Onderhoud
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Waarschuwing
Als u de machine opkrikt en op slechts één krik laat steunen terwijl u onder de maai-eenheid werkt, bestaat de kans dat de krik omvalt zodat het maaidek naar beneden valt waarbij u of omstanders worden verpletterd.
Plaats de machine altijd op minstens 2 assteunen als u de machine hebt opgekrikt.
Voorzichtig
Boven op de maai-eenheid bevinden zich 2 verbindingen die zijn bevestigd aan het frame. Deze verbindingen zitten vast aan een torsieveer die onder spanning staat (Figuur 17). Als u de verbinding losmaakt, komt de opgeslagen energie in de torsieveer vrij, waardoor de verbindingen in beweging kunnen komen en daarbij handen of vingers kunnen verwonden.
Wees voorzichtig als u de maai-eenheid verwijdert van het frame, en zet de verbindingen vast voordat u deze losmaakt van het frame.

Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 50 bedrijfsuren |
|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Om de 50 bedrijfsuren |
|
Controlelijst voor dagelijks onderhoud
Gelieve deze pagina te kopiëren ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Gecontroleerd item | Voor week van: | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ma. | Di. | Wo. | Do. | Vr. | Za. | Zo. | |
Werking van Interlocksysteem controleren | |||||||
Controleren of de grasgeleider omlaag staat (indien van toepassing) | |||||||
Werking van de parkeerrem controleren | |||||||
Brandstofpeil controleren | |||||||
Bandenspanning controleren | |||||||
Werking van instrumenten controleren | |||||||
De conditie van maaimessen controleren | |||||||
Vet in alle smeerpunten spuiten1 | |||||||
Beschadigde lak bijwerken | |||||||
1. Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht de voorgeschreven interval. |
Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: | ||
Controle uitgevoerd door: | ||
Item | Datum | Informatie |
Voorzichtig
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.
Smering
Lagers en lagerbussen smeren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Om de 50 bedrijfsuren |
|
De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet op lithiumbasis. De lagers en de lagerbussen moeten elke dag worden gesmeerd als de machine in zeer stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt. Bij gebruik in deze omstandigheden kan er vuil terechtkomen in de lagers en lagerbussen, hetgeen tot snellere slijtage kan leiden. Pomp vet in de smeernippels onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval.
-
Veeg de smeernippels schoon zodat er geen ongerechtigheden kunnen binnendringen in het lager of de lagerbus.
-
Spuit vet in de nippels.
-
Veeg overtollig vet weg.


Note: De levensduur van lagers kan worden bekort door verkeerde wasmethoden. Was de machine niet als deze nog heet is en richt een hogedruk- of hogevolumespuit nooit op de lagers of pakkingen.
Drijfriemen van maaimessen vervangen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Na de eerste 50 bedrijfsuren |
|
De drijfriemen van de maaimessen, die worden gespannen door de veerbelaste spanpoelie, zijn vervaardigd van zeer duurzaam materiaal. De riemen zullen echter na vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen. Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens het maaien, slechte maaikwaliteit, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riemen als u deze zaken constateert.
-
Zet de maai-eenheid op de maaihoogte-instelling van 1 inch, zet de gashendel op LANGZAAM, schakel de motor uit, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje.
-
Verwijder de drijfriemkappen die boven op het maaidek zitten. Zet de drijfriemkappen weg.
-
Trek de spanpoelie weg van de bovenste drijfriem (Figuur 20) om deze te ontspannen en laat de drijfriem loskomen van de poelies. Gebruik hiervoor een onderbrekerstang of soortgelijk gereedschap.
-
Leg de nieuwe riem rond de poelie van de tandwielkast, de onderste aspoelies en de spanpoelie, zoals wordt getoond in Figuur 20.
-
Leg de nieuwe riem rond de bovenste aspoelies en de spanpoelie, zoals wordt getoond in Figuur 20.
-
Smeer alle smeerpunten van de maaier en de aandrijving van de maai-eenheid.
-
Plaats de drijfriemkappen terug.
Onderhoud van de maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten is, moet u het onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes.
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of omstanders en ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
-
Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.
-
Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen verricht. De maaimessen mogen alleen worden vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen.
-
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u 1 mes draait.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
-
Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal los en stel de parkeerrem in werking.
-
Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
-
Controleer de snijranden (Figuur 21). Als de snijranden niet scherp zijn of inkepingen vertonen, moet u de messen verwijderen en deze slijpen. Zie Maaimessen slijpen (De maaimessen slijpen).
-
Controleer de messen, in het bijzonder de vleugel (Figuur 21). Als u beschadiging, slijtage of groefvorming in dit deel constateert (Figuur 21), moet u het mes direct vervangen.
Gevaar
Als het mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de vleugel en het platte deel van het mes. Uiteindelijk kan dan een stuk van het mes afbreken en van onder de maaikast worden weggeslingerd waardoor de bestuurder of een omstander ernstig letsel kan oplopen.
-
Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen.
-
Probeer nooit een krom mes te richten of een gebroken of gescheurd mes te lassen.
-
Vervang een versleten of beschadigd mes.
-
Controle op kromme messen
-
Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal los en stel de parkeerrem in werking.
-
Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
-
Draai de messen totdat de uiteinden in de lengterichting liggen (Figuur 22). Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand, stand A, van de messen (Figuur 22). Noteer deze afstand.
-
Draai de tegenovergestelde uiteinden van de messen naar voren.
-
Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van de messen op dezelfde plaats als in stap 3 hierboven. Het verschil tussen de afstanden die zijn gemeten bij stap 3 en stap 4 mag niet meer dan 3 mm zijn. Als dit verschil meer bedraagt dan 3 mm, is het mes krom en moet het worden vervangen; zie Maaimessen verwijderen en Maaimessen monteren.
Waarschuwing
Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen.
-
Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes.
-
Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de snijranden of het oppervlak van het mes.
-
Maaimessen verwijderen
Een mes moet worden vervangen als u een vast voorwerp heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is. Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro messen gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de veiligheidsnormen.
Waarschuwing
Contact met een scherp mes kan ernstig letsel veroorzaken.
Draag handschoenen of wikkel een doek om de scherpe kanten van het mes.
-
Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal los en stel de parkeerrem in werking.
-
Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
-
Pak het uiteinde van het mes vast met een lap of een dikke handschoen.
-
Verwijder de mesbout, de antiscalpeercup en het mes van de as; raadpleeg Figuur 25 in Maaimessen monteren.
De maaimessen slijpen
Waarschuwing
Als het mes wordt geslepen, kunnen delen van het mes worden weggeslingerd en ernstig letsel veroorzaken.
Draag goede oogbescherming als u een mes slijpt.
-
Slijp de snijranden aan beide uiteinden van het mes (Figuur 23). Houd daarbij de oorspronkelijke hoek in stand. Het mes blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid materiaal verwijdert.
-
Controleer de balans van het mes met een mesbalans (Figuur 24). Als het mes horizontaal blijft, is het in balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde van de vleugel (Figuur 25). Herhaal dit indien nodig totdat het mes in balans is.
Maaimessen monteren
Ongelijke meshoogte corrigeren
Als maaibanen ongelijk worden gemaaid, moet u dit als volgt corrigeren:
-
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
-
Zet de maai-eenheid op de gewenste maaihoogte, zet de gashendel op LANGZAAM, schakel de motor uit, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje.
-
Controleer de bandendruk van de voor- en achterbanden van de tractie-eenheid en pas aan indien nodig; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid.
-
Controleer op kromme messen.
-
Verwijder de kappen van de bovenkant van de maaidekken.
-
Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in de lengterichting liggen.
-
Meet de afstand van de grond tot de voorste rand van het mes.
-
Draai aan de contramoeren waarmee de gaffels/kettingen van de maai-eenheid zijn bevestigd aan de maaier, totdat de maai-eenheid horizontaal staat (Figuur 26).
Grasgeleider vervangen
Waarschuwing
Als de uitworpopening niet afgedekt is, kan de machine voorwerpen uitwerpen naar u of naar omstanders; dit kan ernstig letsel veroorzaken. U kunt ook in contact komen met het mes.
-
Gebruik de machine nooit zonder mulchset of grasgeleider.
-
Zorg ervoor dat de grasgeleider omlaag is gebracht.
-
Breng de maai-eenheid omlaag naar de grond, zet de gashendel op LANGZAAM, schakel de motor uit, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje.
-
Verwijder de borgmoer, bout, veer en afstandsstuk waarmee de bevestigingen van de grasgeleider vastzitten op de draaibeugels (Figuur 27). Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider.
-
Plaats het afstandsstuk en de veer tussen de beugels van de nieuwe grasgeleider (Figuur 27). Plaats het linker J-vormige haakeind van de veer achter de rand van de maai-eenheid.
Note: Zorg ervoor dat het linker haakeind van de veer is geplaatst achter de rand van de maai-eenheid voordat u de bout monteert, zoals wordt getoond in Figuur 27.
-
Monteer de bout en de moer. Plaats het rechter haakeind van de veer om de grasgeleider (Figuur 27).
Important: De grasgeleider moet volledig omlaag kunnen klappen. Til de grasgeleider omhoog om te controleren of deze volledig omlaag klapt.
Schoonmaken onder de maai-eenheid
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Verwijder elke dag het aangekoekte gras aan de onderkant van de maai-eenheid.
-
Schakel de aftakas uit, laat het tractiepedaal naar de neutraalstand komen en stel de parkeerrem in werking.
-
Zet de gashendel in de stand LANGZAAM, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
-
Breng de maaidekken omhoog in de TRANSPORTSTAND.
-
Gebruik een krik om de voorkant van de machine op te heffen en plaats deze op kriksteunen.
-
Reinig de onderkant van de maai-eenheid grondig met water.