CALIFORNIË
Proposition 65 Waarschuwing
Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
Haal de parkeerrem aan.
Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
Koppel de snelkoppelingen voor de voeding naar de maai-eenheden los, zie de Gebruikershandleiding van uw machine.
Verwijder de gras grasvangers (indien gemonteerd) en maai-eenheden van de machine; zie de Gebruikershandleiding van uw machine.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
TMD gewicht | 3 |
Montageplaat | 3 |
Rubber buffer | 9 |
Pakkingring | 3 |
Inpersbout met groeven | 3 |
Moer (5/16") | 18 |
Moer (ā ") | 3 |
Herhaal deze procedure voor elke maai-eenheid.
Haal de spanning van de balanseenheid af: Zie Figuur 1.
Verwijder de borgpen uit gaffelpen waarmee de spanarm bevestigd is.
Plaats een wringstang van 0,95 cm in het vierkante gat van de spanarm.
Note: Trek voorzichtig aan de wringstang om de spanning van de torsieveer op de gaffelpen op te heffen.
Verwijder de gaffelpen en laat de balansveren ontspannen.
Verwijder de kruisarm-eenheid: maak de moeren waarmee de armen op de verbindingsarmen (Figuur 2) zijn bevestigd los en verwijder ze.
Verwijder de zeskantbouten (5/16" x 2½"), moeren (5/16"), en klemmen waarmee de stuurkop is bevestigd aan de ophanging (Figuur 3).
Note: Bewaar de bevestigingsmiddelen voor hermontage.
Verwijder de gegroefde plastic ring van de stuurkop (Figuur 3).
Pers de inpersbout met groeven in het gat in de stuurkop waar de ring was gemonteerd. Gebruik hierbij een tandheugelpers.
Gebruik de bevestigingsmiddelen die u heeft verwijderd in stap 3 om de stuurkop aan de ophanging (Figuur 3) te bevestigen.
Draai de zeskantbouten (5/16" x 2½") aan met 26 tot 33 N·m, in de volgorde getoond in Figuur 4.
Monteer de kruisarm-set op de stuurkop (Figuur 2).
Monteer de montageplaat op de stuurkop (Figuur 5) met een moer (ā ").
Note: Verzeker dat de bovenkant van de montageplaat is uitgelijnd met de rand van het gietstuk van de stuurkop.
Monteer 3 rubber buffers op de montageplaat met 3 moeren (5/16") zoals in Figuur 5.
Note: Vervang de rubber buffers jaarlijks.
Plaats de speciale ring in het TMD gewicht (Figuur 6).
Monteer het TMD gewicht op de montageplaat met 3 rubber buffers en 3 moeren (5/16") (Figuur 6).
Plaats een wringstang van 0,95 cm in het vierkante gat van de spanarm.
Gebruik de eerder verwijderde borgpen om de gaffelpen te monteren in de middelste gaten van de bevestiging van de balanseenheid en onder de spanarm, zie Figuur 1 voor de plaats van de gaffelpen.
Note: De spanarm kan met een wringstang of ratelsleutel (0,95 cm) worden geroteerd om de gaten uit te lijnen.
Note: Bij machines met en hydraulische messenkooi: zet de balanseenheid weer in de configuratie voor een elektrische messenkooi, zoals in Figuur 1. Deze positie compenseert het toegevoegde gewicht van de TMD.
Benodigde onderdelen voor deze stap:
Bevestigingsarm | 6 |
Herhaal deze procedure voor elke maai-eenheid. Bewaar alle bevestigingsmiddelen voor hermontage in Monteren van bevestigingsarm op de zijplaat
Verwijder het gewicht van de rechter-zijplaat door de inbusbouten en zeskantmoeren te verwijderen waarmee het gewicht aan de rechter-zijplaat is bevestigd.
Als de maai-eenheid voorzien is van een optionele groomer of achterrol-borstel, verwijder de aandrijvingsonderdelen van die opties dan van de maai-eenheid.
Maak de borgmoeren van elke snijbalk-scharnierbout los en neem de snijbalk-scharnierbouten, metalen onderlegringen, en kunststof onderlegringen van de zijplaten (Figuur 8).
Note: Maak een aantekening van de plaats van de metalen en kunststof onderlegringen, voor de hermontage.
Verwijder vervolgens de achterrol: Zie Figuur 9.
Maak de 2 flensmoeren los waarmee de as van de achterrol is bevestigd aan de achterrolbeugels.
Voer de volgende stappen uit bij één van de achterrolbeugels:
Note: Bij maai-eenheden met de optionele hoge maaihoogte set: er zitten extra vulplaatjes tussen de achterrolbeugel en de zijplaat van de maai-eenheid.
Maak een aantekening van het aantal en de plaats van deze vulplaatjes, voor de hermontage.
Verwijder de flensmoeren en inbusschroeven waarmee het montageplaatje van de as, afstandsstuk voor de rolhoogte, en vulplaatjes van de rol zijn gemonteerd op de zijplaat van de maai-eenheid.
Verwijder de rolbeugel en vulplaatjes van de rol van de achterrol en de maai-eenheid.
Voer de volgende stappen uit met de voorrol: Zie Figuur 10.
Maak de inbusbout los waarmee de voorrol-as is bevestigd aan de maaihoogte-armen.
Bij één van de maaihoogte-armen: verwijder de maaihoogte-moer, maaihoogte-onderlegring en de ploegbout waar de maaihoogte-arm is bevestigd aan de zijplaat van de maai-eenheid. Verwijder de maaihoogte-arm van de maai-eenheid.
Schuif voorrol af van de andere maaihoogte-arm op de maai-eenheid.
Verwijder de dwarsstang door het verwijderen van de flenskopschroeven waarmee de dwarsstang is bevestigd aan de bevestigingsarmen (Figuur 11).
Verzeker dat de messenkooi ondersteund is zodat deze niet kan verschuiven of vallen.
Verwijder de borstbouten en flensmoeren waarmee de zijplaat is bevestigd op de dwarsbalk van de maai-eenheid (Figuur 11).
Verwijder de zijplaat van de as van de messenkooi, rollen, snijbalk, en dwarsbalk van de maai-eenheid (Figuur 11).
Verwijder de bestaande bevestigingsarm van de zijplaat (Figuur 11).
Maak de zijplaten en andere onderdelen van de maai-eenheid goed schoon. Controleer de zijplaten op slijtage of beschadiging en vervang de onderdelen indien nodig.
Schuif de zijplaat met de nieuwe bevestigingsarm voorzichtig op de messenkooi-eenheid (Figuur 12).
Important: Verzeker dat de zijplaat goed op het lager op de as van de messenkooi zit.
Monteer de borstbouten en flensmoeren om de zijplaat te bevestigen op de dwarsbalk van de maai-eenheid (Figuur 12).
Draai de borstbouten aan met 24 tot 27 Nām).
Plaats de dwarsstang op de bevestigingsarmen en monteer deze met 2 flenskopschroeven (Figuur 12).
Breng antivreetmidel aan op de schroefdraad van de snijbalk schroefdraad en de schouder van elke scharnierbout.
Schuif een metalen onderlegring ring en dan een kunststof onderlegring op elke scharnierbout van de snijbalk (Figuur 13).
Plaats een metalen onderlegring en een kunststof onderlegring tussen de snijbalk en elke zijplaat van de maai-eenheid (Figuur 13).
Monteer de snijbalk-scharnierbouten (Figuur 13).
Note: Verzeker dat kunststof onderlegringen niet vastzitten op de schroefdraad van de scharnierbouten.
Draai elke scharnierbout van de snijbalk aan met 22 tot 27 N·m.
Draai beide borgmoeren aan tot de buitenste onderlegringen geen speling meer hebben maar nog wel kunnen worden rondgedraaid.
Important: Zet de borgmoeren niet te vast. Te vast aantrekken leidt tot vervorming van de zijplaten en is van invloed op de instelling van de lagers van de messenkooi. Als de borgmoer goed is aangetrokken kan er een tussenruimte zijn bij de binnenste onderlegringen.
Monteer de voorrol op de maai-eenheid, zie Figuur 14:
Schuif de voorrol op de maaihoogte-arm die aan de maai-eenheid is bevestigd.
Controleer de staat van de maaihoogte-schroef. Indien nodig: breng antivreetmidel aan op de schroefdraad van de maaihoogte-schroef. Draai de maaihoogte-schroef in de maaihoogte-arm.
Note: Verzeker dat de ring op de maaihoogte-schroef in de uitsparing op de zijplaat valt.
Monteer de maaihoogte-arm op de zijplaat met een ploegbout, maaihoogte-onderlegring, en maaihoogte-moer.
Note: De lip van de maaihoogte-onderlegring moet in de sleuf op de maaihoogte-arm vallen en naar beneden naar de rol wijzen.
Zet de voorrol vast op de maaihoogte-arm met de inbusbout.
Note: Verzeker dat de voorrol met de messenkooi gecentreerd is.
Monteer de achterrol op de maai-eenheid, zie Figuur 15:
Schuif de as van de achterrol door de beugel die aan de maai-eenheid bevestigd is.
Monteer de tweede rolbeugel en de vulplaatjes op de zijplaat met 2 slotbouten en 2 flensmoeren. Draai de flensmoeren niet geheel aan.
Centreer de achterrol met de messenkooi zet de rol vast door de flensmoeren aan te draaien.
Stel de maai-eenheid in; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.
Note: De parallelliteit van de achterrol met de messenkooi wordt bepaald door de nauwkeurig bewerkte dwarsbalk en zijplaten van de maai-eenheid. Indien nodig, kunt u de zijplaten van de maai-eenheid losmaken en is een kleine verstelling maken om de achterrol parallel te stellen met de messenkooi.
Monteer het gewicht op de rechter-zijplaat met de inbusbouten en zeskantmoeren (Figuur 16).
Als de maai-eenheid is voorzien van een optionele groomer of achterrol-borstel, monteer de onderdelen van die opties dan op de de maai-eenheid. Zie de Montage-instructies voor elke optie.
U moet de grasvangers en steunplaten aanpassen voor gebruik met de antistuiter set. Voer deze procedures uit als u de grasvangers gebruikt bij de bediening.
Gebruik de gemonteerde handgreep van de grasvanger als sjabloon en markeer een parallelle lijn bij de voorkant van de handgreep (Figuur 17).
Meet 12,7 mm van elke kant van de handgreep en markeer 2 lijnen die een rechte hoek maken met de lijn die u in stap 1 (Figuur 17) markeerde.
Verwijder de handgreep onderdelen (handgreep, steunplaat en moeren van de grasvanger (Figuur 18).
Volg de gemarkeerde lijnen en verwijder het gearceerde gebied zoals in Figuur 17.
Note: Gooi het verwijderde materiaal weg.
Met de steunplaat gedemonteerd: verwijder 1,3 cm vanaf de voorkant en verwijder het gearceerde gebied zoals in Figuur 19.
Monteer de handgreep en steunplaat op de grasvanger met de eerder verwijderde moeren (Figuur 18).
Note: Verzeker dat het verwijderde gedeelte zich aan de voorkant van de grasvanger bevindt.
Draai de moeren aan met 6 tot 8 N·m.
Monteer de maai-eenheden en de grasvangers (optioneel) op de machine; zie uw machine Gebruikershandleiding.
Koppel de snelkoppelingen voor de voeding naar de maai-eenheden aan, zie de Gebruikershandleiding van uw machine.
Omdat er nu meer gewicht op de ophanging rust zal de daadwerkelijke maaihoogte lager zijn. Controleer de maaihoogte van elke maai-eenheid. en stel deze indien nodig in; zie de gebruikershandleiding van de maai-eenheid.
Note: Als u de instelling van de balanseenheid wijzigt van "hydraulisch" naar "elektrisch" zal het verschil in maaihoogte minimaal zijn.