Inleiding

Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van struikgewas of voor gebruik in de landbouw. Ze is ontwikkeld voor gebruik met Toro Flex-Force lithiumion-accupack model 81825 (meegeleverd met model 21836), model 81850 (meegeleverd met model 21843 en model 21844) en 81860 of 81875. Deze accupacks zijn ontworpen om uitsluitend door acculadermodellen 81802 (meegeleverd met model 21836, 21843 en 21844) of 81805 te worden opgeladen. Deze producten gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan voor u of voor omstanders gevaarlijk zijn.

Model 21836T, 21843T en 21844T beschikken niet over een accu of een lader.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.toro.com voor meer informatie, inclusief veiligheidstips, instructiemateriaal, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g275230

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Graphic

Voor hulp, surf naar www.Toro.com/support of neem contact op met uw erkende servicedealer voordat u dit product retourneert.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.

Veiligheid

BELANGRIJKE

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

WAARSCHUWING – Wanneer u een elektrische machine gebruikt, lees dan altijd de basis veiligheidswaarschuwingen en -instructies en volg deze op om het risico op brand, elektrische schok of letsel te beperken. Hieronder volgen enkele veiligheidswaarschuwingen en -instructies:

I. Training

  1. De bestuurder van de machine is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen.

  2. Laat kinderen niet spelen met de machine, het accupack of de acculader of laat hen deze niet gebruiken; plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met het toestel werkt.

  3. Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine niet gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Laat enkel mensen die verantwoordelijk en getraind zijn en die bovendien vertrouwd zijn met de instructies en fysiek ertoe in staat zijn de machine bedienen of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten.

  4. Lees alle instructies en waarschuwingen op deze producten voordat u de machine, het accupack en de acculader gebruikt.

  5. Word vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine, het accupack en de acculader.

II. Vóór ingebruikname

  1. Hou omstanders, vooral kinderen en huisdieren, uit de buurt van het werkgebied.

  2. Gebruik de machine enkel als de nodige schermen en andere beveiligingsmiddelen, zoals geleiders en grasvangers, op de machine aanwezig zijn en naar behoren werken.

  3. Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die het gebruik van de machine zouden kunnen hinderen of die de machine zou kunnen uitwerpen.

  4. Controleer voordat u de machine gebruikt het mes, de mesbout en de meseenheid altijd op slijtage of beschadiging. Vervang beschadigde of onleesbare labels.

  5. Gebruik enkel het accupack dat door Toro wordt gespecificeerd. Indien u andere accessoires en werktuigen gebruikt, kan dit het risico op letsel en brand verhogen.

  6. Het aansluiten van de acculader op een stopcontact met een spanning anders dan 100 tot 240 V kan leiden tot brand of een elektrische schok. Sluit de acculader niet aan op een stopcontact met een spanning anders dan 100 tot 240 V. Voor een ander soort aansluiting dient u mogelijk een adapterstekker van het juiste type te gebruiken.

  7. Gebruik geen beschadigd of aangepast accupack of beschadigde of aangepaste acculader. Deze kunnen onverwacht gedrag vertonen, wat kan leiden tot brand, explosie of lichamelijk letsel.

  8. Als het stroomsnoer van de acculader beschadigd is, neem dan contact op met een erkende servicedealer om het te vervangen.

  9. Gebruik geen niet-oplaadbare batterijen.

  10. Laad het accupack enkel op met de acculader die door Toro is gespecificeerd. Een lader die geschikt is voor het ene type accupack kan in combinatie met een ander accupack voor brandgevaar zorgen.

  11. Laad het accupack alleen op in een goed verluchte ruimte.

  12. Stel het accupack of de acculader niet bloot aan een brand of aan temperaturen hoger dan 68 °C.

  13. Volg alle instructies aangaande het laden en laad het accupack niet op buiten het temperatuurbereik dat wordt gespecificeerd in de instructies. Anders kunt u het accupack beschadigen en het risico op brand verhogen.

  14. Draag gepaste kleding – Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool (niet blootvoets of geen sandalen) en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleren of losse juwelen die gegrepen kunnen worden door bewegende onderdelen. Draag een stofmasker in stoffige gebruiksomstandigheden.

III. Bediening

  1. Contact met een bewegend mes veroorzaakt ernstig letsel. Houd uw handen en voeten uit de buurt van het maaigedeelte en alle bewegende onderdelen van de machine. Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen.

  2. Gebruik van deze machine voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.

  3. Schakel de zelfaandrijving uit (indien aanwezig) voordat u de machine start.

  4. Kantel het toestel niet wanneer u de motor start.

  5. Voorkom dat u de machine ongewild start – Zorg ervoor dat de veiligheidssleutel is verwijderd van de machine voordat u het accupack aansluit en de machine hanteert.

  6. Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.

  7. Stop de machine, verwijder de veiligheidssleutel, verwijder het accupack van de machine en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, er servicewerkzaamheden aan verricht, de machine schoonmaakt of stalt.

  8. Verwijder het accupack en de veiligheidssleutel van de machine wanneer u deze onbeheerd achterlaat of voordat u de accessoires verandert.

  9. Forceer de machine niet – De machine doet het werk beter en veiliger in het tempo waarvoor ze bedoeld is.

  10. Blijf alert – Let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand wanneer u de machine gebruikt. Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of onder de invloed van alcohol of drugs bent.

  11. Gebruik de machine enkel bij een goede zichtbaarheid en in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.

  12. Ga voorzichtig te werk als u de machine omkeert of naar u toe trekt.

  13. Zorg dat u te allen tijde stevig en evenwichtig staat, vooral op hellingen. Maai met de helling mee, nooit helling op en af. Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting verandert op een helling. Maai niet op al te steile hellingen. Loop; ren nooit met de machine.

  14. Het materiaal dat afgevoerd wordt niet naar iemand richten. Voorkom het afvoeren van materiaal tegen een muur of afscherming; het materiaal kan naar u terugketsen. Zet het maaimes/de maaimessen stil wanneer u andere oppervlakken dan grasvelden oversteekt.

  15. Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen objecten. Op oneffen terrein kunt u uw evenwicht verliezen of wegglijden.

  16. Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden of wanneer het regent.

  17. Als de machine een voorwerp raakt of begint te trillen, schakel de machine dan onmiddellijk uit, verwijder de veiligheidssleutel, verwijder het accupack en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine controleert op beschadiging. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt.

  18. Stop de machine en verwijder de veiligheidssleutel voordat u de machine laadt voor transport.

  19. Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit het accupack lekken; vermijd contact hiermee. Als u per ongeluk in contact komt met de vloeistof, moet u spoelen met water. Als de vloeistof in uw ogen terechtkomt, moet u naar een arts gaan. Vloeistof die uit de accu ontsnapt, kan irritatie van de huid of brandwonden veroorzaken.

IV. Onderhoud en opslag

  1. Stop de machine, verwijder de veiligheidssleutel, verwijder het accupack van de machine en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, er servicewerkzaamheden aan verricht, de machine schoonmaakt of stalt.

  2. Probeer de machine niet te herstellen behalve als dit aangegeven is in de instructies. Laat een erkende servicedealer servicewerkzaamheden uitvoeren aan de machine en zorg ervoor dat hij/zij identieke vervangingsonderdelen gebruikt.

  3. Draag handschoenen en oogbescherming wanneer u servicewerkzaamheden verricht.

  4. Vervang het mes als dit verbogen, versleten of gescheurd is. Een niet-uitgebalanceerd mes veroorzaakt trillingen, wat de motor kan beschadigen of persoonlijk letsel kan veroorzaken.

  5. Wanneer u servicewerkzaamheden uitvoert aan het mes, moet u zich ervan bewust zijn dat het mes nog kan worden bewogen zelfs wanneer de stroomaansluiting is losgekoppeld.

  6. Controleer de grasvangerzak regelmatig op slijtage en beschadiging, en vervang een versleten zak met een Toro [vervangings]zak.

  7. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires van Toro voor de beste prestaties. Gebruik nooit andere vervangingsonderdelen en accessoires, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

  8. Onderhoud de machine – Houd snijranden scherp en schoon voor de beste en veiligste prestaties. Houd handgrepen droog, schoon en vrij van olie en smeervet. Laat de beveiligingen zitten en zorg dat ze naar behoren werken. Houd de messen scherp. Gebruik enkel identieke vervangingsmessen.

  9. Controleer de machine op beschadigde onderdelen – Als er beschadigde beschermkappen of andere beschadigde onderdelen zijn, bepaal dan of de machine naar behoren zal werken. Controleer op fout uitgelijnde en vastlopende bewegende onderdelen, defecte onderdelen, bevestigingen en andere situaties die de werking nadelig kunnen beïnvloeden. Tenzij anders aangegeven in de instructies moet u een erkende servicedealer een beschadigde beschermkap of beschadigd onderdeel laten herstellen of vervangen.

  10. Als het accupack niet wordt gebruikt, hou het dan uit de buurt van metalen voorwerpen zoals paperclips, muntjes, sleutels, nagels en schroeven die een brug kunnen vormen tussen de polen. Kortsluiting tussen de accupolen kan brandwonden en brand veroorzaken.

  11. Controleer regelmatig of het mes en de montagebouten van de motor stevig vastzitten.

  12. Sla de machine binnen op in een droge, veilige plek buiten het bereik van kinderen wanneer u de machine niet gebruikt.

  13. OPGELET – Een verkeerd behandeld accupack kan brand of chemische brandwonden veroorzaken. Demonteer het accupack niet. Verhit het accupack niet boven 68 °C en verbrand deze niet. Vervang het accupack alleen door een origineel Toro accupack, het gebruik van een ander accupack kan leiden tot brand of een explosie. Hou accupacks buiten het bereik van kinderen en in de originele verpakking totdat u ze gaat gebruiken.

  14. De accu niet verbranden. De cel kan ontploffen. Controleer of er plaatselijke voorschriften gelden om de accu af te voeren.

BEWAAR DEZE

INSTRUCTIES

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.

decal134-6016
decal134-5099
decal134-5297
decal134-4550
decal137-9461

Model 81825

decal137-9487

Model 81850

decal140-2158
decal137-9495
decal137-9463

Montage

Important: Het accupack is niet volledig opgeladen bij aankoop. Raadpleeg Het accupack opladen voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt.

Note: De veiligheidssleutel en alle andere losse onderdelen zijn in het accucompartiment geplaatst opdat de machine veilig zou kunnen worden geleverd. Zorg ervoor dat u ze verwijdert uit het compartiment en bewaar ze op een veilige plek voordat u de machine monteert.

De acculader monteren (optioneel)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bevestigingselementen (niet meegeleverd)2

Indien gewenst, kunt u de acculader veilig aan een muur hangen met de gaten voor muurbevestiging achteraan de lader.

Monteer de lader binnen (zoals een garage of andere droge plek) in de buurt van een stroomaansluiting en buiten het bereik van kinderen.

Raadpleeg Figuur 3 voor hulp bij het monteren van de lader.

Schuif de lader over de bevestigingsmiddelen om de lader op te hangen (bevestigingsmiddelen niet meegeleverd).

g290534

De handgreep monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bovenste handgreep1
Bout2
Borgmoer2

Important: Verwijder het plastic waarmee de maaier is afgedekt en eventueel ander plastic of verpakkingsmateriaal op de machine.

Note: Verwijder de rubberen dop van de handgreep voordat u het bovenste deel van de handgreep in het onderste deel van de handgreep brengt. Deze werden geplaatst tijdens de productie om te voorkomen dat de kabels worden beschadigd.

Waarschuwing

Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt.

  • Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep in- of uitklapt.

  • Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

  1. Monteer de bovenste handgreep aan de onderste handgreep en bevestig deze met 2 bouten en 2 borgmoeren zoals getoond in Figuur 4.

    g342173
  2. Trek de vrijgavebeugel van de duwboom naar de bovenste handgreep toe om de handgreepvergrendeling vrij te zetten (Figuur 5).

  3. Beweeg de handgreep naar achteren naar de bedrijfsstand en laat de vrijgavebeugel van de duwboom los (Figuur 5).

    Note: Zorg ervoor dat de handgreep op zijn plaats klikt.

    g341335

Algemeen overzicht van de machine

g364064
g342171
TypeGewicht

(zonder een accu)

LengteBreedteHoogte
21836/T20,2 kg130,6 cm41,7 cm107,3 cm
    
21843/T22,1 kg136,2 cm48,5 cm108,5 cm
    
21844/T24,0 kg136,2 cm48,5 cm108,5 cm
    

SmartStow afmetingen

TypeLengteBreedteHoogte
21836/T41,2 cm41,7 cm113,5 cm
21843/T41,0 cm48,5 cm114,0 cm
21844/T41,0 cm48,5 cm114,0 cm

Accupack

Type8182581850
Capaciteit van accupack2,5 Ah4,0 Ah
135 Wh216 Wh

Door fabrikant bepaald voltage = 60 V maximaal en 54 V nominaal. Werkelijk voltage afhankelijk van de belasting.

Acculader

Type81802
Type60 V MAX lithium-ion acculader
Input100 tot 240 V AC 50/60 Hz max. 2,0 A
Output60 V DC 2,0 A

Geschikt temperatuurbereik

Laad/bewaar het accupack bij een temperatuur van5 °C tot 40 °C*
Gebruik het accupack bij een temperatuur van-30 °C tot 49 °C*
Gebruik de machine bij een temperatuur van 0 °C tot 49 °C*

* De oplaadtijd zal langer in beslag nemen als u het accupack niet binnen dit bereik oplaadt.

Sla de machine, het accupack en de acculader op in een afgesloten schone, droge ruimte.

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Voor gebruik

Het accupack monteren

Important: Gebruik het accupack alleen bij temperaturen die binnen het gepaste temperatuurbereik liggen; zie Specificaties.

  1. Zorg ervoor dat de veiligheidssleutel niet op de machine zit.

  2. Zorg ervoor dat er geen stof of vuil ligt op de openingen in de accu.

  3. Til het deksel van het accucompartiment op (A van Figuur 8).

  4. Lijn de holte in het accupack uit met de koppeling op de machine en schuif het accupack in het compartiment tot het vastklikt (B van Figuur 8).

  5. Sluit het deksel van het accucompartiment (C van Figuur 8).

    Note: Als het deksel van het accucompartiment niet volledig sluit, is de accu niet volledig gemonteerd.

g341293

De maaihoogte instellen

Waarschuwing

Bij het instellen van de maaihoogte kunnen uw handen een bewegend mes raken. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Zet de motor af, verwijder de accu en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de maaihoogte afstelt.

  • Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de maaihoogte instelt.

Om de maaihoogte in te stellen, drukt u op de maaihoogteknop en brengt u het maaidek omhoog of omlaag tot de gewenste maaihoogte-instelling wordt getoond in het maaihoogtevenster (Figuur 9).

g364065

De maaihoogte is verstelbaar in 6 stappen tussen 19 mm en 70 mm.

IndicatorMaaihoogtestand
Graphic1 (laagste)
Graphic2
Graphic3
Graphic4
Graphic5
Graphic6 (hoogste)

Tijdens gebruik

De machine starten

  1. Zorg ervoor dat het accupack opgeladen is en gemonteerd is in de machine; zie Het accupack monteren.

  2. Steek de veiligheidssleutel in de machine (Figuur 10).

    g344530
  3. Druk op de aan/uit-knop in het midden van de bovenste handgreep om de machine in te schakelen.

  4. Knijp de hendels voor de maaimesbediening in om de machine te starten.

    g341398

De zelfaandrijving gebruiken

Uitsluitend model 21844/T
  • Om de zelfaandrijvingsnelheid af te stellen, moet u de snelheidsregeling afstellen (Figuur 12).

  • Om de zelfaandrijving in te schakelen, trekt u de zelfaandrijvingshendels tegen de handgreep en houdt u ze in deze positie (Figuur 12).

  • Om de zelfaandrijving uit te schakelen, laat u de hendels van de zelfaandrijving los.

    Note: Om de rijsnelheid te verlagen, zet u de snelheidsregeling naar links; om de snelheid te verhogen, zet u de snelheidsregeling naar rechts.

    g342174

Het mestoerental afstellen

Deze machine heeft 2 instellingen voor het mestoerental: RUNSMART en MAX.

  • Wanneer het mestoerental is ingesteld op RUNSMART, wordt het automatisch afgesteld voor een grotere efficiëntie. Wijzigingen in de maaiomstandigheden worden gedetecteerd en het mestoerental verhoogt wanneer dit nodig is om een goede maaikwaliteit te behouden.

  • Wanneer het mestoerental is ingesteld op MAX, blijft het mestoerental altijd op het hoogste toerental.

Druk op de MAX-knop onder de Aan-knop om de machine in te stellen op het MAXIMALE toerental (Figuur 12).

Maaisel recyclen

De machine kan maaisel en bladafval over het gazon verspreiden (recycling).

Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen alvorens het maaisel te recyclen. Zie De grasvanger verwijderen.

De mulchplug plaatsen

  1. Zet de machine uit en verwijder het accupack en de veiligheidssleutel; zie De machine uitschakelen.

  2. Zet de machine in de verticale opslagstand; zie De machine in verticale stand opslaan .

  3. Maak de onderkant van het maaidek schoon om ervoor te zorgen dat de plug op de juiste manier kan worden geplaatst; zie De onderkant van de machine reinigen.

  4. Lijn de mulchplug uit en duw op de onderkant van de plug tot deze op zijn plaats klikt op de 2 borgpennen zoals getoond in Figuur 13.

    Important: De onderkant van de mulchplug moet gelijk komen met de onderkant van het dek wanneer de plug op de juiste manier is geplaatst. Als de plug niet juist kan worden geplaatst, moet u deze niet gebruiken. Neem dan contact op met uw erkende servicedealer.

    g342177

De mulchplug verwijderen

Om de mulchplug te verwijderen, verwijdert u het accupack en dan voert u de stappen in De mulchplug plaatsen in omgekeerde volgorde uit.

Het maaisel opvangen

Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen.

Als de mulchplug op de machine zit, moet u die verwijderen alvorens het maaisel op te vangen. Zie De mulchplug verwijderen.

De grasvanger monteren

  1. Zet de handgreep rechtop en til de achterste grasgeleider op (A van Figuur 14).

  2. Plaats de haken van de grasvanger in de inkepingen op de achterkant van de machine (B van Figuur 14).

  3. Laat de achterste geleider zakken zodat deze komt te rusten op de grasvanger (C van Figuur 14).

  4. Zet de handgreep terug in de bedrijfsstand; zie Handgreep inklappen.

g341400

Volstand-indicator van grasvanger

De grasvanger is uitgerust met een volstand-indicator aan de achterkant van de harde bovenkant. Terwijl het gras wordt verzameld, stroomt er lucht door de grasvanger waardoor de indicatorklep wordt omhooggebracht naar de open stand. Wanneer de grasvanger vol zit, wordt de luchtstroom geblokkeerd en sluit de indicatorklep.

g363501

De grasvanger verwijderen

Om de grasvanger te verwijderen, voert u de stappen in De grasvanger monteren in omgekeerde volgorde uit.

Gebruik de machine niet wanneer de grasvanger verwijderd is tenzij de mulchafsluiter gemonteerd is. Verwijder de grasvanger enkel wanneer u mulcht, de machine transporteert, de machine opbergt of de grasvanger leegmaakt (Figuur 16).

g356991

De machine uitschakelen

  1. Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 10).

    g341392
  2. Verwijder de veiligheidssleutel van de machine (Figuur 10).

    g344533
  3. Verwijder het accupack; zie Het accupack uit de machine verwijderen.

    Note: Wanneer u de machine niet gebruikt, moet u steeds het accupack verwijderen.

Het accupack uit de machine verwijderen

  1. Til het deksel van het accucompartiment op.

  2. Druk op de accupackvergrendeling om het accupack los te maken en verwijder het accupack.

  3. Sluit het deksel van het accucompartiment.

g341360

Tips voor bediening en gebruik

Algemene maaitips

  • Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.

  • De beste resultaten krijgt u door een nieuw Toro mes te monteren voordat het maaiseizoen begint of wanneer dit nodig is.

Gras maaien

  • U moet telkens niet meer dan ongeveer één derde van de grassprieten afmaaien. Maai het gras met een hogere maaihoogte voor een betere maaikwaliteit, een betere gangtijd en betere opvang van het maaisel.

  • Maai niet met de laagste maaihoogte-instelling tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien.

  • Als u lang gras wilt maaien, moet u maaien bij de maximale maaihoogte en een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien bij een lagere maaihoogte om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken en de motor afslaan.

  • Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de machine verstopt kan raken of de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden.

  • Wees bedacht op het risico van brand in zeer droge omstandigheden; neem alle plaatselijke brandwaarschuwingen in acht en houd de machine vrij van droog gras en bladafval.

  • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.

  • Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen:

    • Vervang het maaimes of laat het slijpen.

    • Loop langzamer tijdens het maaien.

    • Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte.

    • Maai het gras vaker.

    • Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien.

Bladeren fijnmaken

  • Na het maaien moet altijd 50% van het gazon zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.

  • Verwijder buitensporige hoeveelheden bladeren van de grond voordat u de bladeren fijnmaakt. Als de machine de bladeren niet fijn genoeg maakt, moet u uw maaisnelheid verminderen of maaien met een hogere maaihoogte-instelling en dan opnieuw met de gewenste maaihoogte.

Na gebruik

Het accupack opladen

Important: Het accupack is niet volledig opgeladen bij aankoop. Voordat u het gereedschap voor het eerst gebruikt, plaatst u het accupack in de lader en laat u het opladen tot het leddisplay aangeeft dat het accupack volledig opgeladen is. Lees alle veiligheidsrichtlijnen.

Important: Laad het accupack alleen op bij temperaturen die binnen het gepaste temperatuurbereik liggen; zie Specificaties.

Note: Druk op het even welk moment op de knop van de indicator van de accuspanning op het accupack om de huidige lading weer te geven (ledindicators).

  1. Zorg ervoor dat er geen stof of vuil ligt op de openingen in de accu en de lader.

    g290533
  2. Lijn de holte in het accupack (Figuur 20) uit met de koppeling op de lader.

  3. Schuif het accupack in de lader tot het volledig op zijn plaats zit (Figuur 20).

  4. Om het accupack te verwijderen, schuift u de accu naar achteren uit de lader.

  5. De volgende tabel geeft aan wat de toestand van het ledindicatielampje op de acculader betekent.

    IndicatielampjeBetekenis
    UitGeen accupack ingebracht
    Groen, knipperendAccu wordt geladen
    GroenAccu is geladen
    RoodHet accupack en/of de acculader zijn/is boven of onder het geschikte temperatuurbereik
    Rood, knipperendLaadstoring van accupack*

*Raadpleeg voor meer informatie.

Important: Gaat u een machine met korte tussenperiodes verschillende keren gebruiken, dan kunt u de accu in de lader laten zitten.Als u de accu lange tijd niet gaat gebruiken, haal de accu dan uit de lader; zie Onderhoud.

De machine schoonmaken

De onderkant van de machine reinigen

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na elk gebruik
  • Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de machine.
  • Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u de onderkant van de machine te reinigen zodra u klaar bent met maaien.

    1. Zet de machine uit en verwijder het accupack en de veiligheidssleutel.

    2. Zet de machine in zijn laagste maaistand.

    3. Zet de machine in de verticale stand; zie De machine in verticale stand opslaan .

    4. Verwijder afval van de onderkant van de machine met een borstel of bezem.

      Important: Gebruik geen water om de machine schoon te maken; water kan elektrische onderdelen beschadigen.

    5. De grasvanger reinigen.

    De grasvanger reinigen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na elk gebruik
  • Verwijder al het maaisel en vuil uit de grasvanger.
  • Maak de grasvanger regelmatig schoon om de maximale opvangcapaciteit te verzekeren. Borstel vuil weg.

    Handgreep inklappen

    Waarschuwing

    Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt.

    • Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep in- of uitklapt.

    • Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

    Waarschuwing

    Zorg ervoor dat de handgreep in de bedrijfsstand staat voordat u de machine start om letsel als gevolg van uitgeworpen voorwerpen te voorkomen.

    1. Schakel de machine uit, verwijder de veiligheidssleutel en verwijder het accupack; zie De machine uitschakelen.

    2. Trek de vrijgavebeugel van de duwboom naar de bovenste handgreep toe om de handgreepvergrendeling vrij te zetten (Figuur 21).

    3. Zet de handgreep halfweg naar voren (zodat deze rechtop staat), of volledig voorwaarts naar de verticale opslagstand zoals getoond in Figuur 21.

      g342175
    4. Om de handgreep uit te vouwen, zie De handgreep monteren.

    De machine in verticale stand opslaan

    U kunt de machine in de verticale stand opslaan om de opslagruimte te beperken.

    Waarschuwing

    Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt.

    • Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep in- of uitklapt.

    • Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

    1. Schakel de machine uit, verwijder de veiligheidssleutel en verwijder het accupack; zie De machine uitschakelen.

    2. Klap de handgreep helemaal naar voren tot deze in positie klikt; zie Handgreep inklappen.

    3. Zorg ervoor dat de grasvanger niet gemonteerd is op de machine. Als dit wel het geval is, moet u de grasvanger verwijderen. Zie De grasvanger verwijderen.

    4. Zorg ervoor dat de maaihoogte op de machine is ingesteld op de hoogste instelling (instelling 6). Als dit niet het geval is, zet deze dan op de hoogste instelling. Zie De maaihoogte instellen.

    5. Kantel de machine naar achter en rol ze met de handgreep in een opslagplek (Figuur 22).

      Waarschuwing

      Door te trekken aan de vrijgavebeugel van de duwboom, ontgrendelt u de duwboom, wat ervoor kan zorgen dat de maaier plots op de grond valt.

      Trek niet aan de vrijgavebeugel van de duwboom om de machine te verplaatsen.

      g342176

      Note: U kunt de grasvanger op de vrijgavebeugel van de duwboom haken in deze stand (Figuur 23).

      g356985

    Onderhoud

    Verwijder de veiligheidssleutel en het accupack uit de machine voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht aan de machine of deze schoonmaakt.

    Gebruik alleen de vervangonderdelen en accessoires die de fabrikant aanbeveelt.

    Voer regelmatig controles en onderhoudswerkzaamheden uit aan de machine. Laat de machine alleen herstellen door een erkende servicedealer.

    De machine smeren

    Het is niet nodig om de machine te smeren; alle lagers zijn in de fabriek gesmeerd voor de gehele levensduur van de machine.

    Het maaimes vervangen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt).
  • Important: U hebt een momentsleutel nodig om het mes op correcte wijze te monteren. Als u geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer.

    Een beschadigd of gescheurd mes moet direct worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen vertoont, moet u het mes laten slijpen en balanceren of het mes vervangen.

    Waarschuwing

    Wanneer u servicewerkzaamheden uitvoert aan het mes, moet u zich ervan bewust zijn dat het mes nog kan worden bewogen zelfs wanneer de stroomaansluiting is losgekoppeld. Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

    Gebruik handschoenen als u het mes monteert.

    1. Verwijder de veiligheidssleutel en het accupack uit de machine.

    2. Gebruik een blok hout om het mes stil te houden (Figuur 24).

    3. Verwijder de mesbout, ring en het mes. Bewaar de ring en de mesbout (Figuur 24).

    4. Monteer het nieuwe mes, de ring en de mesbout (Figuur 25).

      Important: De gebogen uiteinden van het mes moeten naar boven, naar de behuizing van de machine wijzen.

    5. Gebruik een momentsleutel om de mesbout vast te draaien met een torsie van 35 N·m.

    g357349
    g357350

    Het accupack klaarmaken voor recycling

    Important: Neem het accupack van het gereedschap en bedek de contacten met stevig plakband. Probeer niet om het accupack te vernietigen of te demonteren, of onderdelen ervan te verwijderen.

    Neem contact op met uw plaatselijke gemeente of uw erkende Toro verdeler voor meer informatie over hoe u de accu op een verantwoorde manier kunt recyclen.

    Stalling

    Important: Sla de machine, het accupack en de lader alleen op bij temperaturen die binnen het gepaste temperatuurbereik liggen; zie Specificaties.

    Important: Als u het accupack opslaat na het sneeuwseizoen, laad het dan op tot er 2 of 3 ledindicators op de accu groen worden. Berg een volledig opgeladen of volledige lege accu niet op. Wanneer u de machine weer nodig hebt, laadt u het accupack op totdat het indicatielampje links op de lader groen oplicht of alle 4 de ledindicators op de accu groen oplichten.

    • Koppel het product los van de voedingsbron (d.w.z. verwijder het accupack en de veiligheidssleutel) en controleer op beschadiging na gebruik.

    • Sla de machine of de lader niet op terwijl het accupack gemonteerd is.

    • Verwijder al het vuil van het product.

    • Wanneer de machine niet wordt gebruikt, moet u de machine, de veiligheidssleutel, het accupack en de acculader opbergen buiten het bereik van kinderen.

    • Houd de machine, het accupack en de acculader uit de buurt van bijtende producten, zoals tuinchemicaliën en strooizout.

    • Om het risico op ernstig lichamelijk letsel te verkleinen mag u het accupack niet buiten of in een voertuig stallen.

    • Draai alle bevestigingen vast.

    • Sla de machine, het accupack en de acculader op in een afgesloten schone, droge ruimte.

    Onderhoud

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Jaarlijks
  • Laat de machine onderhouden door uw erkende servicedealer.
  • Is er onderhoud aan de machine nodig, neem dan contact op met uw erkende servicedealer.

    Problemen, oorzaak en remedie

    Voer alleen de stappen uit die zijn omschreven in deze instructies. Alle bijkomende controles, onderhouds- en herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum of een gelijkaardig gekwalificeerde specialist als u het probleem niet zelf kunt oplossen.

    ProblemPossible CauseCorrective Action
    De machine start niet.
    1. De accu is niet volledig gemonteerd in de machine.
    2. Het accupack is niet opgeladen.
    3. Het accupack is beschadigd.
    4. Er is een ander elektrisch probleem met de machine.
    1. Verwijder de accu en vervang vervolgens de accu in de machine; zorg er hierbij voor dat deze volledig gemonteerd en vergrendeld is.
    2. Verwijder het accupack uit de machine en laad het op.
    3. Vervang het accupack.
    4. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De machine loopt niet of niet continu.
    1. Er zit vocht op de kabels van het accupack.
    2. De accu is niet volledig gemonteerd in het gereedschap.
    1. Laat het accupack drogen of veeg het droog.
    2. Verwijder de accu en vervang vervolgens de accu in het gereedschap; zorg er hierbij voor dat deze volledig gemonteerd en vergrendeld is.
    De machine kan niet op volle kracht draaien.
    1. De laadcapaciteit van het accupack is te laag.
    2. De ontluchtingsgaten zijn geblokkeerd.
    1. Verwijder het accupack uit de machine en laad het accupack volledig op.
    2. Reinig de ontluchtingsgaten.
    Het accupack verliest snel de lading.
    1. Het accupack is boven of onder het geschikte temperatuurbereik.
    2. De machine wordt te zwaar belast.
    1. Verplaats het accupack naar een locatie waar het droog is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
    2. Maai het gras met een hogere maaihoogte of loop langzamer tijdens het maaien.
    De acculader werkt niet.
    1. De acculader is boven of onder het geschikte temperatuurbereik.
    2. Het stopcontact waarin de acculader zit heeft niet genoeg stroom.
    1. Koppel de acculader af en verplaats deze naar een locatie waar het droog is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
    2. Neem contact op met uw bevoegde elektricien om het stopcontact te herstellen.
    De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet.
    1. Het zelfaandrijvingssysteem of de voedingskabel is beschadigd.
    1. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    Het ledindicatielampje op de acculader is rood.
    1. Het accupack en/of de acculader zijn/is boven of onder het geschikte temperatuurbereik.
    1. Koppel de acculader af en verplaats de acculader en het accupack naar een locatie waar het droog is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt.
    Het ledindicatielampje op de acculader knippert rood.
    1. Er is een fout in de communicatie tussen het acucpack en de lader.
    2. Het accupack is zwak.
    1. Verwijder het accupack van de acculader, haal de acculader uit het stopcotnact en wacht 10 seconden. Sluit de acculader opnieuw aan op het stopcontact en plaats het accupack op de acculader. Als het ledindicatielampje op de acculader nog steeds rood knippert, moet u deze procedure herhalen. Als het ledindicatielampje op de acculader na 2 pogingen nog steeds rood knippert, moet u het accupack volgens de gepaste procedure afvoeren in een recyclingcentrum.
    2. Neem contact op met een erkende servicedealer als de accu in garantie is of voer het accupack af volgens de gepaste procedure in een recyclingcentrum.
    De machine maakt een piepend geluid.
    1. Het accupack is niet opgeladen.
    2. De machine bevindt zich in een onveilige positie voor gebruik.
    3. De machine wordt te zwaar belast.
    4. Er is een ander elektrisch probleem met de machine.
    1. Verwijder het accupack uit de machine en laad het op.
    2. Zorg ervoor dat de machine zich niet in een extreme hoek bevindt terwijl u ze gebruikt.
    3. Maai het gras met een hogere maaihoogte of loop langzamer tijdens het maaien.
    4. Probeer de andere probleemoplossende acties. Als het alarm nog steeds afgaat, moet u contact opnemen met een erkende servicedealer.
    De maaikwaliteit neemt af of is onbevredigend.
    1. Het mes is bot.
    2. Er zit aangekoekt vuil op het maaidek.
    1. Laat het mes slijpen of vervangen.
    2. De onderkant van de machine reinigen.
    Het opvangen van het maaisel neemt af of is onbevredigend.
    1. De machine wordt te zwaar belast.
    2. De openingen van de grasvanger zijn geblokkeerd.
    1. Maai het gras met een hogere maaihoogte.
    2. Reinig de grasvanger met water en een zachte borstel.
    De machine maait ongelijkmatig.
    1. Het mes is bot.
    2. Het maaidek is beschadigd.
    1. Laat het mes slijpen of vervangen.
    2. Neem contact op met een erkende servicedealer.
    De machine trilt.
    1. Het mes is gebogen of beschadigd.
    1. Controleer het mes en vervang het indien nodig.