Important: Om de veiligheid en de prestaties van deze machine te optimaliseren en een juist gebruik ervan te garanderen, moet u de inhoud van deze Gebruikershandleiding zorgvuldig lezen en volledig begrijpen. Als u deze bedieningsinstructies niet opvolgt of geen goede training krijgt, kan dit leiden tot letsel. Ga naar www.Toro.com voor meer informatie over veilige bediening, inclusief veiligheidstips en trainingsmaterialen.
Op www.Toro.com kunt u rechtstreeks contact met Toro opnemen om informatie over producten en accessoires te verkrijgen, een verkoper te vinden of uw product te registreren.
Als u service, originele Toro- onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Important: U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.

Deze handleiding noemt een aantal mogelijke gevaren en bevat een aantal veiligheidsberichten (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
![]() |
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. |

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Stel de parkeerrem in werking.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Slotbout (5/16" x ¾") | 2 |
| Borgmoer (5/16") | 2 |
| Vergrendelingspedaal | 1 |
| Torsieveer | 1 |
| Ring (1⅛" x 2") | 1 |
| Borgring | 1 |
| Ring (⅝" x 1") | 1 |
| Borgmoer (⅝") | 1 |
| Borgmoer (¼") | 1 |
| Naafconstructie | 1 |
| Bout (¼" x 2¾") | 1 |
| Ring (9/32") | 1 |


Monteer de naafconstructie aan de binnenkant van de linker voetsteun met 2 slotbouten (5/16" x ¾") en 2 borgmoeren (5/16").

Bevestig de onderkant van de naafconstructie aan het machineframe met een bout (¼" x 2¾"), een ring (¼") en een borgmoer (¼"); zie Figuur 5.
Draai de borgmoeren aan met 71 tot 92 N·cm
Breng het vergrendelingspedaal op één lijn met de linker voetsteun en de gaten in de naafconstructie (Figuur 6).

Plaats de taatsas van het vergrendelingspedaal door de opening in de linker voetsteun en door de naafconstructie (Figuur 6).
Schuif de torsieveer op de naafconstructie en haak hierbij 1 uiteinde van de veer aan het kleine pen op het vergrendelingspedaal en druk het andere uiteinde tegen de bodemplaat (Figuur 7).
Note: Plaats de veer op de naafconstructie zoals afgebeeld in Figuur 7.


Bevestig de torsieveer aan de lagerbusplaat met een platte ring (1⅛" x 2") en een borgring (Figuur 8).

Bevestig het vergrendelingspedaal aan de voetsteun en de naafconstructie met een platte ring (⅝" x 1") en een borgmoer (⅝"); zie Figuur 9.
Note: De moer niet te vast draaien; het vergrendelingspedaal moet vrij kunnen scharnieren als het ingedrukt wordt.

Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Bevestigingsbeugel | 2 |
| Bout (½" x 3½") | 4 |
| Borgmoer (½") | 4 |
Note: Controleer of de voor- en achterbanden zijn opgepompt tot een druk van 0,28-0,41 bar.
Plaats de achterkant van de machine op blokken en verwijder de achterwielen.
Note: Plaats de blokken onder de bevestigingen van de achterwielmotoren.
Bevestig een bevestigingsbeugel losjes aan de voetsteunbuis links en rechts met 2 bouten (½" x 3½") en borgmoeren (½"). Plaats de bevestigingsbeugels en bouten zoals getoond in Figuur 10.
Note: U hoeft de rechterbevestigingsbeugel niet te monteren als de machine uitgerust is met een zijdelingse werktuigenbalk.

Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Rechter hefarm | 1 |
| Linker hefarm | 1 |
| Gaffelpen | 2 |
| R-pen | 2 |
| Torsiebuis | 1 |
| Bout (⅜" x 1") | 4 |
| Borgmoer (⅜") | 4 |
Plaats de hefarmen zo dat de bevestigingsgaten van de hefarmbeugels uitgelijnd zijn met de gaten in de bevestigingsbeugels (Figuur 11).
Bevestig de rechter hefarm aan de bevestigingsbeugel met een gaffelpen en een R-pen (Figuur 11).
Bevestig één uiteinde van de torsiebuis losjes aan de rechter hefarm met 2 bouten (⅜" x 1") en borgmoeren (⅜"); zie Figuur 11.
Note: Draai het bevestigingsmateriaal nu nog niet vast.
Bevestig de linker hefarm aan de bevestigingsbeugel met een gaffelpen en een R-pen (Figuur 11).
Bevestig het andere uiteinde van de torsiebuis losjes aan de linker hefarm met 2 bouten (⅜" x 1") en borgmoeren (⅜"); zie Figuur 11.
Note: Draai het bevestigingsmateriaal nu nog niet vast.

Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Schuif van 102 cm (optioneel kunt u de schuif van 152 cm aanschaffen en monteren) | 1 |
| Steunplaat | 2 |
| Bout (⅜" x 1") | 2 |
| Borgmoer (⅜") | 6 |
| Bout (⅜" x 3") | 4 |
Note: Optioneel kunt u een schuif van 152 cm aanschaffen. De montage verloopt net zoals die van de schuif van 102 cm beschreven in dit hoofdstuk.
Bevestig losjes een steunplaat aan elk van de binnenste montagelippen van de schuif.
Note: Plaats de steunplaten zoals getoond in Figuur 12.
Bevestig de voorzijde van de hefarmen losjes aan de bevestigingsbeugels van de schuif en de steunplaten met 4 bouten (⅜" x 3") en 4 borgmoeren (⅜"); zie Figuur 12.
Note: Gebruik de bovenste montagegaten van de bevestigingsbeugels voor een agressievere stand van de schuif (Figuur 12).
Terwijl de schuif op het horizontale oppervlak steunt, zet u het bevestigingsmateriaal vast waarmee de hefarmen aan de schuif zijn bevestigd (Figuur 12).
Note: Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 19 tot 24 N·m.
Draai de bouten en borgmoeren vast waarmee de uiteinden van de torsiebuizen aan de hefarmen zijn bevestigd (Figuur 11).
Note: Draai het bevestigingsmateriaal vast met een torsie van 19 tot 24 N·m.

Benodigde onderdelen voor deze stap:
| Pedaal van hefarm | 1 |
| Bout (⅜" x 3") | 2 |
| Borgmoer (⅜") | 4 |
| Veerbeugel | 2 |
| Bout (⅜" x 2¾") | 2 |
| Trekveer | 2 |
| Veerstang | 2 |
Monteer het pedaal van de hefarm aan de buitenzijde van de linker hefarm; gebruik 2 bouten (⅜" x 3") en 2 borgmoeren (⅜").
Note: Plaats het pedaal zoals wordt getoond in Figuur 13.

Verwijder de onderste moer en bout waarmee de montagebeugels van de trekhaakbuis bevestigd zijn aan de verticale framebuizen (Figuur 14).
Note: Gooi de moer en de bout weg.
Gebruik de vrije montagegaten in de trekhaakbuis om een veerbeugel te bevestigen aan de trekhaakbuisbeugels/verticale framebuizen; doe dit met een bout (⅜" x 2¾") en een borgmoer (⅜").
Note: Plaats de veerbeugels zoals wordt getoond in Figuur 14.

Trek de handgreep terug om de schuif in de transportstand te tillen en te vergrendelen..
Draai alle resterende bevestigingen vast.
Verbind de trekveer met de hefarm en met een veerstang.
Breng de veerstang aan in het gat van de veerbeugel, en zet lichtjes vast met een borgmoer (⅜").
Herhaal stap 6 en 7 aan de andere kant van de machine.
Monteer de achterwielen en verwijder de blokken onder de achterkant van de machine.
Note: Draai de wielmoeren vast met een torsie van 61 tot 75 N·m.
De afstelling van de veer bepaalt hoeveel kracht nodig is om de schuif in de transportstand te zetten. Als de veer te los is, is het moeilijk om de schuif naar de transportstand te brengen. Als de veer te hard gespannen wordt, zal de schuif echter te veel zweven tijdens het werk.
Laat de schuif neer op de grond.
Note: Als de veren goed afgesteld zijn, zal de onderkant van de schuif over de gehele lengte niet meer dan 6 mm van de grond verwijderd zijn.
Draai de stelmoeren van de veer (Figuur 15) rechtsom om de schuif omhoog te brengen; linksom om de schuif te laten zakken.

Trek de handgreep terug om de schuif in de transportstand te tillen en te vergrendelen. Trap het vergrendelingspedaal in om de schuif vrij te zetten in de bedrijfsstand.
U kunt de schuif gebruiken om zand en grond voor- of achteruit te duwen. Zet de schuif in de bedrijfsstand en druk de handgreep gewoon zachtjes naar voren of naar achteren, of duw het pedaal van de hefarm in om de schuif te bedienen.
Note: Als de wielen slippen tijdens het werk, trek de handgreep dan naar achteren om de schuif een beetje op te tillen. Soms loopt de motor het gevaar te oververhitten. Laat het tractiepedaal dan geleidelijk opkomen om het toerental en het vermogen te verhogen.
Verwijder voorzichtig de stelmoeren waarmee de veerstangen bevestigd zijn aan de veerbeugels.
Als de veren onder spanning staan, kunnen ze lichamelijk letsel veroorzaken.
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie.
Verwijder de veerstangen en de veren.
Laat de schuif neer op de grond.
Verwijder de R-pen en de gaffelpennen die de hefarmen verbinden met de montagebeugels.
Til de voorkant van de machine op en trek de gehele schuif naar voren en weg van de machine.