Installatie

De machine voorbereiden op de montage

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Haal de parkeerrem aan.

  3. Breng de maai-eenheden omlaag.

  4. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.

  5. Koppel de hoofdstroomaansluitingen los; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

De machine opkrikken

Krik de machine op; raadpleeg het onderdeel voorbereidingen voor het onderhoud van de Gebruikershandleiding van uw machine.

Het achterwiel verwijderen

  1. Verwijder de vier wielmoeren (Figuur 1) waarmee het wiel aan de wielnaaf is bevestigd.

    g300939
  2. Verwijder het wiel van de machine.

De bestaande naaf verwijderen

  1. Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 2).

    g432137
  2. Verwijder de seegerring en draai de naaf linksom (naar voren) van de as .

De naaf monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Naaf1
Stofkap1
O-ring1
Seegerring 1
Drukring2
Lager1

Monteer de naaf, de drukringen, het lager, de seegerring en de stofkap met de O-ring op de as (B in Figuur 3).

Wanneer u de seegerring monteert, moet u de golfring in de naaf samendrukken.

g432964

De naaf smeren

Smeer de naaf; zie De naaf smeren.

Achterwiel monteren

  1. Gebruik de eerder verwijderde wielmoeren om het wiel aan de naaf te bevestigen (Figuur 4).

    g300939
  2. Draai de wielmoeren vast (in een kruispatroon zoals getoond in Figuur 5) met een torsie van 108 tot 122 N·m.

    g274650

De montage voltooien

  1. Laat de machine neer op de grond.

  2. Sluit de hoofdstroomaansluitingen aan; raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw machine.

Onderhoud

De naaf smeren

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Om de 100 bedrijfsuren
  • De naaf smeren.
  • Gebruik nr. 2 vet op lithiumbasis om de naaf te smeren. Zie Figuur 6 voor de plaats van de snmeernippel van de naaf.

    g300937