Veiligheid

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal144-4015
decal144-3952

Installatie

Note: Bepaal vanuit de bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

De machine voorbereiden

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Stel de parkeerrem in werking.Stel de parkeerrem in werking.

  3. Laat het werktuig zakken.

  4. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

De motorkapvergrendeling monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Grendelbeugel1
Sjabloon1
Plaat van vergrendeling2
Popnagel (½")2
Vergrendeling1
Sleutel1
  1. Snij het sjabloon uit de achterkant van de handleiding.

    Note: Controleer of de schaal van het sjabloon correct is.

  2. Lijn het sjabloon uit aan de linkerkant van de motorkap zoals getoond in Figuur 1.

    g303095
  3. Boor 3 openingen in de motorkap zoals wordt getoond in Figuur 2.

    g303094
  4. Gebruik het aanwezige bevestigingsmateriaal van de band van de motorkap om de grendelbeugel aan de band van de motorkap te bevestigen (Figuur 3).

    g303415
  5. Gebruik 2 popnagels (½") om de platen van de vergrendeling aan de motorkap te bevestigen (Figuur 4).

    g305610
  6. Verwijder de contramoer van de sleutelvergrendeling.

  7. Plaats de sleutelvergrendeling in de motorkap (Figuur 5).

    g303938
  8. Gebruik de eerder verwijderde contramoer (Figuur 5) om de sleutelvergrendeling te bevestigen aan de motorkap.

  9. Laat de motorkap zakken en gebruik de sleutel om de motorkap te bevestigen in de omlaaggebrachte positie.

    Note: Stel de grendelbeugel (Figuur 3) indien nodig af zodat de motorkap is bevestigd in de omlaaggebrachte positie.

De stickers aanbrengen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Hellingsticker (onderdeelnr. 144-3952)1
CE- en geluidssticker (onderdeelnummer 144-4015)1

Breng de stickers aan op een schoon en droog oppervlak.

  • Voer de volgende stappen uit om de hellingsticker aan te brengen:

    1. Gebruik de volgende tabel om te bepalen welke sticker van toepassing is voor uw tractie-eenheid model en uitgeruste werktuigen:

      Important: Als u meer dan 1 frontwerktuig gebruikt, moet u de laagste van toepassing zijnde hellingsticker aanbrengen.Bijvoorbeeld: Als u beschikt over een model 31900 tractie-eenheid en de model 31970 maai-eenheid gaat gebruiken (hellingsticker A) en de model 02835 klepel (hellingsticker B), dan moet u hellingsticker A aanbrengen.

      Important: Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw tractie-eenheid voor de hoeveelheid vereist achtergewicht voor uw tractie-eenheid en werktuigconfiguratie.

      Hellingsticker volgens tractie-eenheid en werktuigconfiguratie

      Modelnummer van tractie-eenheid Modelnummer of naam van werktuigHellingsticker
      Sticker om te voldoen aan de vereiste hellingstandaard*Sticker voor verbeterde hellingprestaties*
      3190031970AE
      31970 en zonneschermAD
      31971AE
      31971 en zonneschermAD
      31972AD
      31972 en zonneschermBC
      31973 AD
      31973 en zonneschermBC
      31974AE
      31974 en zonneschermAD
      31975AD
      31975 en zonneschermBC
      02835 BC
      02835 en zonneschermAB
      3190131970BG
      31970 en zonneschermBE
      31971BG
      31971 en zonneschermBE
      31972BF
      31972 en zonneschermAD
      31973 BF
      31973 en zonneschermAD
      31974BG
      31974 en zonneschermBE
      31975BF
      31975 en zonneschermBD
      02835 BE
      02835 en zonneschermAD
      3190231970BF
      31970 en zonneschermBD
      31971BF
      31971 en zonneschermBD
      31972AE
      31972 en zonneschermAB
      31973 AE
      31973 en zonneschermAB
      31974BF
      31974 en zonneschermBD
      31975AE
      31975 en zonneschermAB
      02835 AD
      02835 en zonneschermA
      3190331970A
      31971A
      31972A
      31973 A
      31974A
      31975A
      02835A
      *Wanneer uitgerust met de geschikte hoeveelheid achtergewicht zoals getoond in uw Gebruikershandleiding.
    2. Trek de passende hellingsticker van de rug en gooi de resterende stickers weg.

    3. Breng de hellingsticker (onderdeelnr. 144-3952) aan over de bestaande waarschuwingssticker zoals getoond in Figuur 6.

      g417745
  • Breng de CE- en geluidssticker (onderdeelnummer 144-4015) aan in de buurt van de sticker met het modeljaar zoals getoond in Figuur 6.

    Als de F60 klepelmaaier is uitgerust: u hoeft de geluidssticker niet aan te brengen.

Het toerental afstellen

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Kabelbescherming (uitsluitend voor model 31900 en 31901)2
Popnagel – ⅛" (uitsluitend voor model 31900 en 31901)2

Om te voldoen aan de CE-geluidscertificeringseisen moet u het toerental voor de volgende machines afstellen:

Het toerental afstellen en de kabelbeschermingen monteren

Machines met model 31900 en 31901

Note: Gebruik een toerenteller om het motortoerental te observeren.

  1. Start de motor en laat deze opwarmen tot 71-77 °C.

    Note: Het weergavescherm toont de motortemperatuur.

  2. Gebruik de gashendel om het motortoerental te verhogen naar hoog stationair.

  3. Observeer het huidige hoog stationair motortoerental op uw toerenteller.

  4. Maak de contramoeren van de gaskabel los (Figuur 7).

    Note: De gaskabel bevindt zich links van de motor.

    g354041
  5. Stel de gaskabel in de beugel (Figuur 7) af om een snelheid van 3100 tpm te bereiken.

  6. Draai de contramoeren van de gaskabel vast.

  7. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

  8. Gebruik 2 popnagels (⅛") om de kabelbeschermingen rond de contramoeren van de gaskabel te monteren (Figuur 8).

    Als er geen bestaande openingen zijn om de popnagels te monteren, moet u de openingen van de kabelbescherming gebruiken om gaten van 0,4 cm te boren in de bevestigingsplaat van de kabel.

    g319044

Het toerental afstellen

Machines met model 31902 en 31903

Raadpleeg de Toro DIAG Gebruikershandleiding voor de software voor instructies over de machine in te stellen op de CE-modus.

Note: CE-modus beperkt het hoog stationair toerental tot 2900 tpm terwijl de aftakas ingeschakeld is.