Onderhoud
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Elke keer als de accu helemaal leeg is |
|
Jaarlijks of vóór stalling |
|
Controleren van het oliepeil en bijvullen van kettingolie
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Elke keer als de accu helemaal leeg is |
|
Important: Gebruik alleen speciale kettingolie (afzonderlijk verkrijgbaar).
-
Schakel de kettingzaag uit en verwijder het accupack, zie Verwijderen van de accu.
-
Controleer het oliepeil met het peilglas. Als de olie het venster niet geheel bedekt, voeg dan kettinggeleider- en kettingolie toe naar behoefte (Figuur 24).
-
Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond, met de oliedop boven.
-
Maak de omgeving van de oliedop schoon (Figuur 24).
Note: Zorg dat er geen vuil of houtsnippers in de olietank komen.
-
Vouw de vleugel van de oliedop uit, verwijder de oliedop, giet kettinggeleider- en kettingolie in de kettingzaag tot de tank gevuld is (Figuur 24).
Important: Vul de zaag niet voorbij de onderkant van de vulnek.
-
Ruim eventueel gemorste olie op, zet de oliedop vast, vouw de vleugel van de oliedop in.
-
Verzeker dat olie naar de ketting stroomt, zie Controleren van de stroming van de kettinggeleider- en kettingolie.
Controleren van de kettingrem
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Elke keer als de accu helemaal leeg is |
|
-
Schakel de kettingrem in door deze in de STOP-stand te zetten (Figuur 25).
-
Bereid u voor op het beproeven van de werking van de kettingzaag, zie Voor gebruik van de kettingzaag.
-
Probeer de kettingzaag te starten. Als de zaag start, neem deze dan voor reparatie naar een erkende servicedealer.
-
Schakel de kettingrem uit door deze naar achteren te trekken en in de ZAGEN-stand te zetten (Figuur 25).
Controleren van de stroming van de kettinggeleider- en kettingolie
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
-
Maak de kettingzaag klaar voor gebruik, zie Voor gebruik van de kettingzaag.
-
Om te controleren of de olie naar de ketting stroomt, houdt u de neus van de kettingzaag een paar centimeter van een oppervlak (bv. papier, karton, boomstronk) en laat u de kettingzaag draaien. U moet dan een licht oliepatroon op het oppervlak zien (Figuur 26).
-
Als de olie niet stroomt, verzeker dan dat de tank is gevuld met olie en dat het gebied onder het zijdeksel schoon is, zie Controleren van het oliepeil en bijvullen van kettingolie en Onderhoud van de kettinggeleider, ketting en aandrijftandwiel.
Instellen van de kettingspanning
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Elke keer als de accu helemaal leeg is |
|
Verzeker dat de zaagketting de juiste spanning heeft.
Een te lage spanning verkort de levensduur van het kettingwiel en de kettinggeleider, en de ketting kan van de kettinggeleider lopen.
Een te hoge spanning leidt tot oververhitting van de kettinggeleider en ketting, en snelle slijtage en kan leiden tot verbranden van de motor of kettingbreuk.
De kettingspanning is juist als u met een handschoen de ketting rustig om de kettinggeleider kunt trekken. De ketting moet in aanraking blijven met de onderkant van de kettinggeleider.
Controleer de spanning van een nieuwe ketting altijd na enkele zaagsnedes. Een nieuwe ketting rekt meestal en moet na een paar zaagsnedes worden nagesteld.
Gevaar
Het aanraken van de tanden van de zaagketting kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
-
Verwijder de accu voordat u de kettingzaag onderhoudt of instelt.
-
Draag altijd handschoenen bij het instellen of onderhouden van de kettingzaag.
-
Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond en verwijder de accu, zie Verwijderen van de accu.
-
Laat de zaagketting afkoelen.
Important: Span de ketting niet als die heet is, de ketting krimpt bij het afkoelen wat tot een te hoge kettingspanning kan leiden.
-
Controleer de kettinggeleider op buigen en beschadigingen, vervang deze indien nodig.
-
Verzeker dat de kettingrem in ZAAG-stand staat (Figuur 25).
-
Draai de verliesvrije moeren op het zijdeksel los met het universele gereedschap, maar verwijder het zijdeksel niet (Figuur 28).
-
Hou de neus van de kettinggeleider naar boven (Figuur 27).
-
Stel de kettingspanning in met het universele gereedschap, zet het zijdeksel dan vast op de kettingzaag door de verliesvrije moeren aan te draaien (Figuur 28).
-
Kettingspanning verhogen: draai de kettingspanknop naar rechts (Figuur 27).
-
Kettingspanning verlagen: draai de kettingspanknop naar links.
Stel de kettingspanning bij totdat de ketting de onderkant van de kettinggeleider raakt, trek de ketting dan weg van de onderkant van de kettinggeleider; een goed gespannen ketting kan 3,2 tot 6,4 mm van de kettinggeleider worden weggetrokken en springt terug als u de ketting loslaat.
Als de ketting niet goed gespannen is, maak het zijdeksel dan los en herhaal stap 5 tot 8.
-
-
Met een handschoen aan trekt u de ketting rond de kettinggeleider. Bij de goede spanning beweegt de ketting soepel en blijft deze in aanraking met de onderkant van de kettinggeleider.
-
Controleer de kettingspanning nogmaals en herhaal deze procedure indien nodig.
Onderhoud van de kettinggeleider, ketting en aandrijftandwiel
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Jaarlijks of vóór stalling |
|
Gevaar
Het aanraken van de tanden van de zaagketting kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
-
Verwijder de accu voordat u de kettingzaag onderhoudt of instelt.
-
Draag altijd handschoenen bij het instellen of onderhouden van de kettingzaag.
-
Plaats de kettingzaag op een vlakke ondergrond en verwijder de accu, zie Verwijderen van de accu.
-
Verwijder het zijdeksel door de 2 verliesvrije moeren van het deksel los te draaien (Figuur 28).
Note: De verliesvrije moeren komen niet los van het zijdeksel, draai ze los tot u het deksel kunt afnemen.
-
Neem de spanning van de ketting door de kettingspanschroef naar links te draaien (Figuur 28).
-
Neem de ketting van de kettinggeleider en leg deze opzij.
-
Verwijder de borgring en het aandrijftandwiel van de kettingzaag (Figuur 29).
-
Verwijder eventuele vervuiling onder het zijdeksel.
-
Controleer het aandrijftandwiel; vervang het bij aanzienlijke slijtage of beschadiging.
-
Monteer het aandrijftandwiel en de borgring.
-
Controleer de oliepoort (Figuur 29) op vervuiling en maak deze indien nodig schoon.
-
Maak de kettinggeleider en ketting schoon: maak de groef rond de kettinggeleider schoon met een stuk draad of een kleine platte schroevendraaier, begin bij het tandwiel in de neus en werk dan terug.
Verzeker dat het oliekanaal van de kettinggeleider, dat is uitgelijnd met de oliepoort van de kettingzaag, schoon is zodat de olie vrij over de ketting kan stromen (Figuur 30).
-
Controleer de kettinggeleider en ketting; als de kettinggeleider of groef beschadigd is of het tandwiel in de neus niet vrij kan draaien vervang de kettinggeleider dan; als de ketting aanzienlijke slijtage of beschadiging vertoont vervang deze dan.
-
Monteer de kettinggeleider en ketting; zie Monteren van de kettinggeleider en ketting.
-
Verzeker dat olie naar de ketting stroomt, zie Controleren van de stroming van de kettinggeleider- en kettingolie.
Monteren van de kettinggeleider en ketting
Gevaar
Het aanraken van de tanden van de zaagketting kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
-
Verwijder de accu voordat u de kettingzaag onderhoudt of instelt.
-
Draag altijd handschoenen bij het instellen of onderhouden van de kettingzaag.
-
Als het zijdeksel op de machine is gemonteerd maak dan de 2 verliesvrije moeren los waarmee het zijdeksel gemonteerd is en verwijder het deksel (Figuur 31A en Figuur 31B).
-
Plaats de zaagketting rond het tandwiel aan de voorkant van de kettinggeleider, zodat de snijkanten van de kettingstanden aan de bovenkant van de kettinggeleider naar voren wijzen zoals aangegeven in de tekening op het zijdeksel van de kettingzaag (Figuur 31C).
-
Plaats de ketting rond de kettinggeleider en plaats de onderkant van de kettingstanden in de groef van de kettinggeleider.
Note: Als u een nieuwe ketting monteert, keer de kettinggeleider dan om zodat ongelijke slijtage wordt voorkomen.
-
Plaats de open lus van de ketting (niet op de kettinggeleider) rond het aandrijftandwiel van de kettingzaag en monteer de kettinggeleider met ketting op de zaag zoals in Figuur 31C.
Important: Verzeker dat de instelpen van de zaagketting zich bevindt in het gat aangeven door de pijl in Figuur 31C. Mogelijk moet u de kettingspanknop draaien om de pen in het gat in de kettinggeleider te laten vallen.
-
Plaats het zijdeksel, maar draai de verliesvrije moeren nog niet geheel aan (Figuur 31D).
-
Stel de kettingspanning in, zie Instellen van de kettingspanning .
De ketting slijpen
Onderhoudsinterval | Onderhoudsprocedure |
---|---|
Bij elk gebruik of dagelijks |
|
Jaarlijks of vóór stalling |
|
Een scherpe ketting verzekert betere zaagprestaties en de accu gaat langer mee.
De ketting moet geslepen of vervangen worden indien u deze in het hout moet forceren, of als er bij het zagen stof vrijkomt in plaats van spaanders.
Laat de ketting indien nodig slijpen of vervangen door een erkende servicedealer.
Onderhoud
Indien de zaag service nodig heeft, kunt u deze naar een erkende servicedealer brengen.