Trillingsdempingsset

1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

2. Stel de parkeerrem in werking.

3. Laat het werktuig zakken.

4. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

1. Als uw machine is uitgerust met een werktuig, moet u dit verwijderen. Raadpleeg de instructies voor verwijdering in de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

2. Gebruik een koord of kabelbinder om de aftakas weg van het werkgebied te bevestigen.

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Er zit een boorsjabloon in de zak met losse onderdelen die is meegeleverd met deze set. Gebruik dit sjabloon als volgt om gaten te boren in 2 gebieden van het bestuurdersplatform:

1. Verwijder het boorsjabloon voor de versteviger uit het boorsjabloon.

   Note: U kunt een schaar gebruiken om deze stap uit te voeren.

   

   Figuur 1

   1. Boorsjabloon voor de versteviger

2. Maak de bouten rond de basis van de stuurkolom los en breng de basis omhoog (Figuur 2).

   

   Figuur 2

   1. Basis van stuurkolom
   2. Bouten

3. Lijn het uitgeknipte boorsjabloon voor de versteviger uit met de uitsnijdingen van het platform zoals getoond in Figuur 3.

   

   Figuur 3

   1. Boorsjabloon voor de versteviger
   2. Boor 3 gaten (⅜").

4. Boor 3 gaten (⅜") in het platform zoals aangegeven volgens de gaten op het boorsjabloon.

5. Verwijder de bout en moer van de beugel van de tractiekabel zoals wordt getoond in Figuur 4.

   

   Figuur 4

   1. Verwijder deze bout en moer van de beugel van de tractiekabel.

6. Lijn de stuurbevestigingsbeugel uit met de eerder geboorde gaten in het platform (getoond in Figuur 3).

7. Gebruik de bestaande gaten in de beugel om 2 gaten (⅜") te boren in het platform en 4 gaten (⅜") in de bevestigingsbeugel van de stuurklep (Figuur 5).

   

   Figuur 5

   1. Boor gaten (⅜") in de bevestigingsbeugel van de stuurklep.
   2. Boor gaten (⅜") in het platform.

8. Lijn de markeringen voor de aftapopeningen op het boorsjabloon uit met de aftapopeningen van het platform.

   

   Figuur 6

   1. Aftapopeningen van het sjabloon uitgelijnd met de aftapopeningen van het platform.
   2. Boorsjabloon
   3. Boor 6 gaten (⅜").

9. Boor 6 gaten (⅜") in het platform zoals aangegeven volgens de gaten op het boorsjabloon.

Verwijder de bestaande harde hydraulische leiding getoond in Figuur 7.

De hydraulische leiding is aangesloten op de volgende aansluitingen:

• Stuurklep:

• Hydraulische pomp:

Figuur 7

1. Hydraulische leiding
2. Hydraulische pomp
3. Stuurklep

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Gebruik een krik om de machine omhoog te brengen; raadpleeg de procedure voor het omhoogbrengen van de machine in de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

2. Verwijder de voorste rechterband (gezien vanuit de bestuurdersstoel) van de machine.

   

   Figuur 8

   1. Wielnaaf
   2. Band
   3. Wielmoer

3. Gebruik de bestaande gaten van de framebuis om 2 gaten (9 mm) in het platform te boren.

   

   Figuur 9

   1. Framebuis
   2. Platform
   3. Boor gaten (9 mm) door de bestaande gaten van de framebuis.

4. Gebruik 2 inbusschroeven (5/16" x 1¾"), 2 ringen (11/16") en 2 moeren om het platform aan de framebuis te bevestigen.

   

   Figuur 10

   1. Inbusschroef
   2. Ring (11/16")
   3. Moer

5. Plaats de band.

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Verwijder de bestaande fitting van de hydraulische pomp en vervang deze door de rechte fitting.

2. Sluit de 45°-fitting van de hydraulische slang aan op de nieuwe rechte fitting en richt deze op 50° zoals getoond in Figuur 11

   

   Figuur 11

   1. 50°
   2. Hydraulische slang met het 45°-fittinguiteinde
   3. Rechte fitting

3. Verwijder de bestaande fitting van de stuurklep en vervang deze door de 45°-fitting. Richt de fitting naar beneden.

4. Sluit de rechte fitting van de hydraulische slang aan op de nieuwe 45°-fitting zoals getoond in Figuur 12.

   

   Figuur 12

   1. 45°-fitting
   2. Hydraulische slang met rechte fittinguiteinde

5. Zorg ervoor dat de hydraulische slang is geleid zoals getoond in Figuur 13.

   

   Figuur 13

   1. Hydraulische slang
   2. Hydraulische pomp
   3. Stuurklep

6. Zorg ervoor dat de slang en fittings zijn uitgelijnd zoals getoond in Figuur 11 en Figuur 12 en dat de slang niet gedraaid is wanneer ze naast de bestaande hydraulische leidingen wordt geleid.

Benodigde onderdelen voor deze stap:

1. Gebruik 6 inbusschroeven (5/16" x ⅞"), 6 ringen (11/16") en 6 moeren om de slangbescherming aan het frame te bevestigen.

   Zorg ervoor dat alle hydraulische leidingen en slangen in de slangbescherming zitten zoals getoond in Figuur 14.

   

   Figuur 14

   1. Inbusschroef (5/16" x ⅞")
   2. Ring (11/16")
   3. Moer
   4. Slangbescherming

2. Gebruik 6 slotbouten en 6 moeren om de stuurbevestigingsbeugel aan het frame te bevestigen (Figuur 15).

   

   Figuur 15

   1. Slotbout
   2. Moer

3. Gebruik de 4 zeskantbouten (5/16" x 1"), 4 ringen (¾") en 4 moeren om de stuurbevestigingsbeugel aan de bevestigingsbeugel van de stuurklep te bevestigen (Figuur 16).

   

   Figuur 16

   1. Moer
   2. Ring (¾")
   3. Zeskantbout (5/16" x 1")

1. Neem de machine van de assteunen.

2. Monteer een werktuig. Raadpleeg de montage-instructies in de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid.

3. Voer de volgende stappen uit om het hydraulische systeem te ontluchten:

   • Breng het werktuig volledig omlaag en omhoog.

   • Stuur helemaal naar links en naar rechts.