Greensmaster® eFlex® 1021 greensmaaier
Disclaimers en wettelijke informatie
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
 
CALIFORNIË
 
Proposition 65 Waarschuwing
 
Het netsnoer van dit product bevat lood, een chemische stof waarvan de staat Californië weet dat ze geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen kan veroorzaken. Was uw handen nadat u met dit onderdeel in aanraking bent geweest.
 
Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen weet de staat Californië dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. Was uw handen nadat u met deze onderdelen in aanraking bent geweest.
 
Gebruik van dit product kan u blootstellen aan chemische stoffen waarvan de staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen of schade aan de voortplantingsorganen veroorzaakt.
 
 
 
 
Inleiding
 

Bedoeld gebruik

Deze machine is een loopmaaier met messenkooi bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders in commerciële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden gazons. Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.
Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

Hulp zoeken

Graphic
G406957
Bezoek www.Toro.com voor documentatie over productveiligheid en bedieningsinstructies, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren.
Wanneer u service, originele Toro onderdelen of bijkomende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of Toro de klantendienst. Zorg ervoor dat u het model- en serienummer bij de hand hebt: deze nummers bevinden zich op het plaatje met het serienummer op uw product . U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder.
Belangrijk  
U kunt met uw mobiel apparaat de QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie.
 
Modelnummer:
Serienummer:

Handleidingconventies

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd met het volgende veiligheidssymbool, dat duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Graphic
G405934
Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
 
 
 
Veiligheid
 

Algemene veiligheid

Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen.
Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool Image te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.

Veiligheids- en instructiestickers

Image
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers.
Sticker onderdeel: 120-9570
Graphic
s_decal120-9570
  1.  Waarschuwing Blijf op afstand van bewegende delen, zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn.
Sticker onderdeel: 133-8061
Graphic
s_decal133-8061
Sticker onderdeel: 137-9712
Graphic
decal137-9712
  1.  Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding.
  2.  Waarschuwing Opslaan op temperaturen onder 65 °C.
  3.  Explosiegevaar Open de accu niet; gebruik geen beschadigde accu.
  4.  Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu.
Sticker onderdeel: 138-1644
Graphic
s_decal138-1644
  1.  Draai de hendel om in te schakelen.
  2.  Met de machine in de neutraalstand, draai de hendel om uit te schakelen.
  3.   Transmissiebediening
Sticker onderdeel: 138-1589
Graphic
s_decal138-1589
  1.  Schakel de messenkooien in.
  2.  Schakel de messenkooien uit.
Sticker onderdeel: 138-2138
Graphic
s_decal138-2138
  1.  Giftige damp of toxische gassen, verstikkingsgevaar Laat de motor niet lopen in een afgesloten ruimte.
  2.  Ontploffingsgevaar Zet de motor af voordat u brandstof tankt; doe dit niet terwijl u rookt, noch in de nabijheid van vuur of open vuur.
  3.  Waarschuwing Stop de motor en sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine verlaat.
  4.  Waarschuwing Koppel de bougiekabel af voordat u onderhoud uitvoert.
  5.  Gevaar, heet oppervlak Raak het hete oppervlak niet aan.
  6.  Let op Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over het vullen van de brandstoftank.
Sticker onderdeel: 138-5532
Graphic
s_decal138-5532
  1. Naar boven trekken om de rem vrij te zetten.
  2. Naar beneden trekken om de rem in werking te stellen.
  3. Parkeerrem vergrendeld
  4. Parkeerrem ontgrendeld
  5. Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding.
  6. Waarschuwing Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor instructie hebt ontvangen.
  7. Waarschuwing Draag gehoorbescherming.
  8. Gevaar op weggeslingerde objecten Houd omstanders op een afstand.
  9. Waarschuwing Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn.
  10. U mag de machine nooit slepen.
Sticker onderdeel: 138-5533
Graphic
s_decal138-5533
  1.  Tractiebediening Duw de tractiebediening naar beneden en trek deze dan naar de handgreep.
Sticker onderdeel: 138-5534
Graphic
s_decal138-5534
  1.  Langzaam
  2.  Snel
Sticker onderdeel: 139-5178
Graphic
s_decal139-5178
  1.  Aan
  2.  Uit
Sticker onderdeel: 139-5614
Graphic
s_decal139-5614
  1.  Waarschuwing Lees de Gebruikershandleiding voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Sticker onderdeel: 147-2255
Graphic
s_decal147-2255
  1.  Waarschuwing Niet weggooien.
 
 
 
Configuratie
 

De maai-eenheid afstellen en monteren

Vereiste onderdelen
1
Maai-eenheid (afzonderlijk bestellen; neem contact op met uw erkende Toro dealer)
1
Zeskantige buis
1
Veer
1
Kraag
  1. Stel de maai-eenheid af volgens uw gewenste instellingen; raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.
  2. Graphic
    G404684
  3. Monteer de veer , kraag en zeskantige buis op de koppelas van de transmissiekoppeling.
  4. De maai-eenheid monteren op de machine.

De transportwielen monteren

Er is een optionele set transportwielen (model 04123), u kunt deze bij uw Toro dealer bestellen.
  1. Zorg dat de bandenspanning 0,83 tot 1,03 bar bedraagt.
  2. Zet de kickstandaard in de Onderhoudsstand van de transportwielen.
  3. Graphic
    G406965
  4. Schuif een wiel op een as .
  5. Draai de borging van het wiel weg van het midden van het wiel zodat het wiel verder op de as kan schuiven.
  6. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as.
  7. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine.
  8. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard.

De grasmand monteren

Vereiste onderdelen
1
Grasmand
Belangrijk  
Graphic
G404688
Indien u de grasmand laat vallen, moet u de contactpunten van de bevestigingsarm aan de onderrand van de mand controleren op schade. Zet de contactpunten recht voor dat u de grasmand opnieuw gaat gebruiken.
Als u de grasmand gebruikt met gebogen contactpunten aan de bevestigingsarm, kan dat ertoe leiden dat de grasmand de maai-eenheid raakt. Dit gaat gepaard met storend lawaai en/of beschadiging van de grasmand en de maai-eenheid.
 
  1. Neem de grasmand vast bij de handgreep.
  2. Leid de rand van de grasmand tussen de zijplaten van de maai-eenheid en over de voorste rol.
  3. Graphic
    G404689
  4. Monteer de grasmandhaken over de framebeugel .

De vergrendelingsbout voor de hoogteverstelling van de handgreep afstellen

Indien de hoogteverstelling van de handgreep niet parallel is met de bovenste houderbuis, moet u de volgende stappen uitvoeren om de bout af te stellen:
    Graphic
    G440770
  1. Draai de moer op de vergrendelingsbout los zodat de kop van de bout vrij kan bewegen tot net voorbij de draaiaanslag .
    Opmerking: U kunt druk uitoefenen op de veer van de hoogteverstelling van de handgreep om spanning op de bout te verminderen.
  2. Graphic
    G440771
  3. Draai de bout rechtsom of linksom om de hoek van de hoogteverstelling van de handgreep naar binnen of naar buiten af te stellen. De hoogteverstelling van de handgreep dient parallel te zijn met het gelaste onderdeel van de bovenste houderbuis .
  4. Draai de moer op de vergrendelingsbout vast, zodat de nieuwe positie van de bout tegen de draaiaanslag is geborgd.

De acculader monteren

Optioneel
Vereiste onderdelen
4
Schroef (¼met een kopdiameter van 7/16) - niet meegeleverd
U kunt de lader monteren op een oppervlak met behulp van de spiegaten aan de achterkant van de lader. Gebruik schroeven met een schachtdiameter van ¼en een kopdiameter van minder dan 11 mm (7/16).
Belangrijk  
Zoek in uw werkgebied de beste locatie voor een veilig en doeltreffend gebruik van de lader.
 
 
 
 
Product Overview
 
Graphic
G407048
  1.  Grasmand
  2.  Kickstandaard
  3.  Handgreep
  4.  Accupack
  5.  As van transportwiel
  6.  Maai-eenheid
Bedieningsorganen
Graphic
G407032
  1. Koppelingsstang
  2. Hendel van maaiaandrijving
  3. Vergrendeling parkeerrem
  4. Hendel van bedrijfsrem
  5. Snelheidsregeling
  6. Urenteller
  7. Hefbeugel
  8. InfoCenter
  9. Contactschakelaar
Koppelingsstang
Gebruik de koppelingsstang om de tractieaandrijving in of uit te schakelen.
  • De tractieaandrijving inschakelen : trek de stang omhoog en houd de stang tegen de handgreep.
  • De tractieaandrijving uitschakelen : laat de stang los.
Graphic
G404693
Snelheidsregeling
Graphic
G404708
  • De snelheid van de motor verlagen : Draai de hendel naar boven.
  • De snelheid van de motor verhogen : Draai de hendel naar onder.
Regeling van het messenkooitoerental
Graphic
G426885
Gebruik de knop voor het messenkooitoerental om het messenkooitoerental in te stellen.
  • Hoog messenkooitoerental: verdraai de knop zo dat de H? op de knop wijst naar de voorkant van de machine.
  • Laag messenkooitoerental: verdraai de knop zo dat de L? op de knop wijst naar de voorkant van de machine.
Contactschakelaar
  • De machine starten: Draai het sleuteltje naar de stand Aan.
  • De machine uitschakelen: Draai het sleuteltje naar de stand Uit.
Hendel van bedrijfsrem
Graphic
G404699
Trek de hendel van bedrijfsrem naar de handgreep om de machine te stoppen of langzamer te laten rijden.
Vergrendeling parkeerrem
Graphic
G404700
  • Schakel de parkeerrem in : draai de vergrendeling van de parkeerrem hendel naar u toe terwijl de bedrijfsrem is ingeschakeld.
  • De parkeerrem uitschakelen: trek de hendel van de bedrijfsrem naar de handgreep.
Hendel van maai-aandrijving
Graphic
G404701
Gebruik de hendel van de maai-aandrijving om de maai-eenheid in of uit te schakelen terwijl de koppelingsstang ingeschakeld is.
  • De maai-eenheid inschakelen : Zet de hendel naar beneden.
  • De maai-eenheid uitschakelen : Zet de hendel naar boven.
Urenteller
De urenteller geeft het totaal aantal draaiuren van de motor aan om het onderhoud goed te plannen.
InfoCenter lcd
Het InfoCenter lcd toont informatie zoals de huidige spanning van de accu, de snelheid en diverse diagnostieken en andere informatie over de machine en de accu. De volgende afbeelding is een weergave van het InfoCenter en het hoofdinformatiescherm.
Graphic
G404709
  • Stroomlamp/storingsindicator gaat branden als u de machine inschakelt. Het lampje gaat ook knipperen als er zich een storing in de machine voordoet.
  • Indicator accustatus als de accu volledig opgeladen is, zijn alle vakjes van de indicator zwart. Naarmate de accu afloopt, worden de vakjes van rechts naar links een voor een wit. Als er nog maar één vakje zwart is, is het accupack bijna leeg; de machine werkt met gereduceerd vermogen, waarbij de snelheid met 25% wordt verlaagd. U moet de accu onmiddellijk opladen.
  • Indicator storingslogboek dit icoontje betekent dat er een storing gemeld wordt.
  • Instelling snelheidsregelaar hoe hoger de snelheidsinstelling, hoe meer vakjes van links naar rechts zwart gekleurd worden. Als alle balkjes wit zijn, is de machine ingesteld op de nulstand.
  • Knop menu/terug druk op deze knop om naar de menu's van het InfoCenter te gaan. De knop dient ook om het huidige menu te verlaten.
  • Knop naar beneden gebruik deze knop om naar beneden door menu's te bewegen.
  • Knop naar rechts gebruik deze knop als een pijl naar rechts aangeeft dat er nog andere opties in het menu zijn.
Opmerking: De knoppen kunnen verschillende functies vervullen afhankelijk van wat op dat moment nodig is. Voor elke knop is er een pictogram dat de huidige functie weergeeft.
Menuonderdelen van het InfoCenter
Hoofdmenu
Menuonderdeel
Beschrijving
Storingen
Het menu Storingen bevat een lijst met de recente machinestoringen. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding of een erkende Toro distributeur voor meer informatie over het menu Storingen.
Onderhoud
Het menu Onderhoud bevat informatie over de machine, zoals bedrijfsuren, accuverbruik en accustatus.
Diagnostisch systeem
Het menu Diagnostisch systeem geeft een overzicht van de verschillende huidige statussen van de machine. U kunt dit menu gebruiken om sommige problemen op te lossen. In het menu ziet u namelijk welke onderdelen in- en uitgeschakeld zijn.
Instellingen
In het menu Instellingen kunt u het InfoCenter-scherm aan uw voorkeuren aanpassen.
Machine
In het menu Machine ziet u het modelnummer, het serienummer en de versie van de software op uw machine.
Onderhoudsmenu
Menuonderdeel
Beschrijving
Hours
Het totale aantal bedrijfsuren van de machine.
Mow Time
Het totale aantal bedrijfsuren van de messenkooi.
Power Use
Het vermogen dat de accu op dit moment levert, uitgedrukt in Watt.
Battery Charge
De huidige spanning van de accu, als percentage van de volledige capaciteit.
Battery Current
De stroom die de accu op dit moment levert, uitgedrukt in ampère.
Battery Volts
Het accupotentieel in volt.
Total Usage
De totale hoeveelheid van het accugebruik, uitgedrukt in ampère-uren.
Capacity
Het huidige accuvermogen, uitgedrukt in ampère-uren.
Charge Cycles
De totale hoeveelheid laadcycli van de accu. Een laadcyclus wordt gedefinieerd door het proces van het aansluiten en loskoppelen van de lader.
Battery Hours
Het totale aantal uren dat de accu actief was.
Backlap
Zet de machine in wetmodus.
Energy
De totale hoeveelheid energie die de accu al geleverd heeft, in wattuur.
Menu diagnostiek
Menuonderdeel
Beschrijving
Key On
Geeft aan of het contactsleuteltje zich in de stand aan of uit bevindt.
Traction
Geeft aan of de tractie in- of uitgeschakeld is.
Throttle
Geeft de snelheidsinstelling aan in Volt (wordt gebruikt om het doeltoerental te berekenen).
Stang
Geeft de instellingen van de stangbediening in volt aan.
Target rpm
Het gewenste motortoerental zoals aangegeven door de instelling van de snelheidsregelaar.
Motor rpm
Het huidige motortoerental.
12V Supply
Sensortoevoerspanning nr. 1 van de regelaar.
5V Supply
Sensortoevoerspanning nr. 2 van de regelaar.
CAN Bus
De status van de communicatiebus van de machine.
Instellingen
Menuonderdeel
Beschrijving
Taal
Gebruik deze instelling om de taal van het InfoCenter in te stellen.
Eenheden
Gebruik deze instelling om de eenheden van het InfoCenter te kiezen. De opties zijn Engels en metrisch.
Schermverlichting lcd
De helderheid van het lcd-scherm instellen.
Contrast lcd
Het contrast tussen donkere en verlichte velden op het lcd-scherm instellen.
Menu machine
Menuonderdeel
Beschrijving
Model
Het modelnummer van de machine.
SN
Het serienummer van de machine.
S/W Rev
Het revisienummer van de machinesoftware.
Opmerking: Als u de taal of het contrast per ongeluk verandert in een instelling die de tekst op het scherm onleesbaar of onbegrijpbaar maakt, neem dan contact op met een erkende Toro distributeur voor hulp bij het resetten van het scherm.
Afstelmechanisme voor de hoogte van de handgreep
Graphic
G404702
Trek aan het afstelmechanisme voor de hoogte van de handgreep en verstel de hoogte van de handgreep naar boven of naar beneden om een comfortabele stand voor het werk te bereiken.
Kickstandaard
Gebruik de kickstandaard wanneer u de transportwielen of de maai-eenheid monteert of verwijdert.
Graphic
G407049
Opgelet
De machine is zwaar en kan rugklachten veroorzaken als deze niet op de juiste manier wordt opgetild.
Zet uw gewicht op de kickstandaard en gebruik alleen de hefbeugel om de machine hoger te zetten. Als u de eenheid op een andere manier op de kickstandaard probeert te tillen, kan dat letsel veroorzaken.
 
  • Onderhoudsstand transportwielen :
    Om de kickstandaard te gebruiken wanneer u de transportwielen gaat monteren, zet u uw voet op de kickstandaard terwijl u de hefbeugel naar boven en naar achteren trekt .
  • Opslag stand :
    1. Hou uw voet op de kickstandaard terwijl u de tractietrommel omlaagbrengt naar de grond.
    2. Verwijder uw voet van de kickstandaard en geef de kickstandaard de ruimte om terug te trekken naar de Opslagstand.
  • Onderhoudsstand maai-eenheid :
    Om te voorkomen dat de machine achteroverkantelt bij het verwijderen van de maai-eenheid, moet u de kickstandaard laten zakken en de veerpen naar buiten duwen zodat deze de kickstandaard in de gewenste positie houdt.
Graphic
G404706
  1.  Kick-standaard Onderhoudsstand maai-eenheid
  2.  Veerpen
Specificaties
Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Breedte
91 cm
Leeggewicht*
97 kg
Maaibreedte
53 cm
Maaihoogte
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.
Sluiting
Afhankelijk van het messenkooitoerental en de stand van de aandrijfpoelie van de messenkooi.
Maaisnelheid
3,2 km/u tot 5,6 km/u
Transportsnelheid
8,5 km/uur
*Enkel tractie-eenheid. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de maai-eenheid voor het gewicht van elke maai-eenheid.
Elektrische kenmerken
Spanning
48 V
Stroom
DC (Image)
Ampère-uren
25,6 Ah
IP-waarde
IP65

Werktuigen/accessoires

Een selectie vanToro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden.Neem contact op met uw erkende servicedealer of een erkendeToro distributeur, of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires.
Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd origineleToro onderdelen en accessoires aanschaffen.
 
 
 
Gebruik
 

Vóór gebruik

Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk
Algemene veiligheid
  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine nooit gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de opleiding van alle bestuurders en monteurs.
  • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
  • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
  • Zorg ervoor dat u weet hoe u de machine snel kunt stoppen en uitschakelen.
  • Controleer de aanwezigheid en goede werking van de dodemansinrichtingen, veiligheidsschakelaars en beveiligingsmiddelen. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werken.
  • Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.
Dagelijks onderhoud uitvoeren
Voer elke dag voordat u de machine start de procedures Telkens voor gebruik/Dagelijksin het onderhoudsschema uit.
De maaisnelheid afstellen
  1. Bepaal de geschikte maaisnelheid met de onderstaande tabel:
    Maaisnelheid
    Messenkooitoerental
    Poeliestand
    Maai-eenheid
    8 messen
    11 messen
    14 messen
    Laag
    Laag
    7,3 mm
    5,3 mm
    4,2 mm
    Laag
    Hoog
    6,1 mm
    4,4 mm
    3,5 mm
    Hoog
    Laag
    5,9 mm
    4,3 mm
    3,4 mm
    Hoog
    Hoog
    5,0 mm
    3,6 mm
    2,8 mm
  2. Zet het messenkooitoerental op Hoog of Laag, naar behoefte.
  3. Zet de poelie van de messenkooi van de maai-eenheid in de stand Hoog of Laag, naar behoefte, zie de Gebruikershandleiding van uw maai-eenheid.

Tijdens het gebruik

Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
  • De eigenaar/bestuurder is verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel en materiële schade, en hij kan zulke ongevallen voorkomen.
  • Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse kleding of juwelen.
  • Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of onder de invloed van alcohol of drugs bent.
  • Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd.
  • Voordat u de machine start: zorg dat alle aandrijvingen in de neutraalstand staan, de parkeerrem in werking is gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt.
  • Laat geen omstanders of kinderen het werkgebied betreden. Als er collegas aanwezig moeten zijn, moet u voorzichtig zijn en controleren of de grasmand op de machine gemonteerd is.
  • Bedien de machine uitsluitend als de zichtbaarheid goed is zodat u putten en verborgen gevaren kunt vermijden.
  • Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.
  • Wees voorzichtig bij het maaien van nat gras. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.
  • Houd uw handen en voeten uit de buurt van de maai-eenheid.
  • Kijk achterom en omlaag voordat u achteruitrijdt om er zeker van te zijn dat de weg vrij is.
  • Ga voorzichtig te werk als u de machine omkeert of naar u toe trekt.
  • Wees voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren.
  • Stop de maai-eenheid altijd wanneer u niet daadwerkelijk maait.
  • Schakel de aandrijving van de maai-eenheid uit en zet de machine uit voordat u de maaihoogte afstelt.
  • U mag een machine met draaiende motor nooit onbeheerd achterlaten.
  • Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel verlaat: 
    • Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
    • Schakel de maai-eenheid/maai-eenheden uit.
    • Stel de parkeerrem in werking.
    • Zet de machine uit en verwijder het sleuteltje (indien aanwezig).
    • Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen.
  • Schakel de machine uit voordat u de mand leegmaakt.
  • In de volgende gevallen moet u de machine en de aandrijving van de maai-eenheid uitschakelen:
    • Vóór het opladen
    • Voordat u verstoppingen verwijdert
    • Vóór verwijdering van de grasvanger
    • Voordat u de maai-eenheid controleert, schoonmaakt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht
    • Als u een voorwerp hebt geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Controleer de maai-eenheid op beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit voordat u de machine weer start en gebruikt
    • Voordat u de bestuurderspositie verlaat
  • Gebruik alleen door The Toro® Companygoedgekeurde accessoires en werktuigen.
De machine veilig gebruiken op hellingen
  • Het werken op hellingen is een belangrijke factor bij ongelukken waarbij de controle over de machine wordt verloren of deze omkantelt. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. U bent verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de machine op hellingen. Gebruik van de machine op hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid. Doe het volgende voordat u de machine op een helling gaat gebruiken:
    • Lees de instructies voor gebruik op een helling in de handleiding en op de machine, en zorg dat u deze instructies begrijpt.
    • Onderzoek de toestand van het werkgebied op die dag om te bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt op de helling. Gebruik uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert. Veranderingen in het terrein, zoals de vochtigheidsgraad, kunnen snel van invloed zijn op de manier waarop de machine reageert op een helling.
  • Maai met de helling mee, maai nooit een helling op en af. Maai niet op al te steile of natte hellingen. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt.
  • Spoor gevaren onderaan de helling op. Gebruik de machine niet in de buurt van steile hellingen, greppels, oevers, water of andere gevaren. De machine kan plotseling omslaan als een wiel over de rand komt of als de rand instort. Houd een veilige afstand tussen de machine en landschapselementen die gevaarlijk kunnen zijn. Gebruik handgereedschap om op deze plaatsen te werken.
  • Vermijd starten, stoppen of bochten maken op hellingen. Vermijd plotse veranderingen van snelheid of richting; verander traag en geleidelijk van richting.
  • Gebruik een machine nooit in omstandigheden waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit. Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op een helling maait. Als de aandrijving tractie verliest, kan de machine gaan schuiven en kunt u de controle over de remmen en het stuur verliezen. De machine kan gaan schuiven zelfs wanneer u de aandrijving uitschakelt.
  • Verwijder of let op obstakels als sloten, gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein.
  • Als u de controle over de machine verliest, moet u wegstappen van de richting waarin de machine rijdt.
  • Hou de machine altijd in versnelling bij het naar beneden rijden op een helling. Laat de motor niet in vrijloop als u naar beneden rijdt (alleen van toepassing voor eenheden met tandwielaandrijving).
De machine starten
  1. Zorg ervoor dat de aansluiting met T-handgreep van de hoofdkabelboom aangesloten is op de hoofdstroomaansluiting.
  2. Zorg ervoor dat de koppelingsstang is uitgeschakeld.
  3. Zet de contactschakelaar in de stand Aan.
Overzicht maaien
  1. Transporteer de machine naar het werkgebied.
  2. Start de machine, zet de snelheidsregeling op lage snelheid, duw de handgreep omlaag om de maai-eenheid omhoog te brengen en schakel de tractieaandrijving in om met de machine naar de rand of approach van de green te rijden.
  3. Stop de machine op de rand of de approach van de green.
  4. Gebruik de snelheidsregeling om de snelheid van de machine te verhogen, stel de maai-eenheid in werking, schakel de tractieaandrijving in om de machine op de green te rijden, breng de maai-eenheid omlaag naar de grond en begin te maaien.

Maaitips

Belangrijk  
Het grasmaaisel functioneert als een smeermiddel tijdens het maaien. Als de maai-eenheid veel ronddraait zonder maaisel kan dit leiden tot beschadiging van de maai-eenheid.
 
  • Maai de greens door recht heen en weer te gaan over elke green.
  • Maai niet in cirkels en draai de machine niet op de greens, om schade door schuren te voorkomen.
  • Graphic
    G404724
  • Haal de machine van de green door de messenkooi omhoog te brengen (handgreep omlaag duwen) en een traanvormige bocht te maken op de tractietrommel.
  • Maai bij een normale loopsnelheid. Een hogere snelheid levert weinig tijdwinst op en leidt tot slechtere maairesultaten.
  • Graphic
    G404728
  • Om ervoor te zorgen dat u de green in een rechte lijn maait en de machine op een gelijke afstand van de rand van de vorige maaibaan blijft, kunt u de markeringsstrepen op de mand gebruiken .
De machine uitschakelen
  1. Laat de koppelingsstang los.
  2. Zet de snelheidsregeling in de stand Langzaam.
  3. Draai het contactsleuteltje op Uit en verwijder het.

Na het gebruik

Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
  • Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje (indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
  • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen.
  • Laat de machine afkoelen voordat u deze in een afgesloten ruimte stalt.
  • Sla de machine niet op op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.
De machine bedienen na het maaien
  1. Rijd de machine van de green, duw de handgreep naar beneden om de maai-eenheid omhoog te brengen, laat de koppelingsstang los, schakel de maai-eenheid uit en zet de machine uit.
  2. Verwijder de grasmand en verwijder het maaisel uit de mand.
  3. Monteer de grasmand op de machine en rijd de machine naar haar stalplaats.
Vrijzetten van de transmissie
  1. U kunt de trommel losmaken van de transmissie en zo de machine verplaatsen. Schakel de transmissie uit als u de machine moet verplaatsen zonder deze te starten (b.v. bij onderhoud in een afgesloten ruimte). Zorg ervoor dat u de transmissie inschakelt voordat u de machine gebruikt.
    Graphic
    G404730
    1. Schakelhendel voor tractie Uitgeschakeld
    2. Tandwielkast van de transmissie
    3. Schakelhendel voor tractie Ingeschakeld

De machine transporteren

De transportwielen monteren
Er is een optionele set transportwielen (model 04123), u kunt deze bij uw Toro dealer bestellen.
  1. Zorg dat de bandenspanning 0,83 tot 1,03 bar bedraagt.
  2. Zet de kickstandaard in de Onderhoudsstand van de transportwielen.
  3. Graphic
    G406965
  4. Schuif een wiel op een as .
  5. Draai de borging van het wiel weg van het midden van het wiel zodat het wiel verder op de as kan schuiven.
  6. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de sleuf op de as.
  7. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine.
  8. Haal de machine voorzichtig van de kickstandaard.
De machine transporteren met transportwielen
Gebruik de transportwielen om de machine over korte afstanden te transporteren.
  1. De transportwielen monteren.
  2. Zorg ervoor dat de tractiebediening en de messenkooibediening in Neutraal staan.
  3. Start de motor en zet de gashendel op Langzaam.
  4. Kantel de voorkant van de machine naar boven en schakel de tractie-aandrijving geleidelijk in.
  5. Zorg ervoor dat de gashendel zodanig is afgesteld dat de maaimachine met de gewenste snelheid kan worden gebruikt, en rij de machine naar de plaats van bestemming.
De transportwielen verwijderen
  1. Laat de koppelingsstang los, gebruik de gashendel om het motortoerental te verlagen en zet de motor af.
  2. Zet de kickstandaard in de Onderhoudsstand van de transportwielen.
  3. Graphic
    G409803
  4. Verwijder de transportwielen door de borgingen van het wiel uit de assen te duwen .
  5. Laat de machine voorzichtig van de kickstandaard zakken door de machine langzaam vooruit te duwen of de onderste handgreepsteun op te tillen. Zo laat u de kickstandaard terug naar de stand Stalling bewegen.
De machine slepen
Gebruik een aanhanger om de machine over aanzienlijke afstanden te transporteren. Wees voorzichtig wanneer u de machine op en van de aanhanger rijdt.
Opmerking: U kunt de Toro Trans Pro aanhanger gebruiken om de machine te transporteren. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw aanhanger voor instructies over het laden van de aanhanger.
  1. Rijd de machine voorzichtig op de aanhanger.
  2. Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en draai de brandstofklep op Uit.
    Belangrijk  
    Laat de motor niet lopen als u de machine vervoert op een aanhanger, omdat hierdoor schade aan de machine kan ontstaan.
     
  3. Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij het laden van de machine op een aanhanger of vrachtwagen.
  4. Bevestig de machine stevig op de aanhanger.

Accugebruik

Veiligheid van accu en lader

Algemeen
  • Onjuist gebruik of onderhoud van de acculader kan letsel tot gevolg hebben. Om dit risico te verminderen, dient u zich aan al de veiligheidsinstructies te houden.
  • Gebruik uitsluitend de bijgeleverde lader om de accu op te laden.
  • Controleer de gangbare netspanning in uw land alvorens de lader te gebruiken.
  • Als u de lader buiten de VS aansluit op het stroomnet dient u mogelijk een adapterstekker van het juiste type te gebruiken.
  • Laat de lader niet nat worden; bescherm hem tegen regen en sneeuw.
  • Het gebruik van een accessoire dat niet aanbevolen of verkocht wordt door Toro kan leiden tot brandgevaar, elektrische schok of letsel.
  • Om het gevaar op ontploffing van de accu te verminderen, moet u deze instructies in acht nemen, alsook de instructies van apparatuur die u in de buurt van de lader gaat gebruiken.
  • Accu's kunnen explosieve gassen uitstoten als ze danig overladen worden.
Instructie
  • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de acculader nooit gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. De eigenaar is verantwoordelijk voor de opleiding van alle bestuurders en monteurs.
  • U moet alle instructies op de lader en in de handleiding lezen en begrijpen vóór u de lader in gebruik neemt, en deze instructies uitvoeren. Zorg ervoor dat u weet hoe u de lader dient te gebruiken.
Vóór ingebruikname
  • Hou omstanders en kinderen uit de buurt tijdens het laden.
  • Draag tijdens het laden geschikte kleding, waaronder oogbescherming, een lange broek en stevige schoenen met een gripvaste zool.
  • Schakel de machine uit en wacht 5 seconden tot de machine volledig zonder stroom is gevallen alvorens te laden. Als u dit niet doet, kan een vlamboog ontstaan.
  • Zorg voor een goede ventilatie tijdens het opladen.
  • Lees alle voorzorgsmaatregelen voor het laden en volg deze op.
  • De lader is alleen bedoeld voor gebruik met circuits met een nominale wisselstroomspanning van 120 of 240 V, en beschikt over een aardingsstekker voor 120 V wisselstroom. Als u de lader wilt gebruiken met 240 V-circuits dient u uw erkende Toro distributeur te vragen om het juiste stroomsnoer.
Gebruik
  • Geen bevroren accu opladen.
  • Wees voorzichtig met het snoer. Draag de lader nooit bij het snoer en ruk nooit aan het stroomsnoer om de lader uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
  • Koppel de lader rechtstreeks aan op een geaard stopcontact. Gebruik de lader niet met een ongeaard stopcontact, zelfs niet als u een adapter gebruikt.
  • Maak geen aanpassingen aan het meegeleverde stroomsnoer of de stekker.
  • Maak geen aanpassingen aan het meegeleverde stroomsnoer of de stekker.
  • Vermijd dat er metalen gereedschap in de buurt van of op de accu valt; dit kan vonken of kortsluiting van een elektrisch onderdeel veroorzaken en tot een explosie leiden.
  • Neem metalen voorwerpen zoals ringen, armbanden, kettingen en horloges af voordat u met een lithium-ion-accu gaat werken. Een lithium-ion-accu kan voldoende stroom produceren om ernstige brandwonden te veroorzaken.
  • Gebruik de lader nooit in een slecht verlichte omgeving of als u de hem door een andere omstandigheid niet goed kunt zien.
  • Gebruik een geschikt verlengsnoer.
  • Als het stroomsnoer beschadigd raakt bij het aansluiten, haal het snoer dan uit het stopcontact en neem contact op met een erkende Toro distributeur voor een vervangsnoer.
  • Haal de lader uit het stopcontact als u hem niet gebruikt, voordat u hem verplaatst, of voordat u onderhoud uitvoert.
Onderhoud en opslag
  • Bewaar de lader binnen op een droge, veilige plaats buiten het bereik van onbevoegde personen.
  • De lader niet demonteren. Laat een erkende Toro distributeur de lader nakijken als onderhoud of herstelling vereist is.
  • Koppel het stroomsnoer af van het stopcontact voordat u onderhoud uitvoert of de lader gaat schoonmaken; zo verkleint u het risico op elektrische schokken.
  • Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig.
  • Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is. Vervang een beschadigde kabel of stekker onmiddellijk.
  • Als de lader een stevige klap gekregen heeft, gevallen is of op een andere manier beschadigd, gebruik hem dan niet; breng hem naar een erkende Toro distributeur.
Transport van de lithiumionaccu
Volgens het Amerikaanse Department of Transportation en internationale transportorganisaties moeten lithiumionaccu's worden getransporteerd in een speciale verpakking en alleen door transporteurs die daarvoor een certificaat hebben. In de VS is het u toegestaan om een accu te transporteren die gemonteerd is op een met een accu aangedreven machine, en dat onder bepaalde wettelijke vereisten. Neem contact op met het Department of Transportation in de VS of de bevoegde overheidsinstelling in uw land voor gedetailleerde voorschriften in verband met het transport van uw eFlex of eFlex accu.
Neem voor gedetailleerde informatie over het verzenden van een accu contact op met uw erkende Toro distributeur.
Onderhoud van de lithiumionaccu
De lithiumionaccu heeft voldoende spanning om de arbeid waarvoor hij bedoeld is gedurende zijn levensduur uit te voeren. Na verloop van tijd wordt de totale arbeid die een accu kan verrichten in één laadbeurt geleidelijk kleiner. De volgende tabel geeft een overzicht van de geschatte arbeid die de machine ongeveer zou moeten kunnen uitvoeren in de eerste 4 jaar van gebruik:
Jaar
Gemaaid oppervlak per laadbeurt
1
3809 m2
2
3623 m2
3
3252 m2
4
3066 m2
Opmerking: Deze oppervlakte kan variëren naargelang de afstand die u moet afleggen om te beginnen werken, de contactinstelling van het ondermes en andere factoren die in dit hoofdstuk aan bod komen.
Om uw accu een maximale levensduur te geven en deze zo lang mogelijk te gebruiken, dient u de volgende maatregelen te treffen:
  • Open het accupack niet. Er bevinden zich geen door de gebruiker te onderhouden onderdelen in het accupack. Als u het accupack opent, vervalt de garantie. Het accupack is beveiligd door inrichtingen die moeten voorkomen dat de gebruiker er ingrepen aan uitvoert.
  • Stal/parkeer de machine in een schone, droge garage of stalruimte, en vermijd direct zonlicht en hittebronnen. Niet stallen op een plaats waar het kouder wordt dan -30 °C of warmer dan 60 °C. Temperaturen buiten deze limieten brengen schade toe aan uw accu. Hoge temperaturen tijdens de stallingsperiode verkorten de levensduur van de accu, vooral als deze onder grote spanning staat.
  • Als u de machine gedurende langer dan 10 dagen wilt stallen, moet u de machine op een koele plaats zetten en moet de accu ten minste 50% opgeladen zijn. Vermijd direct zonlicht.
  • Als u in warme omstandigheden of in direct zonlicht maait, kan de accu oververhit raken. In dat geval verschijnt een temperatuurwaarschuwing op het InfoCenter. De machine werkt dan niet meer met de messenkooi ingeschakeld, en de machine vertraagt.
    Rijd de machine onmiddellijk naar een koele plaats buiten rechtstreeks zonlicht, schakel de machine uit en laat de accu volledig afkoelen voordat u terug aan het werk gaat.
  • Houd het deksel van het accupack schoon. De witte kleur kaatst zonlicht terug en vertraagt de opwarming van het accupack. Een vuil deksel laat de temperatuur in het accupack elke dag verhogen en verkleint de capaciteit van de accu.
  • Stel het ondermes zodanig af dat er slechts zeer licht contact is met de messenkooi. Zo heeft de messenkooi minder stroom nodig en kan de machine meer arbeid verrichten voordat u de accu moet herladen.
Gebruik van de lader voor de lithiumionaccu
Graphic
G404840
Graphic
G404841
  1. Foutindicatielampje
  2. Deksel van USB-aansluiting
  3. AC-stroomindicatorlampje
  4. Indicatielampje accuspanning
  5. Indicatielampje laadoutput
  6. Lcd
  7. Selectieknop
  8. Outputcontact en snoer
  9. Stroomsnoer
Aansluiten op een vermogensbron
Om het gevaar op een elektrische schok te verkleinen, is deze lader uitgerust met een geaarde stekker met 3 contacten (type B). Als de stekker niet past in het stopcontact, zijn er andere geaarde stekkers beschikbaar; neem contact op met een erkende Toro distributeur.
Pas de lader of het stroomsnoer op geen enkele manier aan.
Gevaar
Contact met water terwijl de machine in bedrijf is kan elektrische schokken veroorzaken en letsel of de dood tot gevolg hebben.
Raak de stekker of de acculader niet aan als u natte handen hebt of in water staat.
 
Belangrijk  
Controleer het stroomsnoer regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie. Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt. Leid het snoer niet door stilstaand water of nat gras.
 
  1. Sluit de stekker van het stroomsnoer aan op het overeenkomende voedingsstopcontact van de lader.
    Waarschuwing
    Als het snoer van de lader beschadigd is, kan dat elektrische schokken of vuur veroorzaken.
    Controleer het stroomsnoer grondig voordat u de lader gaat gebruiken. Als het snoer beschadigd is, mag u de lader niet gebruiken tot het snoer vervangen is.
     
  2. Sluit het uiteinde van het stroomsnoer met de muurstekker aan op een geaard stopcontact.
De lithiumionaccu opladen
Opgelet
De accu's herladen met een lader van die niet door Toro werd geleverd, kan leiden tot oververhitting of soortgelijke storingen, en uiteindelijk tot materiële schade en/of persoonlijk letsel.
Gebruik de door Toro geleverde lader om de accu op te laden.
 
Aanbevolen temperatuurbereik voor opladen
Aanbevolen oplaadbereik 0 tot 45 °C
Oplaadbereik bij lage temperatuur (lagere stroom) -10 tot 0 °C
Oplaadbereik bij hoge temperatuur (lagere stroom) 45 tot 60 °C
Belangrijk  
Laad de accus alleen op bij temperaturen die binnen het aanbevolen temperatuurbereik liggen.
 
Opmerking: De lader werkt niet bij temperaturen die buiten het aanbevolen temperatuurbereik liggen.
  1. Parkeer de machine op het daartoe bestemde laadpunt.
  2. Stel de parkeerrem in werking.
  3. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje.
  4. Graphic
    G404842
  5. Koppel de aansluiting met T-greep van de hoofdkabelboom los van de hoofdstroomaansluiting van de accubasis.
  6. Maak zowel het accupack als de contacten van de lader droog en schoon.
    Belangrijk  
    Gebruik geen sterke oplosmiddelen die de sterkte van het plastic van het contact aantasten. Gebruik geen diëlektrisch smeervet op de contacten.
     
  7. Lijn de positieve connectoren (gemarkeerd met een +). van de connector van de lader en de stroomaansluiting uit en klik ze vast.
Het opladen controleren en problemen oplossen
Opmerking: Het lcd geeft boodschappen weer tijdens het opladen. De meeste boodschappen zijn routine.
Als er een fout is, zal het foutindicatielampje amber of lichtrood knipperen. Een foutboodschap zal verschijnen op het InfoCenter, 1 cijfer tegelijk, met in het begin de letter E of F (bv.: E-0-1-1).
Raadpleeg de Onderhoudshandleiding om een fout te corrigeren.
De lader afkoppelen
  1. Verwijder de aansluiting met T-greep van de lader van de stroomaansluiting van de accu die bevestigd is aan de accubak.
    Belangrijk  
    Trek niet aan de snoeren
     
  2. Bewaar de T-greep van de lader en het snoer zodanig dat ze niet beschadigd kunnen worden.
 
 
 
Onderhoud
 
Waarschuwing
Als u de machine niet goed onderhoudt kunnen systemen van de machine voortijdig defect raken en u of omstanders mogelijk letsel toebrengen.
Zorg ervoor dat de machine goed wordt onderhouden en goed functioneert zoals aangegeven in deze instructies. 
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Belangrijk  
Kantel de machine niet met een hoek die groter is dan 25°. Als u de machine kantelt met een hoek die groter is dan 25°, lekt er olie in de verbrandingskamer en/of uit de dop van de brandstoftank.
 
Belangrijk  
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
 

De machine veilig onderhouden

Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Onderhoudsprocedure
Onderdeelnr.
Aantal
Beschrijving
Voor elk gebruik of dagelijks
-
-
-
Om de 750 bedrijfsuren
505-183
1
Dexron VI synthetische transmissievloeistof (18.9 liter)
Jaarlijks
-
-
-
Daily Maintenance Checklist
Duplicate this page for routine use.
Maintenance Check Item
For the week of:
Mon.
Tues.
Wed.
Thurs.
Fri.
Sat.
Sun.
Check the brake-lock-lever operation.
Check for unusual operating noises.
Check the reel-to-bedknife adjustment.
Check the height-of-cut adjustment.
Touch up damaged paint.
Clean the machine.
Notation for Areas of Concern
Inspection performed by:
Item
Date
Information

Procedures voorafgaand aan onderhoud

De machine klaarmaken voor onderhoud
Waarschuwing
Tijdens het onderhoud of het afstellen van de machine kan iemand de machine starten. Als de machine per ongeluk gestart wordt, kan dat u en andere omstanders ernstig verwonden.
Laat de tractiehendel los, stel de parkeerrem in werking, verwijder het sleuteltje en koppel de accu af voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
 
  1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
  2. Stel de parkeerrem in werking.
  3. Schakel de machine uit.
  4. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine stalt of er onderhoud of reparaties aan uitvoert.
  5. Koppel de accu af door de aansluiting met T-greep van de hoofdstroomaansluiting te trekken .
    Graphic
    G404845

Onderhoud elektrisch systeem

Veiligheid van het elektrisch systeem
  • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de machine verricht.
  • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt. Draag beschermende kleding en gebruik geïsoleerd gereedschap.
Onderhoud van de lithiumionaccu
De etiketten zijn de enige onderdelen in het accupack die onderhoud van de gebruiker vereisen. Neem contact op met een erkende Toro distributeur als u problemen ondervindt met uw accu.
Waarschuwing
De accu staat onder een hoge spanning, wat gevaar op brandwonden of elektrocutie inhoudt.
  • U mag niet proberen de accu te openen.
  • Steek nooit iets anders in de aansluiting van de accu dan de draadboomaansluiting die bij het product geleverd werd.
  • Wees uiterst voorzichtig bij het omgaan met een accu met een gebarsten behuizing.
  • Gebruik alleen de lader die ontworpen is voor de accu.
 

Accu verwijderen

De lithiumionaccu moet worden afgevoerd of gerecycled in overeenstemming met de plaatselijke en nationale regelgeving.
Onderhoud van de acculader
Belangrijk  
Elektrische herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door een erkende Toro distributeur.
 
De gebruiker kan weinig onderhoudstaken zelf uitvoeren, tenzij de lader beschermen tegen beschadiging en de weerselementen.
  • Maak de de snoeren en de behuizing van de lader telkens na gebruik schoon met een vochtige doek.
  • Rol de snoeren op als u ze niet gebruikt.
  • Controleer de snoeren regelmatig op schade en vervang indien nodig met erkende Toro onderdelen.
Zekeringen vervangen
Als u de machine niet kunt inschakelen, zelfs na een laadbeurt, controleer dan de zekeringen op de volgende manier:
  1. Schakel de machine uit en koppel het accupack af.
  2. Graphic
    G404897
  3. Draai de 4 schroeven los waarmee het deksel van het accupack is bevestigd en verwijder het deksel.
  4. Controleer de zekeringen in de zekeringhouder .
    Graphic
    G404909
    1. 30 A circuits hoofdstroomaansluiting
    2. 3 A stroomcircuits elektronica
    3. 3 A circuit optionele ledwerkverlichting
    4. Open sleuf
  5. Als een zekering gesprongen is, moet u deze vervangen door een zekering met het juiste voltage en ampère. Raadpleeg de Onderhoudshandleiding van de tractie-eenheid voor de specifieke onderdeelnummers van de zekering.
    Belangrijk  
    Alle zekeringen van de machine zijn geschikt voor 80V. Gebruik geen autozekeringen van 12V.
     

Onderhoud van de bedieningsorganen

De bedrijfs-/parkeerrem afstellen
Stel de bedrijfs-/parkeerrem af als deze slipt tijdens het gebruik.
  1. Schakel de parkeerrem uit.
  2. Graphic
    G404912
  3. Meet de speling aan het uiteinde van de parkeerremhendel .
    De speling van de hendel moet tussen 12,7 en 25,4 mm bedragen . Als de speling zich niet binnen dit bereik bevindt, gaat u naar de volgende stap om de remkabel af te stellen .
  4. Graphic
    G426886
  5. Stel de remkabelspanning als volgt in:
    • Draai om de kabelspanning te verhogen de voorste contramoer op de kabel losser en de achterste contramoer vaster . Herhaal deze stap en stel indien nodig de spanning verder bij.
    • Draai om de kabelspanning te verminderen de achterste contramoer losser en de voorste contramoer op de kabel vaster . Herhaal deze stap en stel indien nodig de spanning verder bij.

Onderhoud van het aandrijfsysteem

Transmissieolie verversen
  1. Verwijder de ontluchter en adapter van de transmissie.
  2. Graphic
    G404916
  3. Laat iemand anders de machine achterwaarts kantelen en plaats een bak onder de transmissie.
    Opmerking: Vang de transmissievloeistof op in de bak.
  4. Verwijder de aftapplug uit de transmissie en laat de vloeistof weglopen.
  5. Plaats de aftapplug terug.
  6. Draai de aftapplug vast met een torsie van 4 tot 5 N·m.
  7. Vul 473 ml Dexron VI synthetische transmissievloeistof bij door het ontluchtingsgat van de adapter.
  8. Monteer de ontluchter en adapter en draai de eenheid vast met een torsie van 12 tot 15 N·m.

Onderhoud van de maai-eenheid

Veiligheid van de messen
  • Wees voorzichtig als u de messenkooi van de maai-eenheid controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooi.
  • Versleten of beschadigde messen of ondermessen kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
  • Controleer op gezette tijden de maaimessen en ondermessen op overmatige slijtage en beschadigingen.
  • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooien. De maaimessen en ondermessen mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer ze nooit te rechten of eraan te lassen.
De maai-eenheid monteren
  1. Zet de kickstandaard op de Onderhoudsstand van de maai-eenheid.
  2. Lijn de maai-eenheid uit met het frame.
  3. Graphic
    G404930
  4. Zet de ophangingvergrendelingen naar beneden om de maai-eenheid te bevestigen aan de machine.
  5. Beweeg de kraag uit de groef van de transmissiekoppelingsas en plaats de zeskantige buis in de koppelingsas van de maai-eenheid .
  6. De grasmand monteren.
De maai-eenheid verwijderen
Opmerking: De zeskantige buis komt los indien u de messenkooiaandrijving inschakelt wanneer de maai-eenheid verwijderd is.
  1. Zet de kickstandaard op de onderhoudsstand van de maai-eenheid.
  2. Verwijder de grasmand (indien aanwezig).
  3. Zet de kraag in de groef van de transmissie-as.
    Opmerking: Dit haalt de spanning van de veer.
  4. Graphic
    G404931
  5. Schuif de zeskantige buis van de koppelingsas van de maai-eenheid .
  6. Zet de ophangingvergrendelingen naar boven om de maai-eenheid los te maken van de machine.
  7. Verwijder de maai-eenheid van het frame.
Informatie m.b.t. wetten
Voer 1 van de volgende opties uit om de maai-eenheid te wetten:
  • Monteer de toegangswetset (model 139-4342) en gebruik een wetmachine. Neem contact op met uw erkende distributeur om deze set aan te schaffen.
  • Gebruik het InfoCenter om over te schakelen op wetmodus.
    Om over te schakelen op wetmodus, selecteert u Wetten in het Onderhoudsmenu. Volg de instructies van het InfoCenter om de maai-eenheid te wetten.
    Opmerking: Zodra u de stang loslaat, wordt de wetmodus gedeactiveerd. U kunt de vork van het palmechanisme van de bedieningsstang gebruiken (meegeleverd in de zak met losse onderdelen) om de stang te bevestigen in de ingeschakelde stand.
    Verwijder de vork van het palmechanisme van de bedieningsstang als u klaar bent met wetten.
    Graphic
    G404929
    1. Vork van het palmechanisme van de bedieningsstang
    2. Stang

Reinigen

De machine schoonmaken
Was de machine telkens na gebruik met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van de schakelhendelplaat, het InfoCenter, de elektrische hoofdkast en de stroomaansluiting van de machine. Reinig de motor zodat deze naar behoren kan afkoelen tijdens het werk. Hou ook het accupack zo schoon mogelijk om ervoor te zorgen dat het wit blijft. Op die manier wordt zonlicht weerkaatst en raakt de accu niet oververhit door zonlicht.
Belangrijk  
Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken.
 
Belangrijk  
Stal en parkeer de machine altijd op plaatsen waar geen direct zonlicht valt; verhitting door de zon verkort de levensduur van het accupack.
 
 
 
 
Opslag
 

De machine veilig stallen

De machine stallen

  1. Maak de machine schoon.
    Belangrijk  
    U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en vers, schoon water wassen. Reinig de machine niet met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, vooral niet in de buurt van de schakelhendelplaat, het InfoCenter, de elektrische hoofdkast en de stroomaansluiting van de machine.
     
  2. Controleer alle bevestigingen en draai deze vast. Versleten of beschadigde delen repareren of vervangen.
  3. Werk alle krassen en afgebladderde metaaloppervlakken bij met lak die verkrijgbaar is bij uw erkende Toro distributeur.
  4. Volg de vereisten voor de opslag van de accu voor langere opslag.
  5. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.

Voorschriften voor het bewaren van de accu

Opmerking: U hoeft de accu niet van de machine te nemen als u deze gaat stallen.
Controleer in de volgende tabel de voorgeschreven temperatuur voor opslag:
Temperatuurvoorschriften voor opslag
Omstandigheden van opslag Temperatuurvoorschriften
Normale omstandigheden -20 tot 45 °C
Extreme hitte maximaal 1 maand 45 tot 60 °C
Extreme koude maximaal 3 maanden -30 tot -20 °C
Belangrijk  
Temperaturen buiten deze limieten brengen schade toe aan uw accu.
De temperatuur waarin de accu wordt bewaard heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige opslag bij extreme temperaturen verkort de levensduur van de accu. Stal de machine op een koele plaats waar het niet vriest.
 

De lader opslaan

  1. Maak de oplader los van de machine.
  2. Koppel het stroomsnoer af van de lader en rol het nauwkeurig op.
  3. Controleer het stroomsnoer nauwkeurig op tekenen van slijtage of beschadiging. Vervang het snoer als het versleten of beschadigd is.
  4. Controleer de lader nauwkeurig op versleten, losse of beschadigde onderdelen. Neem contact op met een erkende Toro distributeur voor hulp bij het herstellen of vervangen van onderdelen.
  5. Bewaar de lader en het stroomsnoer op een schone, droge plaats waar ze geen klappen of schade kunnen oplopen en niet worden blootgesteld aan bijtende dampen.