Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden. De informatie in deze handleiding kan u en anderen helpen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
U kunt op www.Toro.com rechtstreeks contact met Toro opnemen om trainingsmaterialen en informatie over productveiligheid en accessoires te verkrijgen, een verkoper te vinden of uw product te registreren.
Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. Figuur 1 geeft de plaats van het modelnummer en het serienummer van het product aan.

Note: Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor meer informatie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Important: Voor de installatie van deze set hebt u Teflon®-tape nodig. Deze tape wikkelt u om de draad van fittings voor de montage. Voor een waterdichte verbinding dient schroefdraad omwikkeld te worden te beginnen bij de basis en in de richting van het uiteinde van de fitting.
Important: Om deze set te monteren hebt u een niet-petroleumgebaseerd smeermiddel nodig, zoals plantaardige olie.
CALIFORNIË
Proposition 65 Waarschuwing
Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verminderen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – 'instructie voor persoonlijke veiligheid' kan betekenen. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
Lees ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen in de Gebruikershandleiding van de machine.
Richt de handspuitmachine nooit op mensen of dieren. Vloeistoffen die onder hoge druk staan, kunnen door de huid heen dringen en ernstig letsel veroorzaken. Dit kan leiden tot amputatie of de dood. Hete vloeistoffen en chemicaliën kunnen ook brandwonden of ander letsel veroorzaken. Al een lichaamsdeel in contact komt met een straal spuitvloeistof, moet onmiddellijk een arts worden gewaarschuwd die bekend is met verwondingen waarbij vloeistof is geïnjecteerd.
Houd uw hand of een ander lichaamsdeel nooit vóór de spuitdop.
Haal altijd de druk van de machine als u niet aanwezig bent.
Gebruik de handspuitmachine nooit als de slang, de vergrendeling van de trekker, de spuitdop of een ander onderdeel is beschadigd of ontbreekt.
Gebruik de handspuitmachine nooit als slangen, fittingen of andere onderdelen lekken.
Spuit nooit in de buurt van elektrische leidingen.
Rij nooit als u spuit met een handspuitmachine.
Draag rubberen handschoenen, een veiligheidsbril en een pak dat het hele lichaam beschermt als u chemicaliën spuit met een handspuitmachine.
Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de machine dan niet; ga schuilen.
Chemische stoffen zijn gevaarlijk en kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.
Lees de aanwijzingen op het fabrieksetiket voordat u gaat werken met chemische stoffen, en neem alle aanbevelingen en voorzorgsmaatregelen van de fabrikant in acht.
Zorg ervoor dat uw huid niet in contact komt met chemische stoffen. Als dit toch gebeurt, moet u de desbetreffende plek grondig afspoelen met zeep en schoon water.
Draag een veiligheidsbril of andere beschermende uitrusting volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de chemische stoffen.
![]() |
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. |

Controleer of er geen vloeistof in de machine zit.
Note: Als er chemische stoffen zijn gebruikt in de machine, moet u het systeem grondig spoelen met schoon water; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de machine voor instructies.
Plaats de machine op een vlakke ondergrond, schakel de handrem in, stop de pomp, stop de motor en verwijder het contactsleuteltje.
Koppel de minkabel los van de accupool.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Slanghaspelframe | 2 |
| Borstbout | 4 |
| Flensmoer (5/16") | 4 |
| Bout (5/16") | 2 |
| Contramoer | 2 |
| Slanghaspelbasis | 1 |
| Lange bout (3/8 inch) | 4 |
| Flensmoer (⅜") | 4 |
Monteer de 2 slanghaspelframes aan de zijkant van de machine. Gebruik daarbij 4 borstbouten en 4 flensmoeren (5/16 inch); zie Figuur 2.

Bevestig de onderkant van de slanghaspelframes aan de machine. Gebruik 2 bouten (5/16 inch) en 2 contramoeren (Figuur 2).
Monteer de slanghaspelbasis op de slanghaspelframes. Gebruik daarbij 4 lange bouten (3/8 inch) en 4 flensmoeren (3/8 inch); zie Figuur 3.

Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Kabelboom | 1 |
| Schakelkast | 1 |
| Zwenkplaat | 1 |
| Bout (5/6 inch) | 2 |
| Flensmoer (5/16") | 2 |
| Drukring | 1 |
| Snapring | 1 |
| Slanghaspel | 1 |
| Spuitpistoolbeugel | 1 |
| Slotbout | 2 |
| Flensmoer (5/16") | 2 |
| Korte bout (3/8 inch) | 4 |
| Kleine ring | 4 |
| Flensmoer (⅜") | 4 |
| Veerpen | 1 |
| Grote ring | 1 |
Leid de kabelboom naar boven door het gat onderaan de schakelkast.
Volg de kabelboom en verbind deze met de gebruiksdosisregelaar, de slanghaspelknop en het vermogenrelais (Figuur 4).
Note: De zekering voor de slanghaspelmotor bevindt zich in de schakelaarkast.

Laat de zwenkplaat in het gat van de slanghaspelbasis vallen.
Bevestig aan de onderzijde van het slanghaspelframe de drukring en de snapring op de stang van de zwenkplaat (Figuur 5).

Monteer de schakelkast op de zwenkplaat. Gebruik 2 bouten (5/16 inch) en 2 flensmoeren (5/16 inch); zie Figuur 6.

Bevestig de draadboom met behulp van de oude klemmen aan de zijden van de zwenkplaat (Figuur 6).
Bevestig de slanghaspel aan de zwenkplaat. Gebruik 4 korte bouten (3/8 inch), 4 kleine ringen en 4 flensmoeren (3/8 inch); zie Figuur 7.
Note: Richt de slanghaspelmotor weg van het schakelpaneel.

Monteer de grote ring en de veerpen aan de onderkant van het slanghaspelframe (Figuur 8).

Verbind de overige kabelboomaansluitingen met de aansluitingen van de motor, de hoofdkabelboom en de slanghaspelset.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Regelklep | 1 |
| Toevoerslang slanghaspel | 1 |
| Pakkingklem | 1 |
| Rechte geribde fitting | 1 |
| Afsluitklep | 1 |
| Vrouwelijke dop | 1 |
| Fitting | 1 |
Verwijder de borgclip waarmee de actuator bevestigd is aan de verdelerklep voor de spuitboomklep of de mengklep (Figuur 9).
Note: Knijp de 2 pennen van de borgclip samen terwijl u deze naar beneden drukt.
Note: Bewaar de actuator en de borgclip.

Verwijder de actuator uit de verdelerklep.
Verwijder de borgclips van de omloopklepeenheid van de spuitboom, de dop en de fitting en slang zoals wordt getoond in Figuur 10.
Note: U zult de mannelijke dop niet gebruiken, maar bewaar de O-ring van de dop.

Let op de huidige instelling van de linker- en rechterknop.
Draai de omloopklepeenheid van de spuitbomen 180 graden zoals wordt getoond in Figuur 11.

Stel de linker- en rechterknop af volgens de instelling in stap 4.
Monteer de omloopklepeenheid voor de spuitboom, de vrouwelijke dop, de O-ringen, de afsluitklep en de fitting en slang met behulp van de borgclips die u eerder hebt verwijderd, zoals wordt getoond in Figuur 12.

Maak de kap en koppeling los van de drukmeterpoort (Figuur 13).

Monteer de regelklep; zie Figuur 13.
Monteer de koppeling in de open poort op de 90º-fitting (Figuur 13).
Note: Gooi de dop weg.
Sluit de toevoerslang van de slanghaspel met een slangklem aan op de regelklep.
Koppel de rechte, geribde fitting met een slangklem aan op het vrije uiteinde van de toevoerslang van de slanghaspel.
Leid de toevoerslang van de slanghaspel zoals in Figuur 14 en bevestig met een slangklem aan de slanghaspel.
Note: Als de Reinigingsset met spoeltank gemonteerd is, leid u de slang achter de spoelpomp.

Bevestig de kabelboom met 2 kabelbinders aan de toevoerslang.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Lange slang met fitting | 1 |
| Spuitpistool | 1 |
| Kleine slangklem | 1 |
Wikkel Teflon®-band rond de schroefdraad van de slangfitting op de lange slang en plaats de fitting in de aansluitbuis op de haspel (Figuur 15).

Sluit de het vrije uiteinde van de lange slang aan op de fitting op het spuitpistool (Figuur 16).

Zet het uiteinde van de slang vast met een kleine slangklem.
Sluit de minkabel aan op de accupool.
Druk op de OPWINDKNOP en wind de slang voorzichtig op de haspel. Beweeg hierbij de slang van de ene naar de andere kant om de slang gelijkmatig te verdelen over de breedte van de haspel.
Handen, losse kleding, lang haar en sieraden kunnen tijdens het opwinden worden gegrepen door de slang en de haspel. Dit kan letsel veroorzaken.
Houd u handen tijdens het opwinden uit de buurt van de haspel en de slang.
Draag geen losse kleding of sieraden en bind lang haar op.
Hydraulische vloeistof die onder druk staat, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
Houd uw lichaam en handen uit de buurt van spuitdoppen waaruit onder hoge druk vloeistof ontsnapt.
Richt de spuitmachine nooit op mensen of dieren.
Controleer of alle vloeistofslangen en leidingen in goede staat verkeren en alle aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het systeem.
U kunt lekken opsporen met behulp van karton of papier.
Voer alle druk in het systeem veilig af voordat u hieraan werkzaamheden gaat verrichten.
Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
Hete vloeistoffen en chemicaliën kunnen brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Important: U moet de spuitmachine altijd onmiddellijk na elk gebruik leeg laten lopen en reinigen. Indien u dit nalaat, kan dit tot gevolg hebben dat de chemische stoffen uitdrogen of dik worden in de leidingen, waardoor de pomp en andere onderdelen verstopt raken.
Reinig het spuitsysteem na elke spuitbeurt. Om het spuitsysteem goed te reinigen, moet u als volgt te werk gaan:
Spoel het systeem 3 keer om.
Gebruik minimaal 189 liter per spoelbeurt.
Gebruik de reinigings- en neutraliseermiddelen die worden aanbevolen door de fabrikanten van de chemische stoffen.
Gebruik zuiver, schoon water (zonder reinigings- en neutraliseermiddelen) voor de laatste spoelbeurt.
Breng de machine tot stilstand, schakel de spuitbomen uit en stel de parkeerrem in werking.
Als u handmatig spuit terwijl u met de machine rijdt, bestaat de kans dat u de controle over de machine verliest. Dit kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
Spuit daarom niet handmatig als u met de machine rijdt.
Controleer aan de achterkant van de machine of de trekkervergrendeling van het spuitpistool ingeschakeld is.
Draai de groene handgreep op de regelklep 90 graden.
Schakel vanuit de bestuurdersstoel de pomp in.
Zet de hoofdspuitboom in de stand Aan.
Stel de motor in op het gewenste toerental en stel de toerentalvergrendeling van de neutraalstand in werking.
Important: Gebruik geen druk hoger dan 10,34 bar voor het spuitpistool.
Rol zo veel slang van de haspel af als u nodig hebt.
Important: Trek niet aan de slang met het spuitpistool. Pak altijd direct de slang vast als u deze van de haspel rolt.
Ontgrendel de trekker.
Richt het spuitpistool op het gebied dat u wilt spuiten, en haal de trekker over.
Laat de trekker los en vergrendel deze als u klaar bent met spuiten.
Druk op de opwindknop van de slanghaspel totdat er nog maar een halve meter slang is uitgerold.
Note: U kunt de opwindknop van de slanghaspel alleen gebruiken als het controlesleuteltje van de bedieningseenheid van de spuitmachine in de ontgrendelde stand staat.
Handen, losse kleding, lang haar en sieraden kunnen tijdens het opwinden worden gegrepen door de slang en de haspel. Dit kan letsel veroorzaken.
Houd u handen tijdens het opwinden uit de buurt van de haspel en de slang.
Draag geen losse kleding of sieraden en bind lang haar op.
Draai de groene handgreep op de regelklep 90 graden.
Richt het spuitpistool op een gebied waar u veilig kunt spuiten, ontgrendel de trekker en haal de trekker over totdat er helemaal geen spuitvloeistof meer in de slang zit. Vergrendel daarna de trekker.
Plaats het spuitpistool in de houder op de achterkant van de haspel.
Laat de motor opnieuw vrijlopen.
Zet de pomp af.
Important: Spoel het spuitpistool met schoon water bij de dagelijkse schoonmaakbeurt (raadpleeg de Gebruikershandleiding van de sproeier). Als u het spuitpistool niet naar behoren reinigt, kan dat een nadelig effect hebben op de prestaties en de duurzaamheid van de slanghaspelset en het spuitpistool.
Gebruik de gebruiksdosisregelaar om de gewenste druk in te stellen.