Als u deze set monteert op een tractie-eenheid met alleen een rolbeugel (d.w.z. de tractie-eenheid heeft geen cabine), moet u ook de kabelboomset (onderdeelnr. 140-1559) monteren.

Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal140-1587

Installatie

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.Stel de parkeerrem in werking.

  3. Breng de maai-eenheid omlaag.

  4. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.

  5. Koppel de accu los; raadpleeg het onderdeel onderhoud elektrisch systeem van uw Gebruikershandleiding.

De clips, plaatmoeren en zekeringhouder monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bevestiging voor schakelaar1
Clip (¼ inch)6
Plaatmoer2
Montageplaat van zekering1
U-type plaatmoer4
Zekeringhouder1
Schroef (nr. 10 x ¾ inch)2
  1. Monteer de 6 clips en de 2 plaatmoeren aan de bevestiging voor de schakelaar (Figuur 1).

    g319851
  2. Monteer de U-type plaatmoeren aan de montageplaat van de zekering (Figuur 2).

    g304335
  3. Monteer de zekeringhouder op de kabelboom met 2 schroeven (nr. 10 x ¾ inch) aan de montageplaat van de zekering; zie Figuur 3.

    g304300

De bevestiging voor de schakelaar monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Montagebeugel2
Slotbout (¼ inch x 2 inch)4
Borgmoer (¼ inch)2
Schroef met zeskantige kop (¼ inch x ¾ inch)2
Flensmoer (¼ inch)2
Knipperlicht1
Relais1
Kabelboom1
Kabelbinder2
Zekeringdeksel1
Duimschroef2
Drukmoer2
Sticker1
Schroef (nr. 10 x ⅜ inch)2
Multifunctionele schakelaar1
Plug voor opening3
Tuimelschakelaar1
Kap van bediening1
Schroef met zeskantige kop (¼ inch x ¾ inch)6
Clip van schakelaar2
Druknagel2
  1. Monteer de bevestiging voor de schakelaar losjes rond de stuurkolom; gebruik hiervoor 4 slotbouten (¼ inch x 2 inch), 2 montagebeugels, de montageplaat van de zekering en 4 borgmoeren (¼ inch) zoals getoond in Figuur 4.

    g319856
  2. Monteer de multifunctionele schakelaar aan de bevestiging voor de schakelaar en bevestig deze met de clips voor de schakelaar onder de opening voor de schakelaar (Figuur 5).

    g319854
  3. Monteer de tuimelschakelaar en de pluggen voor de openingen in de bevestiging voor de schakelaar (Figuur 6).

    g319855
  4. Monteer het knipperlicht en het relais met 2 schroeven (nr. 10 x ⅜ inch) aan de montageplaat van de zekering; zie Figuur 7.

    g319853
  5. Bevestig het knipperlicht met een kabelbinder (Figuur 8).

  6. Sluit de kabelboom aan op de tuimelschakelaar en de multifunctionele schakelaar (Figuur 8).

    g319850
  7. Sluit de kabelboom aan op het relais en het knipperlicht (Figuur 8).

  8. Maak de bouten rond de basis van de stuurkolom los (Figuur 9).

  9. Breng de basis omhoog en boor een gat van 22 mm zoals getoond in Figuur 9.

    g304296
  10. Leid de kabelboom door de opening die u in de basis hebt geboord.

  11. Laat de kogelaansluitingen onaangesloten, zoals wordt getoond in Figuur 10.

    g333871
  12. Breng de sticker aan op het zekeringdeksel; zie Figuur 11.

    g304374
  13. Monteer het zekeringdeksel aan de bevestiging voor de schakelaar; gebruik hiervoor 2 duimschroeven en 2 drukmoeren (Figuur 12).

    Note: Zorg ervoor dat de drukmoeren zijn gemonteerd aan de binnenkant van het zekeringdeksel (Figuur 12).

    g304295
  14. Stel de bedieningseenheid zo af dat de schakelaars toegankelijk zijn.

  15. Bevestig alle bevestigingsmaterialen.

  16. Monteer de kap van de de bevestiging voor de schakelaar; gebruik hierbij 2 druknagels en 6 inbusschroeven (¼ inch x ¾ inch) zoals in Figuur 13.

    g319852

De voorste onderdelen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Basis van linkerlicht (voor machines met een cabine)1
Basis van rechterlicht (voor machines met een cabine)1
Linkerlichtbevestiging1
Rechterlichtbevestiging1
Linkerlicht1
Rechter achterlicht1
Bolkopschroef (¼ inch x ⅝ inch)6
Slotbout (⅜ inch x ¾ inch) – voor machines met een cabine4
Borgmoer (⅜ inch) – voor machines met een cabine4
Dwarsbevestiging voor licht (voor machines zonder een cabine)1

Voor machines met een cabine

Wanneer u de bevestigingen voor de lichten monteert, dient u de volgende tabel te raadplegen voor de bevestigingspositie op basis van de grootte en het type van uw maaidek.

Tabel voor positie van licht

Modelnummer van maai-eenheidVoorlichtenLinker achterlichtRechter achterlicht
31970Met smalle tussenruimteMet smalle tussenruimteMet brede tussenruimte
31971Met smalle tussenruimteMet smalle tussenruimteMet smalle tussenruimte
31972Met brede tussenruimteMet smalle tussenruimteMet brede tussenruimte
31973Met smalle tussenruimteMet smalle tussenruimteMet smalle tussenruimte
31974Met smalle tussenruimteMet smalle tussenruimteMet smalle tussenruimte
31975Met smalle tussenruimteMet smalle tussenruimteMet smalle tussenruimte
  1. Bevestig de basis van het linkerlicht en de basis van het rechterlicht aan het cabineframe; gebruik hiervoor 2 slotbouten (⅜ inch x ¾ inch) en 2 borgmoeren (⅜ inch) aan elke zijde (Figuur 14).

    g303644
  2. Bevestig de linkerlichtbevestiging en de rechterlichtbevestiging aan de lichtbasissen; gebruik hiervoor 3 bolkopschroeven (¼ inch x ⅝ inch) door de plaatmoeren aan elke zijde (Figuur 15).

    Note: Raadpleeg de Tabel voor positie van licht voor de juiste positie van de lichten.

    g303645
  3. Bevestig het linkerlicht en het rechterlicht aan de linkerlichtbevestiging en de rechterlichtbevestiging; maak hierbij gebruik van de zeskantige moer op de lichten (Figuur 16).

    Note: Monteer de lichten met het dimlicht naar de buitenste rand van de machine. Kijk aan de onderkant van de lichten voor de oriëntatie van het dimlicht en het grootlicht.

    g303646

Voor machines zonder een cabine

  1. Verwijder de bevestigingsbeugel van het platform (Figuur 17).

    Bewaar de onderdelen.

    g299562
  2. Bevestig de dwarsbevestiging voor het licht aan het platform; gebruik hiervoor de eerder verwijderde bouten, moeren en bevestigingsbeugel (Figuur 18).

    g305380
  3. Bevestig de linkerlichtbevestiging en de rechterlichtbevestiging aan de dwarsbevestiging voor de lichten; gebruik hiervoor 3 bolkopschroeven (¼ inch x ⅝ inch) door de plaatmoeren aan elke zijde (Figuur 19).

    Note: Raadpleeg de Tabel voor positie van licht voor de juiste positie van de lichten.

    g305381
  4. Bevestig het linkerlicht en het rechterlicht aan de linkerlichtbevestiging en de rechterlichtbevestiging; maak hierbij gebruik van de borgring en de zeskantige moer op de lichten (Figuur 20).

    Note: Monteer de lichten met het dimlicht naar de buitenste rand van de machine.Kijk aan de onderkant van de lichten voor de oriëntatie van het dimlicht en het grootlicht.

    g305382

De achterste onderdelen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Linker montagerail1
Rechter montagerail1
Korte linker montagerail1
Korte rechter montagerail1
Slotbout (5/16 inch x ¾ inch)4
Flensmoer (5/16 inch)4
Slotbout (¼ inch x ⅝ inch)4
Borgmoer (¼ inch)8
Binnenste bevestiging2
Achterlicht2
Cilinderkopschroef (nr. 10 x 1¼ inch)4
Flensmoer (nr. 10)4
Zeskantbout (⅜ inch x 3 inch)4
Borgmoer (⅜ inch)4
Kentekenbevestiging1
Achterbevestiging2
Flenskopbout (¼ inch x ¾ inch)4
Bevestiging voor snelheidsplaat1
Plaatmoer2
Slotbout (¼ inch x ½ inch)5
Borgmoer (¼ inch)5
Montagebeugel voor claxon1
Claxon1
Snelheidssticker 20 km/u3
Snelheidssticker 24 km/u3
Lange rechter montagerail1
Behuizing van linkerlicht1
Behuizing van rechterlicht1
  1. Verwijder de flenskopbout (⅜ inch x 2¾ inch) en flensmoer (⅜ inch) waarmee de bumper is bevestigd aan het achterste buisframe aan elke zijde van de bumper (Figuur 21).

    g303770
  2. Monteer de linker montagerail en de rechter montagerail op de achterste framebuizen; gebruik hierbij 2 zeskantbouten (⅜ inch x 3 inch) en 2 borgmoeren (⅜ inch) aan elke kant (Figuur 22).

    g304042
  3. Bevestig de korte linker montagerail en de rechter korte of lange montagerail aan de linker montagerail en de rechter montagerail; gebruik hiervoor 4 slotbouten (5/16 inch x ¾ inch) en 4 flensmoeren (5/16 inch) zoals getoond in Figuur 23.

    Note: Raadpleeg de Tabel voor positie van licht voor de juiste positie van de lichten.

    g304044
  4. Bevestig de behuizing van het linkerlicht en de behuizing van het rechterlicht aan de korte linker montagerail en de korte rechter montagerail; gebruik hiervoor 4 slotbouten (¼ inch x ⅝ inch) en 4 borgmoeren (¼ inch) zoals getoond in Figuur 24.

    g319940
  5. Breng de passende snelheidssticker aan op de bevestiging voor de snelheidsplaat (Figuur 25).

    Breng de 20 km/u sticker aan voor modellen 31900 en 31901.

    Breng de 24 km/u sticker aan voor modellen 31902 en 31903.

    g304252
  6. Monteer de 2 plaatmoeren aan de bevestiging voor de snelheidsplaat (Figuur 26).

    g304256
  7. Bevestig de bevestiging voor de snelheidsplaat aan de kentekenbevestiging; gebruik hiervoor 5 slotbouten (¼ inch x ½ inch) en 5 borgmoeren (¼ inch) zoals getoond in Figuur 27.

    g304257
  8. Verwijder de 7 kunststofpluggen getoond in Figuur 28 uit de motorkap.

    g304259
  9. Til de motorkap op (Figuur 29).

    g285428
  10. Bevestig de gemonteerde bevestiging voor de snelheidsplaat aan de kap; gebruik hiervoor 4 flenskopbouten (¼ inch x ¾ inch), 2 achterbevestigingen en 4 borgmoeren (¼ inch) zoals getoond in Figuur 30.

    g304254
  11. Boor een gat (½ inch) door het kapscherm om de kabelboom te leiden (Figuur 31).

    Important: Zorg ervoor dat u door geen motoronderdelen boort, vooral de dieselpartikelfilter (DPF).

    g304253
  12. Verwijder de bout en moer van de bevestiging voor de hydraulische leiding (Figuur 32).

    Bewaar de bevestigingsmiddelen.

    g304258
  13. Bevestig de claxon met de eerder verwijderde bout en moer aan de montagebeugel voor de claxon (Figuur 33).

    g304255
  14. Breng de geschikte snelheidssticker aan op elke zijde van de motorkap (Figuur 34).

    Breng de 20 km/u stickers aan voor modellen 31900 en 31901.

    Breng de 24 km/u stickers aan voor modellen 31902 en 31903.

    g304251

De kabelboom van de lichten leiden

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom van lichten1
Platte ring3
Inbusschroef (¼ inch x 1 inch)3
Klem3
Flensmoer (¼ inch)3
Binnenste bevestiging2
Achterlicht2
Cilinderkopschroef (nr. 10 x 1¼ inch)4
Flensmoer (nr. 10)4
Bolkopschroef (¼ inch x ¾ inch)8
Kentekenplaatverlichting1
Bolkopschroef (nr. 10 x ¾ inch)2

Raadpleeg de volgende afbeeldingen en instructies om de kabelboom van de lichten te leiden.

g304235
  1. Leid de kabelboomaansluiting met de aanduiding naar de linkerkant van de eenheid. Sluit de kabelboom aan op de verlichting (Figuur 35).

  2. Leid de connector van de kabelboom met het label naar de rechterkant van de eenheid. Sluit de kabelboom aan op de verlichting (Figuur 35).

  3. Leid de kabelboomaansluiting met het label naar de linker achterkant van de eenheid (Figuur 35).

  4. Leid de connector van de kabelboom met het label naar de rechter achterkant van de eenheid (Figuur 35).

  5. Bevestig de achterlichten aan de binnenste bevestigingen met 4 cilinderkopschroeven (nr. 10 x 1¼ inch) en 4 flensmoeren (nr. 10) zoals getoond in Figuur 36.

    g304304
  6. Sluit de kabelboomaansluiting met het label aan op het achterlicht (Figuur 35).

  7. Sluit de kabelboomaansluiting met het label aan op het achterlicht (Figuur 35).

  8. Bevestig de gemonteerde achterlichten aan de achterlichtbehuizingen; gebruik hiervoor de 8 bolkopschroeven (¼ inch x ¾ inch); zie Figuur 37.

    Zorg ervoor dat u de achterlichten monteert met de gele lens aan de bovenkant (Figuur 36 en Figuur 37).

    g305040
  9. Leid de kabelboomaansluiting met het label door de motorkap en sluit deze aan op de kentekenplaatverlichting (Figuur 38).

    g304330
  10. Bevestig de kabelboom aan de motorkap; gebruik hiervoor 3 inbusschroeven (¼ inch x 1 inch), 3 platte ringen, 3 klemmen en 3 flensmoeren (¼ inch) zoals wordt getoond in Figuur 38.

  11. Sluit de kabelboom aan op de kentekenplaatverlichting (Figuur 39).

  12. Bevestig de kentekenplaatverlichting aan de gemonteerde bevestiging voor de snelheidsplaat; maak hierbij gebruik van de 2 plaatmoeren die werden gemonteerd in Figuur 26 en 2 bolkopschroeven (nr. 10 x ¾ inch) zoals getoond in Figuur 39.

    g304392

De kabelboom van de bediening leiden

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelboom van bediening1

Raadpleeg de volgende afbeeldingen en instructies om de kabelboom van de bediening te leiden.

g304234
  1. Leid de kabelboom door de opening van het platform en langs de leiding van de kabelboom van de lichten.

  2. Sluit de aansluiting van de besturingskabelboom met het label TO ROAD LTS HARNESS (P06), aan op de aansluiting van de verlichtingskabelboom met het label TO MAIN HARNESS (P03).

  3. Sluit de aansluiting van de besturingskabelboom met het label TO POWER HARNESS (P05) aan op de aansluiting van de voedingskabelboom met het label POD CONTROL HARNESS (P04).

    g304373
  4. Sluit de aansluitingen van de besturingskabelboom met het label HORN (J01, J02) aan op de claxon (Figuur 42).

    g304331

Het plaatje met serienummer monteren

Alleen voor Duitsland

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Plaatje met serienummer1
Tape voor plaatje met serienummer1
  1. Stempel het serienummer in het frame.

    De lettergrootte moet 7 mm of meer bedragen.

  2. Stempel de passende informatie op het plaatje met het serienummer.

  3. Veeg de onderkant van het frame en het plaatje met serienummer schoon met een alcoholdoekje (Figuur 43).

    g304286
  4. Breng de tape aan op het plaatje met het serienummer.

  5. Breng het plaatje aan op het frame (Figuur 44).

    Gebruik de afmetingen in Figuur 45.

    g304288
    g304287

De accu aansluiten

Koppel de accu aan; raadpleeg het onderdeel onderhoud elektrisch systeem van uw Gebruikershandleiding.