Inleiding

Deze cabine biedt beveiliging als de machine kantelt en biedt afscherming tegen de weerselementen. Ze is uitgerust met een radiator en airconditioning die het comfort van de gebruiker verbetert en die voorkomt dat de voorruit beslaat. De cabine beschikt ook over geluidsisolatie die het lawaai voor de gebruiker vermindert.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Ga naar www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Toro verdeler of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g245764

Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram (Figuur 2), dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen.

g000502

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Veiligheid

Waarschuwing

U en omstanders lopen een groter risico op letsel als u werkzaamheden verricht aan de machine zonder de veiligheidsbeugel.

Zorg ervoor dat de veiligheidsbeugel gemonteerd is voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert onder het gebruikersplatform en de cabine.

Waarschuwing

Het elektrische systeem van de machine kan u een elektrische schok geven en persoonlijk letsel veroorzaken.

Voordat u aan de elektrische systemen van de machine gaat werken, moet u altijd de kabels van de accu loskoppelen van de polen (eerst de minpool) en controleren of er geen contact wordt gemaakt tussen de polen en het metaalwerk van de machine.

Important: Draag altijd de veiligheidsgordel als de veiligheidscabine is gemonteerd.

Important: Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de machine voor instructies en advies voor het gebruik van een maaier op hellingen.

Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro- onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Maximale hellingshoeken van maaiers met cabine

U kunt deze cabine monteren op de maaiers die vooraan in dit document worden vermeld. Elk maaiermodel dat uitgerust wordt met een cabine heeft een andere maximale hellingshoek. Deze wordt vermeld op de sticker op het deksel van het opslagcompartiment aan de linkerkant van de machine. Zie voor de juiste sticker met de maximale hellingshoek voor uw machine indien deze wordt uitgerust met een cabine.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal111-9775
decal134-6005
decal978004

Algemeen overzicht van de machine

g350665

Bediening van blazer

De bediening wordt aan de rechterkant in de bekleding van het dak gemonteerd.

g025784

Schakelaar van ruitenwisser/-sproeier

De schakelaar wordt aan de linkerkant in de bekleding van het dak gemonteerd.

g018467

Schakelaar cabinelampje

Druk op de voorkant van het cabinelampje (Figuur 6) om het lampje in te schakelen. Druk op het achterste deel van de schakelaar om het lampje uit te schakelen.

g020349

Hendel van voorruit (2)

U kunt de voorruit openen voor ventilatie. Er zijn twee hendels (Figuur 7).

g018406

Hendel en steun van achterruit

U kunt de achterruit openen voor ventilatie. Draai aan de steun van de achterruit om deze open te houden (Figuur 8).

g020350

Note: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

AIRCONDITIONING 
Koelprestaties4,2 kW
KoelmiddelR134A
Aanbevolen hoeveelheid koelmiddel850 g
Verdamper – luchtstroom van de blazer660 m3/u
ELEKTRISCH SYSTEEM 
Bedrijfsspanning12 V
Zekering voor radiaalblazer/compressor15 A
Zekering voor axiaalblazer25 A
COMPRESSOR 
AanduidingTM-08 HS
Draairichting (vanaf de poelie)rechtsom
Werksnelheid700 tot 6000 tpm
Slagvolume82 cm3/omw
Aansluiting drukkantO-ring van ¾"
Aansluiting zuigkantO-ring van ⅞"
Bedrijfsspanning magnetische inschakeling12 V
Energieverbruik magnetische inschakeling0,45 W
Koelmiddel (olie)ZXL 100 PAG
Koelmiddelvolume in compressor150 cm3
Koelmiddel – extra koelmiddel benodigd om airconditioningsysteem te vullen25 cm3
Energieverbruik van airconditioningsysteem2,5 kW

Werktuigen/accessoires

Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende Toro verdeler, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.

Om de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro- onderdelen en accessoires gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen.

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal de linker- en rechterzijde van de machine vanuit de normale bedieningspositie.

Het zonnescherm gebruiken

Draai het zonnescherm naar omhoog of naar beneden (Figuur 9) om de positie van de schaduw af te stellen.

g347537

De airconditioning voor de eerste keer gebruiken

  1. Start de motor.

  2. Schakel de blazer in met de schakelaar (Figuur 4).

  3. Schakel de airconditioning in met de schakelaar (Figuur 4).

  4. Stel de temperatuur in (Figuur 4) op de maximale stand Koud (helemaal rechtsom).

    Note: Na 3 minuten moet er koude lucht uit de luchtopeningen komen.

  5. Pas de ventilatorsnelheid en de temperatuurinstelling aan om de gewenste koeling te bereiken.

De verwarming en het airconditioningsysteem bedienen

Important: Om te voorkomen dat de accu wordt ontladen, moet u ervoor zorgen dat de schakelaar van de airconditioning in de stand UIT staat voordat u de motor uitschakelt.

Important: Laat het airconditioningsysteem om de 14 dagen gedurende 15 minuten draaien om de afdichtingen van de compressoras gesmeerd te houden.

  1. Om de airconditioning te laten draaien, zet u de schakelaar van de airconditioning naar de stand AAN.

    Note: Als u het verwarmings- en airconditioningsysteem wilt gebruiken voor het recirculeren van cabinelucht of voor het verwarmen van de cabine, zet u de schakelaar van de airconditioning naar de stand UIT.

    g025784
  2. Draai aan de knop voor de blazersnelheid voor de gewenste luchtstroomsnelheid.

  3. Draai de knop voor de temperatuurregeling naar de gewenste warmte- of koelstand.

    Note: Wanneer de schakelaar van de airconditioning in de stand AAN staat, regelt de thermostaat het airconditioningsysteem om de ingestelde temperatuur te behouden.

  4. Stel de 2 luchtkanaalmonden (Figuur 11) in het plafond van de cabine af om de luchtstroom in de gewenste richting te sturen.

    g347779

De ruitenwisser/-sproeier bedienen

  1. Druk op de rechterkant van de schakelaar om de ruitenwissers in te schakelen (Figuur 12).

    g347396
  2. Druk op de rechterkant van de schakelaar en hou deze ingedrukt om de sproeier in te schakelen (Figuur 12).

  3. Druk op de linkerkant van de schakelaar om de ruitenwissers uit te schakelen (Figuur 12).

Het reservoir van de ruitensproeier vullen

Waarschuwing

Als u nalaat antivries te gebruiken in koude omstandigheden, kan dat leiden tot een slecht zicht door de ruit en een verhoogd risico op letsels of ongevallen.

Als u de machine gebruikt bij temperaturen onder 5 °C moet u sproeiervloeistof met antivries gebruiken.

  1. Open de motorkap van de machine.

  2. Verwijder de dop van de sproeiervloeistoftank (Figuur 13).

    g347397
  3. Vul de sproeiervloeistoftank met schoon water en de aanbevolen hoeveelheid ruitenwasmiddel.

  4. Plaats de dop op de sproeiervloeistoftank (Figuur 13).

  5. Sluit en vergrendel de motorkap.

De ruiten gebruiken

De voorruit aanpassen

De voorruit openen en sluiten

  • Om de voorruit te openen, draait u de grendels linksom (horizontaal) en duwt u de grendel naar voren (Figuur 14).

    g347572
  • Om de voorruit te sluiten, draait u de grendels zodat deze horizontaal staan, trekt u aan de grendels tot de voorruit vastzit en draait u de grendels rechtsom tot ze verticaal staan (Figuur 14).

De voorruit gedeeltelijk openen

  1. Draai de grendels linksom (horizontaal) en duw de grendel naar voren.

  2. Lijn de achterste vergrendelpen uit met de holte (Figuur 15).

    g347571
  3. Draai de grendels rechtsom tot ze verticaal staan (Figuur 15).

De achterruit aanpassen

De achterruit openen en sluiten

  • Om de achterruit te openen, draait u de grendel (Figuur 16) linksom.

    Note: De gas/veercilinder duwt de ruit helemaal open.

    g347754
  • Om de achterruit te sluiten, draait u aan de grendel zodat deze verticaal staat, trekt u aan de grendel tot de ruit vastzit en draait u de grendel rechtsom tot deze horizontaal staat (Figuur 16).

De achterruit gedeeltelijk openen

  1. Open de achterruit.

  2. Draai de grendel horizontaal (Figuur 17).

    g347755
  3. Draai de ruitsteun naar de vergrendeling van de ruit en lijn de pen van de stang uit door de opening in de grendel (Figuur 17).

  4. Om de achterruit te sluiten, tilt u de pen van de steunstang uit de vergrendeling van de ruit, draait u de steun weg van de ruit, trekt u de ruit dicht en bevestigt u de ruit met de vergrendeling van de ruit.

De deuren gebruiken

Om de deur te openen terwijl u zich buiten de cabine bevindt, moet u de deurvergrendelingsknop indrukken terwijl u de deur opent (Figuur 18).

g020379

Om de deur te openen terwijl u zich in de cabine bevindt, moet u de vrijgavehendel van het deurslot terugtrekken terwijl u de deur opent (Figuur 19).

g020353

De spiegels instellen

Laat terwijl u in de stoel zit iemand anders de zijspiegels instellen zodat u het beste zicht heeft langs de zijkanten van de machine (Figuur 20).

g020380

Onderhoud

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.Voor alle onderhoudsprocedures moet u de machine op een egaal oppervlak plaatsen, de motor stoppen en het contactsleuteltje verwijderen.

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 100 bedrijfsuren
  • Controleer of alle verbindingen goed vastzitten.
  • Om de 250 bedrijfsuren
  • Controleren of de koppeling van de aircocompressor juist werkt.
  • Controleer de afvoerbuis op verstoppingen en reinig deze indien nodig.
  • Controleer de staat van de elektrische kabels.
  • Controleer de staat van de elektrische aansluitingen en controleer of ze goed vastzitten.
  • Om de 500 bedrijfsuren
  • Controleer de staat en spanning van de ventilatorriem van de compressor.
  • Controleer de algemene staat van de leidingen en let op tekenen van slijtage.
  • Controleer alle koppelingen op lekken(neem voor onderhoud contact op met een erkende Toro verdeler).
  • Controleer de staat van de klimaateenheid in het cabinedak en controleer of de onderdelen goed vastzitten.
  • Controleer of de fittings van de compressorbeugels goed zijn vastgezet.
  • Maandelijks
  • Controleer het koelmiddelpeil(aan de hand van het kijkglaasje)
  • De condensor controleren en reinigen.
  • Om de 2 jaar
  • Vervang de droger/filter(neem voor onderhoud contact op met een erkende Toro verdeler).
  • Controleer/vervang koelmiddel en olie(neem voor onderhoud contact op met een erkende Toro verdeler).
  • Waarschuwing

    U loopt een groter risico op letsel als u werkzaamheden verricht aan de machine zonder de cabinesteunbeugel.

    Zorg ervoor dat de cabinesteunbeugel gemonteerd is voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert onder het gebruikersplatform en de cabine.

    Voorzichtig

    Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.

    Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.

    Important: Voor onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan de radiator moet u een beroep doen op een erkende Toro verdeler of een specialist in voertuigradiatoren.

    Important: Alle werkzaamheden aan het koelmiddelgedeelte van het airconditioningsysteem moeten worden uitgevoerd door vakbekwame technici.

    • U kunt het airconditioningsysteem gedurende vele maanden van het maaiseizoen gebruiken. Voer het beschreven reguliere onderhoud uit om de levensduur van het systeem te verlengen en een efficiënte werking ervan te waarborgen. Als het beschreven en gedocumenteerde onderhoud niet wordt uitgevoerd, kan de garantie van het systeem en de onderdelen ervan komen te vervallen.

    • Zelfs als het airconditioningsysteem niet regelmatig wordt gebruikt, moet het onderhoudsschema worden gevolgd om te controleren op veroudering en de hoeveelheid koelmiddel.

    • Als het koelmiddelpeil te laag wordt, kan dit de efficiëntie van het airconditioningsysteem beïnvloeden.

    • Als het koelmiddelpeil extreem laag wordt, kan de lagedrukschakelaar het systeem uitschakelen.

    • U kunt het koelmiddelpeil controleren via het geïntegreerde kijkglaasje in het reservoir. Laat het systeem na het vullen 5 minuten lopen om het systeem te ontluchten. Controleer het peil hierna opnieuw en vul bij indien nodig. Een enkele luchtbel is acceptabel.

      Important: Mors geen compressorvloeistof op het oppervlak van het voertuig. Dit kan leiden tot verkleuring van de lak en achteruitgang van onderdelen van acrylmateriaal of ABS-kunststof.

    • Breng bij het aansluiten van de koelmiddelslangen wat koelmiddel (olie) aan op de afdichtringen.

    • Na het verwijderen van de koelmiddelslangen van het airconditioningsysteem, moet u altijd de O-ringen vervangen door nieuwe exemplaren die geschikt zijn voor koelmiddel 134A.

    • Gebruik bij het vast- en losdraaien van de fittingen altijd 2 momentsleutels om te voorkomen dat de buizen worden verbogen.

    Vóór onderhoudswerkzaamheden

    Voer de volgende stappen telkens uit wanneer u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine.

    1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.

    2. Schakel de parkeerrem in en laat de maai-eenheden zakken.

    3. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

    4. Wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.

    De cabine kantelen

    U kunt de cabine kantelen om bij reiniging en onderhoudswerkzaamheden gemakkelijk onder het bestuurdersplatform te komen.

    De cabine en het bestuurdersplatform kantelen samen, als een eenheid. De kantelhoek is kleiner dan die van een platform zonder cabine. Dit is omwille van het gewicht en de positie van de gekantelde cabine: de machine moet nog voldoende stabiel zijn als u de cabine kantelt.

    De cabine naar voren kantelen

    1. Zorg ervoor dat de achterruit gesloten en vergrendeld is.

    2. Verwijder aan de dwarsbalk dicht bij de achterkant van de cabine de 2 R-pennen waarmee de vergrendelpennen zijn bevestigd aan de cabinesteunen.

    3. Draai de hendels van de vergrendelpennen zodat deze naar boven wijzen (Figuur 21).

      g347806
    4. Schuif de vergrendelpennen naar binnen, en verwijder ze van de cabinesteunen.

      Note: Als het moeilijk is om de vergrendelpennen te verwijderen, beweegt u de hendels van de vergrendelpennen heen en weer om de pennen te helpen vrijkomen uit de flensopeningen en de openingen van de balkbeugel.

    5. Til aan beide kanten van de cabine langzaam de handgreep op de stang aan de achterste hoek omhoog tot de cabine volledig omhooggebracht is.

      Note: Gasveerhefcilinders helpen u de cabine omhoog te brengen, en zorgen ervoor dat deze niet verder kantelt wanneer ze volledig omhooggebracht is.

    6. Neem de cabinesteunbeugel uit het opslagcompartiment.

      g036556
    7. Lijn aan elke kant van de machine de opening in de cabinesteunbeugel uit met de openingen in de dwarsbalkbeugel, en bevestig de steunbeugel aan de balkbeugel met een vergrendelpen en R-pen.

      g347419
    8. Draai de cabinesteunbeugel naar de cabine toe zodat deze is uitgelijnd tussen de flenzen van het cabineframe en rust tegen de achterkant van het cabineframe (Figuur 23).

    9. Steek de andere vergrendelpen door de openingen in de flens van het cabineframe en bevestig de vergrendelpen aan de flenzen met de R-pen (Figuur 23).

    De cabine laten zakken

    1. Verwijder de 2 R-pennen en vergrendelpennen waarmee de cabinesteunbeugel is bevestigd aan de cabine en de dwarsbalkbeugel, en verwijder de cabinesteun.

    2. Trek aan beide kanten van de cabine langzaam de handgreep op de stang aan de achterste hoek omlaag tot de cabine volledig omlaaggebracht is.

    3. Lijn de gaten in de flens van het cabineframe en de gaten in de dwarsbalkbeugel uit (Figuur 24).

      g347806
    4. Steek de 2 vergrendelpennen (Figuur 24) door de gaten in de flenzen van het cabineframe en de dwarsbalkbeugels.

      Note: Als het moeilijk is om de vergrendelpennen door de gaten te steken, beweegt u de hendels van de vergrendelpennen heen en weer om de pennen te helpen uitlijnen met de flensopeningen en de openingen van de balkbeugel.

    5. Draai de hendels van de vergrendelpennen horizontaal (Figuur 25) en bevestig de vergrendelpennen met de 2 R-pennen.

      g018408
    6. Berg de cabinesteunbeugel op in het opslagcompartiment.

    De zekeringen vinden

    De cabinezekeringen bevinden zich in de zekeringdoos op de cabineheadliner (Figuur 26).

    g036558

    Note: De identificatienummers van de zekeringen zijn in het deksel van de zekeringkast gegoten.

    g350748

    De koppeling van de aircocompressor controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 250 bedrijfsuren
  • Controleren of de koppeling van de aircocompressor juist werkt.
    1. Ontgrendel en open de motorkap (Figuur 36).

      g347425
    2. Laat iemand anders op de bestuurdersstoel zitten, draai de knop voor temperatuurregeling naar de koude stand en zet de schakelaar van de airconditioning naar de stand AAN en UIT (Figuur 29).

      g347426
    3. Luister aan de achterkant van de machine of de koppeling van de compressor (Figuur 30) in- en uitschakelt (klikken).

      g019082
    4. Zet de schakelaar van de airconditioning (Figuur 29) op UIT.

      Important: Om te voorkomen dat de accu wordt ontladen, moet u ervoor zorgen dat de schakelaar van de airconditioning in de stand UIT staat.

    Het dak verwijderen

    1. Verwijder de 4 bouten, 4 ringen en 4 afdichtingen waarmee het dak aan de cabine is bevestigd (Figuur 31).

      Note: Verwijder de 8 bouten rond de ventilatoren niet.

      Important: De ventilatoren zijn gemonteerd aan het dak.

      g347511
    2. Koppel de connectoren van de kabelboom los aan elke ventilator.

    3. Verwijder het dak voorzichtig van de cabine.

    Het dak monteren

    1. Plaats het dak op het frame van de cabine.

    2. Sluit de connectoren van de kabelboom aan op elke ventilator.

    3. Lijn de gaten in het dak uit met de clipmoeren van het cabineframe.

    4. Monteer het dak aan de cabine; gebruik hierbij de 4 bouten, 4 ringen en 4 afdichtingen (Figuur 31) die u verwijderd hebt in stap 1.

    Koelmiddelpeil controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Maandelijks
  • Controleer het koelmiddelpeil(aan de hand van het kijkglaasje)
  • Controleer of het koelmiddel op het juiste bedrijfspeil staat voor de airconditioning.

    1. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee het dak bevestigd is; zie Het dak verwijderen.

      Note: U mag het dak niet verwijderen.

    2. Zorg ervoor dat de parkeerrem in werking is gesteld, start de motor, draai de knop voor de temperatuurregeling naar de koude stand en zet de schakelaar van de airconditioning op AAN (Figuur 32).

      g347426
    3. Laat de motor 5 minuten stationair draaien zodat het airconditioningsysteem de luchtbellen uit het koelmiddel kan verwijderen.

    4. Verplaats het dak zodanig dat u bij de opvangfiltertank kunt komen (Figuur 33).

      g347510
    5. Kijk bij het dak naar het kijkglaasje voor het koelmiddelpeil van de opvangfiltertank (Figuur 33). Als u meer dan af en toe een luchtbel door het kijkglas ziet, neem dan contact op met uw erkende Toro verdeler voor onderhoud.

      Note: Als u af en toe een luchtbel ziet, is het koelmiddelpeil aanvaardbaar. Naarmate het koelmiddelpeil daalt, zult u meer luchtbellen door het kijkglas zien. Een laag koelmiddelpeil vermindert de doeltreffendheid van de airconditioning.

      Important: Als het koelmiddelpeil extreem laag wordt, kan de lagedrukschakelaar de airconditioning uitschakelen.

    6. Zet de schakelaar van de airconditioning (Figuur 32) UIT en schakel de motor uit.

      Important: Om te voorkomen dat de accu wordt ontladen, moet u ervoor zorgen dat de schakelaar van de airconditioning in de stand UIT staat.

    De condensor controleren en reinigen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Maandelijks
  • De condensor controleren en reinigen.
    1. Verwijder het dak van de cabine; zie Het dak verwijderen.

    2. Controleer de ribben van de condensor en de verdamper op opgehoopt vuil en afval.

      g350713
    3. Reinig indien nodig de ribben van de condensor en de verdamper met perslucht in de tegenovergestelde richting van de normale luchtstroom. Een vettig laagje kunt u verwijderen met een niet-schurende zeepoplossing.

    4. Monteer het dak van de cabine; zie Het dak monteren.

    De afvoerbuizen controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 250 bedrijfsuren
  • Controleer de afvoerbuis op verstoppingen en reinig deze indien nodig.
  • De afvoerbuizen zijn doorzichtige plastic buizen die aangesloten zijn op de verdamper van de blazer in het dak van de cabine. De afvoerbuizen lopen langs beide voorste -stijlen van de cabine en voeren water af van de verdamper.

    g019083
    1. Controleer de afvoerbuizen op verstoppingen.

    2. Als de buis verstopt is, gebruik dan een flexibel schoonmaakgereedschap, zoals een leidingreiniger. Koppel indien nodig de buis los van de fitting van de condensorafvoer, en blaas de buis met perslucht uit.

    Ventilatorriem van de compressor controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Om de 500 bedrijfsuren
  • Controleer de staat en spanning van de ventilatorriem van de compressor.
    1. Ontgrendel en open de motorkap (Figuur 36).

      g347425
    2. Controleer de riemspanning door een kracht van 40 N uit te oefenen op de riem (Figuur 37), in het midden tussen de motorpoelie en de compressorpoelie.

      Note: De riem is goed aangespannen als hij 10 mm doorbuigt.

      g019081
    3. Als de speling van de riem meer of minder is dan 10 mm, moet u de bovenste en onderste montagebouten van de compressor losdraaien.

    4. Draai de compressor om de spanning van de riem te verhogen of verminderen en draai de bouten vast.

    5. Herhaal stap 2 totdat de riem de goede spanning heeft.

    6. Sluit de motorkap en zet deze vast met de vergrendelingen.

    De koelmiddeldruk controleren

    Tijdens het gebruik van het airconditioningsysteem verschilt de bedrijfsdruk aan de zuigkant (lage druk) en de drukkant (hoge druk) van de compressor; zie Figuur 38.

    Dit drukverschil wordt beïnvloed door de snelheid van de compressor, de binnentemperatuur van het voertuig, de buitenluchttemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid.

    Als de druk verschilt van de waarden in de onderstaande tabel, kan dit duiden op een storing in het systeem.

    Om de druk te controleren, stelt u de compressorsnelheid in op 2000 tpm met een luchttemperatuur tussen 20 en 40 °C. Stel de blazer in op stand 3 (hoogste snelheidsinstelling).

    g350689

    Koelmiddeldruk in het systeem

    Buitentemperatuur

    Lagedrukkant

    Hogedrukkant

    20 °C

    1,7 tot 2,1 bar

    10 tot 14 bar

     

     

    25 °C

    1,8 tot 2,2 bar

    12 tot 16 bar

     

     

    30 °C

    1,9 tot 2,3 bar

    14 tot 18 bar

     

     

    Problemen met de drukwaarden verhelpen

    Tijdens de compressietest kunt u waarden meten die afwijken van de waarden in de tabel. Probeer de oorzaak te achterhalen om te bepalen of een onderdeel gerepareerd of vervangen moet worden.

    Hieronder volgt een lijst met drukafwijkingen en enkele mogelijke oorzaken.

    • Druk bij hogedrukmanometer te hoog

      • Te weinig lucht in condenser.

      • Te veel koelmiddel

      • De droger/filter zit verstopt.

    • Druk bij hogedrukmanometer is te laag

      • Te weinig koelmiddel (controleer bij het kijkglaasje).

      • Compressorsnelheid te laag (controleer aandrijfriem op slippen/spanning).

      • Er is een storing bij de compressor.

    • Druk bij lagedrukmanometer te hoog

      • Onjuist expansieventiel.

      • Compressorsnelheid te laag (controleer aandrijfriem op slippen/spanning).

      • Er is een storing bij de compressor.

    • Druk bij lagedrukmanometer te laag

      • Verstopping in de zuig- of drukslangen.

      • Onjuist expansieventiel.

      • Te weinig koelmiddel (controleer de bezinkselkolf).

      • Te weinig lucht in condenser.

      Laat een gekwalificeerd persoon alle drukwaarden die afwijken van de waarden in de tabel onderzoeken en herstellen.

    Important: Laat koelmiddel nooit in het milieu terechtkomen. Voordat het koelmiddelcircuit wordt geopend of onderdelen ervan worden losgekoppeld, moet het koelmiddel worden geleegd in een speciaal recyclevat dat op de juiste wijze moet worden afgevoerd.

    Gebruik altijd originele reserve-onderdelen van Toro bij het uitvoeren van reparaties of onderhoudswerkzaamheden aan het airconditioningsysteem.

    De machine en cabine schoonmaken

    Bij het reinigen van de machine en de cabine mag u nooit water in het dak spuiten.

    Important: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken.

    Stalling

    Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de tractie-eenheid voor informatie over de opslag van de machine.

    Schema's

    Schema airconditioningsysteem

    g350749

    Elektrisch schema airconditioningsysteem

    g350760

    Elektrisch schema cabine

    g350761