Veiligheid

  • De TransPro 200 aanhangwagen is enkel bedoeld voor Greensmaster duwmaaiers. Het transporteren van ongeschikte machines kan de aanhangwagen beschadigen en/of de bestuurder verwonden. Raadpleeg Compatibele machines voor een volledige lijst van geschikte machines.

  • Gebruik alleen voertuigen met het juiste sleepvermogen. De TransPro 200 aanhangwagen en 2 greensmaaiers wegen ongeveer 522 kg. Controleer de aanwijzingen van de fabrikant van het trekvoertuig om te kijken of het over het nodige rem- en rijvermogen beschikt.

  • Controleer of de aanhangwagen goed is bevestigd aan het trekvoertuig voordat u de greensmaaiers laadt of lost om onverwachte bewegingen van de koppelinrichting of kantelen te voorkomen. De koppelinrichting van de aanhangwagen dient evenwijdig met de grond te zijn als u deze aan de koppeling van het trekvoertuig wilt bevestigen.

  • De aanhanger voegt extra sleepgewicht toe aan het voertuig. Bestuur het voertuig op een veilige manier.

    • Rij niet op de openbare weg met de machine.

    • Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd voor en in bochten.

    • Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd als u over onbekend of heuvelachtig terrein rijdt.

    • Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd als u van richting verandert of wilt stoppen.

    • Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd als u een bocht maakt of op een helling rijdt.

    • Neem nooit plotselinge of scherpe bochten. Verander nooit plotseling van richting op een talud, glooiing, helling, schuinte of een vergelijkbaar oppervlak.

    • De maximale sleepsnelheid is 24 km per uur. Pas de snelheid van het trekvoertuig altijd aan de terreinomstandigheden aan, zoals natte, gladde oppervlakken, los zand of grind en/of lage zichtbaarheid in zwak of fel licht, mist, nevel of regen.

    • Wees extra voorzichtig als u een zwaarbeladen voertuig van een helling of glooiing rijdt. Rij het voertuig indien mogelijk altijd recht op en af hellingen en glooiingen. Indien mogelijk niet dwars op een helling rijden. Het gevaar bestaat dat het trekvoertuig kantelt, wat ernstige verwondingen of de dood kan veroorzaken.

  • Voordat u achteruitrijdt, moet u achteromkijken om zeker te zijn dat er zich geen personen of voorwerpen achter u bevinden. Rij traag achteruit en hou de bewegingen van de aanhangwagen nauwkeurig in de gaten.

  • Wees uiterst voorzichtig en rij traag als u de aanhangwagen en het trekvoertuig achteruitrijdt.

  • Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang aan voetgangers en andere voertuigen.

  • Als de aanhanger abnormaal begint te trillen, stop het trekvoertuig dan onmiddellijk. Zet de motor van het trekvoertuig af. Repareer alle schade voordat u verdergaat met slepen.

  • Voordat u onderhoud of aanpassingen uitvoert aan de aanhanger:

    • Breng het trekvoertuig tot stilstand en stel de parkeerrem in werking.

    • Zet de motor van het trekvoertuig af en haal het sleuteltje uit het contact.

  • Als de aanhangwagen is losgekoppeld van het trekvoertuig:

    • Sla de aanhangwagen op op een horizontaal oppervlak.

    • Blokkeer de wielen om te voorkomen dat de aanhangwagen in beweging komt.

  • Zorg ervoor dat het bevestigingsmateriaal goed vastgedraaid blijft. Vervang onderdelen die tijdens onderhoud of aanpassingen verwijderd worden.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal133-8061
decal140-5279
decal140-5280
decal140-5281

Installatie

De geschikte configuratieset monteren

Naargelang uw gewenste configuratie kunt u een van de volgende sets monteren:

De oprijset met rails monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Oprijplaat2
Vlakke oprijplaat2
Geleiderplaat2
Vergrendeling2
Kettingspanmoer2
Spanmoer van sluitschakel2
Wielaanslag2
Flensschroef met zeskantige kop10
Flag-pen2
Flensmoer10
Trekveer2
Draaipen2
Borgring2
Zeskantschroef met rand6
Bumper2
Borgmoer2
Flensmoer (5/16")4
Ketting2
Sluitschakel2
Contramoer2
Slotbout4

Note: Voer de volgende stappen uit om de rails aan de linker- en rechterkant te verwijderen. De volgende afbeeldingen tonen de rechterkant van de oprijset met rails.

  1. Monteer slotbouten en flensmoeren (¼") op de oprijplaat (Figuur 1).

    g348132
  2. Gebruik een pen en zeskantschroef om de wielaanslag te monteren op de rail (Figuur 2)

    g340445
  3. Verbind de ketting via een sluitschakel met de kettingspanmoer (Figuur 3).

    g348128
  4. Monteer de zeshoekige as op de spanmoer van de ketting (Figuur 3).

  5. Gebruik een contramoer om de spanmoer van de sluitschakel te monteren op de zeskantige as (Figuur 3).

  6. Verbind de spanmoer van de sluitschakel via een sluitschakel met de wielaanslag (Figuur 4).

    g341266
  7. Verbind de veer met de wielaanslag en de bout binnenin de rail (Figuur 5).

    g341267
  8. Gebruik een flensmoer (5/16"), 2 ringen en een borstbout om de oprijplaat te bevestigen aan de raileenheid (Figuur 6).

    g340144
  9. Verbind de ketting via een sluitschakel met de oprijplaat (Figuur 7).

    g348131
  10. Gebruik 10 zeskantschroeven om de kettingdeksels aan de oprijplaten te bevestigen (Figuur 8).

    g342431
  11. Controleer de speling van de aanslag; zie De speling van de aanslag controleren.

De oprijset met wielen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Rechter rail1
Linker rail1
Linker oprijplaat1
Rechter oprijplaat1
Vergrendeling2
Wielaanslag2
Flag-pen2
Kettingdeksel2
Ketting2
Sluitschakel2
Rubberen aanslag2
Inbusschroef22
Kettingspanmoer2
Spanmoer van sluitschakel2
Zeskant met schroefdraad2
Trekveer2
Contramoer2
Slotbout2
Flensmoer (¼")2
Borstbout2
Ring4
Flensmoer (5/16")2

Note: Voer de volgende stappen uit om de oprijplaten aan de linker- en rechterkant te monteren. De volgende afbeeldingen tonen de rechterkant van de oprijset met wielen.

  1. Gebruik 4 torxschroeven en 4 moeren (5/16") om de beugel van de vergrendelpen te bevestigen aan de geleiderplaat van de oprijplaat (Figuur 9).

    g345943
  2. Gebruik 10 bouten (5/16" x ¾") en 10 nylock moeren (5/16") om de geleiderplaat aan de oprijplaat te bevestigen (Figuur 10).

    Monteer de geleiderplaten met de vergrendelpennen naar buiten gericht. Raadpleeg Figuur 30 in De aanhangwagen laden voor een afbeelding van juist gemonteerde geleiderplaten.

    g345954
  3. Gebruik een moer (¼") om een bumper op de oprijplaat te monteren (Figuur 11).

    g340443
  4. Gebruik een flag-pen en zeskantschroef om de wielaanslag te monteren op de oprijplaat (Figuur 12).

    g340442
  5. Verbind de ketting via een sluitschakel met de kettingspanmoer (Figuur 13).

    g348128
  6. Monteer de zeshoekige as op de spanmoer van de ketting (Figuur 13).

  7. Gebruik een contramoer om de spanmoer van de sluitschakel te monteren op de zeskantige as (Figuur 13).

  8. Verbind de spanmoer van de sluitschakel via een sluitschakel met de wielaanslag (Figuur 14).

    g341296
  9. Verbind de veer met de wielaanslag en onderkant van de oprijplaat (Figuur 15).

    g341295
  10. Gebruik een draaipen en borgpen om de oprijplaat met de rail te verbinden (Figuur 16).

    g349912
  11. Verbind de kettingen via een sluitschakel met de oprijplaten (Figuur 17).

    g348127

De aanhangwagen in elkaar zetten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Middelste steun1
Hoofdframe1
Schroef (⅜")2
Steunstang2
Pen4
Rolbeugel2
Slotbout6
Flensmoer (5/16")6
Balk van aanhangwagen1
Bout (7/16")2
Borgmoer2
Ring4
Wiel2
Wielmoer8

De steunstangen monteren voor het hoofdframe

  1. Plaats de middelste steun op het hoofdframe (zie Figuur 18).

    g338068
  2. Laat iemand anders de wiel- of railset en de middelste steun vasthouden terwijl u de steunstangen aanbrengt door de openingen in de set, de middelste steun en het hoofdframe (Figuur 19).

    g338066
  3. Breng 4 pennen aan door de openingen in de wiel- of railset voor de breedte van uw machine; zie De breedte van de aanhangwagen configureren.

De middelste steun bevestigen aan het hoofdframe

Gebruik 2 schroeven (⅜") om de middelste steun aan het hoofdframe te bevestigen (Figuur 20).

g339765

De wielen monteren

  1. Monteer een wiel op elke naaf met 4 wielmoeren (Figuur 21).

    g338044
  2. Draai de wielmoeren aan volgens de aanbevelingen in De torsie van de wielmoeren controleren.

  3. Laat lucht uit de banden volgens de specificaties in Bandenspanning controleren.

De rolbeugels monteren op de middelste steun

Gebruik 6 slotbouten en 6 flensmoeren (5/16") om de rolbeugels aan de middelste steun te bevestigen (Figuur 22).

Monteer het bevestigingsmateriaal losjes zodat de rolbeugel voor- en achteruit kan schuiven op de middelste steun. Draai de bevestigingen vast om de rolbeugels te borgen nadat u de aanhangwagen geladen hebt; zie De aanhangwagen laden.

g339764

De koppelinrichting van de aanhangwagen monteren op het hoofdframe

  1. Gebruik 2 bouten (7/16"), 4 ringen en 2 borgmoeren om de koppelinrichting van de aanhangwagen te bevestigen aan het hoofdframe (Figuur 23).

    De koppelinrichting van de aanhangwagen moet evenwijdig met de grond zijn als u deze aan het trekvoertuig bevestigt. Zorg dat de koppelinrichting evenwijdig is met de grond voordat u het bevestigingsmateriaal aandraait.

    g338045
  2. Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 95 N·m.

Gebruiksaanwijzing

Compatibele machines

Deze aanhangwagen kan standaard, zonder bijkomende sets, geconfigureerd worden voor de volgende Greensmaster duwmaaiers:

MachineType
Greensmaster 101804820
Greensmaster 102104830
Greensmaster Flex 101804850
Greensmaster Flex 102104860
Greensmaster e102104831
Greensmaster eFlex 102104861

Met een aanvullende configuratieset (afzonderlijk verkrijgbaar) kan deze aanhangwagen geconfigureerd worden voor de volgende Greensmaster duwmaaiers:

  • Greensmaster Flex 18/21 serie

  • Greensmaster Flex 1800/2100 serie (inclusief eFlex)

  • Greensmaster 800/1000 serie

Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro verdeler.

De breedte van de aanhangwagen configureren

Note: U kunt geen greensmaaiers breder dan 53 cm (bv. Greensmaster 1026) op de aanhangwagen laden.

  • De aanhangwagen configureren voor greensmaaiers van 46 cm: gebruik de pennen om de railscharnieren te bevestigen aan de binnenste openingen (Figuur 24).

    g341332
  • De aanhangwagen configureren voor greensmaaiers van 53 cm: gebruik de pennen om de railscharnieren te bevestigen aan de buitenste openingen (Figuur 25).

    g341333

De aanhangwagen koppelen aan het trekvoertuig

  1. Til de handgreep van de koppelinrichting op (Figuur 26).

    Note: Door de handgreep op te tillen, wordt het schuifmechanisme ingetrokken.

    g337017
  2. Breng de pen van de koppelinrichting op een lijn met de trekhaak van het trekvoertuig (Figuur 27).

    g338301
  3. Laat de handgreep van de koppelinrichting los om de aanhangwagen vast te maken aan de trekhaak van het trekvoertuig (Figuur 27).

    Zorg dat het schuifmechanisme gecentreerd is onder de pen van de koppelinrichting.

De aanhangwagen laden

Voordat u de aanhangwagen laadt

  1. Blokkeer de wielen van de aanhangwagen.

  2. Trek aan weerszijden van de aanhangwagen aan de vergrendelpennen om de rails of oprijplaten los te maken, en laat ze neer op de grond (Figuur 28).

    g338736
  3. Neem de grasvangers van de greensmaaier.

    Note: U kunt de grasvangers in het trekvoertuig bewaren.

  4. Raadpleeg de juiste instructies voor een uitgeruste oprijplaat- of railset:

    • Railset: Monteer de railwielen op de zeskantige assen (Figuur 29).

      Note: Bij alle Greensmaster duwmaaiers zijn de wielklemopeningen van de rails naar buiten gericht.

      g261683
    • Wielset: Monteer de transportwielen op de zeskantige assen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

Een machine op de aanhangwagen laden

  1. Gebruik de vlakke oprijplaten of rails om de machine langzaam op de aanhangwagen te rijden tot de voorrol in de rolbeugel komt te zitten (Figuur 30).

    Note: Laadt u de machine voor de eerste keer op de aanhangwagen, dan moeten de bevestigingen van de rolbeugel los zitten en moet deze naar voren kunnen schuiven.

  2. Zet de machine uit en stel de parkeerrem in werking.

  3. Laadt u 2 machines, herhaal stap 1 en 2 dan voor de tweede machine. Zorg dat de voorrol in de rolbeugel komt te zitten.

  4. Haal de oprijplaten op en schakel de vergrendelpennen in (Figuur 30).

    • Wielset inbegrepen: Wanneer u de oprijplaten ophaalt, komen de vergrendelpennen automatisch in de vergrendelbeugel te zitten, en blijven de oprijplaten in de omhooggeklapte stand.

    • Railset inbegrepen: trek de vergrendelpennen omhoog, haal de oprijplaten op, en laat de vergrendelpennen los om de oprijplaten in de omhooggeklapte stand te houden.

    g338779
  5. Laadt u de aanhangwagen voor het eerst, voer dan de volgende stappen uit om de machines op hun plaats vast te zetten:

    1. Met de oprijplaten in de omhooggeklapte stand zet u de achterste machine naar de achterzijde van de aanhangwagen tot de transportwielen of railwielen de oprijplaat raken.

    2. Schuif de achterste rolbeugel (Figuur 31) naar achteren tot deze de voorrol van de achterste machine raakt.

      g342551
    3. Zorg dat de voorrol volledig onder de rolbeugel zit, en draai de flensmoeren aan waarmee de rolbeugel geborgd is; zie Het aandraaimoment van de bevestigingen van de rolbeugel controleren.

    4. Schuif de voorste machine naar achteren tot de transportwielen of railwielen de omhooggebrachte wielaanslagen raken.

    5. Schuif de voorste rolbeugel (Figuur 31) naar achteren tot deze de voorrol van de voorste machine raakt.

    Laadt u verschillende machines of een machine met een andere configuratie (bv. een machine met een groomeraandrijving), dan moet u deze stappen uitvoeren om te zorgen dat de machine goed vastgemaakt is op de aanhangwagen.

Onderhoud

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 10 bedrijfsuren
  • De torsie van de wielmoeren controleren.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • Controleer de bandenspanning.
  • Jaarlijks
  • De speling van de wiellagers controleren.
  • De kettingen smeren.
  • Het aandraaimoment van de bevestigingen van de rolbeugel controleren.
  • De speling van de aanslag controleren (enkel railset).
  • Bandenspanning controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • Controleer de bandenspanning.
  • Aanbevolen bandenspanning: 0,34 bar

    Controleer de bandenspanning (Figuur 32). Verhoog of verlaag de bandenspanning zoals nodig is om deze af te stemmen op de aanbevolen bandendruk.

    g001055

    De speling van de wiellagers controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • De speling van de wiellagers controleren.
    1. Verwijder eventuele machines die op de aanhangwagen staan.

    2. Krik de aanhangwagen op en zet kriksteunen onder de aanhangwagen.

    3. Controleer elk van de wielen op overmatige speling (d.w.z. als de band en naaf kunnen bewegen).

      Merkt u overmatige speling, neem dan contact op met uw erkende Toro distributeur.

    De kettingen smeren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • De kettingen smeren.
  • Breng smeervet voor algemene doeleinden aan op elk van de kettingen.

    Het aandraaimoment van de bevestigingen van de rolbeugel controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • Het aandraaimoment van de bevestigingen van de rolbeugel controleren.
  • Draai het bevestigingsmateriaal van de rolbeugel (Figuur 33) vast met een torsie van 79 N·m.

    g337082

    De torsie van de wielmoeren controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 10 bedrijfsuren
  • De torsie van de wielmoeren controleren.
  • Aanbevolen torsie: 108 N·m

    Controleer de torsie van de wielmoeren elke keer als u de wielen monteert en na de eerste 10 bedrijfuren.

    Haal de wielmoeren aan met de aanbevolen torsie; gebruik hierbij het getoonde patroon (Figuur 34).

    Waarschuwing

    Indien de correcte torsie niet wordt aangehouden, kan dit leiden tot defecten of verlies van het wiel waardoor lichamelijk letsel kan worden veroorzaakt.

    Draai de wielmoeren vast met de gespecificeerde torsie.

    g274650

    De speling van de aanslag controleren

    Enkel railset
    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • De speling van de aanslag controleren (enkel railset).
  • Terwijl de oprijplaten geborgd zijn in de omhooggeklapte stand, meet u de speling tussen de aanslag en de onderkant van de rail.

    De afstand moet 2,5 mm zijn zoals getoond in Figuur 35. Krijgt u een andere afmeting, stel de spanmoer en contramoer dan zodanig af dat u de gewenste afstand verkrijgt.

    g348160