Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Stel de parkeerrem in werking.
Breng de maai-eenheden omlaag.
Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.
Koppel de hoofdstroomaansluitingen los; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Krik de machine op; raadpleeg het onderdeel voorbereidingen voor het onderhoud van de Gebruikershandleiding van uw machine.
Note: Als u een motor aan de linkerkant verwijdert (modelnr. 147-3052 of 147-3054), moet u het linker voorwiel verwijderen. Als u een motor aan de rechterkant verwijdert (modelnr. 147-3051 of 147-3053), moet u het rechter voorwiel verwijderen.
Maak de wielmoeren los en verwijder ze (Figuur 1).
Verwijder de band.
Draai de borgmoer van de naaf van het voorwiel ten minste 2 omwentelingen los.
Gebruik een trekker met 3 bekken om de naaf van het voorwiel los te maken van de as van de tandwielkast.
Important: Sla niet met een hamer op de naaf van het voorwiel of de tandwielkast als u de naaf van het voorwiel verwijdert. Hameren op de eenheid kan de tandwielkast beschadigen.
Verwijder de wielnaaf door de bijbehorende wielnaafborgmoer en -ring te verwijderen (Figuur 2).
Verwijder de schijfspie (Figuur 2).
Als u een tractiemotor vervangt (onderdeelnr. 147-3051 of 147-3052), verwijdert u de bestaande motor als volgt:
Verwijder en bewaar de tandwielkast en het bijbehorende bevestigingsmateriaal van de bestaande motoreenheid; raadpleeg de Servicehandleiding van uw machine.
Verwijder de bestaande motoreenheid en gooi deze weg; raadpleeg de Servicehandleiding van uw machine.
Als u een wielmotor (onderdeelnr. 147-3053 of 147-3054) vervangt, verwijdert u de bestaande motoreenheid en gooit u deze weg; raadpleeg de Servicehandleiding van uw machine.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Motoreenheid | 1 |
Adapter kabelboom van motor | 1 |
Verbinding met open uiteinde | 6 |
Verbinding met gesloten uiteinde | 1 |
Knip de bestaande motoradapter van de motorkabelboom af.
Leg de uiteinden van de draden van de kabelboom enigszins uit elkaar om te voorkomen dat de verbindingen zich op één plaats of in één deel van de kabelboom bevinden; raadpleeg Figuur 5.
Knip de draden op de nieuwe adapter op de juiste lengte (Figuur 5).
Strip ongeveer 9,5 mm isolatie van de 6 adapterdraden en 7 kabelboomdraden (Figuur 5).
Important: Wees voorzichtig en zorg ervoor dat u de draadstrengen niet beschadigt bij het strippen van de isolatie.
Zorg ervoor dat de draadisolatie schoon is en dat de koperdraad niet verroest is zodat de verbindingslijm goed hecht.
Installeer op de bestaande kabelboom de verbinding met het gesloten uiteinde op 1 van de grijze draden met een krimptang die overeenkomt met de positie (22-14 AWG): raadpleeg A van Figuur 6.
Note: Bij het krimpen van de verbinding mag de isolatie niet worden beschadigd.
Gebruik een geschikt warmtepistool om de isolatie van de verbinding te krimpen tot de lijm eruit is geperst (B van Figuur 6).
Note: De isolatie niet oververhitten of verbranden.
Installeer op de bestaande kabelboom één voor één de verbinding met het open uiteinde op 6 van de resterende draden met een krimptang die overeenkomt met de positie (20-18 AWG): raadpleeg A van Figuur 7.
Note: Bij het krimpen van de verbinding mag de isolatie niet worden beschadigd.
Steek elk van de draden van de motoradapter in de overeenkomstige verbinding met open uiteinde, waarbij de isolatiekleur van de draden moet overeenstemmen, en krimp de connector stevig vast (B van Figuur 7).
Gebruik een geschikt warmtepistool om de isolatie van de verbinding te krimpen tot de lijm van beide uiteinde eruit is geperst (B van Figuur 7).
Note: De isolatie niet oververhitten of verbranden.
Als u een tractiemotor vervangt (onderdeelnr. 147-3051 of 147-3052), monteert u de tandwielkast (verwijdert in stap 1 van De bestaande motor verwijderen) op de nieuwe motor. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding van uw machine.
Monteer de motoreenheid op de machine; raadpleeg de Onderhoudshandleiding van de machine.
Important: De machine moet horizontaal staan zodat de juiste hoeveelheid vloeistof kan worden toegevoegd aan de tandwielkast.Zorg ervoor dat de machine horizontaal staat op de assteunen.
Laat de machine neer op de grond.
Sluit de hoofdstroomaansluitingen aan; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.
Test de voorste tractiemotoren; raadpleeg de Onderhoudshandleiding van uw machine.
Kalibreer de voorste tractiemotoren; raadpleeg de Onderhoudshandleiding van uw machine.