Inleiding

De elektrische slanghaspelset is een speciaal werktuig voor een gazonspuitvoertuig en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. De set is met name ontworpen voor sproeien op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u dit product op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.toro.com voor meer informatie, inclusief veiligheidstips, instructiemateriaal, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro- onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

g328087

Note: Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor meer informatie de inbouwverklaring aan het einde van deze handleiding.Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Important: Voor de installatie van deze set hebt u teflontape nodig. Deze tape wikkelt u om de draad van fittings voor de montage. Voor een waterdichte verbinding dient schroefdraad omwikkeld te worden te beginnen bij de basis en in de richting van het uiteinde van de fitting.

Important: De montage van deze set vereist een niet-aardoliegebaseerd smeermiddel, zoals plantaardige olie.

Veiligheid

Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Graphic te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Lees ook de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen in de Gebruikershandleiding van de machine.

  • Richt de handspuitmachine nooit op mensen of dieren. Vloeistoffen die onder hoge druk staan, kunnen door de huid heen dringen en ernstig letsel veroorzaken. Dit kan leiden tot amputatie of de dood. Hete vloeistoffen en chemicaliën kunnen ook brandwonden of ander letsel veroorzaken. Al een lichaamsdeel in contact komt met een straal spuitvloeistof, moet onmiddellijk een arts worden gewaarschuwd die bekend is met verwondingen waarbij vloeistof is geïnjecteerd.

  • Houd uw hand of een ander lichaamsdeel nooit vóór de spuitdop.

  • Haal altijd de druk van de machine als u niet aanwezig bent.

  • Gebruik de handspuitmachine nooit als de slang, de vergrendeling van de trekker, de spuitdop of een ander onderdeel is beschadigd of ontbreekt.

  • Gebruik de handspuitmachine nooit als slangen, fittingen of andere onderdelen lekken.

  • Spuit nooit in de buurt van elektrische leidingen.

  • Rij nooit als u spuit met een handspuitmachine.

  • Draag een chemicaliënpak, een veiligheidsbril, stofmasker, rubberen schoenen en beschermende handschoenen wanneer u chemicaliën spuit met de handspuitmachine.

  • Gebruik de machine enkel bij een goede zichtbaarheid en in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.

Voorzichtig

Chemische stoffen zijn gevaarlijk en kunnen lichamelijk letsel veroorzaken.

  • Lees de aanwijzingen op het fabrieksetiket voordat u gaat werken met chemische stoffen, en neem alle aanbevelingen en voorzorgsmaatregelen van de fabrikant in acht.

  • Zorg ervoor dat uw huid niet in contact komt met chemische stoffen. Als dit toch gebeurt, moet u de desbetreffende plek grondig afspoelen met zeep en schoon water.

  • Draag een veiligheidsbril of andere beschermende uitrusting volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de chemische stoffen.

Installatie

De machine klaarmaken voor de montage

  1. Laat de spuittank leeglopen.

  2. Maak de spuittank schoon en spoel ze; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de machine.

  3. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, stel de parkeerrem in werking, zet de pomp uit, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

  4. Koppel de minkabel van de accu los.

  5. Koppel de pluskabel van de accu los.

De kabelboom monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom1
Schakelaar1
Weerbestendige dop en moer1
Kleine R-klem1
Flensmoer (3/8 inch)1
Slotbout1
Kabelboom met zekeringdraad [108-9455]1
Relais [99-7435]1
Druknagel1

De kleine R-klem plaatsen

  1. Verwijder de bevestigingen waarmee de voorste banden van de tank bovenaan de tank vastzitten.

    Note: Bewaar alle onderdelen.

  2. Plaats een slotbout in de onderste, binnenste opening van de tankband rechts.

  3. Plaats de sluitingen van de band van de tank die u eerder verwijderd hebt om de banden vast te maken aan de tank.

    Note: Zorg ervoor dat de band goed aan de tank is bevestigd. Niet te vast draaien.

  4. Bevestig met een flensmoer (⅜") een kleine R-klem aan de slotbout zoals getoond in Figuur 2.

  5. Leid het slanghaspeluiteinde van de kabelboom door de R-klem; zie Figuur 2.

    g023322

De schakelaar monteren

  1. Verwijder de 4 zeskantschroeven waarmee de kap van het bedieningspaneel aan het bedieningspaneel bevestigd is en til het paneel een beetje omhoog.

    Note: Indien nodig verwijdert u de knop van de differentieelvergrendelingsstang.

    g024734
  2. Verwijder de ronde plug uit de kap van het bedieningspaneel (Figuur 4).

    g329220
  3. Monteer de schakelaar op de kap van het bedieningspaneel met de contramoer, en draai de contramoer met de hand vast (Figuur 5).

    g329221
  4. Monteer het kapje van de knop op de schakelaar (Figuur 6).

    g329222

De kabelboom aansluiten

  1. Verbind de 2 connectoren van de kabelboom met de connector met de 2 platte contacten van de schakelaar (Figuur 7).

  2. Bevestig de kap van het bedieningspaneel aan de bedieningsarm met de bouten die u eerder verwijderd hebt.

    Note: Monteer de knop op de differentieelvergrendelingsstang indien u deze eerder hebt verwijderd.

  3. Koppel de dichtstbijzijnde connector aan op het slanghaspelcontact van de hoofdkabelboom onder het voorste gedeelte van de bedieningsarm.

  4. Koppel de volgende connector aan op het relais (Figuur 7) en bevestig het relais in de buitenste opening van het frame, bij het bestaande relais.

  5. Sluit de zekeringdraad aan op de rode draad aan de pluspool (+) van de accu (Figuur 7).

  6. Sluit de minaansluiting (-) op de kabelboom aan op de minpool (-) van de accu.

  7. Koppel het andere uiteinde van de kabelboom aan op de aarding van de zekeringhouder (Figuur 7).

    g329224

De slanghaspel monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Slanghaspelframe1
Bout (5/16 inch)10
Flensmoer (5/16")10
Zwenkplaat1
Slanghaspel1
Grote slotbout4
Flensmoer (⅜")4
Handgreep1
Spatscherm1
Veerklem1
Borgmoer2
Kleine slotbout2
Grote R-klem2
Spuitpistoolbeugel1
Afstandsplaat2
Zelftappende schroeven2
Drukring1
Snapring1
  1. Monteer het slanghaspelframe aan de zijkant van de machine. Gebruik daarbij 4 bouten (5/16") en 4 flensmoeren (5/16"); zie Figuur 8.

    g023323
  2. Bevestig de zwenkplaat aan de onderzijde van de slanghaspel met 4 slotbouten en 4 flensmoeren (⅜") (Figuur 9).

    g023324
  3. Laat de zwenkplaat in het gat van het slanghaspelframe vallen (Figuur 9).

    Note: Voor een eenvoudige montage beweegt u de vergrendeling van de zwenkplaat naar links.

  4. Bevestig aan de onderzijde van het slanghaspelframe de drukring en de snapring op de stang van de zwenkplaat (Figuur 10).

    g023787
  5. Maak de handgreep losjes vast aan de zwenkplaat met 4 bouten (5/16") (Figuur 11).

    g023326
  6. Maak het spatscherm en de handgreep vast aan de zwenkplaat. Gebruik hiervoor de bouten die u gemonteerd hebt in stap 5 en 4 flensmoeren (5/16") (Figuur 11).

  7. Bevestig de bovenzijde van het spatscherm aan de handgreep. Gebruik hierbij 2 zelftappende schroeven (Figuur 12).

    g023325
  8. Maak de houder van het spuitpistool vast aan het spatscherm; zie Figuur 12.

  9. Verbind de kabelboom met de slanghaspel.

De actuator en de kleppenset verwijderen

  1. Verwijder de borgclip waarmee de actuator bevestigd is aan de verdelerklep voor de spuitboomklep of de mengklep (Figuur 13).

    Note: Knijp de 2 pennen van de borgclip samen terwijl u deze naar beneden drukt.

    Note: Bewaar de actuator en de borgclip.

    g028237
  2. Verwijder de actuator uit de verdelerklep.

  3. Verwijder de borgclips van de omloopklepeenheid van de spuitbomen, de einddop en de fitting en slang zoals wordt getoond in Figuur 14.

    Note: U zult de mannelijke dop niet gebruiken, maar bewaar de O-ring van de dop.

    g028391
  4. Let op de huidige instelling van de linker- en rechterknop.

  5. Draai de omloopklepeenheid van de spuitbomen 180 graden zoals wordt getoond in Figuur 15.

    g028394
  6. Stel de linker- en rechterknop opnieuw af volgens de vorige instellingen.

De regelklep plaatsen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Regelklep1
Toevoerslang slanghaspel1
Pakkingklem1
Recht geribd aansluitstuk1
Afsluitklep1
Dop (½")1
Fitting1
  1. Monteer de spuitboomkleppenset met de borgclips die u eerder hebt verwijderd zoals getoond in Figuur 16.

    g329235
  2. Monteer de bevestigingbeugel van de klep op het bevestigingsframe van de klep met 2 flenskopbouten (¼" x 0,625") zoals getoond in Figuur 17.

    g329236
  3. Monteer de klepbevestiging op de afsluitklep; zie A in Figuur 18.

    g329240
  4. Monteer de klepbevestiging op de regelklep; gebruik hierbij de flenskopschroef en draai de schroef handmatig aan (B van Figuur 18).

  5. Monteer de klepbevestiging op de bevestigingsbeugel van de klep met 4 bouten (M6) zoals getoond in Figuur 19.

    g329237
  6. Bevestig de afsluitklep aan de klep van de spuitboom met de eerder verwijderde O-ring en borgclip (Figuur 20).

  7. Monteer de dop (½"), O-ringen, fitting en slang op de afsluitklep met de eerder verwijderde borgclips zoals getoond in Figuur 20.

    g329239
  8. Verwijder de drukgevoelige slang van de koppeling.

  9. Maak de kap en koppeling los van de drukmeterpoort (Figuur 21).

    g329241
  10. Monteer de regelklep; zie Figuur 21.

  11. Monteer de koppeling in de open poort op de 90º-fitting (Figuur 21).

    Note: De dop kunt u weggooien.

  12. Sluit de drukgevoelige slang aan op de koppeling.

  13. Sluit de toevoerslang van de slanghaspel met een slangklem aan op de regelklep.

  14. Koppel het rechte geribde aansluitstuk met een slangklem aan op het vrije uiteinde van de toevoerslang van de slanghaspel.

  15. Leid de toevoerslang van de slanghaspel zoals in Figuur 22 en bevestig met een slangklem aan de slanghaspel.

    Note: Als de Reinigingsset met spoeltank gemonteerd is, leid u de slang achter de spoelpomp.

    g028395
  16. Bevestig de kabelboom met 2 kabelbinders aan de toevoerslang.

De spuitslang aansluiten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Lange slang met fitting1
Spuitpistool1
Plastic slangklem1
  1. Wikkel Teflon®-band rond de schroefdraad van de slangfitting op de lange slang en plaats de fitting in de aansluitbuis op de haspel (Figuur 23).

    g001719
  2. Sluit de het vrije uiteinde van de lange slang aan op de fitting op het spuitpistool (Figuur 24).

    g017765
  3. Zet het uiteinde van de slang vast met een plastic slangklem.

  4. Sluit de pluskabel op de accu aan.

  5. Sluit de minkabel van de accu aan op de accu.

  6. Druk op de opwindknop en wind de slang voorzichtig op de haspel. Beweeg hierbij de slang van de ene naar de andere kant om de slang gelijkmatig te verdelen over de breedte van de haspel.

    Voorzichtig

    Handen, losse kleding, lang haar en sieraden kunnen tijdens het opwinden worden gegrepen door de slang en de haspel. Dit kan letsel veroorzaken.

    • Houd u handen tijdens het opwinden uit de buurt van de haspel en de slang.

    • Draag geen losse kleding of sieraden en bind lang haar op.

Gebruiksaanwijzing

Waarschuwing

Hydraulische vloeistof die onder druk staat, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.

  • Houd uw lichaam en handen uit de buurt van spuitdoppen waaruit onder hoge druk vloeistof ontsnapt.

  • Richt de spuitmachine nooit op mensen of dieren.

  • Controleer of alle vloeistofslangen en leidingen in goede staat verkeren en alle aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u druk zet op het systeem.

  • U kunt lekken opsporen met behulp van karton of papier.

  • Voer alle druk in het systeem veilig af voordat u hieraan werkzaamheden gaat verrichten.

  • Waarschuw onmiddellijk een arts als er hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.

  • Hete vloeistoffen en chemicaliën kunnen brandwonden of ander letsel veroorzaken.

Important: U moet de spuitmachine altijd onmiddellijk na elk gebruik leeg laten lopen en reinigen. Indien u dit nalaat, kan dit tot gevolg hebben dat de chemische stoffen uitdrogen of dik worden in de leidingen, waardoor de pomp en andere onderdelen verstopt raken.

Reinig het spuitsysteem na elke spuitbeurt. Om het spuitsysteem goed te reinigen, moet u als volgt te werk gaan:

  • Spoel het systeem 3 keer om.

  • Gebruik minimaal 190 liter per spoelbeurt.

  • Gebruik de reinigings- en neutraliseermiddelen die worden aanbevolen door de fabrikanten van de chemische stoffen.

  • Gebruik zuiver, schoon water (zonder reinigings- en neutraliseermiddelen) voor de laatste spoelbeurt.

Van spuitboommodus op handmatige spuitmodus zetten

  1. Breng de machine tot stilstand, schakel de spuitbomen uit en stel de parkeerrem in werking.

    Waarschuwing

    Als u handmatig spuit terwijl u met de machine rijdt, bestaat de kans dat u de controle over de machine verliest. Dit kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Spuit daarom niet handmatig als u met de machine rijdt.

  2. Controleer aan de achterkant van de machine of de trekkervergrendeling van het spuitpistool ingeschakeld is.

  3. Draai de groene handgreep op de regelklep 90 graden.

  4. Op de bestuurdersstoel schakelt u de pomp in.

  5. Zet de hoofdspuitboom in de stand AAN.

  6. Stel de motor in op het gewenste toerental en stel de toerentalvergrendeling van de neutraalstand in werking.

    Important: Gebruik geen druk hoger dan 10,34 bar voor het spuitpistool.

Handmatig spuiten

  1. Rol zo veel slang van de haspel af als u nodig hebt.

    Important: Trek niet aan de slang met het spuitpistool. Pak altijd direct de slang vast als u deze van de haspel rolt. Als u met het spuitpistool aan de slang trekt, bestaat de kans dat de fitting op het pistool afbreekt of de slang beschadigd raakt.

  2. Ontgrendel de trekker.

  3. Richt het spuitpistool op het gebied dat u wilt spuiten, en haal de trekker over.

  4. Laat de trekker los en vergrendel deze als u klaar bent met spuiten.

Van handmatige spuitmodus op spuitboommodus zetten

  1. Druk op de opwindknop van de slanghaspel totdat er nog maar een halve meter slang is uitgerold.

    Note: U kunt de opwindknop van de slanghaspel alleen gebruiken als het controlesleuteltje van de bedieningseenheid van de spuitmachine in de ontgrendelde stand staat.

    Voorzichtig

    Handen, losse kleding, lang haar en sieraden kunnen tijdens het opwinden worden gegrepen door de slang en de haspel. Dit kan letsel veroorzaken.

    • Houd u handen tijdens het opwinden uit de buurt van de haspel en de slang.

    • Draag geen losse kleding of sieraden en bind lang haar op.

  2. Draai de groene handgreep op de regelklep 90 graden.

  3. Richt het spuitpistool op een gebied waar u veilig kunt spuiten, ontgrendel de trekker en haal de trekker over totdat er helemaal geen spuitvloeistof meer in de slang zit. Vergrendel daarna de trekker.

  4. Plaats het spuitpistool in de houder op de achterkant van de haspel.

  5. Laat de motor opnieuw vrijlopen.

  6. Zet de pomp af.

    Important: Spoel het spuitpistool met schoon water bij de dagelijkse schoonmaakbeurt (raadpleeg de Gebruikershandleiding van de sproeier). Als u het spuitpistool niet naar behoren reinigt, kan dat een nadelig effect hebben op de prestaties en de duurzaamheid van de slanghaspelset en het spuitpistool.

  7. Gebruik de gebruiksdosisregelaar om de gewenste druk in te stellen.