onder de spanpoelie (Figuur 16).

Verwijder de riem van de aandrijfpoelie (Figuur 16).
Zet de borgpen van de blazer open en zwaai de blazer naar buiten (Figuur 15).
Verwijder de blazer en de riem van het maaidek.
Lijn de onderste CE-onderkap uit met de beugel van het blazerkanaal; zie Figuur 17.

Lijn gat 2 en gat 4 van de onderste CE-onderkap uit met de klinknagels die door de beugel van het blazerkanaal steken (Figuur 17).
Note: Zorg dat de flens van de onderste CE-kap (de flens met de gaten) vlak tegen de beugel van het blazerkanaal zit.
Markeer gat 1 en gat 3 van de onderste CE-kap op de beugel van het blazerkanaal en verwijder de CE-kap (Figuur 17).
Maak op de markeringen van de beugel van het blazerkanaal een gat met een centerpons.
Boor op deze locaties gaten van 7 mm in de beugel van het blazerkanaal (Figuur 17).
Note: Monteer de onderste CE-kap op het maaidek zonder de blazer; raadpleeg de montage-instructies van de E-Z Vac™ blazer- en aandrijvingsset.
Lijn de onderste CE-kap uit met de beugel van het blazerkanaal (Figuur 17).
Lijn gat 2 en gat 4 van de onderste CE-kap uit met de klinknagels die door de beugel van het blazerkanaal steken (Figuur 17).
Bevestig de onderste CE-kap aan de blazer met 2 zeskantbouten (¼" x ¾"), 2 ringen en 2 borgmoeren (¼") in gat 1 en gat 4 van de CE-kap (Figuur 17).
Als u de blazer hebt verwijderd , dient u deze als volgt op het maaidek te monteren:
Note: Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de 122 cm of 132 cm E-Z Vac™ Twin Soft grasvanger.
Leg de blazerriem rond de poelie van de blazer (Figuur 16).
Breng de draaipen van de blazer op één lijn met de scharnieropening in het maaidek en laat de blazer op het maaidek zakken.
Open de borgpen van de blazer, breng de blazer naar het maaidek en bevestig de borgpen aan de kanaalbeugel (Figuur 15).
Note: Zorg ervoor dat de borgpen uit het gat in de kanaalbeugel en de CE-poeliekap steekt.
Leid de riem voorlopig onder de spanpoelie (Figuur 16).
Leg de riem rond de aandrijfpoelie (Figuur 16).
Beweeg de spanpoelie naar de vaste veerstang en monteer de veer door de veerhaak uit te lijnen met de veerstang van de spanpoelie (Figuur 15).
Trek de veerbelaste spanpoelie weg van de vaste veerstang en leid de riem rond de spanpoelie (Figuur 16).
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Zeskantbout (¼" x ¾") | 1 |
| Ring (5/16" x ¾") | 1 |
| Ring (¼" x ½") | 1 |
| Borgschroef | 1 |
Bevestig de ring (5/16" x ¾") aan de zeskantbout (¼" x ¾"); zie Figuur 18.

Steek de bout en ring door het gat bovenaan de riemkap van de OEM blazer en aandrijvingsset (Figuur 18).
Monteer langs de onderzijde van de riemkap de ring (¼" x ½") en de houder over de schroefdraad van de zeskantbouten (Figuur 18).
Zorg dat de kop van de bout en de ring gelijk komen met het bovenvlak van de riemkap en de ring en de houder gelijk komen met het ondervlak van de kap.
Ontgrendel de blazer en trek hem gedeeltelijk uit.
Lijn de riemkap uit met de inkepingen in de maaidekflenzen (Figuur 18).
Lijn de zeskantbout in de kap uit met de clipmoer van de beugel van de riemkap.
Maak de riemkap met de zeskantbout vast aan de beugel van de kap (Figuur 18).
Open de borgpen van de blazer, breng de blazer naar het maaidek en bevestig de borgpen aan de kanaalbeugel.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Slotbout (nr. 10 x ⅝") | 2 |
| Borgmoer (nr. 10) | 2 |
| Gasplaat | 1 |
Verwijder de 2 schroeven waarmee het bedieningspaneel is bevestigd en til het bedieningspaneel van de console (Figuur 19).

Verwijder de 2 bouten en 2 moeren waarmee de gashendel aan het bedieningspaneel bevestigd is (Figuur 20).
Gooi de 2 bouten en 2 moeren weg.

Monteer de nieuwe gasplaat en gashendel losjes aan het bedieningspaneel met de 2 slotbouten (nr. 10 x ⅝") en 2 borgmoeren (nr. 10) zoals getoond in Figuur 21.

Zoek uw combinatie van maaier en grasvanger op de Conformiteitsverklaring.
Stel het motortoerental (tpm) in dat wordt opgegeven in de overeenkomende kolom in de Conformiteitsverklaring door het volgende te doen:
Beweeg de gasplaat naar voren of naar achteren en beweeg de gashendel tot deze het juiste motortoerental (tpm) bereikt.
Maak de 2 slotbouten (nr. 10 x ⅝") en 2 borgmoeren (nr. 10) vast.
Bevestig het bedieningspaneel aan de console met de 2 eerder verwijderde schroeven (Figuur 19).