Inleiding

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Als u service, originele onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice. U dient hierbij altijd het model- en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.

g005673

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Het veiligheidssymbool (Figuur 2) komt zowel in deze handleiding als op de machine voor om belangrijke veiligheidsberichten te identificeren die u moet opvolgen om ongevallen te voorkomen. Het symbool zal verschijnen met het woord Gevaar of Waarschuwing.

  • Gevaar: een direct gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, altijd zal leiden tot de dood of ernstig letsel.

  • Waarschuwing: een mogelijk gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.

  • Waarschuwing: een mogelijk gevaarlijke situatie die, als deze niet wordt voorkomen, kan leiden tot licht of middelmatig letsel.

sa-black

Waarschuwing

CALIFORNIË

Proposition 65 Waarschuwing

Gebruik van dit product kan leiden tot blootstelling aan chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.

Veiligheid

Gevaar

Motoren kunnen tijdens het gebruik heet worden. Aanraking met hete oppervlakken kan ernstige brandwonden veroorzaken.

Laat motoren en vooral de geluiddemper afkoelen voordat u ze aanraakt.

Gevaar

Afval zoals bladeren, gras of struiken kunnen vlam vatten. Brand in het motorgedeelte kan letsel en materiële schade veroorzaken.

  • Zorg ervoor dat er zich geen vuil rond de motor en de geluiddemper verzamelt.

  • Pas op dat er bij het openen van de klep van de grasvanger geen afval op de motor en de geluiddemper valt.

  • Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt.

De volgende lijst bevat veiligheidsinformatie waarvan u op de hoogte moet zijn.

  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen en dat u weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.

  • Wees extra voorzichtig met grasvangers of andere werktuigen. Deze kunnen invloed hebben op de bediening van de machine en deze minder stabiel maken.

  • U kunt de stabiliteit verbeteren door wielgewichten of contragewichten toe te voegen of te verwijderen volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

  • Gebruik op steile hellingen geen grasvanger. Een zware grasvanger kan ervoor zorgen dat u de controle over de machine verliest of de machine doen kantelen.

  • Verminder uw snelheid en wees extra voorzichtig op hellingen. Rij op hellingen in de aanbevolen richting. De gazonomstandigheden kunnen van invloed zijn op de stabiliteit van de machine. Wees extra voorzichtig als u dicht in de buurt van een steile helling werkt.

  • Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en geleidelijk uit. Niet plotseling van snelheid of richting veranderen of bochten te snel inzetten.

  • De grasvanger kan het zicht naar achteren belemmeren. Wees extra voorzichtig als u de machine in de achteruitstand bedient.

  • Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.

  • Bedien de machine nooit terwijl de grasgeleider omhoog staat, verwijderd of aangepast is, tenzij u een grasvanger gebruikt.

  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Stel de machine niet af terwijl de motor loopt.

  • Stop de machine op een horizontaal oppervlak, zorg ervoor dat de wielen zijn geblokkeerd of vastgezet, schakel de aandrijvingen uit en zet de motor af voordat u de bestuurdersplaats verlaat om wat voor reden dan ook, inclusief het legen van de grasvanger of het ontstoppen van de afvoertunnel.

  • Als u de grasvanger verwijdert, zorg er dan voor dat de grasgeleider die werd verwijderd om de grasvanger te installeren weer wordt teruggeplaatst. Gebruik de maaimachine nooit zonder de grasgeleider of de complete grasvanger.

  • Zet de motor af voordat u de grasvanger verwijdert of het uitwerpkanaal deblokkeert.

  • Laat gras nooit langere tijd in de grasvanger.

  • De onderdelen van de grasvanger kunnen slijten of beschadigd raken, waardoor bewegende delen bloot komen te liggen of voorwerpen kunnen worden uitgeworpen. Controleer de onderdelen regelmatig en vervang deze indoen nodig. Gebruik hiervoor onderdelen die door de fabrikant worden aanbevolen.

Veiligheid tijdens het slepen

  • Bevestig materiaal dat wordt gesleept, uitsluitend aan het sleeppunt.

  • Volg de aanwijzing van de fabrikant op met betrekking tot de gewichtslimiet voor sleepwerktuigen en slepen op hellingen.

  • Laat kinderen of andere personen nooit plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen.

  • Op een helling kan het gewicht van een gesleept werktuig ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de bestuurder de macht over de machine verliest. Verminder het sleepgewicht en verminder uw snelheid.

  • Hoe zwaarder de gesleepte last, hoe langer de stopafstand wordt. Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om te stoppen.

  • Maak grote bochten om ervoor te zorgen dat het werktuig de machine niet raakt.

  • U mag nooit een lading slepen die zwaarder is dan de sleepmachine.

Veiligheids- en instructiestickers

Graphic

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.

decal109-6809
decal131-4036
decal133-8061
decal110-6691

Montage

De machine voorbereiden op de montage

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.

  2. Haal de parkeerrem aan.

  3. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.

Het gewicht monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bout (⅜" x 1¼")4
Borgmoer (⅜ inch)4
Gewichtmontagebeugel, links1
Gewichtmontagebeugel, rechts1
Ringen4
Gewichtbeugel1
Bout (⅜" x 1")2
Plat gewicht1
Koffergewicht1
Vaste dwarsstang1

Note: Deze procedure is alleen van toepassing op modellen met rijhendels. Op modellen met een stuurwiel moeten geen gewichten worden gemonteerd.

Voorzichtig

De grasvanger verandert de gewichtsverdeling van de machine. Als de machine zonder voorgewichten wordt gebruikt, kan de stabiliteit van de machine in gevaar worden gebracht, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen.

Zorg ervoor dat de voorgewichten op de juiste manier zijn gemonteerd voordat u de machine met de grasvanger in gebruik neemt.

  1. Zoek de voorste bouten onderaan het frame (Figuur 3 en Figuur 4).

  2. Verwijder de 2 bouten (⅜" x 1") en 2 borgmoeren (⅜"). Bewaar de borgmoeren.

    g014875
    g354525
  3. Zoek de gewichtmontagebeugels voor links en rechts tussen de losse onderdelen.

  4. Bevestig de linker beugel aan de onderzijde van het frame met behulp van 2 bouten (⅜" x 1¼"), 2 ringen en 2 borgmoeren (⅜") (Figuur 5).

    Note: Gebruik 1 van de borgmoeren die zich tussen de losse onderdelen bevindt en 1 van de borgmoeren die u voordien had verwijderd.

    g354523
  5. Aan de rechterkant van de machine monteert u de rechter gewichtmontagebeugel als volgt:

    • Voor machines zonder hefpedaal: bevestig de beugel met behulp van 2 bouten (⅜" x 1¼"), 2 ringen en 2 borgmoeren (⅜") (Figuur 6).

      Note: Gebruik 1 van de borgmoeren die zich tussen de losse onderdelen bevindt en 1 van de borgmoeren die u voordien had verwijderd.

      g354522

      Note: Voor machines met hefpedaal: de ringen zijn niet nodig.

    • Voor machines met hefpedaal: verwijder de voorste bevestigingen in de beugel van de hefpedaal en bevestig de beugel met 2 bouten en 2 borgmoeren (Figuur 7).

      Note: Gebruik 1 van de borgmoeren die zich tussen de losse onderdelen bevindt en 1 van de borgmoeren die u voordien had verwijderd.

      g354524
  6. Monteer de gewichtbeugel aan de montagebeugels; zorg er hierbij voor dat de buitenste gaten in de beugel overeenkomen met de montagebeugels die u eerder gemonteerd hebt (Figuur 8).

    Note: Controleer of de beugel gecentreerd is op het frame.

  7. Bevestig de gewichtbeugel met 2 bouten (3/8" x 1") en 2 borgmoeren (3/8") (Figuur 8).

    g014879
  8. Plaats een plat gewicht op de gewichtbeugel en beweeg het naar achteren, gelijk met de beugel (Figuur 9).

    g014880
  9. Plaats een koffergewicht voor het platte gewicht (Figuur 9).

  10. Bevestig de gewichten aan de gewichtbeugel met een vaste dwarsstang (Figuur 9). Plaats de stang en draai hem 90° naar beneden om te vergrendelen.

  11. Als alle gewichten en beugels op hun plaats zitten, controleert u of alle bevestigingen goed vast zitten. Indien nodig vastzetten.

Important: Als u de grasvanger verwijdert, moet u de voorgewichten verwijderen zodat de machine stabiel blijft.

Het bevestigingspunt voor werktuigen monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Stabilisatiebeugel(voor modellen van 2015 of later)1
Slotbout (5/16" x ¾")2
Borgmoer (5/16")4
Zelftappende schroef (5/16" x ¾")2
Bout (5/16" x 1")2
Draaiframe 1
R-pen 2
Stang 2
Ring 2
Sticker van trekstang1

Uitsluitend voor modellen van 2015 tot en met 2019

Note: De stabilisatiebeugel wordt uitsluitend gebruikt op modellen gebouwd in 2015 of later (Figuur 10).

  1. Monteer de stabilisatiebeugel op het motorscherm; gebruik 2 slotbouten (5/16" x ¾") en 2 borgmoeren (5/16") (Figuur 10).

    g030494
  2. Monteer het draaiframe aan het machineframe zoals getoond in Figuur 11. Monteer het draaiframe op het frame van de machine; gebruik 2 bouten (5/16" x 1") en 2 borgmoeren (5/16").

    g028227
  3. Bevestig het draaiframe aan de onderzijde van het frame van de machine met behulp van 2 zelftappende schroeven (5/16" x ¾") zoals getoond in Figuur 12.

    g028174
  4. Breng de sticker van de trekstang 1,3 cm aan de linkerkant van het bevestigingspunt voor werktuigen aan (Figuur 13).

    g028305
  5. Monteer het gebogen, wijd uitlopend uiteinde van een stang in de sleutelgatvormige opening aan de linkerzijde van het machineframe, en duw de stang naar achteren zodat deze in het frame vergrendeld wordt (Figuur 14).

    Note: Herhaal deze stap aan de rechterzijde van de machine.

    g028306
  6. Steek de gebogen uiteinden van de stangen in het bevestigingspunt voor werktuigen zoals getoond in Figuur 14 en bevestig de uiteinden met een ring en een borgpen.

Uitsluitend voor modellen van 2011 tot en met 2014

Note: De stabilisatiebeugel wordt niet gebruikt op modellen gebouwd in 2011 tot en met 2014.

Note: Voor modellen van 2011 tot en met 2014 is het achterste motorscherm optioneel voor deze grasvanger.

  1. Monteer het draaiframe aan het machineframe zoals getoond in Figuur 15. Monteer het draaiframe op het frame van de machine; gebruik 2 bouten (5/16" x 1") en 2 borgmoeren (5/16").

    g032814
  2. Bevestig het draaiframe aan de onderzijde van het frame van de machine met behulp van 2 zelftappende schroeven (5/16" x ¾") zoals getoond in Figuur 16.

    g030497
  3. Breng de sticker van de trekstang 1,3 cm aan de linkerkant van het bevestigingspunt voor werktuigen aan (Figuur 17).

    g030498
  4. Monteer een gebogen, wijd uitlopend uiteinde van een stang in de sleutelgatvormige opening aan de linkerzijde van het machineframe, en duw de stang naar achteren zodat deze in het frame vergrendeld wordt (Figuur 18).

    Note: Herhaal deze stap aan de rechterzijde van de machine.

    g030499
  5. Steek de gebogen uiteinden van de stang in het bevestigingspunt voor werktuigen zoals getoond in Figuur 18 en bevestig de uiteinden met een ring en een borgpen.

De vergredelingstang monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Vergrendelstang1
R-pen1

Monteer de vergrendelstang met een R-pen (Figuur 19).

g033027

Het bovenstuk van de grasvanger assembleren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Bovenstuk van grasvanger1
Rooster van grasvanger1
  1. Draai het bovenstuk van de grasvanger om.

  2. Monteer het rooster zoals wordt getoond in Figuur 20 zodat dit afloopt in de richting van de grasvangers.

    Note: Zorg ervoor dat de roosters vastklikken en de lipjes in het bovenstuk van de grasvanger zitten.

    g005666

Het bovenstuk van de grasvanger monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Frame van grasvanger2
Grasvanger2
Bovenste buis van de grasvanger1
Draaibeugel(uitsluitend model 79392)2
Bout (5/16” x 1”) (uitsluitend model 79392)4
Moer (5/16”) (uitsluitend model 79392)4
  1. Monteer de 2 frames op de 2 grasvangers.

    g453040
  2. Monteer het bovenstuk van de grasvanger aan het frame van de grasvanger.

  3. Uitsluitend voor model 79390, 79391 en 79393: draai het bovenstuk van de grasvanger om de spiegaten in de beugels van het bovenstuk op één lijn te brengen met de spieën in de steunen op het frame van de grasvanger (Figuur 22).

  4. Uitsluitend voor model 79390, 79391 en 79393: schuif de beugels op de steunen en draai het bovenstuk van de grasvanger omlaag in de bedrijfsstand.

    Note: Het bovenstuk van de grasvanger kan gemakkelijker worden gemonteerd met twee personen.

    g014888
  5. Uitsluitend voor model 79392: monteer de draaibeugels aan het draaiframe (Figuur 23).

  6. Uitsluitend voor model 79392: bevestig het bovenstuk van de grasvanger aan de draaibeugels; gebruik hiervoor 4 bouten (5/16” x 1”) en 4 moeren (5/16”).

    Note: Het bovenstuk van de grasvanger kan gemakkelijker worden gemonteerd met twee personen.

    g300208
  7. Breng het bovenstuk van de grasvanger omhoog en monteer de zakken door de zakframehaken op de bevestigingsbeugels te schuiven (Figuur 24).

    g033032
  8. Breng het bovenstuk van de grasvanger omlaag op de zakken (Figuur 25).

    g033030
  9. Vergrendel de kap met de sluiting (Figuur 25).

  10. Monteer de bovenste buis van de grasvanger door het gebogen uiteinde in de opening van het bovenstuk van de grasvanger te steken.

    Note: Zorg ervoor dat het wijd uitlopende uiteinde met de retentiesteun omlaag en naar voren wijst zodat deze kan worden aangesloten op de egalisatieset.

De uitblaasplaat monteren (uitsluitend maaidek van 137 cm)

Bevestig de uitblaasplaat aan het maaidek; gebruik hierbij 2 slotbouten en 2 borgmoeren.

g028409

De keerplaat monteren (uitsluitend model 79390, 79392 en 79393)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Keerplaat (uitsluitend model 79390)1
Slotbout (5/16” x 1-⅜”) (uitsluitend model 79393)2
Flensmoer (5/16”) (uitsluitend model 79393)2

Uitsluitend model 79390

  1. Til de grasgeleider op en zoek de bestaande keerplaat.

  2. Verwijder de borgmoeren en bout waarmee de keerplaat onderaan het maaidek is bevestigd. Bewaar al het bevestigingsmateriaal.

    g015220
  3. Monteer de keerplaat van de grasvanger onderaan het maaidek. Maak vast met het bevestigingsmateriaal dat u eerder verwijderd hebt.

    g015221

Uitsluitend model 79392

Note: Op sommige modellen is de keerplaat reeds gemonteerd. Ga naar de volgende procedure als de keerplaat al gemonteerd is.

Important: De keerplaat wordt samen met de machine geleverd als een los onderdeel.

Gebruik 2 bouten (5/16” x ¾”) en 2 borgmoeren (5/16”) om de keerplaat op het maaidek te bevestigen. Draai de bevestigingen vast met een torsie van 7-9 N·m.

g015321

Uitsluitend model 79393

  1. Verwijder de plaat met het zijuitwerpkanaal. Bewaar dit bevestigingsmateriaal en de eenheid.

  2. Verwijder de bestaande plaat onder de rechterzijde van het maaidek. Bewaar de plaat en het bevestigingsmateriaal.

    g017826

    Note: Zorg er bij de montage van de bestaande plaat voor dat u de bouten in de juiste opening aanbrengt.

  3. Monteer de bestaande plaat met een slotbout (5/16” x 1”) en een moer (5/16”) van de plaat die u eerder verwijderd hebt.

  4. Gebruik een nieuwe bout (5/16 x 1-⅜") en flensmoer (5/16") om de binnenkant van de plaat te bevestigen.

    g017823
  5. Breng een slotbout en flensmoer aan in de voorste opening; zie Figuur 31.

Het uitwerpkanaal monteren

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Uitwerpkanaal1
Knoppen (uitsluitend model 79393)2
Platte ringen (5/16”) (uitsluitend model 79393)2

Uitsluitend model 79390

  1. Zoek het uitwerpkanaal tussen de losse onderdelen. Zorg dat de gaten in het hengsel van het uitwerpkanaal uitgelijnd zijn met het hengsel van het maaidek.

  2. Bevestig het uitwerpkanaal aan het maaidek door middel van de R-pen aan de koord van het uitwerpkanaal.

    g015222
  3. Draai het uitwerpkanaal naar achteren in de richting van het maaidek zodat het uitwerpkanaal op gelijke hoogte met het maaidek is.

    Note: Op het moment dat u het uitwerpkanaal aansluit op het maaidek mag de bovenste sluiting niet in de weg van de draaistang zitten.

  4. Bovenaan het uitwerpkanaal maakt u de bovenste sluiting vast rond de draaistang van de grasgeleider.

    g015223
  5. Zet het uitwerpkanaal vast aan het maaidek door de buigbare vergrendeling op het uitwerpkanaal te bevestigen aan de borgbeugel die op het maaidek is gelast.

Uitsluitend model 79391

  1. Bevestig het metalen lipje op de voorkant van het uitwerpkanaal in de sleuf in de beugel die is gelast aan het maaidek.

    g015203
  2. Draai het uitwerpkanaal naar achteren in de richting van het maaidek zodat het uitwerpkanaal op gelijke hoogte met het maaidek is.

    g015204

    Note: Zorg ervoor dat de bevestigingshaak op het uitwerpkanaal niet in de weg staat zodat de opening van het uitwerpkanaal op gelijke hoogte met het maaidek is.

  3. Zet het uitwerpkanaal vast aan het maaidek door de buigbare vergrendeling op het uitwerpkanaal te bevestigen aan de borgbeugel die achter de opening is gelast op het maaidek.

  4. Maak de bevestigingshaak vast om de draaistang om het uitwerpkanaal vast te zetten.

    g005670

Uitsluitend model 79392

  1. Bevestig het metalen lipje op de voorkant van het uitwerpkanaal in de sleuf in de beugel die is gelast aan het maaidek.

    g015203
  2. Draai het uitwerpkanaal achterwaarts naar het maaidek toe zodat het uitwerpkanaal op gelijke hoogte met het maaidek komt.

    g015204

    Note: Als het uitwerpkanaal op gelijke hoogte met het maaidek is, moet u controleren of de rand van het uitwerpkanaal onder het lipje van de klem zit die u eerder hebt gemonteerd.

  3. Zet de haakvormige vergrendeling op de bovenkant van het uitwerpkanaal vast rond de draaistang van de grasgeleider.

    g005670
  4. Zet het uitwerpkanaal vast aan het maaidek van 127 cm door de buigbare vergrendeling op het uitwerpkanaal te bevestigen aan de borgbeugel die op het maaidek is gelast.

    g005756

Uitsluitend model 79393

  1. Lijn de openingen in het uitwerpkanaal uit en monteer het op de bouten. Bevestig het uitwerpkanaal aan het maaidek; gebruik hierbij de twee knoppen en platte ringen (5/16").

    g017824
  2. Bevestig de buigbare vergrendeling op het uitwerpkanaal aan de borgbeugel die achter de opening is gelast op het maaidek.

    g017825

Op de afvoerbuis aansluiten

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Afvoerbuis1
  1. Schuif het gebogen uiteinde van de afvoerbuis in de opening in het bovenstuk van de grasvanger.

    g010641
  2. Schuif het wijd uitlopend uiteinde van de afvoerbuis op het uiteinde van het uitwerpkanaal. Trek de rubberen spanband op het uitwerpkanaal over de pin op de afvoerbuis om die vast te zetten.

  3. Nadat u de grasvanger gemonteerd hebt, bevestigt u de bougiekabels weer.

De maaidekring monteren (uitsluitend model 79390)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Maaidekring4
Bout (5/16 x ¾")8
Borgmoer (5/16")8
  1. Monteer de in elkaar grijpende maaidekringen onderaan het maaidek.

    g015226
  2. Zet de ringen vast aan het maaidek met 8 bouten (5/16" x 3/4") en 8 borgmoeren (5/16").

Het mes monteren(uitsluitend model 79390)

Benodigde onderdelen voor deze stap:

Hi-Lift mes1
  1. Verwijder het aanwezige maaimes dat op uw maaidek is bevestigd. Raadpleeg het hoofdstuk Maaimessen verwijderen in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.

  2. Monteer het Hi-Lift maaimes. Raadpleeg het hoofdstuk Maaimessen monteren in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.

Gebruiksaanwijzing

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Waarschuwing

Om lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de volgende richtlijnen in acht nemen:

  • Zorg ervoor dat u bekend bent met alle gebruiksaanwijzingen en veiligheidsinstructies in de Gebruikershandleiding voor de maaimachine voordat u dit werktuig gaat gebruiken.

  • Verwijder nooit de afvoerbuis, zakken, het bovenstuk van de grasvanger of het uitwerpkanaal terwijl de motor loopt.

  • Zet altijd de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn voordat u een verstopping uit het vangsysteem verwijdert.

  • Verricht nooit onderhouds- of reparatiewerkzaamheden terwijl de motor loopt.

De graszakken leegmaken

Ga voorzichtig te werk als u een volle graszak optilt of leegmaakt. Om de graszakken leeg te maken, gaat u als volgt te werk:

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit.

  2. Beweeg de rijhendels naar buiten in de vergrendelde neutraalstand, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje, stel de parkeerrem in werking en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.

  3. Vervolgens moet u het bovenstuk van de grasvanger openen (omhoog brengen) (Figuur 45).

    g005758
  4. Druk het maaisel in de zakken samen. Til de zak met beide handen omhoog en haak deze los van de bevestigingsbeugel. Maak de zak leeg. Doe hetzelfde met de andere zak.

  5. Plaats de zakken door de zakframehaken op de bevestigingsbeugels te schuiven (Figuur 46).

    g005672
  6. Breng het bovenstuk van de grasvanger omlaag op de zakken.

Verstoppingen verwijderen uit de grasvanger

  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit.

  2. Beweeg de rijhendels naar buiten in de vergrendelde neutraalstand, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje, stel de parkeerrem in werking en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.

  3. Controleer de graszakken en maak deze leeg als ze vol zijn.

  4. Maak de afvoerbuis en het uitwerpkanaal los.

  5. Verwijder de afvoerbuis en het uitwerpkanaal van het bovenstuk van de grasvanger en het maaidek. Verwijder voorzichtig met een stok of een soortgelijk voorwerp de verstopping uit het maaidek, de afvoerbuis, het uitwerpkanaal en het bovenstuk van de grasvanger.

  6. Nadat u de verstopping hebt verwijderd, monteert u het complete vangsysteem en gaat u verder met maaien.

De grasvanger verwijderen

Voorzichtig

Als u de voorgewichten van de grasvanger niet verwijdert en de machine zonder grasvanger gebruikt, kan de machine minder stabiel worden, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen.

  • Haal altijd de voorgewichten weg als u de grasvanger verwijdert.

  • Als u de grasvanger verwijdert, neem dan ook de voorste gewichten weg.

De grasvanger kan worden verwijderd door de installatieprocedures voor alle betreffende sets in omgekeerde volgorde uit te voeren. Als er gewichten zijn gemonteerd, moet u ook de voorgewichten verwijderen als u de grasvanger verwijdert.

Note: De keerplaat hoeft uitsluitend te worden verwijderd als een mulch-set wordt gemonteerd.

De trekstang gebruiken

De steunbeugel van de grasvanger is uitgerust met een trekstang waarmee u de machine kunt slepen.

  • Lees alle bedieningsinstructies van de machine en zorg ervoor dat u ze begrijpt.

  • Vertraag voor de bocht en zorg voor voldoende vrije ruimte.

  • Neem brede bochten en hou gesleepte werktuigen uit de buurt van het sleepvoertuig.

  • Het maximale sleepvermogen van de trekstang is 36 kg.

  • Een te grote kracht op de trekstang kan tot storingen van de hydrostatische transmissie leiden.

    g033033

Tips voor bediening en gebruik

Tips voor het opvangen

Rekening houden met de afmetingen van de machine

Denk eraan dat de machine langer en breder is als dit werktuig is gemonteerd. Als u een te scherpe bocht maakt in een besloten ruimte, kunt u de grasvanger beschadigen.

Trimmen

U moet altijd trimmen met de linkerkant van het maaidek. Trim nooit met de rechterkant van het maaidek omdat u dan het uitwerpkanaal van de grasvanger en de afvoerbuis kunt beschadigen.

Maaihoogte

Zorg ervoor dat de maaihoogte van het maaidek niet te laag is, want hoog gras rond het maaidek kan verhinderen dat er lucht onder het maaidek komt en in het vangsysteem stroomt. Als er niet voldoende lucht onder het maaidek komt, zal het vangsysteem verstopt raken.

Maaifrequentie

U moet het gras veelvuldig maaien, vooral als het snel groeit. U moet het gras twee keer maaien als het te lang wordt.

Maaitechniek

Om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven, moet u het gras maaien in banen die elkaar enigszins overlappen. Dit vermindert de belasting van de motor en beperkt het risico dat het uitwerpkanaal en de afvoerbuis verstopt raken.

Vangsnelheid

Meestal zult u de grasvanger gebruiken met de gashendel van de maaimachine op Snel en zult u met een normale snelheid rijden. Maar in buitengewoon droge en stoffige omstandigheden zult u wellicht het motortoerental enigszins willen verminderen en de rijsnelheid van de machine verhogen. Het grasvangsysteem kan verstopt raken als u te snel rijdt en het motortoerental te laag is. Op heuvelachtig terrein kan het noodzakelijk zijn de rijsnelheid van de maaimachine te verminderen. Hierdoor handhaaft u het motortoerental en blijft het vangsysteem efficiënt werken. Maai heuvelafwaarts als dit mogelijk is.

Voorzichtig

Als de grasvanger vol raakt, komt er extra gewicht op de achterkant van de machine. Als u abrupt stopt en start op een helling, bestaat de kans dat u de controle over het stuur verliest of dat de machine omkantelt.

  • U mag daarom nooit plotseling starten of stoppen bij het op- en afrijden van een helling. Start de machine nooit hellingopwaarts.

  • Als u de machine stopt terwijl u hellingopwaarts rijdt, moet u de aftakas uitschakelen. Rij dan langzaam hellingafwaarts.

  • Verander niet plotseling de rijrichting of de snelheid op hellingen.

  • Als u de grasvanger verwijdert, neem dan ook de voorste gewichten weg.

Lang gras opvangen

Extreem lang gras is zwaar en wordt mogelijk niet volledig de graszakken in geblazen. Als dit gebeurt, kunnen de afvoerbuis en het uitwerpkanaal verstopt raken. Om verstopping van het vangsysteem te voorkomen, moet u het gras bij een hoge maaistand maaien; vervolgens zet u het maaidek lager in de normale maaistand en kunt u de grasvanger weer gebruiken.

Nat gras opvangen

Wij adviseren u het gras altijd te maaien als het droog is, omdat het gazon dan een keurig uiterlijk krijgt. Als u nat gras maait, moet u de conventionele zijafvoer van het maaidek gebruiken. Als het maaisel een paar uur later droog is, monteert u de complete grasvanger en zuigt u het maaisel op.

Tekenen van verstopping

Als u het gras opvangt, zal normaliter een geringe hoeveelheid maaisel worden uitgeblazen aan de voorzijde van het maaidek. Indien er een buitensporige hoeveelheid maaisel wordt uitgeblazen, duidt dit erop dat de zakken vol zijn of dat het systeem is verstopt.

Onderhoud

Note: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Aanbevolen onderhoudsschema

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Na de eerste 10 bedrijfsuren
  • De grasvanger controleren.
  • Bij elk gebruik of dagelijks
  • De grasvanger reinigen.
  • Vóór de stalling
  • De grasvanger controleren.
  • De grasvanger reinigen.
  • Voorzichtig

    Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.

    Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Druk de kabel opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kan maken met de bougie.

    Gevaar

    Een motor kan heet worden terwijl hij draait. Aanraking met hete oppervlakken kan ernstige brandwonden veroorzaken.

    Laat de motor en vooral de geluiddemper afkoelen voordat u deze aanraakt.

    Gevaar

    Afval zoals bladeren, gras of struiken kunnen vlam vatten. Brand in het motorgedeelte kan letsel en materiële schade veroorzaken.

    • Zorg ervoor dat er zich geen vuil rond de motor en de geluiddemper verzamelt.

    • Pas op dat er bij het openen van de klep van de grasvanger geen afval op de motor en de geluiddemper valt.

    • Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt.

    De grasvanger controleren

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Na de eerste 10 bedrijfsuren
  • De grasvanger controleren.
  • Vóór de stalling
  • De grasvanger controleren.
  • Controleer de grasvanger na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna elke maand.

    1. Inspecteer het uitwerpkanaal, de afvoerbuis en het bovenstuk van de grasvanger. Vervang deze onderdelen als zij gebarsten of gebroken zijn.

    2. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.

    3. Controleer alle bevestigingen en vergrendelingen; vervang deze als zij ontbreken of beschadigd zijn.

    4. Controleer de graszakken op slijtage.

      Waarschuwing

      De bestuurder of omstanders kunnen ernstig letsel oplopen als gevolg van rondvliegende brokstukken of uitgeworpen voorwerpen uit gescheurde, beschadigde of versleten graszakken.

      • Controleer de graszakken op gaten, scheuren, slijtage en andere beschadigingen.

      • U mag de graszakken niet wassen.

      • Als de zak is versleten, moet u een nieuwe graszak plaatsen die verkrijgbaar is bij de fabrikant van deze grasvanger.

    De maaimessen controleren

    Controleer de maaimessen regelmatig, en altijd als het mes een vreemd voorwerp heeft geraakt.

    Als de messen sterk zijn versleten of beschadigd, moet u nieuwe messen monteren. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maaimachine voor het volledige onderhoud van de messen.

    De grasvanger reinigen

    OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
    Bij elk gebruik of dagelijks
  • De grasvanger reinigen.
  • Vóór de stalling
  • De grasvanger reinigen.
  • Note: Om te voorkomen dat het materiaal waaruit de zakken zijn vervaardigd, snel slijt, moet u de zakken opslaan op een plaats waar zij na gebruik volledig kunnen drogen.

    1. Na elk gebruik moet de binnen- en buitenzijde van het bovenstuk van de grasvanger, de afvoerbuis, het uitwerpkanaal en de onderkant van het maaidek verwijderen en met behulp van een tuinslang schoonspuiten met water. Gebruik een mild reinigingsmiddel om hardnekkig vuil te verwijderen.

    2. Let erop dat u aangekoekt gras van alle onderdelen verwijdert.

    3. Spoel de graszakken met water uit een tuinslang om eventueel vuil te verwijderen.

    4. Na het wassen moet u alle onderdelen grondig laten drogen.

    Stalling

    Opslag van de grasvanger

    1. Reinig de grasvanger; zie De grasvanger reinigen.

    2. Controleer de grasvanger op beschadiging; zie De grasvanger controleren.

    3. Zorg ervoor dat de graszakken leeg en volkomen droog zijn.

    4. De grasvanger moet worden opgeslagen in een schone en droge ruimte, buiten het bereik van direct zonlicht. Dit beschermt de kunststof onderdelen en verlengt de levensduur van de grasvanger. Als u de grasvanger buiten moet opslaan, wordt u geadviseerd deze af te dekken met een weerbestendig dekzeil.