Note: Voor de montage van deze set is de schuimmarkeerderset vereist. Neem voor verdere informatie contact op met een erkende Toro-dealer.
Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. |
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
Koppel de accu los; raadpleeg de Gebruikershandleiding.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Beugel | 1 |
Bout (5/16" x 1") | 4 |
Ring (⅜") | 4 |
Moer (5/16") | 4 |
Schuimmarkeerder (afzonderlijk verkrijgbaar) | 1 |
Monteer de compressor van de schuimmarkeerder op de beugel zoals getoond in Figuur 1.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Slotbout | 1 |
U-bout | 1 |
Flensmoeren (⅜") | 3 |
Afstandsstuk | 1 |
R-klem | 1 |
Zet de bout bovenaan de band los en steek de slotbout door de riemband van de spuittank (Figuur 2).
Schuif het afstandsstuk op de bout en plaats de beugel op de bout; zie Figuur 2.
Steek de aanzuigslang van de pomp door de R-klem (Figuur 3).
Bevestig de R-klem met een moer aan de bout (Figuur 3).
Plaats de U-bout op de machine; zie Figuur 4.
Zet de beugel op de U-bout en bevestig de beugel met de 2 flensmoeren (⅜").
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Kabelboom | 1 |
Beugel van de schakelaar | 1 |
Tuimelschakelaar | 1 |
Peddelschakelaar | 1 |
Bouten (M6) | 2 |
Zekering, 15 A | 1 |
Note: Til de stoel op zodat u de kabelboom kunt leiden.
Leid de kabelboom van de compressor van de schuimmarkeerder achter de rolbeugel en onder de afdekplaat (Figuur 5).
Sluit de aardingskabel en de relaisschakelaar aan, en plaats de zekering van 15 A in de zekeringhouder (Figuur 6).
Sluit de kabelschoen aan op de contrastekker van de zekeringhouder.
Leid de kabelboom langs de machinekabelboom omhoog naar het bedieningspaneel (Figuur 7).
Sluit de tuimelschakelaar aan op de kabelboom (Figuur 7).
Leid de kabelboom onder het paneel op de vloerplaat en omhoog naar de stuurkolom (Figuur 8).
Bevestig de beugel van de peddelschakelaar aan de stuurkolom met de 2 bouten (M6)
Monteer de schakelaar in de beugel en druk de schakelaar erin tot deze op zijn plaats klikt.
Note: Zorg dat de peddel van de peddelschakelaar met 3 standen (schakelaar schuimbediening) naar buiten is gericht.
Schuimpeddelschakelaar: stelt de compressor in werking, genereert een stroom schuim en lucht naar de rechter- en linker spuitboom (Figuur 10).
Aan-/uit-schakelaar voor schuim: stelt de compressor in werking, genereert een stroom schuim naar beide spuitbomen tegelijk (Figuur 7).
Indicatiemarkeringen: bevinden zich op de tank en geven het schuimpeil in de tank aan.
Schuimregelklep: bepaalt de dikte van de schuimoplossing. Door aan de knop te draaien regelt u de hoeveelheid zeepoplossing naar de schuimspuitmonden. Meer stroom zorgt voor grotere en meer frequente schuimdruppels en minder stroom zorgt voor kleinere, minder frequente schuimdruppels (Figuur 11).
Note: Bij veel wind is een waterige markeeroplossing misschien beter.
Overdrukklep: trek de rode lip van de tankdop naar buiten om de druk in de tank weg te nemen (Figuur 11).
Important: Spoel het systeem na gebruik telkens met schoon water, vooral als u hard water hebt gebruikt. Behandel de compressormotor niet met smeerolie, vet of andere aardoliehoudende producten.
Zorg ervoor dat zowel de linker- als rechterschakelaar van de spuitboom op het paneel in de stand Uit staat.
Trek aan het rode lipje van het overdrukventiel en verwijder de zwarte dop van de tank.
Giet de juiste hoeveelheid water in de tank en voeg vervolgens schuimconcentraat toe langs de opening bovenaan de tank. Ga hierbij te werk volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Important: Extreme pH-niveaus (hard of zacht) van het water hebben invloed op de hoeveelheid schuimconcentraat die nodig is.
Plaats de dop terug op de tank en draai vast met de hand.
Voor het eerste gebruik opent u de regelklep voor de schuimdichtheid ⅛ tot ¼ slag (Figuur 11).
Schakel het markeersysteem in en maak een testpatroon op de grond.
Note: Laat bij het eerste gebruik van het markeersysteem het schuim gedurende 1 of 2 minuten door de lijn stromen.
Stel de regelklep voor de schuimdichtheid zodanig in dat u de gewenste dikte verkrijgt en ga normaal te werk bij het spuiten.
Note: Als u het schuim langer dan 2 uur in de lijn laat, kan het waterig worden. Na een pauze van 2 uur of langer laat u de machine 1 tot 2 minuten lopen om het overtollige water te verwijderen.
Ga als volgt te werk als het schuim in de machine erg waterig is:
Draai de regelklep voor de schuimdichtheid volledig dicht.
Werk gedurende 2 minuten met de machine.
Wacht 1 minuut en controleer de dikte van het schuim.
Pas het schuim aan om de gewenste dikte te verkrijgen.